Volgende revisie
|
Vorige revisie
|
kerkgebouwen [2020/09/07 12:08] 127.0.0.1 Externe bewerking |
kerkgebouwen [2024/05/25 21:32] (huidige) zaanlander |
Hoewel het Christendom al sinds de 7e eeuw in ons land is gepreekt, in het zuiden wat eerder dan in het noorden, zijn er uit de periode van vóór het jaar 1000 nauwelijks of geen kerkgebouwen of aanzienlijke resten daarvan bewaard gebleven. Alleen funderingsresten en vermeldingen in oude geschriften geven enig inzicht in de kerkbouw in die tijd. Zo heeft er in Assendelft een kerkje gestaan dat al wordt vermeld in een oorkonde van 1063 en mogelijk dus van oudere datum was. De fundering van dit houten kerkje, ongeveer 6 bij 12 meter, is in 1983 teruggevonden bij opgravingen in de Assendelver Polder. | Hoewel het Christendom al sinds de 7e eeuw in ons land is gepreekt, in het zuiden wat eerder dan in het noorden, zijn er uit de periode van vóór het jaar 1000 nauwelijks of geen kerkgebouwen of aanzienlijke resten daarvan bewaard gebleven. Alleen funderingsresten en vermeldingen in oude geschriften geven enig inzicht in de kerkbouw in die tijd. Zo heeft er in Assendelft een kerkje gestaan dat al wordt vermeld in een oorkonde van 1063 en mogelijk dus van oudere datum was. De fundering van dit houten kerkje, ongeveer 6 bij 12 meter, is in 1983 teruggevonden bij opgravingen in de Assendelver Polder. |
| |
De kerk van het in 1155 door Drechter Friezen of Westfriezen verwoeste dorp [[zaanden|Oud-Zaanden]] moet in dit verband ook worden genoemd. Uit de mededelingen van [[Soeteboom|Hendrick Jacobsz Soeteboom]] valt af te leiden dat deze welvarende nederzetting, die aan de westkant van de Voorzaan moet hebben gelegen, rond 1150 een stenen kerk bezat. De naam [[kerkerak|Kerkerak]], voor een deel van de Voorzaan, zou hier nog lang aan herinneren. Ook uit de daarop volgende eeuwen zijn overblijfselen van kerken schaars. Complete kerken in romaanse bouwstijl, met massief aandoende muren, zijn er in Noord-Holland niet. Wél bestaan er betrekkelijk aanzienlijke bouwresten in Velsen, Heiloo en Limmen. Deze plaatsen lagen op de zogenaamde strandwallen, waar verhoudingsgewijs vroeger dan elders boven het IJ bewoning mogelijk was. | De kerk van het in 1155 door Drechter Friezen of Westfriezen verwoeste dorp [[zaanden|Oud-Zaanden]] moet in dit verband ook worden genoemd. Uit de mededelingen van [[Soeteboom|Hendrick Jacobsz Soeteboom]] valt af te leiden dat deze welvarende nederzetting, die aan de westkant van de Voorzaan moet hebben gelegen, rond 1150 een stenen kerk bezat. De naam [[kerkerak|Kerkerak]], voor een deel van de Voorzaan, zou hier nog lang aan herinneren. Ook uit de daarop volgende eeuwen zijn overblijfselen van kerken schaars. Complete kerken in romaanse bouwstijl, met massief aandoende muren, zijn er in Noord-Holland niet. Wél bestaan er betrekkelijk aanzienlijke bouwresten in Velsen, Heiloo en Limmen. Deze plaatsen lagen op de strandwallen, waar verhoudingsgewijs vroeger dan elders boven het IJ bewoning mogelijk was. |
| |
Zo schaars als de romaanse kerkresten in Noord-Holland zijn, zo talrijk zijn er de gotische kerken, in afmeting variërend van zeer klein tot, voor Nederlandse begrippen, zeer groot. Gewezen kan worden op de Grote of Sint Bavokerk in Haarlem, de Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar en de Oude- en Nieuwe kerk in Amsterdam. Al deze kerken stammen grotendeels uit de 15e en 16e eeuw, de laatste periode van de gotiek. Kenmerkend voor de bouwstijl zijn de spitse bogen en de overwelvingstechniek door middel van stenen kruisribgewelven. Aangezien de West-Nederlandse bodem vrijwel overal te slap was om zware stenen gewelven te dragen bleven deze in onze provincie bijna steeds achterwege. Er voor in de plaats paste men doorgaans houten tongewelven toe. | Zo schaars als de romaanse kerkresten in Noord-Holland zijn, zo talrijk zijn er de gotische kerken, in afmeting variërend van zeer klein tot, voor Nederlandse begrippen, zeer groot. Gewezen kan worden op de Grote of Sint Bavokerk in Haarlem, de Grote of Sint Laurenskerk in Alkmaar en de Oude- en Nieuwe kerk in Amsterdam. Al deze kerken stammen grotendeels uit de 15e en 16e eeuw, de laatste periode van de gotiek. Kenmerkend voor de bouwstijl zijn de spitse bogen en de overwelvingstechniek door middel van stenen kruisribgewelven. Aangezien de West-Nederlandse bodem vrijwel overal te slap was om zware stenen gewelven te dragen bleven deze in onze provincie bijna steeds achterwege. Er voor in de plaats paste men doorgaans houten tongewelven toe. |
