Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
bestuur:bestuur_en_rechtspraak_2 [2024/06/29 08:40]
zaanlander [2.2.4. Vereniging van West- en Oostzaandam tot de stad Zaandam]
bestuur:bestuur_en_rechtspraak_2 [2024/06/29 09:07] (huidige)
zaanlander
Regel 99: Regel 99:
  
 == 2.2.5. Stadsrecht van Zaandam == == 2.2.5. Stadsrecht van Zaandam ==
- In 1811 werd Zaandam een stad (zie: 2.2.4.) De betekenis hiervan was dat de gemeente als eerste klasse werd beschouwd; dit voorrecht ging echter weer spoedig teniet. Toen Den Haag in 1810 stad werd, werd een reden voor deze verhef?ng aangegeven: de maire verkreeg het recht om aanwezig te zijn bij de kroning van Napoleon. Dit beeld zal Göbel voor ogen hebben gestaan: als hoofd van de stad Zaandam en als ridder van het Legioen van Eer, als slippendrager te mogen fungeren bij de kroning. Het 'stad zijn, had wel gevolgen voor Zaandam. Na de verdrijving van Napoleon erkende de teruggekeerde Koning Willem I de stad Zaandam. Zij werd op 26 augustus 1814 een stemhebbende stad en kreeg als zodanig stem in de benoeming van Provinciale Staten. Eindelijk was dan het ideaal verwezenlijkt, waarvoor een paar eeuwen lang vergeefs was gestreden. + In 1811 werd Zaandam een stad (zie: 2.2.4.) De betekenis hiervan was dat de gemeente als eerste klasse werd beschouwd; dit voorrecht ging echter weer spoedig teniet. Toen Den Haag in 1810 stad werd, werd een reden voor deze verheffing aangegeven: de maire verkreeg het recht om aanwezig te zijn bij de kroning van Napoleon. Dit beeld zal Göbel voor ogen hebben gestaan: als hoofd van de stad Zaandam en als ridder van het Legioen van Eer, als slippendrager te mogen fungeren bij de kroning. Het stad zijn, had wel gevolgen voor Zaandam. Na de verdrijving van Napoleon erkende de teruggekeerde Koning Willem I de stad Zaandam. Zij werd op 26 augustus 1814 een stemhebbende stad en kreeg als zodanig stem in de benoeming van Provinciale Staten. Eindelijk was dan het ideaal verwezenlijkt, waarvoor een paar eeuwen lang vergeefs was gestreden. 
  
 === 2.3. Assendelft === === 2.3. Assendelft ===
 Toen in [[bestuur#1.2.6. Assendelft|paragraaf 1.2.6]], werd vermeld dat de geschiedenis van bestuur en rechtspleging voor Assendelft enigszins afwijkt van die in de overige dorpen, is niet gewezen op het feitelijke isolement waarin het dorp raakte toen het van 1573 tot 1576 door Spaanse troepen was bezet. Min of meer noodgedwongen koos men de Spaanse kant, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Zaandorpen, die Staats waren en dientengevolge aan plundering en verwoesting door de Spanjaarden blootstonden. De tegenstelling tussen enerzijds Assendelft en anderzijds bijvoorbeeld Westzaan en Krommenie is hierdoor alleen maar aangescherpt. In het midden van de 17e eeuw werden de Heren van Renesse vrijheer van Assendelft. Zij vestigden zich in slot Assumburg en inden van daaruit hun inkomsten uit belastingen.  Toen in [[bestuur#1.2.6. Assendelft|paragraaf 1.2.6]], werd vermeld dat de geschiedenis van bestuur en rechtspleging voor Assendelft enigszins afwijkt van die in de overige dorpen, is niet gewezen op het feitelijke isolement waarin het dorp raakte toen het van 1573 tot 1576 door Spaanse troepen was bezet. Min of meer noodgedwongen koos men de Spaanse kant, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Zaandorpen, die Staats waren en dientengevolge aan plundering en verwoesting door de Spanjaarden blootstonden. De tegenstelling tussen enerzijds Assendelft en anderzijds bijvoorbeeld Westzaan en Krommenie is hierdoor alleen maar aangescherpt. In het midden van de 17e eeuw werden de Heren van Renesse vrijheer van Assendelft. Zij vestigden zich in slot Assumburg en inden van daaruit hun inkomsten uit belastingen. 
  
