Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
archeologie [2017/11/10 17:03] zaanlander |
archeologie [2025/02/15 10:10] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 9: | Regel 9: | ||
Aan de basis van het archeologisch onderzoek, het opgraven, is in de loop van de tijd in principe weinig veranderd. De te onderzoeken sporen zitten opgeborgen in de grond en moeten eerst worden blootgelegd. De opgravingsmethoden worden daarbij aangepast aan zowel de technische mogelijkheden, | Aan de basis van het archeologisch onderzoek, het opgraven, is in de loop van de tijd in principe weinig veranderd. De te onderzoeken sporen zitten opgeborgen in de grond en moeten eerst worden blootgelegd. De opgravingsmethoden worden daarbij aangepast aan zowel de technische mogelijkheden, | ||
- | [{{: | + | [{{: |
**Legenda, zie de blokjes aan de onderrand van de tekening**. | **Legenda, zie de blokjes aan de onderrand van de tekening**. | ||
**1** Vindplaats | **1** Vindplaats | ||
Regel 31: | Regel 31: | ||
Het idee dat de Zaanstreek bewoond zou zijn geweest vóór de periode van de bedijkingen, | Het idee dat de Zaanstreek bewoond zou zijn geweest vóór de periode van de bedijkingen, | ||
- | De geologische structuur van Nederland is grotendeels bepaald tijdens de voorlaatste ijstijd, de [[http://www.ijstijdenmuseum.nl/saale-ijstijd/|Saale IJstijd]], zo'n 140.000 jaar geleden in het Pleistoceen. Gletsjers bedekten in die periode ruim de helft van ons land. Met name in het oosten en het midden, Drenthe, de Veluwe, het Land van Nijmegen, de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi, is dat nog aan het landschap te zien. In het westen van Nederland is op slechts nog een enkele plek een spoor te herkennen uit die periode, namelijk het hoge midden van Texel en Wieringen. In de rest van westelijk Nederland ligt de pleistocene ondergrond erg diep, in de Zaanstreek zo'n twintig meter beneden het huidige oppervlak. | + | De geologische structuur van Nederland is grotendeels bepaald tijdens de voorlaatste ijstijd, de [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Saalien|Saale IJstijd]], zo'n 140.000 jaar geleden in het Pleistoceen. Gletsjers bedekten in die periode ruim de helft van ons land. Met name in het oosten en het midden, Drenthe, de Veluwe, het Land van Nijmegen, de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi, is dat nog aan het landschap te zien. In het westen van Nederland is op slechts nog een enkele plek een spoor te herkennen uit die periode, namelijk het hoge midden van Texel en Wieringen. In de rest van westelijk Nederland ligt de pleistocene ondergrond erg diep, in de Zaanstreek zo'n twintig meter beneden het huidige oppervlak. |
- | De ontwikkeling van westelijk Nederland zoals wij het nu kennen begon in feite pas na de laatste ijstijd, de [[http://www.ijstijdenmuseum.nl/weichsel-ijstijd/|Weichsel IJstijd]], circa 10.000 jaar v. Chr. en met name vanaf rond 3000 v. Chr. met de vorming van de strandwallen. Op de oudste daarvan liggen nu Haarlem, Uitgeest en Limmen. Achter deze strandwallen, | + | De ontwikkeling van westelijk Nederland zoals wij het nu kennen begon in feite pas na de laatste ijstijd, de [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Weichselien|Weichsel IJstijd]], circa 10.000 jaar v. Chr. en met name vanaf rond 3000 v. Chr. met de vorming van de strandwallen. Op de oudste daarvan liggen nu Haarlem, Uitgeest en Limmen. Achter deze strandwallen, |
