molenindustrie

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
molenindustrie [2016/04/19 10:07]
jan [Algemeen]
molenindustrie [2024/09/11 03:35] (huidige)
zaanlander
Regel 1: Regel 1:
 ==== Molenindustrie ==== ==== Molenindustrie ====
-Productieve technische bedrijvigheid, uitgevoerd met molens. De Zaanstreek wordt met recht het oudste industriegebied ter wereld genoemd. Vanaf omstreeks 1600 ontwikkelde zich hier een opeenhoping van industriële bedrijvigheid van een tot dan ongekende veelzijdigheid en omvang. Tussen 1575 en 1875 zijn rond de Zaan ongeveer duizend molens gebouwd. Nu, zo'n honderd jaar later, zijn daarvan (naast een drietal polder-watermolens) slechts een dertiental industrie windmolens over. 
  
-Molens zijn niet voor het eerst in de Zaanstreek toegepast. Dat heeft ver buiten Nederland plaats gevonden. Vóór 1600 hebben elders zelfs al flinke groepen molens bestaan, zowel in en om steden (als Gent en Antwerpenals op het platteland (als de Kallenberg in Frans Vlaanderen). Maar telde men ze daar op hoogtepunten bij tientallen, in de Zaanstreek telde men ze bij ettelijke honderden!+Productieve technische bedrijvigheid, uitgevoerd met molens. De Zaanstreek wordt met recht het oudste industriegebied ter wereld genoemd. Vanaf omstreeks 1600 ontwikkelde zich hier een opeenhoping van industriële bedrijvigheid van een tot dan ongekende veelzijdigheid en omvang. Tussen 1575 en 1875 zijn rond de Zaan ongeveer duizend molens gebouwd. Nu, zo'n honderd jaar later, zijn daarvan, naast een drietal polder-watermolens, slechts een dertiental industrie windmolens over. 
 + 
 +Molens zijn niet voor het eerst in de Zaanstreek toegepast. Dat heeft ver buiten Nederland plaats gevonden. Vóór 1600 hebben elders zelfs al flinke groepen molens bestaan, zowel in en om steden als Gent en Antwerpenals op het platteland als de Kallenberg in Frans Vlaanderen. Maar telde men ze daar op hoogtepunten bij tientallen, in de Zaanstreek telde men ze bij ettelijke honderden!
  
 ===   Algemeen === ===   Algemeen ===
Regel 8: Regel 9:
 Overzicht van in molens uitgevoerde bedrijven Overzicht van in molens uitgevoerde bedrijven
   * [[cement| Cementmalerij]]    * [[cement| Cementmalerij]] 
-  * Cacao-afvalmalerij +  * [[cacao-afvalmalerij|Cacao-afvalmalerij]] 
   * [[cacaoindustrie|Cacao-industrie]] (cacao-malerij)    * [[cacaoindustrie|Cacao-industrie]] (cacao-malerij) 
   * [[Doppenmalerij]]    * [[Doppenmalerij]] 
Regel 40: Regel 41:
  Reeds in de oertijd gebruikte de mens gereedschappen. Handgereedschap dat, op het oog en met de hand bestuurd, werd bewogen door de handwerksman zelf. Schoot zijn lichaamskracht tekort, dan was het vaak mogelijk om hulp van anderen in te roepen. Men maakte in de oudheid echter ook al gebruik van technische kunstgrepen, die de uitwerking van uitgeoefende kracht vergrootten.  Reeds in de oertijd gebruikte de mens gereedschappen. Handgereedschap dat, op het oog en met de hand bestuurd, werd bewogen door de handwerksman zelf. Schoot zijn lichaamskracht tekort, dan was het vaak mogelijk om hulp van anderen in te roepen. Men maakte in de oudheid echter ook al gebruik van technische kunstgrepen, die de uitwerking van uitgeoefende kracht vergrootten.
  
