Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
bestuur:bestuur_en_rechtspraak_2 [2024/06/29 08:40] zaanlander [2.2.4. Vereniging van West- en Oostzaandam tot de stad Zaandam] |
bestuur:bestuur_en_rechtspraak_2 [2024/06/29 09:07] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 99: | Regel 99: | ||
== 2.2.5. Stadsrecht van Zaandam == | == 2.2.5. Stadsrecht van Zaandam == | ||
- | In 1811 werd Zaandam een stad (zie: 2.2.4.) De betekenis hiervan was dat de gemeente als eerste klasse werd beschouwd; dit voorrecht ging echter weer spoedig teniet. Toen Den Haag in 1810 stad werd, werd een reden voor deze verhef? | + | In 1811 werd Zaandam een stad (zie: 2.2.4.) De betekenis hiervan was dat de gemeente als eerste klasse werd beschouwd; dit voorrecht ging echter weer spoedig teniet. Toen Den Haag in 1810 stad werd, werd een reden voor deze verheffing |
=== 2.3. Assendelft === | === 2.3. Assendelft === | ||
Toen in [[bestuur# | Toen in [[bestuur# | ||
- | In 1694 kocht Mr. Jan Deutz. schepen en raad van Amsterdam, de hoge en vrije heerlijkheid Assendelft. in 1708 verwierf hij ook Assumburg. | + | In 1694 kocht Mr. Jan Deutz. schepen en raad van Amsterdam, de hoge en vrije heerlijkheid Assendelft, in 1708 verwierf hij ook Assumburg. |
- | De (13) sluisjes in de omringdijk van de polder werden gebruikt voor het inlaten van IJ-water voor bodemverbetering. In feite profiteerden alleen de eigenaars van dicht bij deze sluisjes gelegen landerijen van het slib. voor anderen was de jaarlijkse overstroming in de winter een bron van ergernis. Het gebruik dateerde uit de tweede helft van de 16e eeuw en leidde sindsdien voortdurend tot conflicten. In 1566 verplichtten de Staten van Holland Assendelft tot het aanleggen van een 'achterdichting' (binnendijk achter de zeedijk). Hierdoor ontstonden afwateringsmoeilijkheden en dit leidde er in 1633 toe dat schouten | + | De 13 sluisjes in de omringdijk van de polder werden gebruikt voor het inlaten van IJ-water voor bodemverbetering. In feite profiteerden alleen de eigenaars van dicht bij deze sluisjes gelegen landerijen van het slib. Voor anderen was de jaarlijkse overstroming in de winter een bron van ergernis. Het gebruik dateerde uit de tweede helft van de 16e eeuw en leidde sindsdien voortdurend tot conflicten. In 1566 verplichtten de Staten van Holland Assendelft tot het aanleggen van een achterdichting |
- | Het eerste rechthuis werd gebouwd in 1614. Schouten | + | Het eerste rechthuis werd gebouwd in 1614. Schout en schepenen hielden er sindsdien wekelijks zitting. Blijkens vele van hun keuren bemoeiden zij zich ook met de regeling van visserij, die lange tijd voor Assendelft van belang is geweest. |
Voor herstel na de overstromingsramp van 1717 was meer dan f 200.000 nodig. Assendelft kon dat onmogelijk opbrengen en de Staten hebben de heerlijkheid eerst zeven en daarna nog eens drie jaar belastingvrijdom verleend. Na afloop van de eerste termijn, toen nog niets kon worden afgedragen, zijn enkele Assendelftse schepenen gegijzeld en in de Gevangenispoort in Den Haag opgesloten. | Voor herstel na de overstromingsramp van 1717 was meer dan f 200.000 nodig. Assendelft kon dat onmogelijk opbrengen en de Staten hebben de heerlijkheid eerst zeven en daarna nog eens drie jaar belastingvrijdom verleend. Na afloop van de eerste termijn, toen nog niets kon worden afgedragen, zijn enkele Assendelftse schepenen gegijzeld en in de Gevangenispoort in Den Haag opgesloten. | ||
Regel 127: | Regel 127: | ||
3. In plaats van de schotvangers zouden door vroedschappen en schepenen vier burgemeesters worden benoemd. die beëdigd moesten worden door de schout. Zij moesten voortaan “de dorpssaken bewaren, en daarvan behoorlijk rekening doen. | 3. In plaats van de schotvangers zouden door vroedschappen en schepenen vier burgemeesters worden benoemd. die beëdigd moesten worden door de schout. Zij moesten voortaan “de dorpssaken bewaren, en daarvan behoorlijk rekening doen. | ||
