Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie | |||
houten [2024/05/31 12:15] zaanlander |
houten [2024/05/31 12:20] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
==== Houten pakhuizen ==== | ==== Houten pakhuizen ==== | ||
- | Door de eeuwen heen is de houtbouw karakteristiek voor de Zaanstreek geweest. De balken uit verscheidene | + | Door de eeuwen heen is de houtbouw karakteristiek voor de Zaanstreek geweest. De balken uit verscheidene andere gebieden (zie: [[Houthandel]] werden in de Zaanstreek en in mindere mate in Amsterdam verzaagd tot timmerhout. Huizen, molens en pakhuizen in de Zaanstreek zelf werden geheel van hout gebouwd (zie: [[Houtskeletbouw]]). In vergelijking met steen was hout als bouwmateriaal licht van gewicht; voor het drassige veengebied langs de Zaan was dat ideaal (zie ook: [[heifundering|heifunderingen]]). Met de opkomst van de Zaanse handel en de Zaanse windmolens, namen ook de pakhuizen in aantal toe. De molens hadden over het algemeen zelf pakhuizen, die tegen het onder-achtkant waren aangebouwd. Ook losse pakhuizen, niet direct tegen een molen aan, werden veelvuldig gebouwd. Hierin waren de veembedrijven ondergebracht. De pakhuizen stonden, in verband met het vervoer, vrijwel altijd direct aan het water; ze kwamen voor op beide oevers langs de Zaan en langs vaarten en sloten in de polders. Aangezien de pakhuizen sterk op elkaar leken en de schippers de verschillende pakhuizen toch uit elkaar moesten houden kreeg ieder pakhuis een naambord aan de waterkant. |
Pakhuizen kregen de meest uiteenlopende namen, bijvoorbeeld van dieren, vogels, bloemen, bomen, binnen- en buitenlandse steden, beroepen, etcetera. | Pakhuizen kregen de meest uiteenlopende namen, bijvoorbeeld van dieren, vogels, bloemen, bomen, binnen- en buitenlandse steden, beroepen, etcetera. | ||
Regel 6: | Regel 6: | ||
=== Pakhuistypen === | === Pakhuistypen === | ||
- | In de Zaanse pakhuizen werden uiteenlopende producten opgeslagen. De meest voorkomende producten worden opgesomd in het pakhuisboek van 1905: | + | In de Zaanse pakhuizen werden uiteenlopende producten opgeslagen. De meest voorkomende producten worden opgesomd in het pakhuisboek van 1905: verfwaren, verfhout, krijt, granen, zaden, lijnmeel, lijnkoeken, oliën, mais, gort, rijst, specerijen, bonen, erwten, fourage-artikelen, |
- | verfwaren, verfhout, krijt, granen, zaden, lijnmeel, lijnkoeken, oliën, mais, gort, rijst, specerijen, bonen, erwten, fourage-artikelen, | + | Een enkele keer onderging een pakhuis een functieverandering en werd het omgebouwd tot bedrijfsruimte. Soms ook werden pakhuizen gecombineerd gebruikt als opslag- en werkruimte, opslag- en woonruimte, of opslag- en kantoorruimte. Pakhuizen waren dikwijls gebouwd voor de opslag van één specifiek product. Met de bouw van het pakhuis werd hier rekening mee gehouden, aangezien de speciale voorzieningen voor elk product anders waren. Hierdoor is de volgende indeling naar pakhuistypen te maken: zaadpakhuis, |
- | + | ||
- | Een enkele keer onderging een pakhuis een functieverandering en werd het omgebouwd tot bedrijfsruimte. Soms ook werden pakhuizen gecombineerd gebruikt als opslag- en werkruimte, opslag- en woonruimte, of opslag- en kantoorruimte. Pakhuizen waren dikwijls gebouwd voor de opslag van één specifiek product. Met de bouw van het pakhuis werd hier rekening mee gehouden, aangezien de speciale voorzieningen voor elk product anders waren. Hierdoor is de volgende indeling naar pakhuistypen te maken: zaadpakhuis, | + | |
== Zaadpakhuis == | == Zaadpakhuis == | ||
- | In een zaadpakhuis waren de begane grond en de verdiepingen ingedeeld in vakken. de zaadkasten. Tussen alle stijlen waren schotten geplaatst. De zo verkregen kasten werden aan de looppadzijde afgesloten met een luik. Het looppad bevond zich over het algemeen in het midden, in de lengterichting van het pand. De schotten waren uit losse planken gebouwd, die tussen twee op de stijlen geplaatste latten werden geschoven, en waren dus verwijderbaar. Zo kon ook de hoogte van iedere zaadkast worden gewijzigd. In de verdiepingsvloeren bevonden zich kleine openingen, die met een houten schuif konden worden afgesloten. Door deze openingen kon men het zaad naar een lagere verdieping laten stromen. Het zaad moest droog, donker en koel worden opgeslagen. De zaadpakhuizen hadden geen ramen, want zonlicht mocht niet naar binnen vallen. Om de ruimte zo koel mogelijk te houden werd soms aan de binnenkant van de houten weeg een stenen muur gemetseld. Kiemen werd voorkomen door het zaad regelmatig te keren. In de laatste zaadkast, aan het einde van de schuur sloeg men daarom geen zaad op, zodat men de volle kast naar de lege kon overscheppen. | + | In een zaadpakhuis waren de begane grond en de verdiepingen ingedeeld in vakken, |
== Oliebakhuis == | == Oliebakhuis == | ||
- | |||
Een pakhuis waar olie werd opgeslagen werd een oliebakhuis genoemd. In een bakhuis waren verscheidene gemetselde oliebakken of oliekelders. De van de molens afkomstige olie werd hierin bewaard. De oliebakken bevonden zich in de grond, onder de begane grondvloer. Het leegpompen van de bakken gebeurde met behulp van houten pompen, die met hun voet op de bodem van de kelder rustten. | Een pakhuis waar olie werd opgeslagen werd een oliebakhuis genoemd. In een bakhuis waren verscheidene gemetselde oliebakken of oliekelders. De van de molens afkomstige olie werd hierin bewaard. De oliebakken bevonden zich in de grond, onder de begane grondvloer. Het leegpompen van de bakken gebeurde met behulp van houten pompen, die met hun voet op de bodem van de kelder rustten. |