-In molens en door molenmakers later veelvuldig toegepast, werden die ongeveer honderd jaar voor het begin van onze jaartelling omschreven door de Griek Hero van Alexandrië. Hij somde ze op als de vijf potentia: de hefboom, de windas, de takel, de wig en de schroefdraad. In zijn vele eeuwen lang geraadpleegde standaardwerk maakte hij ook melding van kamwielen. Daarmee bracht men toen al de draaiing van een as (met omkeringover op een andere as, zowel bij evenwijdig aan elkaar liggende assen als bij assen die ten opzichte van elkaar een hoek vormden.+In molens en door molenmakers later veelvuldig toegepast, werden die ongeveer honderd jaar voor het begin van onze jaartelling omschreven door de Griek Hero van Alexandrië. Hij somde ze op als de vijf potentia: de hefboom, de windas, de takel, de wig en de schroefdraad. In zijn vele eeuwen lang geraadpleegde standaardwerk maakte hij ook melding van kamwielen. Daarmee bracht men toen al de draaiing van een as met omkering over op een andere as, zowel bij evenwijdig aan elkaar liggende assen als bij assen die ten opzichte van elkaar een hoek vormden.
  
 Al vóór Hero's tijd moet deze door hem beschreven kennis hebben geleid tot het vervaardigen van werktuigen. Dit waren destijds voornamelijk houten mechanieken, die werden gekenmerkt door aandrijving en door voortdurend herhaalde precies gelijke beweging. In vergelijking met handgereedschap was dit een vooruitgang, omdat werktuigen de trefzekerheid bij bewerken vergrootten en de daarvoor vereiste inspanning doorgaans verminderden. Vooral wanneer potentia waren ingebouwd. Bovendien kon, voor het bereiken van grotere kracht of grotere snelheid, gebruik worden gemaakt van kamwielen, die van maat verschilden van klein naar groot. Of omgekeerd. Al vóór Hero's tijd moet deze door hem beschreven kennis hebben geleid tot het vervaardigen van werktuigen. Dit waren destijds voornamelijk houten mechanieken, die werden gekenmerkt door aandrijving en door voortdurend herhaalde precies gelijke beweging. In vergelijking met handgereedschap was dit een vooruitgang, omdat werktuigen de trefzekerheid bij bewerken vergrootten en de daarvoor vereiste inspanning doorgaans verminderden. Vooral wanneer potentia waren ingebouwd. Bovendien kon, voor het bereiken van grotere kracht of grotere snelheid, gebruik worden gemaakt van kamwielen, die van maat verschilden van klein naar groot. Of omgekeerd.
Regel 64: Regel 65:
 Die molens bestonden uit een lemen bouwsel, waarin een staande spil met rondom bevestigde van boven naar beneden gespannen zeilen. Door een trechtervormige opening aan één kant blies de heersende noordwesten wind aan één zijde van de spil in de zeilen, waardoor de spil met zeilen snel rondtolde. In tegenstelling tot de ons goed bekende verticale molens waren het horizontale molens, met op een bovenverdieping een rechtstreeks aangedreven koppel platte maalstenen.  Die molens bestonden uit een lemen bouwsel, waarin een staande spil met rondom bevestigde van boven naar beneden gespannen zeilen. Door een trechtervormige opening aan één kant blies de heersende noordwesten wind aan één zijde van de spil in de zeilen, waardoor de spil met zeilen snel rondtolde. In tegenstelling tot de ons goed bekende verticale molens waren het horizontale molens, met op een bovenverdieping een rechtstreeks aangedreven koppel platte maalstenen. 
  
-Wat vermogen ten opzichte van omvang betreft, leggen deze horizontale molens het af tegen verticale windmolens. Toch werden nog in 1856 door de molenmakers De Vries in Zaandam en Vredenduin Zaandijk in opdracht een horizontale oliemolen en een horizontaal watermolentje gebouwd. Kennelijk bij wijze van proef, die op een mislukking schijnt te zijn uitgelopen. In hoeverre verband bestaat tussen de horizontale windmolens in Seistan en de eerste windmolens in West-Europa is omstreden. Vast staat slechts dat tussen 1100 en 1200 verticale windmolens aanwezig waren in Normandië, Zuidoost-Engeland en Vlaanderen (aan weerskanten van de Frans-Belgische grens). Sterk moet worden betwijfeld of de stenen torenmolens in zuidelijker streken en het Middellandse Zee-gebied van oudere datum zijn. +Wat vermogen ten opzichte van omvang betreft, leggen deze horizontale molens het af tegen verticale windmolens. Toch werden nog in 1856 door de molenmakers De Vries in Zaandam en Vredenduin Zaandijk in opdracht een horizontale oliemolen en een horizontaal watermolentje gebouwd. Kennelijk bij wijze van proef, die op een mislukking schijnt te zijn uitgelopen. In hoeverre verband bestaat tussen de horizontale windmolens in Seistan en de eerste windmolens in West-Europa is omstreden. Vast staat slechts dat tussen 1100 en 1200 verticale windmolens aanwezig waren in Normandië, Zuidoost-Engeland en Vlaanderen aan weerskanten van de Frans-Belgische grens. Sterk moet worden betwijfeld of de stenen torenmolens in zuidelijker streken en het Middellandse Zee-gebied van oudere datum zijn. 
  
