Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
beurtvaart [2015/10/25 20:16] jan |
beurtvaart [2024/07/10 07:41] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Beurtvaart binnenvaart ==== | ||
+ | |||
+ | Het vervoer te water is duizenden jaren afhankelijk geweest van óf menselijke of dierlijke spierkracht óf van de wind als krachtbron. Het kon alleen plaats hebben met geroeide of gezeilde vaartuigen, dan wel met voortgeboomde of met een jaaglijn getrokken scheepjes. Zeker in de waterrijke Zaanstreek waren de bewoners vrijwel geheel op het vervoer te water aangewezen, hetzelfde gold voor de aan- en afvoer van de bedrijven, die dan ook aan vaarwater waren gesitueerd. De Zaan en de vele poldersloten, | ||
+ | |||
+ | Deze binnenvaart beperkte zich niet tot de Zaanstreek zelf. Vanuit de Zaanse dorpen kwam al vroeg een levendig scheepvaartverkeer op gang naar allerlei plaatsen waarmee handel werd gedreven. Wanneer dit scheepvaartverkeer de vaste vaart op gezette dagen naar steeds dezelfde bestemming betreft, is er sprake van beurtvaart. Enerzijds had vanuit de Zaanstreek naar elders beurt- en binnenvaart plaats, anderzijds werd door in andere plaatsen gevestigde schippers regelmatig naar Zaanse bestemmingen gevaren. Pas omstreeks 1885 kreeg de stoomkracht voor binnenvaartuigen grootscheepse toepassing, daarvóór, maar in afnemende mate ook nog tientallen jaren erna, was zeilvaart de enige mogelijkheid voor het vervoer over grotere afstand. | ||
+ | |||
+ | ==== Historie ==== | ||
+ | |||
+ | Regelmatig verkeer over het water naar Amsterdam kwam al in de 15e eeuw voor, waarschijnlijk zelfs aanzienlijk eerder. Van dit laatste bestaan echter geen geschreven bronnen. De veronderstelling dat er in de middeleeuwen graan is verbouwd op het toen nog aanwezige, ontwaterde, hoogveen in de Zaanstreek wordt gestaafd door //indirecte gegevens, die overigens toch wel als doorslaggevend mogen worden geaccepteerd// | ||
+ | |||
+ | Met betrekking tot vroeg scheepvaartverkeer kan ook gewezen worden op de tolvrijdom, in 1355 aan de // | ||
+ | |||
+ | Voorts heeft het vervoer van agrarische producten als melk, boter, kaas, eieren, vlees en vis, naar vooral Amsterdam van oudsher aanleiding gegeven tot schipperij vanuit bijvoorbeeld Assendelft, Wormer, Oostzaan en de Zaandorpen. De ontwikkeling van onder meer de molennijverheid heeft krachtige impulsen gegeven aan de groei van beurt- en binnenvaart. Sinds de 17e eeuw werd een regelmatig veer op Amsterdam onderhouden. | ||
+ | De omvang hiervan laat zich vermoeden als we lezen dat het maximale aantal veerschepen in 1665 op 36 werd gebracht. In 1805 bedroeg het aantal dienstdoende schepen nog 20. Anderhalve eeuw achtereen vertrok elk uur van de Dam te Zaandam een veerschuit naar Amsterdam, op marktdagen zelfs twee à drie; elk uur kwamen er één tot drie aan. Daarbij kwamen nog de beurtschepen van Koog, Zaandijk en Wormerveer, van Wormer, Krommenie en Oostzaan.\\ Zie ook: [[Veerdienst|Veerdiensten]] | ||
+ | |||
+ | Het overzeese beurtverkeer, | ||
+ | |||
+ | Het beurtschipperschap op Amsterdam viel onder de ambachten en was mede een zorg van de plaatselijke besturen van Oost- en Westzaandam, | ||
+ | |||
+ | Bij het aannemen van hun ambt moest soms een borgtocht van f 400 in de dorpskas van Oost- of Westzaandam worden gestort. Alleen zeer bekwame schippers werden toegelaten; het IJ was in de wintermaanden moeilijk bevaarbaar en riskant. De schippers vormden een bijzondere klasse in de samenleving, | ||