In de daarop volgende periode breidden de strandwallen zich in westelijke richting uit en sloten zij het achterland steeds meer af van de directe invloed van de zee. Door het regen- en rivierwater dat zich vanuit het hogere achterland een weg zocht naar zee verzoette het gebied. Daardoor kon zich een dik veenpakket vormen. Omstreeks 1900 v. Chr. was deze geologische ontwikkeling zodanig gevorderd dat het westelijk deel van Assendelft net op de grens lag van het gebied waar de zee haar invloed nog kon doen gelden. | In de daarop volgende periode breidden de strandwallen zich in westelijke richting uit en sloten zij het achterland steeds meer af van de directe invloed van de zee. Door het regen- en rivierwater dat zich vanuit het hogere achterland een weg zocht naar zee verzoette het gebied. Daardoor kon zich een dik veenpakket vormen. Omstreeks 1900 v. Chr. was deze geologische ontwikkeling zodanig gevorderd dat het westelijk deel van Assendelft net op de grens lag van het gebied waar de zee haar invloed nog kon doen gelden. | ||
Regel 41: | Regel 41: | ||
Omstreeks 1000 v. Chr. sloot het estuarium bij Beverwijk zich en verlegde de monding van het Oer-IJ zich naar het noorden, naar de omgeving van Egmond (afb. c). Het gebied van de Zaanstreek was in die periode, wellicht heel hoge zeewaterstanden uitgezonderd, | Omstreeks 1000 v. Chr. sloot het estuarium bij Beverwijk zich en verlegde de monding van het Oer-IJ zich naar het noorden, naar de omgeving van Egmond (afb. c). Het gebied van de Zaanstreek was in die periode, wellicht heel hoge zeewaterstanden uitgezonderd, | ||
- | [{{ : | + | [{{ : |
- | **Rechts: c.** //Omstreeks 1000 v Chr. De monding van het Oer-IJ is naar het noorden verlegd// | + | **Rechts: c.** //Omstreeks 1000 v Chr. De monding van het Oer-IJ is naar het noorden verlegd// |
== 2.2. Vroege bewoning (Vroege IJzertijd, 650-550 v. Chr.) == | == 2.2. Vroege bewoning (Vroege IJzertijd, 650-550 v. Chr.) == | ||
Regel 78: | Regel 78: | ||
De Assendelver polders zijn in de Vroeg Romeinse tijd het meest intensief bewoond geweest. Door een verbeterde afwatering was niet alleen de gehele randzone van het rietmoeras voor bewoning geschikt, maar ook delen van het rietmoeras zelf. Ook het deel van Krommenie, gelegen tussen de Zuider- en de Noorderhoofdstraat en de Ham alsmede de Krommenieër Woudpolder, waren toen bewoond. Het totaal aantal vindplaatsen uit deze bewoningsperiode beloopt in de Assendelver polders ruim negentig, terwijl dit aantal in Krommenie ruim twintig is. De grote overeenkomst tussen het hier gevonden aardewerk met dat uit het Friese Terpengebied uit dezelfde periode geeft duidelijk de relatie aan tussen beide gebieden, toen overigens nog niet gescheiden door het IJsselmeer. | De Assendelver polders zijn in de Vroeg Romeinse tijd het meest intensief bewoond geweest. Door een verbeterde afwatering was niet alleen de gehele randzone van het rietmoeras voor bewoning geschikt, maar ook delen van het rietmoeras zelf. Ook het deel van Krommenie, gelegen tussen de Zuider- en de Noorderhoofdstraat en de Ham alsmede de Krommenieër Woudpolder, waren toen bewoond. Het totaal aantal vindplaatsen uit deze bewoningsperiode beloopt in de Assendelver polders ruim negentig, terwijl dit aantal in Krommenie ruim twintig is. De grote overeenkomst tussen het hier gevonden aardewerk met dat uit het Friese Terpengebied uit dezelfde periode geeft duidelijk de relatie aan tussen beide gebieden, toen overigens nog niet gescheiden door het IJsselmeer. | ||