 Wat Nederland betreft wordt het bestaan van een windmolen voor het eerst bevestigd in een oorkonde van Floris V uit 1274. De eerste windmolen in de Zaanstreek was een in Jisp gebouwde standerdmolen voor het malen van graan. De uit Vlaanderen tot Nederland doorgedrongen vierkante houten standerdmolen draaide in zijn geheel om een stevig in de grond geplante paal, de standerd, die tot ongeveer halverwege in de kast, het vierkante houten molenhuis, stak.  Wat Nederland betreft wordt het bestaan van een windmolen voor het eerst bevestigd in een oorkonde van Floris V uit 1274. De eerste windmolen in de Zaanstreek was een in Jisp gebouwde standerdmolen voor het malen van graan. De uit Vlaanderen tot Nederland doorgedrongen vierkante houten standerdmolen draaide in zijn geheel om een stevig in de grond geplante paal, de standerd, die tot ongeveer halverwege in de kast, het vierkante houten molenhuis, stak. 
Regel 78: Regel 79:
  
 Vierkant en geheel van geteerd hout, met grote luifels boven de aan weerszijden uitstekende zaagvloer, draaide een paltrok in zijn geheel op een steunpunt, de koning. Vanwege de wisselende belasting van de lange zaagvloer en de winddruk op het wiekenkruis, leunde de molen bovendien, ondersteund door een ring van houten rollen, op een lage muur rond de koning.  Vierkant en geheel van geteerd hout, met grote luifels boven de aan weerszijden uitstekende zaagvloer, draaide een paltrok in zijn geheel op een steunpunt, de koning. Vanwege de wisselende belasting van de lange zaagvloer en de winddruk op het wiekenkruis, leunde de molen bovendien, ondersteund door een ring van houten rollen, op een lage muur rond de koning. 
 +
 == De Parel de grootste == == De Parel de grootste ==
  
-Paltrokken waren geen grondzeilers, de zeilen werden bediend vanaf een schavot aan de voorkant op zaagvloerhoogte. De staartbalk om de molen te verkruien, op de wind te zetten, stak horizontaal naar achteren en de vang werd vanaf de zaagvloer van binnen uit bediend. Paltrokzaagmolens hadden een vlucht, een totale roedlengte van 70 à 75 voet (een voet is ongeveer 28.3 centimeter). De grootste andere industriemolens hadden doorgaans een vlucht van 75 à 80 voet. Als grootste Zaanse molen had meelmolen De [[Parel]] in Assendelft zelfs een vlucht van 99 voet.+Paltrokken waren geen grondzeilers, de zeilen werden bediend vanaf een schavot aan de voorkant op zaagvloerhoogte. De staartbalk om de molen te verkruien, op de wind te zetten, stak horizontaal naar achteren en de vang werd vanaf de zaagvloer van binnen uit bediend. Paltrokzaagmolens hadden een vlucht, een totale roedlengte van 70 à 75 voet (voet 28.3 centimeter). De grootste andere industriemolens hadden doorgaans een vlucht van 75 à 80 voet. Als grootste Zaanse molen had meelmolen [[Parel|De Parel]] in Assendelft zelfs een vlucht van 99 voet.
  
-De vlucht van zogenaamde enkele oliemolens, zonder kantstenen en met slechts een wigpers, bedroeg niet meer dan 50 à 60 voet. Ook snuifmolens waren niet groot. Evenals andere kleinere industriemolens, die licht maal- of zaagwerk deden, was hun vlucht soms 40 voet of minder. Zoals bijvoorbeeld De Huisman op de Zaanse Schans, waarvan de vlucht slechts 10,4 meter bedraagt, minder dan 40 voet. +De vlucht van enkele oliemolens, zonder kantstenen en met slechts een wigpers, bedroeg niet meer dan 50 à 60 voet. Ook snuifmolens waren niet groot. Evenals andere kleinere industriemolens, die licht maal- of zaagwerk deden, was hun vlucht soms 40 voet of minder. Zoals bijvoorbeeld De Huisman op de Zaanse Schans, waarvan de vlucht slechts 10,4 meter bedraagt, minder dan 40 voet. 
  