-In 1694 kocht Mr. Jan Deutz. schepen en raad van Amsterdam, de hoge en vrije heerlijkheid Assendelftin 1708 verwierf hij ook Assumburg.+In 1694 kocht Mr. Jan Deutz. schepen en raad van Amsterdam, de hoge en vrije heerlijkheid Assendelftin 1708 verwierf hij ook Assumburg.
  
-De (13sluisjes in de omringdijk van de polder werden gebruikt voor het inlaten van IJ-water voor bodemverbetering. In feite profiteerden alleen de eigenaars van dicht bij deze sluisjes gelegen landerijen van het slib. voor anderen was de jaarlijkse overstroming in de winter een bron van ergernis. Het gebruik dateerde uit de tweede helft van de 16e eeuw en leidde sindsdien voortdurend tot conflicten. In 1566 verplichtten de Staten van Holland Assendelft tot het aanleggen van een 'achterdichting' (binnendijk achter de zeedijk). Hierdoor ontstonden afwateringsmoeilijkheden en dit leidde er in 1633 toe dat schouten schepenen 40 landeigenaars bijeenriepen voor een besluit om twee molens bij Nauerna te bouwen. De bemaling was daarmee dan wel geregeld, maar de conflicten bleven. In 1655 trokken de boeren van het Noordeinde naar slot Assumburg om de vrijheer tot ingrijpen te bewegen. Zij kregen min of meer het advies het recht maar in eigen hand te nemen. Pas in 1663 gelastten de Staten dat de sluisjes niet langer voor bevloeiing gebruikt mochten worden.+De 13 sluisjes in de omringdijk van de polder werden gebruikt voor het inlaten van IJ-water voor bodemverbetering. In feite profiteerden alleen de eigenaars van dicht bij deze sluisjes gelegen landerijen van het slib. Voor anderen was de jaarlijkse overstroming in de winter een bron van ergernis. Het gebruik dateerde uit de tweede helft van de 16e eeuw en leidde sindsdien voortdurend tot conflicten. In 1566 verplichtten de Staten van Holland Assendelft tot het aanleggen van een achterdichting ofwel een binnendijk achter de zeedijk. Hierdoor ontstonden afwateringsmoeilijkheden en dit leidde er in 1633 toe dat schout en schepenen 40 landeigenaars bijeenriepen voor een besluit om twee molens bij Nauerna te bouwen. De bemaling was daarmee dan wel geregeld, maar de conflicten bleven. In 1655 trokken de boeren van het Noordeinde naar slot Assumburg om de vrijheer tot ingrijpen te bewegen. Zij kregen min of meer het advies het recht maar in eigen hand te nemen. Pas in 1663 gelastten de Staten dat de sluisjes niet langer voor bevloeiing gebruikt mochten worden.
  
-Het eerste rechthuis werd gebouwd in 1614. Schouten schepenen hielden er sindsdien wekelijks zitting. Blijkens vele van hun keuren bemoeiden zij zich ook met de regeling van visserij, die lange tijd voor Assendelft van belang is geweest.+Het eerste rechthuis werd gebouwd in 1614. Schout en schepenen hielden er sindsdien wekelijks zitting. Blijkens vele van hun keuren bemoeiden zij zich ook met de regeling van visserij, die lange tijd voor Assendelft van belang is geweest.
  
 Voor herstel na de overstromingsramp van 1717 was meer dan f 200.000 nodig. Assendelft kon dat onmogelijk opbrengen en de Staten hebben de heerlijkheid eerst zeven en daarna nog eens drie jaar belastingvrijdom verleend. Na afloop van de eerste termijn, toen nog niets kon worden afgedragen, zijn enkele Assendelftse schepenen gegijzeld en in de Gevangenispoort in Den Haag opgesloten. Voor herstel na de overstromingsramp van 1717 was meer dan f 200.000 nodig. Assendelft kon dat onmogelijk opbrengen en de Staten hebben de heerlijkheid eerst zeven en daarna nog eens drie jaar belastingvrijdom verleend. Na afloop van de eerste termijn, toen nog niets kon worden afgedragen, zijn enkele Assendelftse schepenen gegijzeld en in de Gevangenispoort in Den Haag opgesloten.
Regel 127: Regel 127:
 3. In plaats van de schotvangers zouden door vroedschappen en schepenen vier burgemeesters worden benoemd. die beëdigd moesten worden door de schout. Zij moesten voortaan “de dorpssaken bewaren, en daarvan behoorlijk rekening doen. 3. In plaats van de schotvangers zouden door vroedschappen en schepenen vier burgemeesters worden benoemd. die beëdigd moesten worden door de schout. Zij moesten voortaan “de dorpssaken bewaren, en daarvan behoorlijk rekening doen.
  