Het waren derhalve de Hervormden die in de laatste decennia van de 16e eeuw de Katholieke kerkgebouwen in gebruik namen, nadat het de Katholieken was verboden in het openbaar diensten te houden. Op de ene plek gebeurde dat wat eerder dan op de andere. Soms ging de pastoor zelf, met inbegrip van zijn gemeente, mee in het nieuwe geloof. Dan leidde hij voortaan als dominee Hervormde diensten in dezelfde ruimte waar hij voorheen de mis opdroeg. | Het waren derhalve de Hervormden die in de laatste decennia van de 16e eeuw de Katholieke kerkgebouwen in gebruik namen, nadat het de Katholieken was verboden in het openbaar diensten te houden. Op de ene plek gebeurde dat wat eerder dan op de andere. Soms ging de pastoor zelf, met inbegrip van zijn gemeente, mee in het nieuwe geloof. Dan leidde hij voortaan als dominee Hervormde diensten in dezelfde ruimte waar hij voorheen de mis opdroeg. |
| |
In Zaandam was dat het geval met [[Bart|Bartel Jacobsz Bart]], pastoor van de Oostzijderkerk. In die eerste jaren hadden de Hervormden nog geen nieuwe gebouwen in de Zaanstreek in gebruik genomen. Zij brachten de bestaande in overeenstemming met hun opvattingen. Zo verdwenen de altaren, beelden en schilderingen van Katholieke inhoud. De preekstoel, die meestal op dezelfde plaats gehandhaafd bleef, kreeg alle aandacht, omdat nu de //dienst van het woord// centraal stond. Er kwam een zogenaamd doophek om de [[dooptuin|dooptuin]] heen. Om de verstaanbaarheid te vergroten werden boven de preekstoel vaak grote klankborden gehangen. De beste zitplaatsen, tegenover de preekstoel, werden gereserveerd voor hoogwaardigheidsbekleders en andere notabelen. Doorgaans lieten zij eigen speciale banken maken, vaak voorzien van een luifel en snijwerk. | In Zaandam was dat het geval met [[Bart|Bartel Jacobsz Bart]], pastoor van de Oostzijderkerk. In die eerste jaren hadden de Hervormden nog geen nieuwe gebouwen in de Zaanstreek in gebruik genomen. Zij brachten de bestaande in overeenstemming met hun opvattingen. Zo verdwenen de altaren, beelden en schilderingen van Katholieke inhoud. De preekstoel, die meestal op dezelfde plaats gehandhaafd bleef, kreeg alle aandacht, omdat nu de //dienst van het woord// centraal stond. Er kwam een doophek om de [[dooptuin|dooptuin]] heen. Om de verstaanbaarheid te vergroten werden boven de preekstoel vaak grote klankborden gehangen. De beste zitplaatsen, tegenover de preekstoel, werden gereserveerd voor hoogwaardigheidsbekleders en andere notabelen. Doorgaans lieten zij eigen speciale banken maken, vaak voorzien van een luifel en snijwerk. |
| |
Orgels werden in de begintijd van de reformatie lang niet overal op prijs gesteld. Vele Hervormde kerken hebben het aanvankelijk zonder gedaan. Pas in de loop van de 17e eeuw veranderde die houding, al zouden bijvoorbeeld de Hervormden van Krommenie nog tot in de 19e eeuw met de aanschaffing van een orgel wachten. Gezongen werd er wel, en wat men diende te zingen viel te lezen op de zogenoemde psalmbordjes, die op goed zichtbare plaatsen in de kerk waren opgehangen. Even zichtbaar waren de teksten van bijvoorbeeld het Onze Vader, de Tien Geboden of de Artikelen des Geloofs. | Orgels werden in de begintijd van de reformatie lang niet overal op prijs gesteld. Vele Hervormde kerken hebben het aanvankelijk zonder gedaan. Pas in de loop van de 17e eeuw veranderde die houding, al zouden bijvoorbeeld de Hervormden van Krommenie nog tot in de 19e eeuw met de aanschaffing van een orgel wachten. Gezongen werd er wel, en wat men diende te zingen viel te lezen op de psalmbordjes, die op goed zichtbare plaatsen in de kerk waren opgehangen. Even zichtbaar waren de teksten van bijvoorbeeld het Onze Vader, de Tien Geboden of de Artikelen des Geloofs. |
| |
Zij waren in menige kerk in de 17e en 18e eeuw te vinden. Helemaal kaal waren de Hervormde kerken van onze voorouders dus niet, al wordt dat door velen gedacht. Sommige kregen ook glas-in-lood-ramen met schilderingen, bijvoorbeeld van de bedrijvigheid van plaats of streek of met de wapenschilden van de schenkers. Tot de bekende versieringen behoorden ook scheepsmodellen of [[kerkscheepjes|kerkschepen]], hangend aan het gewelf. Voor de verlichting gebruikte men kaarsen, doorgaans in grote koperen kronen. Ook kleine koperen wandarmen kwamen voor. | Zij waren in menige kerk in de 17e en 18e eeuw te vinden. Helemaal kaal waren de Hervormde kerken van onze voorouders dus niet, al wordt dat door velen gedacht. Sommige kregen ook glas-in-lood-ramen met schilderingen, bijvoorbeeld van de bedrijvigheid van plaats of streek of met de wapenschilden van de schenkers. Tot de bekende versieringen behoorden ook scheepsmodellen of [[kerkscheepjes|kerkschepen]], hangend aan het gewelf. Voor de verlichting gebruikte men kaarsen, doorgaans in grote koperen kronen. Ook kleine koperen wandarmen kwamen voor. |
| |