-De nog bestaande grotere industriemolens hebben een vlucht van omstreeks 22.5 meter, vrijwel 80 voet. Daarmee dreven zij werktuigen aan, die als zij volop in werking waren zo'nn 25 à 30 paardenkracht vroegen. Stond er minder wind dan moesten werktuigen worden uitgeschakeld en liep de productie per uur terug. Per jaar ging bijna een derde van het aantal werkdagen verloren voor het produceren met molens door gebrek aan wind. In tegenstelling tot andere industriemolens werd bij zaagmolens, zowel paltrokken als bovenkruiers, de draaiing van de wiekenas boven in de molen omgezet in een op- en neergaande beweging.+De nog bestaande grotere industriemolens hebben een vlucht van omstreeks 22.5 meter, vrijwel 80 voet. Daarmee dreven zij werktuigen aan, die als zij volop in werking waren zo'25 à 30 paardenkracht vroegen. Stond er minder wind dan moesten werktuigen worden uitgeschakeld en liep de productie per uur terug. Per jaar ging bijna een derde van het aantal werkdagen verloren voor het produceren met molens door gebrek aan wind. In tegenstelling tot andere industriemolens werd bij zaagmolens, zowel paltrokken als bovenkruiers, de draaiing van de wiekenas boven in de molen omgezet in een op- en neergaande beweging.
  
-Noodzakelijk voor het zagen krikte die beweging bovendien krabbelraderen rond. Met kleine rukjes trokken die het te zagen hout op de zaagvloer en voerden het vervolgens, op de zaagslee bevestigd, met instelbare snelheid door de zaagramen. Die op- en neergaande beweging werd in zaagmolens met een krukas bereikt. Andere molens gebruikten om stampers en heien op te lichten en vrij te laten neervallen een wentelas met uitstekende spaken. Deze namen stampers of heien, die ook van een uitsteeksel (de vuistwaren voorzien mee omhoog en lieten ze doordraaiend vervolgens weer los. Op die wijze werden de wiggen van de persen omlaag gedreven bij het olie slaan. +Noodzakelijk voor het zagen krikte die beweging bovendien krabbelraderen rond. Met kleine rukjes trokken die het te zagen hout op de zaagvloer en voerden het vervolgens, op de zaagslee bevestigd, met instelbare snelheid door de zaagramen. Die op- en neergaande beweging werd in zaagmolens met een krukas bereikt. Andere molens gebruikten om stampers en heien op te lichten en vrij te laten neervallen een wentelas met uitstekende spaken. Deze namen stampers of heien, die ook van een uitsteekselde vuistwaren voorzien mee omhoog en lieten ze doordraaiend vervolgens weer los. Op die wijze werden de wiggen van de persen omlaag gedreven bij het olie slaan. 
 == Maalstenen == == Maalstenen ==
  
-Naast deze merkwaardige werktuigen dreven industriemolens voornamelijk werktuigen aan voor allerlei soorten maal- en pletwerk. Een koppel platte maalstenen is daarvan stellig het oudste en maalde schurend (graan, mosterdzaadverfhout). Een koppel rondrollende kantstenen maalde daarentegen wrijvend (oliezaden, verfhout, mineralenspecerijen). Een koppel plat liggende pelstenen schuurde tegen raspend blik de huid van graankorrels (gerst tot gort). In een maalbak werd tussen over elkaar knippende metalen staven, na toevoeging van veel water, vervezeld (lompen tot papierstof).+Naast deze merkwaardige werktuigen dreven industriemolens voornamelijk werktuigen aan voor allerlei soorten maal- en pletwerk. Een koppel platte maalstenen is daarvan stellig het oudste en maalde schurend graan, mosterdzaad en verfhout. Een koppel rondrollende kantstenen maalde daarentegen wrijvend oliezaden, verfhout, mineralen en specerijen. Een koppel plat liggende pelstenen schuurde tegen raspend blik de huid van graankorrels van gerst tot gort. In een maalbak werd tussen over elkaar knippende metalen staven, na toevoeging van veel water, vervezeld zoals lompen tot papierstof.
  