+ | |||
+ | Het Zaanse economische leven was nauw verbonden met de Amsterdamse markt, vooral op handels- en scheepvaartgebied. Vele Zaanse Oostzeevaarders bereikten Zaandam nooit, maar laadden of losten in Amsterdam; de walvistraan werd grotendeels op de Amsterdamse beurs verhandeld; hetzelfde geldt voor de meeste granen, zaden en oliën, slechts ten aanzien van de houthandel bereikte Zaandam een tamelijke zelfstandigheid. | ||
+ | |||
+ | In het licht van deze afhankelijkheidspositie is het begrijpelijk dat er tussen Zaandam en Amsterdam in de eerste plaats, maar ook tussen de overige Zaanse dorpen en Amsterdam, een druk verkeer plaats had, aldus [[braam|Aris van Braam]]. | ||
+ | |||
+ | [[lootsma|Sipke Lootsma]], die een studie maakte van de veren op Amsterdam, gepubliceerd in De Zaende 1950 en 1951, noemt een reeks namen van veerlieden, schuijtevoerders, | ||
+ | |||
+ | === Stoom- en motorvaart === | ||
+ | Hoewel er al in 1829 binnenvaartschepen op stoomkracht voeren heeft het tot omstreeks 1885 geduurd vóór ook in de Zaanstreek de door stoom aangedreven scheepvaart gemeengoed werd. Terzijde mag er op worden gewezen dat er ooit, in 1743, een poging is gedaan om een Zaans schip van een mechanische aandrijving te voorzien. Nadat dit experiment van [[Schijf|Daam Schijf]] met de 'Volg Mij' op een faliekante mislukking was uitgelopen, bleek dat de uitvinder gebruik had gemaakt van paardenkracht voor zijn met een rosmolen te vergelijken techniek. | ||
+ | |||
+ | Een andere poging tot min of meer mechanische voortstuwing van een zeilschip is naar men zegt ondernomen door de oliefactorij [[Bon|Pieter Bon]], die in de vorige eeuw met een hogedrukmachine schijnt te hebben geëxperimenteerd om wind in de zeilen te blazen. Voorafgaand aan de verstoming betekende het in de jaren na 1880 al een uitkomst voor de beurtschippers dat er een stoomsleepdienst ontstond, die in vaste dienst 's morgens in de zomer om 4 uur en in de winter om 5 uur 's middags de terugvaart van Wormerveer op Amsterdam voer. Bij windstil of anderszins onvaarbaar weer werd hiervan graag gebruik gemaakt. Er voer reeds een stoombootdienst tussen Waalwijk-Noord en Amsterdam in 1888, terwijl de [[Alkmaar|Alkmaar Packet]] in 1889 met de Graaf Willem de dienst tussen Alkmaar en Amsterdam ging onderhouden, | ||
+ | |||
+ | Al het vervoer van en naar de molens aan de Achterzaan en in het veld ging intussen nog steeds over het water. Om in de Voorzaan te komen maakten de scheepjes gebruik van de in 1722 gerestaureerde Grote Sluis. Door de uitvinding van de dieselmotor in 1912 en de scheepsschroef kon de beurtvaart zich verder uitbreiden. Ook de opening van de [[Wilhelminasluis]] in 1903 had gunstige gevolgen voor de Zaanse beurtvaart-ondernemingen. Door de afmetingen van deze nieuwe sluis konden sindsdien ook grotere stoom- en motorvaartuigen de Zaan bevaren. | ||
+ | |||
+ | Van belang voor de kleinere scheepvaart was het motorenbedrijf van de Zaandijker smid Cor Honig, die in de jaren 1900 tot 1910 bijvoorbeeld ook dekschuiten van een motor voorzag. Haar grootste bloei bereikte de beurtvaart in het eerste kwart van de 20e eeuw. Van noord en zuid, van oost en west, van alle richtingen voeren er beurtschippers op de Zaanstreek. Daarna begon de vrachtauto langzaam maar zeker terrein te winnen. | ||