Tot in het begin van de 19e eeuw werd er in ons land in kerken begraven. Vandaar dat men in de oudere kerken grafzerken aantreft, sommige alleen voorzien van de naam en het geboorte- en sterfjaar, andere met de toevoeging van [[huismerken|huismerken]] en weer andere met beeldhouwwerk in reliëf versierd. Aardig zijn de grafstenen met karakteristieke Zaanse beroepen, van bijvoorbeeld molen- en scheepseigenaars. In de 17e en 18e eeuw was het gewoonte dat men in de nabijheid van een graf een zogenoemd rouwbord aan muur of kolom ophing. Daarop was de naam en eventueel het wapen van de overledene geschilderd. De meeste rouwborden zijn na de Franse tijd verdwenen. | Tot in het begin van de 19e eeuw werd er in ons land in kerken begraven. Vandaar dat men in de oudere kerken grafzerken aantreft, sommige alleen voorzien van de naam en het geboorte- en sterfjaar, andere met de toevoeging van [[huismerken|huismerken]] en weer andere met beeldhouwwerk in reliëf versierd. Aardig zijn de grafstenen met karakteristieke Zaanse beroepen, van bijvoorbeeld molen- en scheepseigenaars. In de 17e en 18e eeuw was het gewoonte dat men in de nabijheid van een graf een rouwbord aan muur of kolom ophing. Daarop was de naam en eventueel het wapen van de overledene geschilderd. De meeste rouwborden zijn na de Franse tijd verdwenen. |
| |
== 2.2. Nieuwe kerken voor de Hervormden (1600-1795) == | == 2.2. Nieuwe kerken voor de Hervormden (1600-1795) == |
== Bullekerk == | == Bullekerk == |
| |
Eén van de eerste kerken die de Hervormden bouwden tussen 1638 en 1640 was de [[bullekerk|Westzijder- of Bullekerk]] in Zaandam. Oorspronkelijk was de kerk opgetrokken op de plattegrond van een Grieks kruis, een kruis met gelijke armen; de zogeheten centraalbouw. Dat was voor een kerk toen nog betrekkelijk nieuw. In 1672 en 1680 werd de kerk echter aan de oost- en westzijde verlengd, waardoor de oorspronkelijke vorm verdween. De buitenkant vertoont, zoals alle Zaanse Hervormde kerken uit de 17e en 18e eeuw, sobere bakstenen muren. De in 1672 en 1680 aangebrachte uitbreidingen van de kruisarmen kregen een soort tuitgevels; de tuiten zijn voorzien van kleine driehoekige frontons. De gevels zelf zijn geleed door een viertal lisenen, verticale, iets uit de muur springende stroken zonder voetstuk of bekroning. Ze hebben een decoratieve functie: door het gebruik van lisenen wordt een muur in vlakken verdeeld. | Eén van de eerste kerken die de Hervormden bouwden tussen 1638 en 1640 was de [[bullekerk|Westzijder- of Bullekerk]] in Zaandam. Oorspronkelijk was de kerk opgetrokken op de plattegrond van een Grieks kruis, een kruis met gelijke armen; de centraalbouw. Dat was voor een kerk toen nog betrekkelijk nieuw. In 1672 en 1680 werd de kerk echter aan de oost- en westzijde verlengd, waardoor de oorspronkelijke vorm verdween. De buitenkant vertoont, zoals alle Zaanse Hervormde kerken uit de 17e en 18e eeuw, sobere bakstenen muren. De in 1672 en 1680 aangebrachte uitbreidingen van de kruisarmen kregen een soort tuitgevels; de tuiten zijn voorzien van kleine driehoekige frontons. De gevels zelf zijn geleed door een viertal lisenen, verticale, iets uit de muur springende stroken zonder voetstuk of bekroning. Ze hebben een decoratieve functie: door het gebruik van lisenen wordt een muur in vlakken verdeeld. |
| |
Vergelijkbare tuitgevels worden ook bij andere Zaanse kerken aangetroffen zoals bij de Hervormde kerk van Koog uit 1685; de uitbouw van die te Wormerveer uit 1767 en de uitbouw van de in 1878 verbrande kerk van Zaandijk uit 1707. In het interieur van de Bullekerk bevinden zich onder andere een preekstoel uit 1644, rustend op een houten pelikaan, een groot orgel uit 1711, gebouwd door Amsterdammer Johannes Duyschot. Helaas werd het in 1900 door Steenkuyl uit Amsterdam van een vrijwel nieuw pneumatisch binnenwerk voorzien. In 1976 werd het orgel naar de oorspronkelijke opzet van Duyschot door Flentrop Orgelbouw gerestaureerd. [[orgels]]. | Vergelijkbare tuitgevels worden ook bij andere Zaanse kerken aangetroffen zoals bij de Hervormde kerk van Koog uit 1685; de uitbouw van die te Wormerveer uit 1767 en de uitbouw van de in 1878 verbrande kerk van Zaandijk uit 1707. In het interieur van de Bullekerk bevinden zich onder andere een preekstoel uit 1644, rustend op een houten pelikaan, een groot orgel uit 1711, gebouwd door Amsterdammer Johannes Duyschot. Helaas werd het in 1900 door Steenkuyl uit Amsterdam van een vrijwel nieuw pneumatisch binnenwerk voorzien. In 1976 werd het orgel naar de oorspronkelijke opzet van Duyschot door Flentrop Orgelbouw gerestaureerd. [[orgels]]. |
| |
Evert de Leeuw verzorgde het snijwerk aan de orgelkas, balustrade en zogenaamde burgemeestersbank uit 1712. Tot de sieraden van de kerk behoren twee glas-in-lood-ramen uit 1682 en 1725. De Bullekerk is gebouwd op de plaats waar sinds 1633 de doden werden begraven. Het houten kerktorentje was steeds een bron van zorg en behoefde vele malen restauratie. In 1692, 1711, 1833, 1899, 1910, 1937 en 1969-1975 is het kerkgebouw grondig gerestaureerd. Zie voorts [[Bullekerk]] en voor de naamgeving [[stiers|Stiers Wreedheid]]. | Evert de Leeuw verzorgde het snijwerk aan de orgelkas, balustrade en burgemeestersbank uit 1712. Tot de sieraden van de kerk behoren twee glas-in-lood-ramen uit 1682 en 1725. De Bullekerk is gebouwd op de plaats waar sinds 1633 de doden werden begraven. Het houten kerktorentje was steeds een bron van zorg en behoefde vele malen restauratie. In 1692, 1711, 1833, 1899, 1910, 1937 en 1969-1975 is het kerkgebouw grondig gerestaureerd. Zie voorts [[Bullekerk]] en voor de naamgeving [[stiers|Stiers Wreedheid]]. |