-Stampers van hennepkloppers vervezelden droog (als het zwingelen van vlas). Stampers van een kapperij hakten, van messen voorzien,  tot snippers meestal in een draaiende kuip (lompen, verfhouttabak). Stampers die in potten vielen verbrijzelden tot poeder (korrelsbrokken). Daarnaast werd door stampers in volmolens meer gekneed en geplet (vullen en vervilten van wollen weefsels). Tussen twee draaiende rollen werd ook mangelend geplet (kneuzen van oliezadengladdrukken van vellen papier).+Stampers van hennepkloppers vervezelden droogals het zwingelen van vlas. Stampers van een kapperij hakten, van messen voorzien, tot snippers meestal in een draaiende kuip zoals lompen, verfhout en tabak. Stampers die in potten vielen verbrijzelden de korrels en brokken tot poeder. Daarnaast werd door stampers in volmolens meer gekneed en geplet, het vullen en vervilten van wollen weefsels. Tussen twee draaiende rollen werd ook mangelend geplet door het kneuzen van oliezaden en gladdrukken van vellen papier.
  
-Bij industriemolens draaide het dus in veel gevallen om op de een of andere manier fijnmaken. Bij behoefte om grof en fijn te scheiden gebruikte men verschillende soorten zeefwerktuigen zoals buil, haspel, schudzeef, draaitafel met losse zeven, harpen om licht en zwaar in vrije val te scheiden een waaierij. Een staande schepperij en een liggende sleperij zijn evenals de luierij voorbeelden van in industriemolens toegepast mechanisch transport. Verder werden door de molen gedreven zuigerpompen en roerwerken toegepast, werden zagen door windkracht bewogen en hadden oliemolens een slagenteller, het schelrad. Deze opsomming geeft een indruk hoe ver de mechanisatie reeds ten tijde van de windmolenindustrie was gevorderd. In zeer veel gevallen was daarmee al eerder buiten de Zaanstreek een begin gemaakt. De grote verdienste van de Zaankanters is geweest, dat zij daar heel veel aan hebben verbeterd en toegevoegd. Daaraan was te danken dat de Zaanse molenindustrie lange tijd van een sterke concurrentiepositie heeft kunnen profiteren. +Bij industriemolens draaide het dus in veel gevallen om iets op de één of andere manier fijn te maken. Bij behoefte om grof en fijn te scheiden gebruikte men verschillende soorten zeefwerktuigen zoals buil, haspel, schudzeef, draaitafel met losse zeven, harp en om licht en zwaar in vrije val te scheiden een waaierij. Een staande schepperij en een liggende sleperij zijn evenals de luierij voorbeelden van in industriemolens toegepast mechanisch transport. Verder werden door de molen gedreven zuigerpompen en roerwerken toegepast, werden zagen door windkracht bewogen en hadden oliemolens een slagenteller, het schelrad. Deze opsomming geeft een indruk hoe ver de mechanisatie reeds ten tijde van de windmolenindustrie was gevorderd. In zeer veel gevallen was daarmee al eerder buiten de Zaanstreek een begin gemaakt. De grote verdienste van de Zaankanters is geweest, dat zij daar heel veel aan hebben verbeterd en toegevoegd. Daaraan was te danken dat de Zaanse molenindustrie lange tijd van een sterke concurrentiepositie heeft kunnen profiteren. 
  
 === Ontwikkeling in de Zaanstreek === === Ontwikkeling in de Zaanstreek ===
 [{{ :molenindustrie.jpg?500|Industriemolens op de Hemmes bij 't Kalf te Zaandam. Op de achtergrond de r k kerk. Naar een ets van W. Anderson Miltner, 1894}}]Dat vanaf 1600 zo veel ondernemers de Zaanstreek uitkozen voor het vestigen van molenindustrie had verschillende redenen. Van oudsher had men zich in de Zaanstreek bezig gehouden met landbouw, veeteelt, vogelvangst en visserij. Zeer ver voor 1600 waren daar echter al scheepvaart- en handelsactiviteiten uit voortgekomen, die vervolgens weer allerlei plaatselijke bedrijvigheid meebrachten. Reeds in 1276 verleende graaf Floris V begaan met het lot van de plattelanders en de kleine neringdoenden, vrijheden en voorrechten aan Zaanse dorpen, die uitbreiding van die activiteiten ten goede kwamen. [{{ :molenindustrie.jpg?500|Industriemolens op de Hemmes bij 't Kalf te Zaandam. Op de achtergrond de r k kerk. Naar een ets van W. Anderson Miltner, 1894}}]Dat vanaf 1600 zo veel ondernemers de Zaanstreek uitkozen voor het vestigen van molenindustrie had verschillende redenen. Van oudsher had men zich in de Zaanstreek bezig gehouden met landbouw, veeteelt, vogelvangst en visserij. Zeer ver voor 1600 waren daar echter al scheepvaart- en handelsactiviteiten uit voortgekomen, die vervolgens weer allerlei plaatselijke bedrijvigheid meebrachten. Reeds in 1276 verleende graaf Floris V begaan met het lot van de plattelanders en de kleine neringdoenden, vrijheden en voorrechten aan Zaanse dorpen, die uitbreiding van die activiteiten ten goede kwamen.
  