- | ' | + | 4. Jaarlijks moest de helft van de vroedschappen aftreden. |
5. Van de burgemeesters zou er een als oud-burgemeester in het nieuwe college zitting nemen. | 5. Van de burgemeesters zou er een als oud-burgemeester in het nieuwe college zitting nemen. | ||
Regel 133: | Regel 133: | ||
6. Van de schepenen zouden er twee nog een jaar lang hun zetel behouden. | 6. Van de schepenen zouden er twee nog een jaar lang hun zetel behouden. | ||
- | 7. Schepenen mochten uit de gemeente | + | 7. Schepenen mochten uit de gemeente, gezamenlijke burgers of uit de vroedschappen worden gekozen. |
- | 8. Schepenen zouden met de schout | + | 8. Schepenen zouden met de schout justitie administreren, |
- | 9. Bij de verkiezing van burgemeesters en vroedschappen op de Palmzondag mochten de `schepenen meestemmen en besluiten nemen. | + | 9. Bij de verkiezing van burgemeesters en vroedschappen op de Palmzondag mochten de schepenen meestemmen en besluiten nemen. |
10. Zie onder l. | 10. Zie onder l. | ||
Regel 150: | Regel 150: | ||
\\ | \\ | ||
- | Deze brief van 20 januari 1632 werd, wat het laatste punt aangaat, op 30 juni 1632 aangevuld met de bepaling dat wanneer er geopposeerd zou worden tegen een meerderheidsbe- sluit, de opposanten die oppositie uit eigen zak zouden moeten betalen en niet uit de gemeentekas. | + | Deze brief van 20 januari 1632 werd, wat het laatste punt aangaat, op 30 juni 1632 aangevuld met de bepaling dat wanneer er geopposeerd zou worden tegen een meerderheidsbesluit, de opposanten die oppositie uit eigen zak zouden moeten betalen en niet uit de gemeentekas. |
- | Lams vermeldde dat er in zijn tijd (ca. 1664) in Oostzaan één schout was, vier burgemeesters, | + | Lams vermeldde dat er in zijn tijd, ca. 1664 in Oostzaan één schout was, vier burgemeesters, |
Het aandeel van Oostzaandam in het bansbestuur van Oostzaan bestond dus uit drie schepenen, twee burgemeesters en zeven vroedschappen. | Het aandeel van Oostzaandam in het bansbestuur van Oostzaan bestond dus uit drie schepenen, twee burgemeesters en zeven vroedschappen. | ||
Regel 160: | Regel 160: | ||
Aan de pogingen van Oostzaandam zich los te maken van Oostzaan kwam in 1729 een voorlopig einde. In dat jaar namelijk kochten de bestuurders van Oostzaan de ambachtsheerlijkheid van hun dorp voor 100.000 gulden. De Staten weigerden als verkopers in te stemmen met een verandering in de regering van Oostzaan; er stond voor hen dan ook 100.000 gulden op het spel. | Aan de pogingen van Oostzaandam zich los te maken van Oostzaan kwam in 1729 een voorlopig einde. In dat jaar namelijk kochten de bestuurders van Oostzaan de ambachtsheerlijkheid van hun dorp voor 100.000 gulden. De Staten weigerden als verkopers in te stemmen met een verandering in de regering van Oostzaan; er stond voor hen dan ook 100.000 gulden op het spel. | ||
- | Tenslotte in de revolutietijd, | + | Tenslotte in de revolutietijd, |
<WRAP center round box 100%> | <WRAP center round box 100%> | ||
Regel 166: | Regel 166: | ||
1. Oostzaan en Oostzaandam zouden elk een afzonderlijke plaatselijke regering hebben. In Oostzaan zouden vier colleges worden gevormd: Municipaliteit, | 1. Oostzaan en Oostzaandam zouden elk een afzonderlijke plaatselijke regering hebben. In Oostzaan zouden vier colleges worden gevormd: Municipaliteit, | ||