| |
De Hervormde kerk in Wormerveer is gebouwd in 1639-1640, aanvankelijk met een eenvoudige en traditionele éénbeukige opzet. In 1767 werd de kerk uitgebreid met een forse uitbouw met tuitgevel aan de zuidzijde. Van het oude interieur rest nog slechts een eenvoudige preekstoel uit 1640 en een eind 18e-eeuws doophek met evangelistensymbolen, helaas niet op de oorspronkelijke plaats. De kansel werd in de [[franse_tijd|Franse tijd]] met vurenhout omtimmerd, omdat op eikenhout belasting werd geheven. Bij de laatste restauratie is de omtimmering verwijderd. De kerk is gebouwd op de plaats van een eerdere kapel uit 1504, die door de Spanjaarden in 1574 is verwoest en toen dus waarschijnlijk al bij de Protestanten in gebruik was. | De Hervormde kerk in Wormerveer is gebouwd in 1639-1640, aanvankelijk met een eenvoudige en traditionele éénbeukige opzet. In 1767 werd de kerk uitgebreid met een forse uitbouw met tuitgevel aan de zuidzijde. Van het oude interieur rest nog slechts een eenvoudige preekstoel uit 1640 en een eind 18e-eeuws doophek met evangelistensymbolen, helaas niet op de oorspronkelijke plaats. De kansel werd in de [[franse_tijd|Franse tijd]] met vurenhout omtimmerd, omdat op eikenhout belasting werd geheven. Bij de laatste restauratie is de omtimmering verwijderd. De kerk is gebouwd op de plaats van een eerdere kapel uit 1504, die door de Spanjaarden in 1574 is verwoest en toen dus waarschijnlijk al bij de Protestanten in gebruik was. |
Hoewel deze schuilkerken destijds voor de rooms-katholieke eredienst zijn gebouwd, zijn ze na de kerkscheuring van het begin van de 18e eeuw in handen gekomen van de, van het rooms-katholicisme afgescheiden, [[oud_katholieken|oud-katholieken]]. De kerkinrichting, ofschoon in de loop der tijd gewijzigd, geeft nog altijd een goed beeld van de barokke pracht en praal die de Katholieke schuilkerken, zowel in de Zaanstreek als daarbuiten, heeft gekenmerkt. Kijken we naar de aanleg, dan zien we dat beide kerkgebouwen een driebeukige opzet hebben. De brede middenbeuk is gedekt door een houten tongewelf, de smalle zijbeuken zijn vlak gedekt. Middenbeuk en zijbeuken waren gescheiden door kolommen, die van de kerk aan het [[papenpad|Papenpad]] te Zaandam zijn echter in 1805 verdwenen. | Hoewel deze schuilkerken destijds voor de rooms-katholieke eredienst zijn gebouwd, zijn ze na de kerkscheuring van het begin van de 18e eeuw in handen gekomen van de, van het rooms-katholicisme afgescheiden, [[oud_katholieken|oud-katholieken]]. De kerkinrichting, ofschoon in de loop der tijd gewijzigd, geeft nog altijd een goed beeld van de barokke pracht en praal die de Katholieke schuilkerken, zowel in de Zaanstreek als daarbuiten, heeft gekenmerkt. Kijken we naar de aanleg, dan zien we dat beide kerkgebouwen een driebeukige opzet hebben. De brede middenbeuk is gedekt door een houten tongewelf, de smalle zijbeuken zijn vlak gedekt. Middenbeuk en zijbeuken waren gescheiden door kolommen, die van de kerk aan het [[papenpad|Papenpad]] te Zaandam zijn echter in 1805 verdwenen. |
| |
De oud-katholieke kerk aan de Noorderhoofdstraat 131-133 in Krommenie is de oudste van de twee. Deze werd al in 1612 als parochie van de Heilige Nicolaas ingericht in de schuur van een boerderij, een langhuisstolp, en wel in het zogenaamde hooivak. De vier hoge staanders die dat vak markeerden, werden bij een verbouwing in 1633 door kolommen omkleed. Toen werd ook het houten tongewelf aangebracht. Door dat tongewelf heen zijn de horizontale balken van het eerdere hooivak nog te zien. Ook later onderging de kerk nog enkele verbouwingen. Zo kwamen er aan het eind van de 17e eeuw stenen zijgevels. Van het oorspronkelijke interieur is niets bewaard gebleven. De preekstoel, waarvan de kuip op een adelaar rust, stamt uit het eind van de 17e eeuw. Het houten altaar, uit het begin van de 18e eeuw, is afkomstig uit de gesloopte schuilkerk De Pauw in Amsterdam. | De oud-katholieke kerk aan de Noorderhoofdstraat 131-133 in Krommenie is de oudste van de twee. Deze werd al in 1612 als parochie van de Heilige Nicolaas ingericht in de schuur van een boerderij, een langhuisstolp, en wel in het hooivak. De vier hoge staanders die dat vak markeerden, werden bij een verbouwing in 1633 door kolommen omkleed. Toen werd ook het houten tongewelf aangebracht. Door dat tongewelf heen zijn de horizontale balken van het eerdere hooivak nog te zien. Ook later onderging de kerk nog enkele verbouwingen. Zo kwamen er aan het eind van de 17e eeuw stenen zijgevels. Van het oorspronkelijke interieur is niets bewaard gebleven. De preekstoel, waarvan de kuip op een adelaar rust, stamt uit het eind van de 17e eeuw. Het houten altaar, uit het begin van de 18e eeuw, is afkomstig uit de gesloopte schuilkerk De Pauw in Amsterdam. |