-Een ander pluspunt was de nabijheid van Amsterdam, dat zich weldra ontwikkelde tot een belangrijk knooppunt van het sterk in betekenis toenemende West-Europese handelsverkeer. Lang voor 1600 voeren in de Zaanstreek thuishorende zeeschepen al op de Oostzeelanden en Frankrijk. Dit bracht plaatselijke scheepsbouw tot bloei naast bedrijven die scheepsuitrusting en scheepsproviand 1everden, ook in Amsterdam. Voor er allerlei industriemolens kwamen was in de Zaanstreek al een aantal meelmolens in bedrijf. Inmiddels groeide Amsterdam uit tot het belangrijkste handelscentrum en de drukste havenstad ter wereld.+Een ander pluspunt was de nabijheid van Amsterdam, dat zich weldra ontwikkelde tot een belangrijk knooppunt van het sterk in betekenis toenemende West-Europese handelsverkeer. Lang voor 1600 voeren in de Zaanstreek thuishorende zeeschepen al op de Oostzeelanden en Frankrijk. Dit bracht plaatselijke scheepsbouw tot bloei naast bedrijven die scheepsuitrusting en scheepsproviand leverden, ook in Amsterdam. Voor er allerlei industriemolens kwamen was in de Zaanstreek al een aantal meelmolens in bedrijf. Inmiddels groeide Amsterdam uit tot het belangrijkste handelscentrum en de drukste havenstad ter wereld.
  
 Als vestigingsplaats voor industrie-windmolens kon Amsterdam, ook buiten de poorten, de Zaanstreek echter niet evenaren. Door grote watervlakten omgeven, garandeerden de uitgestrekte boomloze veenpolders rond de Zaan zoveel mogelijk wind van grote kracht en gelijkmatigheid. Langs de Zaanoevers en de vele bevaarbare poldersloten was bovendien gelegenheid te over voor het vestigen van windmolens. Er was bovendien niet, zoals in Amsterdam en andere steden, weerstand te verwachten van behoudend ingestelde gilden of bemoeizucht van machtige magistraten. Als vestigingsplaats voor industrie-windmolens kon Amsterdam, ook buiten de poorten, de Zaanstreek echter niet evenaren. Door grote watervlakten omgeven, garandeerden de uitgestrekte boomloze veenpolders rond de Zaan zoveel mogelijk wind van grote kracht en gelijkmatigheid. Langs de Zaanoevers en de vele bevaarbare poldersloten was bovendien gelegenheid te over voor het vestigen van windmolens. Er was bovendien niet, zoals in Amsterdam en andere steden, weerstand te verwachten van behoudend ingestelde gilden of bemoeizucht van machtige magistraten.
Regel 134: Regel 136:
 == Schade door oorlogen == == Schade door oorlogen ==
  
-De oorlogen van de Fransen met Engeland en andere Europese monarchieën berokkenden de Zaanse molenindustrie onvoorstelbare schade. Na 1813 werd ook in de Zaanstreek alles in het werk gesteld om handel en nijverheid nieuw leven in te blazen. De inmiddels in Engeland begonnen Industriële Revolutie vormde echter een nieuwe bedreiging, ditmaal een van technische aard. Toepassing van stoomenergie en goeddeels metalen machines ontwikkelde zich als een veelbelovende verbetering ten opzichte van water- en windmolens. De Nederlandse overheid stimuleerde het herleven van de windmolenindustrie dan ook nauwelijks.+De oorlogen van de Fransen met Engeland en andere Europese monarchieën berokkenden de Zaanse molenindustrie onvoorstelbaar veel schade. Na 1813 werd ook in de Zaanstreek alles in het werk gesteld om handel en nijverheid nieuw leven in te blazen. De inmiddels in Engeland begonnen Industriële Revolutie vormde echter een nieuwe bedreiging, ditmaal een van technische aard. Toepassing van stoomenergie en goeddeels metalen machines ontwikkelde zich als een veelbelovende verbetering ten opzichte van water- en windmolens. De Nederlandse overheid stimuleerde het herleven van de windmolenindustrie dan ook nauwelijks.
  