- | In deze periode maakte het zuidelijk deel van Nederland, vanaf de Oude Rijn, deel uit van het Romeinse Rijk. Met onder andere het bouwen van twee fortificaties bij Velsen in de eerste helft van de 1e eeuw na Chr., te weten van 15-30 na Chr. en van 40 50 na Chr., trachtten de Romeinen grip te krijgen op het gebied ten noorden van de Rijn. Zo dicht bij de Zaanstreek gelegen, moet deze Romeinse aanwezigheid ongetwijfeld invloed hebben gehad op de bewoners van dit gebied. Hoe groot die invloed was valt moeilijk na te gaan, ook de omvang van de inheemse bevolking in deze periode is nog moeilijk vast te stellen. In verschillende vindplaatsen in Assendelft en Krommenie zijn fragmenten van Romeins aardewerk gevonden. Niet valt na te gaan in hoeverre dit aardewerk afkomstig is van ruilhandel danwel dat het op andere wijze door de toenmalige bevolking is verkregen. | + | In deze periode maakte het zuidelijk deel van Nederland, vanaf de Oude Rijn, deel uit van het Romeinse Rijk. Met onder andere het bouwen van twee fortificaties bij Velsen in de eerste helft van de 1e eeuw na Chr., te weten van 15-30 na Chr. en van 40-50 na Chr., trachtten de Romeinen grip te krijgen op het gebied ten noorden van de Rijn. Zo dicht bij de Zaanstreek gelegen, moet deze Romeinse aanwezigheid ongetwijfeld invloed hebben gehad op de bewoners van dit gebied. Hoe groot die invloed was valt moeilijk na te gaan, ook de omvang van de inheemse bevolking in deze periode is nog moeilijk vast te stellen. In verschillende vindplaatsen in Assendelft en Krommenie zijn fragmenten van Romeins aardewerk gevonden. Niet valt na te gaan in hoeverre dit aardewerk afkomstig is van ruilhandel danwel dat het op andere wijze door de toenmalige bevolking is verkregen. |
== 2.6 't Hain == | == 2.6 't Hain == | ||
Regel 95: | Regel 95: | ||
- | De eerste middeleeuwse Assendelvers vestigden zich in de buurt waar nu de Zuiderweg is en stichtten daar omstreeks het jaar 1000 hun eerste kerk. Kerk en kerkhof zijn in 1985 bij opgravingen uit hun vergetelheid gehaald en geven daarmee aansluiting op de periode waarin schriftelijke bronnen onze herinnering aan het verleden levend houden. (Zie voorts de aanvulling 3. Zuidelijke Zaanstreek hieronder ) | + | De eerste middeleeuwse Assendelvers vestigden zich in de buurt waar nu de Zuiderweg is en stichtten daar omstreeks het jaar 1000 hun eerste kerk. Kerk en kerkhof zijn in 1985 bij opgravingen uit hun vergetelheid gehaald en geven daarmee aansluiting op de periode waarin schriftelijke bronnen onze herinnering aan het verleden levend houden. (Zie voorts de aanvulling 3. Zuidelijke Zaanstreek hieronder) |
//J.J. Stolp r. a.// | //J.J. Stolp r. a.// | ||
Regel 101: | Regel 101: | ||
Literatuur | Literatuur | ||
* De vroegste geschiedenis van de Zaanstreek (AWN 1971), | * De vroegste geschiedenis van de Zaanstreek (AWN 1971), | ||
- | * Verleden land. Archeologische opgravingen in Nederland, | + | * Verleden land. Archeologische opgravingen in Nederland, |
* De Zaanstreek archeologisch bekeken, daaruit drs. R. W. Brandt '//De archeologie van de Zaanstreek'//, | * De Zaanstreek archeologisch bekeken, daaruit drs. R. W. Brandt '//De archeologie van de Zaanstreek'//, | ||
* Assendelft 32, een huis uit de Late IJzertijd', | * Assendelft 32, een huis uit de Late IJzertijd', |