| |
De oud-katholieke schuilkerk aan het [[papenpad|Papenpad]] in Zaandam is een stuk jonger, gebouwd in 1695 als parochiekerk van de Heilige Maria. Ook hier is in de loop van de tijd het nodige veranderd. Zo werd in 1928 de oude pastorie door nieuwbouw vervangen. Nog uit de bouwtijd stamt de preekstoel, waarvan, net als bij de schuilkerk in Krommenie, de kuip op een adelaar rust. Het 17e-eeuwse orgel is afkomstig uit de ook bij de kerk van Krommenie genoemde De Pauw in Amsterdam. | De oud-katholieke schuilkerk aan het [[papenpad|Papenpad]] in Zaandam is een stuk jonger, gebouwd in 1695 als parochiekerk van de Heilige Maria. Ook hier is in de loop van de tijd het nodige veranderd. Zo werd in 1928 de oude pastorie door nieuwbouw vervangen. Nog uit de bouwtijd stamt de preekstoel, waarvan, net als bij de schuilkerk in Krommenie, de kuip op een adelaar rust. Het 17e-eeuwse orgel is afkomstig uit de ook bij de kerk van Krommenie genoemde De Pauw in Amsterdam. |
Ter vervanging van hun oude schuilkerken gingen de rooms-katholieken in de loop van de 19e eeuw over tot de bouw van stenen kerken. Nadat verscheidene eerdere plannen onuitgevoerd waren gebleven, kreeg Assendelft in 1835 een nieuwe [[odulphus_kerk|Sint Odulphuskerk]]. Het was een eenvoudige zaalkerk met een klokkentorentje, gebouwd in de neo-classicistische stijl van die dagen. Zoals zovele van de vroege 19e-eeuwse katholieke kerken werd dit gebouw na verloop van tijd weer afgebroken. In 1887-1889 verrees de huidige St. Odulphus op dezelfde plaats. Bouwmeester was [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Adrianus_Bleijs|Adrianus Bleijs]] (1842-1912) uit Hoorn, die sinds 1880 zijn bureau in Amsterdam had. Hoewel leerling van de beroemde architect [[https://www.cuypersroermond.nl/|Pierre Cuypers]], beperkte hij zich niet tot de door zijn leermeester gevolgde neo-gotiek, maar paste hij ook andere bouwstijlen toe. De St. Odulphus vertoont neo-romaanse kenmerken, te zien aan de toepassing van rondboogfriezen en blokvormige teerlinkkapitelen. | Ter vervanging van hun oude schuilkerken gingen de rooms-katholieken in de loop van de 19e eeuw over tot de bouw van stenen kerken. Nadat verscheidene eerdere plannen onuitgevoerd waren gebleven, kreeg Assendelft in 1835 een nieuwe [[odulphus_kerk|Sint Odulphuskerk]]. Het was een eenvoudige zaalkerk met een klokkentorentje, gebouwd in de neo-classicistische stijl van die dagen. Zoals zovele van de vroege 19e-eeuwse katholieke kerken werd dit gebouw na verloop van tijd weer afgebroken. In 1887-1889 verrees de huidige St. Odulphus op dezelfde plaats. Bouwmeester was [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Adrianus_Bleijs|Adrianus Bleijs]] (1842-1912) uit Hoorn, die sinds 1880 zijn bureau in Amsterdam had. Hoewel leerling van de beroemde architect [[https://www.cuypersroermond.nl/|Pierre Cuypers]], beperkte hij zich niet tot de door zijn leermeester gevolgde neo-gotiek, maar paste hij ook andere bouwstijlen toe. De St. Odulphus vertoont neo-romaanse kenmerken, te zien aan de toepassing van rondboogfriezen en blokvormige teerlinkkapitelen. |
| |
Krommenie kreeg in 1853 een nieuwe rooms-katholieke kerk, gewijd aan Sint Petrus. Architect was [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Theo_Molkenboer_(architect)|Theo Molkenboer]] (1796-1863). Een bouwmeester die voor verschillende plaatsen in ons land Rooms-Katholieke kerken ontwierp. Soms werkte hij in neo-classicistische trant, soms paste hij vroege neo-gotische vormen toe in de zogenoemde stucadoorsgotiek. De kerk in de Zuiderhoofdstraat had een klokkentoren met een hoge, steile spits. Na de ingebruikname van een nieuwe kerk in 1955 werd het gebouw van Molkenboer afgebroken. De nieuwe kerk, aan de Snuiverstraat, is ontworpen door architect C.F.L. van der Lubbe uit 's-Gravenhage. In een bouwstijl die toen voor veel katholieke kerken werd toegepast, de Delftse Schoor. | Krommenie kreeg in 1853 een nieuwe rooms-katholieke kerk, gewijd aan Sint Petrus. Architect was [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Theo_Molkenboer_(architect)|Theo Molkenboer]] (1796-1863). Een bouwmeester die voor verschillende plaatsen in ons land Rooms-Katholieke kerken ontwierp. Soms werkte hij in neo-classicistische trant, soms paste hij vroege neo-gotische vormen toe in de stucadoorsgotiek. De kerk in de Zuiderhoofdstraat had een klokkentoren met een hoge, steile spits. Na de ingebruikname van een nieuwe kerk in 1955 werd het gebouw van Molkenboer afgebroken. De nieuwe kerk, aan de Snuiverstraat, is ontworpen door architect C.F.L. van der Lubbe uit 's-Gravenhage. In een bouwstijl die toen voor veel katholieke kerken werd toegepast, de Delftse Schoor. |
| |