 In België, dat zich in 1831 afscheidde van Nederland, waren in 1844 al meer dan 1400 stoommachines in bedrijf, terwijl er ongeveer tien jaar later in heel Nederland nog geen 400 waren geïnstalleerd. De Zaankanters geloofden ook toen nog in de mogelijkheden van hun industriewindmolens. De eerste ijzeren wiekenassen kwamen na 1850 en ruim tien jaar later kwamen daar de ijzeren roeden bij. De eerste Zaanse stoomfabrieken werden ingericht met de gebruikelijke molenwerktuigen, zij het met een groter aantal. Het voordeel dat de productie niet meer afhankelijk was van de wind bleek in het begin goeddeels teniet te worden gedaan door de hoge [[accijns|accijns]] op de brandstofprijs. In België, dat zich in 1831 afscheidde van Nederland, waren in 1844 al meer dan 1400 stoommachines in bedrijf, terwijl er ongeveer tien jaar later in heel Nederland nog geen 400 waren geïnstalleerd. De Zaankanters geloofden ook toen nog in de mogelijkheden van hun industriewindmolens. De eerste ijzeren wiekenassen kwamen na 1850 en ruim tien jaar later kwamen daar de ijzeren roeden bij. De eerste Zaanse stoomfabrieken werden ingericht met de gebruikelijke molenwerktuigen, zij het met een groter aantal. Het voordeel dat de productie niet meer afhankelijk was van de wind bleek in het begin goeddeels teniet te worden gedaan door de hoge [[accijns|accijns]] op de brandstofprijs.
Regel 140: Regel 142:
 Pas na ongeveer 1875 brak bij steeds meer Zaanse fabrikanten de overtuiging door dat niet de windmolens, maar de stoomfabrieken de toekomst hadden. Vooraanstaande ondernemers bouwden er steeds meer en richtten ze in naar de laatste technische ontwikkelingen. Weldra werden hun minder doelmatige windmolens van de hand gedaan tegen afbraakprijzen. Moleneigenaars, die zich de bouw van een stoomfabriek niet konden veroorloven, schaften zich soms een kleine stoommachine aan, maar zodra dat mogelijk werd bij voorkeur een verbrandingsmotor. Deze werden in een stenen molenaanbouwtje geplaatst en waren minder veeleisend bij gebruik. Veel molens werden echter inderdaad afgebroken. Befaamd om hun vermogen om beschikbare windkracht tot het uiterste te benutten, werden veel Zaanse molens elders in Nederland herbouwd als dorps-korenmolen. Pas na ongeveer 1875 brak bij steeds meer Zaanse fabrikanten de overtuiging door dat niet de windmolens, maar de stoomfabrieken de toekomst hadden. Vooraanstaande ondernemers bouwden er steeds meer en richtten ze in naar de laatste technische ontwikkelingen. Weldra werden hun minder doelmatige windmolens van de hand gedaan tegen afbraakprijzen. Moleneigenaars, die zich de bouw van een stoomfabriek niet konden veroorloven, schaften zich soms een kleine stoommachine aan, maar zodra dat mogelijk werd bij voorkeur een verbrandingsmotor. Deze werden in een stenen molenaanbouwtje geplaatst en waren minder veeleisend bij gebruik. Veel molens werden echter inderdaad afgebroken. Befaamd om hun vermogen om beschikbare windkracht tot het uiterste te benutten, werden veel Zaanse molens elders in Nederland herbouwd als dorps-korenmolen.
  