-4. Jaarlijks moest de helft van de vroedschappen aftreden.+4. Jaarlijks moest de helft van de vroedschappen aftreden.
  
 5. Van de burgemeesters zou er een als oud-burgemeester in het nieuwe college zitting nemen. 5. Van de burgemeesters zou er een als oud-burgemeester in het nieuwe college zitting nemen.
Regel 133: Regel 133:
 6. Van de schepenen zouden er twee nog een jaar lang hun zetel behouden. 6. Van de schepenen zouden er twee nog een jaar lang hun zetel behouden.
  
-7. Schepenen mochten uit de gemeente (gezamenlijke burgersof uit de vroedschappen worden gekozen.+7. Schepenen mochten uit de gemeentegezamenlijke burgers of uit de vroedschappen worden gekozen.
  
-8. Schepenen zouden met de schout ° justitie administreren, schouwen en keuren'.+8. Schepenen zouden met de schout justitie administreren, schouwen en keuren.
  
-9. Bij de verkiezing van burgemeesters en vroedschappen op de Palmzondag mochten de `schepenen meestemmen en besluiten nemen.+9. Bij de verkiezing van burgemeesters en vroedschappen op de Palmzondag mochten de schepenen meestemmen en besluiten nemen.
  
 10. Zie onder l. 10. Zie onder l.
Regel 150: Regel 150:
 \\ \\
  
-Deze brief van 20 januari 1632 werd, wat het laatste punt aangaat, op 30 juni 1632 aangevuld met de bepaling dat wanneer er geopposeerd zou worden tegen een meerderheidsbe- sluit, de opposanten die oppositie uit eigen zak zouden moeten betalen en niet uit de gemeentekas.+Deze brief van 20 januari 1632 werd, wat het laatste punt aangaat, op 30 juni 1632 aangevuld met de bepaling dat wanneer er geopposeerd zou worden tegen een meerderheidsbesluit, de opposanten die oppositie uit eigen zak zouden moeten betalen en niet uit de gemeentekas.
  
-Lams vermeldde dat er in zijn tijd (ca. 1664in Oostzaan één schout was, vier burgemeesters, vijftien vroedschappen en zeven schepenen, vier uit Oostzaan en drie uit Oostzaandam. Hij maakte ook melding van het feit dat de keuren in het verleden werden gemaakt door de asing (asega) en geburen', doch dat dit was veranderd in 1291. Keuren moesten nu gemaakt worden door burgemeesters en schepenen, met toestemming van vroedschappen.+Lams vermeldde dat er in zijn tijdca. 1664 in Oostzaan één schout was, vier burgemeesters, vijftien vroedschappen en zeven schepenen, vier uit Oostzaan en drie uit Oostzaandam. Hij maakte ook melding van het feit dat de keuren in het verleden werden gemaakt door de asing (asega) en geburen, doch dat dit was veranderd in 1291. Keuren moesten nu gemaakt worden door burgemeesters en schepenen, met toestemming van vroedschappen.
  
 Het aandeel van Oostzaandam in het bansbestuur van Oostzaan bestond dus uit drie schepenen, twee burgemeesters en zeven vroedschappen. Het aandeel van Oostzaandam in het bansbestuur van Oostzaan bestond dus uit drie schepenen, twee burgemeesters en zeven vroedschappen.
Regel 160: Regel 160:
 Aan de pogingen van Oostzaandam zich los te maken van Oostzaan kwam in 1729 een voorlopig einde. In dat jaar namelijk kochten de bestuurders van Oostzaan de ambachtsheerlijkheid van hun dorp voor 100.000 gulden. De Staten weigerden als verkopers in te stemmen met een verandering in de regering van Oostzaan; er stond voor hen dan ook 100.000 gulden op het spel. Aan de pogingen van Oostzaandam zich los te maken van Oostzaan kwam in 1729 een voorlopig einde. In dat jaar namelijk kochten de bestuurders van Oostzaan de ambachtsheerlijkheid van hun dorp voor 100.000 gulden. De Staten weigerden als verkopers in te stemmen met een verandering in de regering van Oostzaan; er stond voor hen dan ook 100.000 gulden op het spel.
  