+ | |||
+ | === WO II === | ||
+ | De Tweede Wereldoorlog onderbrak een verdere teruggang. Na de vordering door de bezetter van alle vrachtauto' | ||
+ | |||
+ | Door brandstofgebrek werd later in konvooi gevaren waarbij een motor(sleep)boot een bepaald traject aflegde en daarbij een groot aantal beurtschepen op sleeptouw nam die successievelijk afhaakten als zij op de plaats van hun bestemming gekomen waren. | ||
+ | |||
+ | De eerste jaren na de oorlog wist de beurtvaart zich redelijk te handhaven, er werden zelfs nog nieuwe schepen gebouwd, maar halverwege de jaren '50 zette de teruggang zich in versterkte mate voort. Twintig jaar later was de rol van de beurtvaart praktisch uitgespeeld. In 1940 waren, in alfabetische volgorde, navolgende beurtvaartbedrijven in de Zaanstreek gevestigd met daarbij de vestigingsplaats en de steden waarop het het beurtveer werd onderhouden: | ||
+ | * -fa. [[bets|R. Bets & Zonen]] Zaandijk - Amsterdam, | ||
+ | * -fa. [[Bruinessen|J.G. van Bruinessen]], | ||
+ | * -fa. [[https:// | ||
+ | * -fa. Wed. C. Jongewaard & Zonen, Zaandam - Haarlem, | ||
+ | * -fa. [[https:// | ||
+ | * -fa. D. Koster, Wormerveer - Amsterdam, | ||
+ | * -nv Expeditie Mij. Nijverheid, Wormerveer - Amsterdam, | ||
+ | * -fa. W. de Ronde, Zaandam - Amsterdam, | ||
+ | * -fa. A. Smit, Koog - Alkmaar, | ||
+ | * -fa. Gebr. Smit, Koog - Alkmaar, | ||
+ | * -fa. [[https:// | ||
+ | * -fa. J. van den Toorn, Wormerveer - Amsterdam, | ||
+ | * -fa. P. Verwer, Wormerveer - Alkmaar, | ||
+ | * -fa. Wed. D. Vlootman & Zonen, Zaandam - Leiden, | ||
+ | * -fa. J.J. de Vries & Zn, Zaandam - ' | ||
+ | * -V.Z.M. van Calcar & Jongh, Koog - Amsterdam, | ||
+ | In 1909 werd door de firma van Calcar en Jongh de eerste motorboot in gebruik genomen. In 1925 bedroeg het tonnage aan motorboten en gemotoriseerde dekschuiten in de Zaanstreek in totaal 314 ton. In mei 1945, direct na de bevrijding, liet de Havendienst van Zaandam een lijst opmaken van alle aanwezige motorboten die in de Zaanstreek hun thuishaven hadden. Uit die lijst blijkt dat de genoemde 16 Zaanse beurtvaartbedrijven toen totaal 52 motorschepen met een gezamenlijk laadvermogen van 3172 ton exploiteerden. Daarnaast hadden zij nog enkele tientallen dekschuiten in gebruik. | ||
+ | |||
+ | Behalve de genoemde Zaanse bedrijven had een aantal elders gevestigde beurtvaartondernemingen of een bijkantoor in de Zaanstreek, zoals Bijloo op Rotterdam, Kempenaar op Den Haag, Alkmaar Packet op Alkmaar/ | ||
+ | |||
+ | Daarnaast onderhielden vele tientallen elders gevestigde bedrijven beurtvaartdiensten op de Zaanstreek, waardoor met elke plaats van enige betekenis in Nederland wel een bootverbinding bestond. Hieronder waren grote beurtvaartrederijen, | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | * Concordia. | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | Deze grote beurtvaartbedrijven en de vele andere kleinere ondernemingen hadden agenten in de Zaanstreek die aldaar hun belangen behartigden. Bekende beurtvaartagenten in de Zaanstreek waren: | ||
+ | * [[https:// | ||
+ | * A.G. Kruyver, v/h A Smit Czn. te Wormerveer, | ||
+ | * H. Evenblij jr. te Zaandam, | ||
+ | * A. Smit te Koog, | ||
+ | * Gebr. Smit te Zaandam en | ||
+ | * P. & K. Bets R. Bets & Zonen te Zaandijk. | ||
+ | |||