[{{ :kerkgebouwen2.jpg?nolink|Tekening naar een schilderij uit 1541 van de rooms-katholieke kerk te Wormer, later de Hervormde kerk, getekend door C.W. Bruinvis, omstreeks 1850}}]In 1869 kreeg Wormer een nieuwe rooms-katholieke kerk, gewijd aan Maria Magdalena. Het gebouw werd ontworpen door de Rotterdamse architect [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Jan_van_den_Brink|Herman Jan van den Brink]] (1816-1873), die in de tweede helft van de vorige eeuw ook kerken bouwde. Evenals zijn collega Molkenboer in Krommenie bouwde hij kerken in zowel neo-classicistische als neo-gotische trant. Het gebouw was oorspronkelijk kleiner en is tussen 1926 en 1929 van zaalkerk verbouwd tot kruiskerk. Door het aanbrengen van zitplaatsen in de transeptarmen werd de capaciteit van het gebouw flink vergroot. Het biedt nu plaats aan 700 gelovigen. | [{{ :kerkgebouwen2.jpg?nolink|Tekening naar een schilderij uit 1541 van de rooms-katholieke kerk te Wormer, later de Hervormde kerk, getekend door C.W. Bruinvis, omstreeks 1850}}]In 1869 kreeg Wormer een nieuwe rooms-katholieke kerk, gewijd aan Maria Magdalena. Het gebouw werd ontworpen door de Rotterdamse architect [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Herman_Jan_van_den_Brink|Herman Jan van den Brink]] (1816-1873), die in de tweede helft van de vorige eeuw ook kerken bouwde. Evenals zijn collega Molkenboer in Krommenie bouwde hij kerken in zowel neo-classicistische als neo-gotische trant. Het gebouw was oorspronkelijk kleiner en is tussen 1926 en 1929 van zaalkerk verbouwd tot kruiskerk. Door het aanbrengen van zitplaatsen in de transeptarmen werd de capaciteit van het gebouw flink vergroot. Het biedt nu plaats aan 700 gelovigen. |
Na 1900 begonnen er veranderingen op te treden in de rooms-katholieke kerkbouw. Wel bleef men nog tot omstreeks 1960 kerken bouwen die duidelijk geënt waren op de tradities uit de Middeleeuwen, maar de vormen werden soberder zowel wat de buitenkant als het interieur betreft. Een voorbeeld van die nieuwe inrichting is de rooms-katholieke kerk aan de Marktstraat in Wormerveer, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe Geboorte en ontworpen door de in Purmerend geboren architect [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Stuyt|Jan Stuyt]] (1868-1934). Hij werkte onder meer bij [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Adrianus_Bleijs|Adrianus Bleijs]] (1842-1912) en [[https://www.cuypersroermond.nl/|Pierre Cuypers]], maar ontwikkelde een eigen vormentaal, soberder dan die van zijn leermeesters. Daarbij is hij, evenals in kleur- en materiaalgebruik, duidelijk beïnvloed door zijn beroemde tijdgenoot Berlage. Doordat er in het kerkgebouw aan de Marktstraat slechts twee pilaren zijn geplaatst ontstond een grote centrale ruimte. Vóór de door Stuyt gebouwde kerk, gewijd in 1916, maakten de Wormerveerse katholieken gebruik van enkele schuilkerkjes, die hun in een bewogen geschiedenis enkele malen ontnomen werden. | Na 1900 begonnen er veranderingen op te treden in de rooms-katholieke kerkbouw. Wel bleef men nog tot omstreeks 1960 kerken bouwen die duidelijk geënt waren op de tradities uit de Middeleeuwen, maar de vormen werden soberder zowel wat de buitenkant als het interieur betreft. Een voorbeeld van die nieuwe inrichting is de rooms-katholieke kerk aan de Marktstraat in Wormerveer, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe Geboorte en ontworpen door de in Purmerend geboren architect [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Stuyt|Jan Stuyt]] (1868-1934). Hij werkte onder meer bij [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Adrianus_Bleijs|Adrianus Bleijs]] (1842-1912) en [[https://www.cuypersroermond.nl/|Pierre Cuypers]], maar ontwikkelde een eigen vormentaal, soberder dan die van zijn leermeesters. Daarbij is hij, evenals in kleur- en materiaalgebruik, duidelijk beïnvloed door zijn beroemde tijdgenoot Berlage. Doordat er in het kerkgebouw aan de Marktstraat slechts twee pilaren zijn geplaatst ontstond een grote centrale ruimte. Vóór de door Stuyt gebouwde kerk, gewijd in 1916, maakten de Wormerveerse katholieken gebruik van enkele schuilkerkjes, die hun in een bewogen geschiedenis enkele malen ontnomen werden. |
| |
Ook Koog aan de Zaan, waar in het begin van de jaren dertig van de 20e eeuw veel nieuwbouw plaats had als in [[bloemwijk|Bloemwijk]], kreeg een nieuwe katholieke kerk. Aan de Boschjesstraat, hoek Parallelweg. In 1931-1932 werd deze kerk, gewijd aan de Heilige Martelaren van Gorcum, gebouwd en ook hier zijn de hoofdvormen betrekkelijk sober. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er twee Rooms-Katholieke kerken tot stand in de toenmalige nieuwbouwwijken in oostelijk Zaandam. Ze ogen veel moderner dan de hiervoor behandelde kerkgebouwen, bijvoorbeeld door de rechte klokkentorens zonder spits en door de toepassing van nieuwe dakvormen, zoals platte daken of grote lessenaarsdaken. [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Strik|Jan Strik]] bouwde aan de Veldbloemenweg de [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Jozefkerk_(Zaandam)|Sint-Jozefkerk]] in 1963, Harry Nefkens de [[http://reliwiki.nl/index.php/Zaandam,_Ds_Martin_Luther_Kingweg_9_-_O.L.Vrouw_van_Lourdes|Onze Lieve Vrouwe-kerk]] aan de Ds. Martin Luther Kingweg in 1965. Beide kerken zijn voorzien van kleurige, figuratieve glas-in-lood-ramen. | Ook Koog aan de Zaan, waar in het begin van de jaren dertig van de 20e eeuw veel nieuwbouw plaats had als in [[koog_bloemwijk|Bloemwijk]], kreeg een nieuwe katholieke kerk. Aan de Boschjesstraat, hoek Parallelweg. In 1931-1932 werd deze kerk, gewijd aan de Heilige Martelaren van Gorcum, gebouwd en ook hier zijn de hoofdvormen betrekkelijk sober. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er twee Rooms-Katholieke kerken tot stand in de toenmalige nieuwbouwwijken in oostelijk Zaandam. Ze ogen veel moderner dan de hiervoor behandelde kerkgebouwen, bijvoorbeeld door de rechte klokkentorens zonder spits en door de toepassing van nieuwe dakvormen, zoals platte daken of grote lessenaarsdaken. [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Strik|Jan Strik]] bouwde aan de Veldbloemenweg de [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Jozefkerk_(Zaandam)|Sint-Jozefkerk]] in 1963, Harry Nefkens de [[http://reliwiki.nl/index.php/Zaandam,_Ds_Martin_Luther_Kingweg_9_-_O.L.Vrouw_van_Lourdes|Onze Lieve Vrouwe-kerk]] aan de Ds. Martin Luther Kingweg in 1965. Beide kerken zijn voorzien van kleurige, figuratieve glas-in-lood-ramen. |
| |
== 3.4. De kerken der gereformeerden == | == 3.4. De kerken der gereformeerden == |
| |
De Gereformeerde kerken in Nederland groepeerden zich in 1892 onder deze naam door het samengaan van twee groeperingen, die zich hadden afgescheiden van de Hervormden: de Afgescheidenen in 1834 en verder, en de Doleanten in 1886. Zie: [[gereformeerden]]. Beide groeperingen hadden in Zaandam aan het eind van de 19e eeuw al de beschikking over een groot kerkgebouw. | De Gereformeerde kerken in Nederland groepeerden zich in 1892 onder deze naam door het samengaan van twee groeperingen, die zich hadden afgescheiden van de Hervormden: de Afgescheidenen in 1834 en verder, en de Doleanten in 1886. Zie: [[gereformeerden]]. Beide groeperingen hadden in Zaandam aan het eind van de 19e eeuw al de beschikking over een groot kerkgebouw. |
* De Afgescheidenen bouwden de driebeukige **Stationsstraatkerk** met toren aan de Stationsstraat met als eerdere naam Spoorstraatkerk. Het ontwerp, in een eclectische stijl, was van de Amsterdamse architect [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Sytze_Wierda|Sytze Wierda]]. De kerk werd in 1875 in gebruik genomen. Interieur gemoderniseerd rond 1960. De kerk werd buiten gebruik gesteld in 2005. Daarna in gebruik genomen als Servisch-Orthodoxe Kerk St. Nicolaas van Myra. De banken werden verwijderd. Aan de oostelijke wand is vanaf 2005 in etappes een van vele iconen voorziene altaarwand aangebracht als onderdeel van Orthodoxe erediensten. Ook aan de andere wanden zijn iconen geplaatst. Het [[http://sijpekerk.nl/kerkgebouw/kerkorgel|orgel]] is voorjaar 2009 herplaatst in de Sypekerk in Nieuw-Loosdrecht. De oorspronkelijke houten kansel bevindt zich nog altijd in dit kerkgebouw. | * De Afgescheidenen bouwden de driebeukige **Stationsstraatkerk** met toren aan de Stationsstraat met als eerdere naam Spoorstraatkerk. Het ontwerp, in een eclectische stijl, was van de Amsterdamse architect [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Sytze_Wierda|Sytze Wierda]]. De kerk werd in 1875 in gebruik genomen. Interieur gemoderniseerd rond 1960. De kerk werd buiten gebruik gesteld in 2005. Daarna in gebruik genomen als Servisch-Orthodoxe Kerk St. Nicolaas van Myra. De banken werden verwijderd. Aan de oostelijke wand is vanaf 2005 in etappes een van vele iconen voorziene altaarwand aangebracht als onderdeel van Orthodoxe erediensten. Ook aan de andere wanden zijn iconen geplaatst. Het [[https://sijpekerk.nl/algemeen-kerkorgel/|orgel]] is voorjaar 2009 herplaatst in de Sypekerk in Nieuw-Loosdrecht. De oorspronkelijke houten kansel bevindt zich nog altijd in dit kerkgebouw. |
* De Doleanten kwamen samen in de in 1880 gebouwde kerk met 500 zitplaatsen aan de Vinkenstraat. Deze kerk bestond dus al toen de Doleanten zich afscheidden. Zij namen het gebouw over van een andere afgescheiden groep. De **Vinkenstraatkerk**, die overigens niet meer door de Gereformeerden wordt gebruikt werd verkocht in 1972, was ontmoetingscentrum voor Surinamers en Antillianen, is eveneens gebouwd in eclectische stijl en heeft een weinig kerkachtig voorkomen. De kerk werd na jarenlange leegstand gesloopt in 2015 om plaats te maken voor nieuwbouwwoningen. | * De Doleanten kwamen samen in de in 1880 gebouwde kerk met 500 zitplaatsen aan de Vinkenstraat. Deze kerk bestond dus al toen de Doleanten zich afscheidden. Zij namen het gebouw over van een andere afgescheiden groep. De **Vinkenstraatkerk**, die overigens niet meer door de Gereformeerden wordt gebruikt werd verkocht in 1972, was ontmoetingscentrum voor Surinamers en Antillianen, is eveneens gebouwd in eclectische stijl en heeft een weinig kerkachtig voorkomen. De kerk werd na jarenlange leegstand gesloopt in 2015 om plaats te maken voor nieuwbouwwoningen. |