-Tenslotte in de revolutietijd, kon Oostzaandam zich uiteindelijk afscheiden. In 1795 werd het bestuur van Oostzaan afgezet en vervangen door een provisionele municipaliteit'. Aan de burgerij werd opgedragen om zestig burgers te kiezen die een nieuwe bestuursopzet moesten ontwerpen. Uit hun midden werden twaalf burgers gekozen die het plan zouden moeten uitvoeren. Op 28 juni 1795 kwam het plan gereed. Het bansbestuur weigerde zijn medewerking, maar moest buigen voor de nieuwe ideeën. Oost-zaandam verkreeg op 22 september 1795 een vrijwel volledige onafhankelijkheid. Samengevat waren de belangrijkste punten uit de nieuwe bestuursopzet:+Tenslotte in de revolutietijd, kon Oostzaandam zich uiteindelijk afscheiden. In 1795 werd het bestuur van Oostzaan afgezet en vervangen door een provisionele municipaliteit. Aan de burgerij werd opgedragen om zestig burgers te kiezen die een nieuwe bestuursopzet moesten ontwerpen. Uit hun midden werden twaalf burgers gekozen die het plan zouden moeten uitvoeren. Op 28 juni 1795 kwam het plan gereed. Het bansbestuur weigerde zijn medewerking, maar moest buigen voor de nieuwe ideeën. Oostzaandam verkreeg op 22 september 1795 een vrijwel volledige onafhankelijkheid. Samengevat waren de belangrijkste punten uit de nieuwe bestuursopzet:
  
 <WRAP center round box 100%> <WRAP center round box 100%>
Regel 166: Regel 166:
 1. Oostzaan en Oostzaandam zouden elk een afzonderlijke plaatselijke regering hebben. In Oostzaan zouden vier colleges worden gevormd: Municipaliteit, Comité van Justitie en Waakzaamheid, Comité van Toevoorzicht, en een College van Weesmeesters. Oostzaandam zou vijf colleges gaan tellen: Municipaliteit, Comité van Algemeen Welzijn, College van Justitie, College van Weesmeesters, en een Comité van Waakzaamheid. 1. Oostzaan en Oostzaandam zouden elk een afzonderlijke plaatselijke regering hebben. In Oostzaan zouden vier colleges worden gevormd: Municipaliteit, Comité van Justitie en Waakzaamheid, Comité van Toevoorzicht, en een College van Weesmeesters. Oostzaandam zou vijf colleges gaan tellen: Municipaliteit, Comité van Algemeen Welzijn, College van Justitie, College van Weesmeesters, en een Comité van Waakzaamheid.
  
-2. Onder de naam 'dijkgraaf en heemradenzou een bans- en polderbestuur worden gekozen. In dit college zouden acht heemraden zitting krijgen, vier uit Oostzaan en vier uit Oostzaandam. De bansschout zou de dijkgraaf (laterdijkrichterzijn. De vergaderingen zouden jaarlijks worden gehouden, het ene jaar in Oostzaan, het andere in Oostzaandam. In de vergadering van 18 januari 1796 werd een instructie voor het polderbestuur vastgesteld.+2. Onder de naam dijkgraaf en heemraden zou een bans- en polderbestuur worden gekozen. In dit college zouden acht heemraden zitting krijgen, vier uit Oostzaan en vier uit Oostzaandam. De bansschout zou de dijkgraaflater dijkrichterzijn. De vergaderingen zouden jaarlijks worden gehouden, het ene jaar in Oostzaan, het andere in Oostzaandam. In de vergadering van 18 januari 1796 werd een instructie voor het polderbestuur vastgesteld.
  
 3. De zaken die tot dan toe door de burgemeesters werden beheerd en uit de banskas werden betaald, zouden in het vervolg beheerd worden door een commissie uit beide municipaliteiten. 3. De zaken die tot dan toe door de burgemeesters werden beheerd en uit de banskas werden betaald, zouden in het vervolg beheerd worden door een commissie uit beide municipaliteiten.
  