-In plaats van te worden afgebroken gingen er ook heel wat over naar Zaankanters met een kleine beurs, die kans zagen hun droom te verwezenlijken om zelf eigenaar te worden van een kapitale windmolen. Gekscherend pettenbazen genoemd verwierven zij zich een karig bestaan door tijdens lange werkdagen eigenhandig rest-, afval- en schadepartijtjes te verwerken. Het is vooral aan de verknochtheid en de volharding van deze pettenbazen te danken dat er nog industriewindmolens in de Zaanstreek over zijn. Gebrek aan middelen is de reden dat verbeterde wieksystemen daar geen ingang meer hebben gevonden. Ook het onderhoud liet veel te wensen over, zodat de molens in de nadagen meer en meer in vervallen staat kwamen te verkeren. Dat heeft er mogelijk toe geleid dat te elfder ure nog ijzeren kruilieren ingang hebben gevonden.+In plaats van te worden afgebroken gingen er ook heel wat over naar Zaankanters met een kleine beurs, die kans zagen hun droom te verwezenlijken om zelf eigenaar te worden van een kapitale windmolen. Gekscherend pettenbazen genoemdverwierven zij zich een karig bestaan door tijdens lange werkdagen eigenhandig rest-, afval- en schadepartijtjes te verwerken. Het is vooral aan de verknochtheid en de volharding van deze pettenbazen te danken dat er nog industriewindmolens in de Zaanstreek over zijn. Gebrek aan middelen is de reden dat verbeterde wieksystemen daar geen ingang meer hebben gevonden. Ook het onderhoud liet veel te wensen over, zodat de molens in de nadagen meer en meer in vervallen staat kwamen te verkeren. Dat heeft er mogelijk toe geleid dat te elfder ure nog ijzeren kruilieren ingang hebben gevonden.
  
 Van de laatste windmolens is een aantal door brand ten onder gegaan. 'In de brand, uit de brand' werd een gevleugelde uitdrukking, maar de toestand waarin de molens en goederen zich bevonden werkte dat ook in de hand. Door de eeuwen heen zijn veel Zaanse industriewindmolens door brand verwoest, omdat het materiaal dat zij bewerkten vaak even brandgevaarlijk was als het materiaal waaruit zij zelf bestonden. De molenindustrie is, ook in de Zaanstreek, echter ten gronde gegaan aan de arbeidsbesparende en kwaliteit verbeterende mechanisatie, waarmee water- en windmolens eeuwen geleden zelf begonnen. Zodoende maakten zij allerlei ambachtelijk handwerk overbodig tot de tijd kwam dat zij het zelf aflegden tegen verdergaande mechanisatie mogelijk gemaakt door de ontdekking van andere energie en de uitvinding van betere werktuigen.  Van de laatste windmolens is een aantal door brand ten onder gegaan. 'In de brand, uit de brand' werd een gevleugelde uitdrukking, maar de toestand waarin de molens en goederen zich bevonden werkte dat ook in de hand. Door de eeuwen heen zijn veel Zaanse industriewindmolens door brand verwoest, omdat het materiaal dat zij bewerkten vaak even brandgevaarlijk was als het materiaal waaruit zij zelf bestonden. De molenindustrie is, ook in de Zaanstreek, echter ten gronde gegaan aan de arbeidsbesparende en kwaliteit verbeterende mechanisatie, waarmee water- en windmolens eeuwen geleden zelf begonnen. Zodoende maakten zij allerlei ambachtelijk handwerk overbodig tot de tijd kwam dat zij het zelf aflegden tegen verdergaande mechanisatie mogelijk gemaakt door de ontdekking van andere energie en de uitvinding van betere werktuigen. 
Regel 149: Regel 151:
  
   * A.J. Bernet Kempers, Oliemolens, Ned. Openluchtmuseum, Arnhem 1979;    * A.J. Bernet Kempers, Oliemolens, Ned. Openluchtmuseum, Arnhem 1979; 
-  * P. Boorsma, Duizend Zaanse molens, Wormerveer 1950;  +  * [[boorsma|Pieter Boorsma]], Duizend Zaanse molens, Wormerveer 1950;  
-  * A. van Braam, Bloei en verval van het economisch sociale leven aan de Zaan, Wormerveer 1942;  +  * [[braam|Aris van Braam]], Bloei en verval van het economisch sociale leven aan de Zaan, Wormerveer 1942;  
-  * G. Husslage, Windmolens, Amsterdam 1968;  +  * [[Husslage|Ger Husslage]], Windmolens, Amsterdam 1968;  
-  * F. MarsNoordhollands molenboek (hfdstk IV), Haarlem 1964; +  * [[Mars|Frans Mars]], Noordhollands molenboek (hfdstk IV), Haarlem 1964; 
   * dr. J.C. Notebaart, Windmühlen, Den Haag-Paris 1972;    * dr. J.C. Notebaart, Windmühlen, Den Haag-Paris 1972; 
-  * dr. M.A. Verkade, De opkomst van de Zaanstreek, Utrecht 1952.    +  * [[verkade2|dr. Margaretha Verkade]], De opkomst van de Zaanstreek, Utrecht 1952.     
 + 
 +{{tag>economie}} 
 + 
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/molenindustrie.1461053274.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 18:23
  • (Externe bewerking)