* In **Zaandijk** werd in 1922-1923 een nieuwe Gereformeerde kerk aan de Parklaan gebouwd, ter vervanging van een bescheiden kerkje aan het Guispad [[Irene]]. De stenen toren heeft geen klok. | * In **Zaandijk** werd in 1922-1923 een nieuwe Gereformeerde kerk aan de Parklaan gebouwd, ter vervanging van een bescheiden kerkje aan het Guispad [[Irene]]. De stenen toren heeft geen klok. |
Zaandam: | Zaandam: |
* Nederlands Gereformeerde kerk, Botenmakersstraat 114. Oorspronkelijk een Nederlands-hervormde kerk, sinds 1952 Gereformeerd zaalkerkje met twee gaanderijen uit 1906, waarin een oud, uit 1786 daterend orgel, gebouwd door [[http://www.orgelsindrenthe.nl/nederlands/flaes.html|Pieter Flaes]]. | * Nederlands Gereformeerde kerk, Botenmakersstraat 114. Oorspronkelijk een Nederlands-hervormde kerk, sinds 1952 Gereformeerd zaalkerkje met twee gaanderijen uit 1906, waarin een oud, uit 1786 daterend orgel, gebouwd door [[http://www.orgelsindrenthe.nl/nederlands/flaes.html|Pieter Flaes]]. |
* Christelijk Gereformeerde kerk, Herengracht 106. Zaalkerk, daterend uit 1893. | * Christelijk Gereformeerde kerk, Herengracht 106. Zaalkerk, daterend uit 1893. In 1910 werd een nieuw mechanisch orgel met één manuaal door N.A. van Dam geplaatst. Vrijwel al het pijpwerk van het Van Dam-orgel werd in 1974 hergebruikt voor een 'nieuw' instrument, opgeleverd door Hendriksen & Reitsma. In 1981 werd het interieur van de kerk gerenoveerd, gemoderniseerd en voorzien van de naam van Menorah. Vanwege de sterk vergrijzende gemeente werd besloten verder te gaan als zendingsgemeente. Op 25 september 2005 vond de laatste dienst plaats. De kerk is in 2005 verkocht en werd in 2007 verbouwd tot vier luxe appartementen met een vloeroppervlak van 90 tot 150 m². De voorgevel, inclusief ramen, windwijzer, gevelsteen en overig metselwerk, is vrijwel geheel intact gebleven. |
* Gereformeerde Gemeente, Langestraat 65-67. Een kerk in twee voormalige woonhuizen, die in 1938-1939 ingrijpend werden verbouwd tot zaalkerkje. | |
| * Gereformeerde Gemeente, Langestraat 65-67. In 1907 werd een Nieuw Apostolische Kerk, gevestigd in twee voormalige woonhuizen aan de Langestraat in gebruik genomen. In 1938-1939 volgde een ingrijpende verbouwing tot zaalkerkje. Vanaf 1954 kwam het gebedshuis in gebruik bij de in 1938 gestichte Gereformeerde Gemeente Zaandam. De kerk beschikte over een Van Ingen orgel uit 1912 dat in 1980 niet meer aan de wensen voldeed. Gemeenteleden cq orgelbouwers Ko Boogaard en Frits Elshout besloten een nieuw orgel in eigen beheer te bouwen. Daarbij werd gebruik gemaakt van verschillende materialen en onderdelen, afkomstig van andere orgels. In 1986 werd een tweeklaviers orgel opgeleverd als het Elshout & Boogaard orgel. Na de sluiting van de kerk, eind november 2012, werd het instrument door een gepensioneerde medewerker van Flentrop Orgelbouw gedemonteerd en in 2013 geplaatst in het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Amsterdam-Noord. Met het orgel verhuisde ook de Gereformeerde Gemeente Zaandam mee naar de kerk aan de Melkweg 16. De percelen Langestraat 65-67 werden omgebouwd tot oorspronkelijk woonhuis. |
| |
Koog: | Koog: |
Het **Leger des Heils** heeft een eigen gebouw aan de Tuinierstraat 30-32, waarin een flinke ruimte voor kerkdiensten in gebruik is. Voordien was de organisatie gevestigd aan het Rustenburg. Het huidige gebouw is in de jaren zeventig gerealiseerd. | Het **Leger des Heils** heeft een eigen gebouw aan de Tuinierstraat 30-32, waarin een flinke ruimte voor kerkdiensten in gebruik is. Voordien was de organisatie gevestigd aan het Rustenburg. Het huidige gebouw is in de jaren zeventig gerealiseerd. |
| |
De **Jehovah's Getuigen** hebben sinds 1972 een zogenoemde koninkrijkszaal in gebruik in het voormalige woonhuis Westzijde 238, dat daartoe geheel verbouwd is. | De **Jehovah's Getuigen** hebben sinds 1972 een koninkrijkszaal in gebruik in het voormalige woonhuis Westzijde 238, dat daartoe geheel verbouwd is. |
| |
In een voormalige school aan het Poelenburg 156 is de moskee van voornamelijk Turkse islamieten Sultan Achmet ingericht, geopend in 1978. Een tweede kleine moskee bevindt zich sinds 1979 op de bovenverdieping van het Islamitisch centrum, Stationsstraat 35. | In een voormalige school aan het Poelenburg 156 is de moskee van voornamelijk Turkse islamieten Sultan Achmet ingericht, geopend in 1978. Een tweede kleine moskee bevindt zich sinds 1979 op de bovenverdieping van het Islamitisch centrum, Stationsstraat 35. |