+ | Naast de beurtvaartbedrijven was er rond 1940 een aantal binnenvaartbedrijven in de Zaanstreek gevestigd dat zich in bepaald vervoer gespecialiseerd had. In de tankvaart waren dat onder andere [[Bon|Pieter Bon]] te Zaandam en te Wormerveer de fa. Van Oosthuizen en de fa. Duijts. De schepen van de laatstgenoemde firma werden in de jaren `60 overgenomen door C. Koole te Wormerveer, welk bedrijf, thans gevestigd te Zaandam, tot de grote binnentankvaartbedrijven van Nederland behoort. In de houtvaart hadden de fa. P. & K. Bets, fa. W. de Vries en de fa. Wijtekamp, alle gevestigd te Zaandam zich gespecialiseerd. | ||
+ | |||
+ | Sleepbootdiensten werden uitgevoerd door de firma’s | ||
+ | * Bart, | ||
+ | * Beekhoven, | ||
+ | * Hoogendijk, | ||
+ | * Lakemond, | ||
+ | * Lastdrager, | ||
+ | * Meinen en | ||
+ | * Meerleveld. | ||
+ | De ijsbreker Johanna van de firma Hoogendijk, die in de opeenvolgende strenge winters van de jaren '40 een groot aandeel had in het openhouden van de Zaan, was in die tijd de meest bekende sleepboot. In de ongeregelde binnenvaart was er een aantal schippers dat vaak of uitsluitend voor een vaste relatie voer zoals: | ||
+ | * Aafjes, | ||
+ | * Van der Laan, | ||
+ | * Ooms, | ||
+ | * Wester en Wessemius voor Wessanen, | ||
+ | * Van Heijningen, | ||
+ | * Van Bergen, | ||
+ | * Mooy, | ||
+ | * Boersma en Bolding voeren voor Bloemendaal & Laan of De Bijenkorf, | ||
+ | * Voor Duyvis voeren onder anderen De Jager en Eiben, | ||
+ | * Lakemond en Jongh en nog vele anderen die oliehoudende zaden uit Amsterdam of rijst uit de haven van Zaandam naar de industrieën in de Achterzaan vervoerden. | ||
+ | Tot 1940 heeft men nog hout- en turfvaart gehad. Enkele schippers, meest tjalk- of klipperschippers, | ||
+ | |||
+ | Zoals het was in de beurtvaart, zo was het ook in de houtvaart. De houtzagerijen brachten het hout met dekschuiten bij de firma Bets achter het havenkantoor. Daar werd het eerst overgeladen op tjalken en later op motordekschuiten en daarna vervoerd naar Amsterdam. Ook visserlui zijn na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 overgestapt op houtvervoer en dergelijke. Een van de eersten van hen was de firma W. de Vries die voer op Den Haag en omstreken. Deze begon in 1878, met zeilboten en later met motorschepen. Met deze motorboten is gevaren tot 1965. De firma W. de Vries vervoerde veel hout van William Pont en Van Wessem naar de filialen en naar plaatsen zoals Oegstgeest en Scheveningen. De motorschepen waren zó gebouwd dat zij alle bruggen in Amsterdam en over de Ringvaart konden passeren. Er werd zonder stuurhut gevaren en achterop zat een ketting om de dekschuiten te slepen. | ||
+ | |||
+ | Verder was er de firma Lambregts die van de Prins Hendrikkade naar de Rijn tot Arnhem voer. De firma Van Leeuwen voer naar Delft, en Verspui naar Gorinchem en omstreken. Met de opening van het Noordzeekanaal ging ook de ontwikkeling van de scheepvaart verder en werden de schepen, in de vorm van tjalken en klippers, groter. Door het stoomtijdperk kwamen er in plaats van molens fabrieken en de scheepvaart paste zich aan bij de behoeften hiervan. Veel van de Zaanse tjalken waren vóór 1900 van hout. | ||
+ | |||
+ | Ze werden later vervangen door tjalken die aan de Hollandsche IJssel en de Dordtsche Kil gebouwd werden voor Zaanse schippers. In die tijd had D. Meijer als sleepbootondememer een vloot van sleepboten waaronder de Primus, die elke morgen om vijf uur van Wormerveer, of om vier uur van Knollendam voeren met bestemming Amsterdam. | ||