-4. De ambachtsheerlijkheid zou bestuurd worden door acht ambachtsbewaarders, uit elk van de dorpen vier, die ook de ambten vergevenzouden (de benoemingen zouden doen).+4. De ambachtsheerlijkheid zou bestuurd worden door acht ambachtsbewaarders, uit elk van de dorpen vier, die ook de ambten vergeven zouden ofwel de benoemingen zouden doen.
  
 5. Ieder dorp zou voortaan zijn eigen schout en secretaris benoemen. Voor de banszaken zouden de schouten de secretaris van de banne fungeren. 5. Ieder dorp zou voortaan zijn eigen schout en secretaris benoemen. Voor de banszaken zouden de schouten de secretaris van de banne fungeren.
Regel 180: Regel 180:
 \\ \\
  
-Een aantal akkoorden moest gesloten worden om de scheiding tot stand te brengen. Hierop volgden laaiende ruzies, die pas op 21 januari 1813 door de landdrost werden bijgelegd in een overeenkomst van acht punten, waarin vermeld stond welke taken in het vervolg gemeenschappelijk verricht zouden worden. De vereniging van de Oost- en de Westzijde van Zaandam tot één gemeente en de stadwording van Zaandam bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811, brachten een totale verandering in de situatie van Oost- en Westzaandam. Toch werd ook toen de band van Zaandam-Oost en Oostzaan niet geheel verbroken. Gemeenschappelijk blevenhet onderhoud der veersteigers, de broodzettingen, het ijken en repareren van turftonnen, het ophalen van drenkelingen en het boomsnoeien op de Dam (brief van de maire van Oostzaan aan Zaandam, d.d. 21 januari 1813).+Een aantal akkoorden moest gesloten worden om de scheiding tot stand te brengen. Hierop volgden laaiende ruzies, die pas op 21 januari 1813 door de landdrost werden bijgelegd in een overeenkomst van acht punten, waarin vermeld stond welke taken in het vervolg gemeenschappelijk verricht zouden worden. De vereniging van de Oost- en de Westzijde van Zaandam tot één gemeente en de stadwording van Zaandam bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811, brachten een totale verandering in de situatie van Oost- en Westzaandam. Toch werd ook toen de band van Zaandam-Oost en Oostzaan niet geheel verbroken. Gemeenschappelijk bleven het onderhoud der veersteigers, de broodzettingen, het ijken en repareren van turftonnen, het ophalen van drenkelingen en het boomsnoeien op de Dam aldus een brief van de maire van Oostzaan aan Zaandam, d.d. 21 januari 1813.
  
  
Regel 187: Regel 187:
 De vereniging van Wormer en Jisp (zie: De vereniging van Wormer en Jisp (zie:
 1.2.6.) beantwoordde niet aan de verwach- 1.2.6.) beantwoordde niet aan de verwach-
-tingen. Op verzoek van J isp brachten de Sta- +tingen. Op verzoek van Jisp brachten de Sta- 
-ten van Holland op 2 december 161 l een+ten van Holland op 2 december 161l een
 scheiding tot stand. scheiding tot stand.
  
Regel 209: Regel 209:
 Op 20 mei 1616 beklaagden de burgemees- Op 20 mei 1616 beklaagden de burgemees-
 ters en regeerders van Wormer zich over het ters en regeerders van Wormer zich over het
-feit dat na de scheiding van J isp in het geheel+feit dat na de scheiding van Jisp in het geheel
 geen algemene verkiezing van vroedschap- geen algemene verkiezing van vroedschap-
 pen had plaats gevonden. Slechts in het geval pen had plaats gevonden. Slechts in het geval
Regel 219: Regel 219:
 nieuw college van vroedschappen. Gecom- nieuw college van vroedschappen. Gecom-
 mitteerde Raden gingen hier echter niet op in mitteerde Raden gingen hier echter niet op in
-en handhaafden de bestaande toestand bij +en handhaafden de bestaande toestand bij 
-provisie`, totdat door de Staten anders zou+provisie, totdat door de Staten anders zou
 worden besloten. worden besloten.
  