- | 2. Onder de naam 'dijkgraaf en heemraden` zou een bans- en polderbestuur worden gekozen. In dit college zouden acht heemraden zitting krijgen, vier uit Oostzaan en vier uit Oostzaandam. De bansschout zou de dijkgraaf | + | 2. Onder de naam dijkgraaf en heemraden zou een bans- en polderbestuur worden gekozen. In dit college zouden acht heemraden zitting krijgen, vier uit Oostzaan en vier uit Oostzaandam. De bansschout zou de dijkgraaf, later dijkrichter, zijn. De vergaderingen zouden jaarlijks worden gehouden, het ene jaar in Oostzaan, het andere in Oostzaandam. In de vergadering van 18 januari 1796 werd een instructie voor het polderbestuur vastgesteld. |
3. De zaken die tot dan toe door de burgemeesters werden beheerd en uit de banskas werden betaald, zouden in het vervolg beheerd worden door een commissie uit beide municipaliteiten. | 3. De zaken die tot dan toe door de burgemeesters werden beheerd en uit de banskas werden betaald, zouden in het vervolg beheerd worden door een commissie uit beide municipaliteiten. | ||
- | 4. De ambachtsheerlijkheid zou bestuurd worden door acht ambachtsbewaarders, | + | 4. De ambachtsheerlijkheid zou bestuurd worden door acht ambachtsbewaarders, |
5. Ieder dorp zou voortaan zijn eigen schout en secretaris benoemen. Voor de banszaken zouden de schouten de secretaris van de banne fungeren. | 5. Ieder dorp zou voortaan zijn eigen schout en secretaris benoemen. Voor de banszaken zouden de schouten de secretaris van de banne fungeren. | ||
Regel 180: | Regel 180: | ||
\\ | \\ | ||
- | Een aantal akkoorden moest gesloten worden om de scheiding tot stand te brengen. Hierop volgden laaiende ruzies, die pas op 21 januari 1813 door de landdrost werden bijgelegd in een overeenkomst van acht punten, waarin vermeld stond welke taken in het vervolg gemeenschappelijk verricht zouden worden. De vereniging van de Oost- en de Westzijde van Zaandam tot één gemeente en de stadwording van Zaandam bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811, brachten een totale verandering in de situatie van Oost- en Westzaandam. Toch werd ook toen de band van Zaandam-Oost en Oostzaan niet geheel verbroken. Gemeenschappelijk bleven: het onderhoud der veersteigers, | + | Een aantal akkoorden moest gesloten worden om de scheiding tot stand te brengen. Hierop volgden laaiende ruzies, die pas op 21 januari 1813 door de landdrost werden bijgelegd in een overeenkomst van acht punten, waarin vermeld stond welke taken in het vervolg gemeenschappelijk verricht zouden worden. De vereniging van de Oost- en de Westzijde van Zaandam tot één gemeente en de stadwording van Zaandam bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811, brachten een totale verandering in de situatie van Oost- en Westzaandam. Toch werd ook toen de band van Zaandam-Oost en Oostzaan niet geheel verbroken. Gemeenschappelijk bleven het onderhoud der veersteigers, |
Regel 187: | Regel 187: | ||
De vereniging van Wormer en Jisp (zie: | De vereniging van Wormer en Jisp (zie: | ||
1.2.6.) beantwoordde niet aan de verwach- | 1.2.6.) beantwoordde niet aan de verwach- | ||
- | tingen. Op verzoek van J isp brachten de Sta- | + | tingen. Op verzoek van Jisp brachten de Sta- |
- | ten van Holland op 2 december | + | ten van Holland op 2 december |
scheiding tot stand. | scheiding tot stand. | ||
Regel 209: | Regel 209: | ||
Op 20 mei 1616 beklaagden de burgemees- | Op 20 mei 1616 beklaagden de burgemees- | ||
ters en regeerders van Wormer zich over het | ters en regeerders van Wormer zich over het | ||
- | feit dat na de scheiding van J isp in het geheel | + | feit dat na de scheiding van Jisp in het geheel |
geen algemene verkiezing van vroedschap- | geen algemene verkiezing van vroedschap- | ||
pen had plaats gevonden. Slechts in het geval | pen had plaats gevonden. Slechts in het geval | ||
Regel 219: | Regel 219: | ||
nieuw college van vroedschappen. Gecom- | nieuw college van vroedschappen. Gecom- | ||
mitteerde Raden gingen hier echter niet op in | mitteerde Raden gingen hier echter niet op in | ||