+ | |||
+ | Rond 1900 waren er ook houten schepen die in het blik werden gezet, voornamelijk door scheepswerf Brouwer. Deze vaartuigen waren van schippers die geen geld hadden om een nieuw schip te kopen. Het sleeploon bedroeg in die tijd van Wormerveer naar de sluis in Zaandam ƒ 1,00 en van Wormerveer naar de Oude Haven ƒ 1,25. Van de Oude Haven naar Wormerveer bedroegen de kosten ƒ 2.25. | ||
+ | |||
+ | Bij de opening van de Wilhelminasluis in 1903 ging een nieuwe wereld open voor de Zaanse industrieën. Er konden van toen af namelijk grotere schepen de Binnenzaan bevaren. De schepen van die tijd gingen niet dieper dan twee meter, maar in de Zaan was alleen een vaargeul van die diepte en vele bedrijven moesten kosten maken voor baggerwerk om schepen voor de wal te krijgen. Ter hoogte van de huidige Julianabrug dreef de modder boven; hele eilanden waren er bij de Zaandijker sluis. Het was zigzag varen voor de schippers. | ||
+ | |||
+ | Doordat de oliebedrijven steeds groter werden, kwam er steeds meer koolzaad aan in het Oosterdok te Amsterdam. Dit zaad werd aangevoerd met kleine stoomzeeboten uit het Oostzeegebied. In 1898 werd de graansilo aan het Westerdok gesticht. Sindsdien losten de zeeschepen daar de oliehoudende zaden. Later kwamen de drijvende elevators. | ||
+ | |||
+ | Vele Zaanse schippers haalden lijnzaad naar de oliefabrieken, | ||
+ | |||
+ | === WO I === | ||
+ | In de oorlog 1914-1918, toen aan- en afvoer ernstig stagneerden, | ||
+ | |||
+ | Wessanen en Laan had zelf drie schepen in de vaart, die niet alleen meel naar de beurtvaartdiensten in Amsterdam brachten, ter verdere distributie in eigen land, maar ook naar de zeeschepen van bijvoorbeeld de Hollandsche Stoomboot Maatschappij, | ||
+ | |||
+ | In dat jaar kwam De Kempenaar in de vaart met een schip van 50 meter lang en 6,60 meter breed. Zolang de [[Hoopbrug]] te Zaandam, met een doorvaartwijdte van 9.80 meter de vaart met nog veel grotere schepen belemmerde, bleef er echter ook nog veel werk voor de kleine beurtvaart. | ||
+ | |||
+ | Gedurende de Tweede Wereldoorlog kreeg het vervoer te water het zeer moeilijk. Het vervoersaanbod verminderde, | ||
+ | |||
+ | Na de oorlog was het met de beurtvaart feitelijk gedaan. De Hoopbrug was vervangen door de Prins Bernhardbrug. Grote schepen van 1000 ton en meer gingen de Zaanse fabrieken bevoorraden. Ook coasters konden nu bij de fabrieken voor de wal komen. Het wegvervoer ging steeds meer de taak van de kleine binnenvaart overnemen. De internationale aan- en afvoer werd steeds meer geconcentreerd in Rotterdam, terwijl de Zaanse beurtvaart van oudsher voornamelijk op Amsterdam was georiënteerd. | ||
+ | |||
+ | De duwvaart, op de Rijn begonnen, deed zijn intrede in het watertransport, | ||
+ | |||
+ | De enige uitzondering is de in 1932 opgerichte firma [[Bruinessen|Van Bruinessen]], | ||
+ | * [[Bruinessen|Van Bruinessen]], | ||
+ | * [[Economische]] geschiedenis 2.8.2., 3.9.3., | ||
+ | * [[Zaan|De Zaan]] Klaas Lakemond/ | ||
+ | Literatuur: | ||
+ | * [[braam| Aris van Braam]], de Zaan; | ||
+ | * [[kerssens|Dick Kerssens]], Beurt om beurt; | ||
+ | * [[lootsma|Sipke Lootsma]], Bijdrage tot de geschiedenis der veren tussen de Zaanstreek en Amsterdam; | ||
+ | * Sipke Lootsma, Zaandam 150 jaar stad. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | {{tag> | ||
+ | |||