  
 Zoals overal elders waren er nog weesmees- Zoals overal elders waren er nog weesmees-
- +ters (3), kerkmeesters (4), armenvoogden
-ters (3), kerkmeesters (4), arrnenvoogden+
 (5), buitenvaders van het weeshuis (4), pol- (5), buitenvaders van het weeshuis (4), pol-
 dermeesters (4), waagmeesters van boter dermeesters (4), waagmeesters van boter
Regel 234: Regel 233:
 menvoogden, twee hooijstekers en hooij- menvoogden, twee hooijstekers en hooij-
 schatters. Zo was de toestand in 1664, toen schatters. Zo was de toestand in 1664, toen
-Lams zijn Handvesten, etc. in Kennemer-+Lams zijn 'Handvesten, etc. in Kennemer-
 land' liet drukken. land' liet drukken.
  
  
 Ook ten aanzien van Wormer liet de 'Hoge Ook ten aanzien van Wormer liet de 'Hoge
-Overheid” zich leiden door haar behoefte +Overheidzich leiden door haar behoefte 
-geld. In 1729 werd Wormer min of meer ge-+aan geld. In 1729 werd Wormer min of meer ge-
 dwongen de ambachtsheerlijkheid te kopen, dwongen de ambachtsheerlijkheid te kopen,
 waaraan het dorp dus het recht ontleende waaraan het dorp dus het recht ontleende
Regel 250: Regel 249:
 Op 25 januari 1795 werd de toen nog funge- Op 25 januari 1795 werd de toen nog funge-
 rende dorpsregering in haar geheel afgezet. rende dorpsregering in haar geheel afgezet.
-Een college der municipaliteit' werd ge-+Een college 'der municipaliteit' werd ge-
 vormd en een comité van justitie. Ook werd vormd en een comité van justitie. Ook werd
 een plaatselijk bestuursreglement vastge- een plaatselijk bestuursreglement vastge-
Regel 280: Regel 279:
  
  
-Ook Jisp kocht in 1729 (1 junide ambachts-+Ook Jisp kocht in 1 juni 1729 de ambachts-
 heerlijkheid van het dorp, voor een bedrag heerlijkheid van het dorp, voor een bedrag
-van 10.000 gulden. Daarna mocht J isp dus+van 10.000 gulden. Daarna mocht Jisp dus
 zijn eigen schout benoemen. zijn eigen schout benoemen.
  
  
 Op 14 maart 1781 besloten de regenten van Op 14 maart 1781 besloten de regenten van
-J isp dat de schout voor twee jaar zou worden+Jisp dat de schout voor twee jaar zou worden
 aangesteld. Op zijn kosten moest de benoem- aangesteld. Op zijn kosten moest de benoem-
 de schout aan de burgemeesters, de vroed- de schout aan de burgemeesters, de vroed-
Regel 296: Regel 295:
 Dat was een nogal ingewikkelde geschiede- Dat was een nogal ingewikkelde geschiede-
 nis, want behalve schout was hij ook ge- nis, want behalve schout was hij ook ge-
-rechtsbode en makelaar te J isp, waaruit hij+rechtsbode en makelaar te Jisp, waaruit hij
 afzonderlijke inkomsten genoot. afzonderlijke inkomsten genoot.
  
  
-Van Ollefen schreef in zijn boek (1796) +Van Ollefen schreef in zijn boek uit 1796 
-'Stads- en dorpsbeschrijvingdat er in zijn +Stads- en dorpsbeschrijving dat er in zijn 
-tijd een municipaliteit wasbestaande uit +tijd een municipaliteit wasbestaande uit 
-acht ledenonder wie twee die vóór de revo- +acht ledenonder wie twee die vóór de revo- 
-lutie burgemeester warenterwijl ook de+lutie burgemeester waren terwijl ook de
 schout gehandhaafd was. Voorts waren er schout gehandhaafd was. Voorts waren er
 drie weesmeesters en twee kerkmeesters be- drie weesmeesters en twee kerkmeesters be-
Regel 312: Regel 311:
 Mr. J .W. Groesbreek Mr. J .W. Groesbreek
  
-Literatuur'+Literatuur
  
  
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/bestuur/bestuur_en_rechtspraak_2.1719643204.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2024/06/29 08:40
  • door zaanlander