- | en handhaafden de bestaande toestand | + | en handhaafden de bestaande toestand bij |
- | provisie`, totdat door de Staten anders zou | + | provisie, totdat door de Staten anders zou |
worden besloten. | worden besloten. | ||
Zoals overal elders waren er nog weesmees- | Zoals overal elders waren er nog weesmees- | ||
- | + | ters (3), kerkmeesters (4), armenvoogden | |
- | ters (3), kerkmeesters (4), arrnenvoogden | + | |
(5), buitenvaders van het weeshuis (4), pol- | (5), buitenvaders van het weeshuis (4), pol- | ||
dermeesters (4), waagmeesters van boter | dermeesters (4), waagmeesters van boter | ||
Regel 234: | Regel 233: | ||
menvoogden, twee hooijstekers en hooij- | menvoogden, twee hooijstekers en hooij- | ||
schatters. Zo was de toestand in 1664, toen | schatters. Zo was de toestand in 1664, toen | ||
- | Lams zijn “Handvesten, etc. in Kennemer- | + | Lams zijn 'Handvesten, etc. in Kennemer- |
land' liet drukken. | land' liet drukken. | ||
Ook ten aanzien van Wormer liet de 'Hoge | Ook ten aanzien van Wormer liet de 'Hoge | ||
- | Overheid” zich leiden door haar behoefte | + | Overheid' |
- | geld. In 1729 werd Wormer min of meer ge- | + | aan geld. In 1729 werd Wormer min of meer ge- |
dwongen de ambachtsheerlijkheid te kopen, | dwongen de ambachtsheerlijkheid te kopen, | ||
waaraan het dorp dus het recht ontleende | waaraan het dorp dus het recht ontleende | ||
Regel 250: | Regel 249: | ||
Op 25 januari 1795 werd de toen nog funge- | Op 25 januari 1795 werd de toen nog funge- | ||
rende dorpsregering in haar geheel afgezet. | rende dorpsregering in haar geheel afgezet. | ||
- | Een college | + | Een college |
vormd en een comité van justitie. Ook werd | vormd en een comité van justitie. Ook werd | ||
een plaatselijk bestuursreglement vastge- | een plaatselijk bestuursreglement vastge- | ||
Regel 280: | Regel 279: | ||
- | Ook Jisp kocht in 1729 (1 juni) de ambachts- | + | Ook Jisp kocht in 1 juni 1729 de ambachts- |
heerlijkheid van het dorp, voor een bedrag | heerlijkheid van het dorp, voor een bedrag | ||
- | van 10.000 gulden. Daarna mocht J isp dus | + | van 10.000 gulden. Daarna mocht Jisp dus |
zijn eigen schout benoemen. | zijn eigen schout benoemen. | ||
Op 14 maart 1781 besloten de regenten van | Op 14 maart 1781 besloten de regenten van | ||
- | J isp dat de schout voor twee jaar zou worden | + | Jisp dat de schout voor twee jaar zou worden |
aangesteld. Op zijn kosten moest de benoem- | aangesteld. Op zijn kosten moest de benoem- | ||
de schout aan de burgemeesters, | de schout aan de burgemeesters, | ||
Regel 296: | Regel 295: | ||
Dat was een nogal ingewikkelde geschiede- | Dat was een nogal ingewikkelde geschiede- | ||
nis, want behalve schout was hij ook ge- | nis, want behalve schout was hij ook ge- | ||
- | rechtsbode en makelaar te J isp, waaruit hij | + | rechtsbode en makelaar te Jisp, waaruit hij |
afzonderlijke inkomsten genoot. | afzonderlijke inkomsten genoot. | ||
- | Van Ollefen schreef in zijn boek (1796) | + | Van Ollefen schreef in zijn boek uit 1796 |
- | 'Stads- en dorpsbeschrijving' | + | Stads- en dorpsbeschrijving dat er in zijn |
- | tijd een municipaliteit was. bestaande uit | + | tijd een municipaliteit was, bestaande uit |
- | acht leden. onder wie twee die vóór de revo- | + | acht leden, onder wie twee die vóór de revo- |
- | lutie burgemeester waren. terwijl ook de | + | lutie burgemeester waren terwijl ook de |
schout gehandhaafd was. Voorts waren er | schout gehandhaafd was. Voorts waren er | ||
drie weesmeesters en twee kerkmeesters be- | drie weesmeesters en twee kerkmeesters be- | ||
Regel 312: | Regel 311: | ||
Mr. J .W. Groesbreek | Mr. J .W. Groesbreek | ||
- | Literatuur' | + | Literatuur |