onderwijs:ontwikkelingen_rond_1990

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
onderwijs:ontwikkelingen_rond_1990 [2024/01/14 03:41]
zaanlander
onderwijs:ontwikkelingen_rond_1990 [2024/05/28 08:38] (huidige)
zaanlander
Regel 4: Regel 4:
    
  
-In 1974 kwam er een landelijk beleid dat erop gericht was leerlingen in achterstandsituaties extra te stimuleren. De in 1935 te Koog geboren onderwijskundige en latere hoogleraar dr. Co van [[Calcar]], overleden in 1986, had op grond van experimenten in Enschede en Amsterdam een belangrijke inbreng bij de totstandkoming en vormgeving van dit beleid. Onderwijsminister Jos van Kemenade (Kabinet Den Uyl, 1973-1977bracht dit beleid tot ontwikkeling. +In 1974 kwam er een landelijk beleid dat erop gericht was leerlingen in achterstandsituaties extra te stimuleren. De in 1935 te Koog geboren onderwijskundige en latere hoogleraar dr. Co van [[Calcar]], overleden in 1986, had op grond van experimenten in Enschede en Amsterdam een belangrijke inbreng bij de totstandkoming en vormgeving van dit beleid. Onderwijsminister Jos van Kemenade uit het kabinet Den Uyl, 1973-1977bracht dit beleid tot ontwikkeling. 
  
-De Zaanse scholen met relatief veel leerlingen uit een achtergesteld milieu profiteerden van de extra faciliteiten. In 1981 en 1982 gaf het ministerie het stimuleringsbeleid meer planmatig vorm door het landelijk introduceren van de zogenaamde 'Stimuleringsprojecten'. Het ging om samenwerkingsprojecten tussen welzijnsinstellingen en basisscholen ('Kombinatiepakketten'respectievelijk welzijnsinstellingen en scholen voor voortgezet onderwijs ('Stimuleringsprojecten voortgezet onderwijs'). +De Zaanse scholen met relatief veel leerlingen uit een achtergesteld milieu profiteerden van de extra faciliteiten. In 1981 en 1982 gaf het ministerie het stimuleringsbeleid meer planmatig vorm door het landelijk introduceren van de Stimuleringsprojecten. Het ging om samenwerkingsprojecten tussen welzijnsinstellingen en basisscholen, kombinatiepakketten, respectievelijk welzijnsinstellingen en scholen voor voortgezet onderwijs ('Stimuleringsprojecten voortgezet onderwijs'). 
  
 In Zaanstad werden beide projecten uitgevoerd: \\ In Zaanstad werden beide projecten uitgevoerd: \\
Regel 22: Regel 22:
 Zaanstad neemt vanaf medio 1990, als één van de 37 startgemeenten deel aan het door het derde Kabinet Lubbers (CDA/PvdA) ingevoerde experiment Sociale Vernieuwing. Onderwijsvoorrang werd hier in augustus 1991 bij ondergebracht. Dit experiment moet leiden tot een wettelijke basis waarop gemeenten décentraal, gedereguleerd en onder grotere eigen verantwoordelijkheid met doelgroepen en maatschappelijke instellingen kunnen werken aan achterstandssituaties. Daarmee is onderwijsvoorrang stedelijk geworden. Een belangrijke recente ontwikkeling was de invoering van de basisschool. Na 1977, het jaar van de ontwerp-wet op het basisonderwijs en op grond van de experimentenwet, kwamen er experimentele basisscholen. Ook op vrijwillige basis werken steeds meer kleuter- en lagere scholen met elkaar samen. Dit betekende voor velen een grote omschakeling.  Zaanstad neemt vanaf medio 1990, als één van de 37 startgemeenten deel aan het door het derde Kabinet Lubbers (CDA/PvdA) ingevoerde experiment Sociale Vernieuwing. Onderwijsvoorrang werd hier in augustus 1991 bij ondergebracht. Dit experiment moet leiden tot een wettelijke basis waarop gemeenten décentraal, gedereguleerd en onder grotere eigen verantwoordelijkheid met doelgroepen en maatschappelijke instellingen kunnen werken aan achterstandssituaties. Daarmee is onderwijsvoorrang stedelijk geworden. Een belangrijke recente ontwikkeling was de invoering van de basisschool. Na 1977, het jaar van de ontwerp-wet op het basisonderwijs en op grond van de experimentenwet, kwamen er experimentele basisscholen. Ook op vrijwillige basis werken steeds meer kleuter- en lagere scholen met elkaar samen. Dit betekende voor velen een grote omschakeling. 
  
-Mede dankzij de inzet van de rijksinspecteur, P. Ploeger (1971-1991), werden er in de Zaanstreek diverse projecten binnengehaald en werden scholen gestimuleerd aan onderwijsontwikkelingen deel te nemen. Mede daardoor was er in Zaanstad na 1977 al gauw een viertal experimentele basisscholen. In 1985 werden alle samenwerkende kleuter- en lagere scholen, de zogenaamde 'scholenkoppelsgeïntegreerd tot basisscholen voor leerlingen van vier tot en met ongeveer twaalf à dertien jaar. +Mede dankzij de inzet van de rijksinspecteur, P. Ploeger (1971-1991), werden er in de Zaanstreek diverse projecten binnengehaald en werden scholen gestimuleerd aan onderwijsontwikkelingen deel te nemen. Mede daardoor waren er in Zaanstad na 1977 al gauw een viertal experimentele basisscholen. In 1985 werden alle samenwerkende kleuter- en lagere scholen, de scholenkoppelsgeïntegreerd tot basisscholen voor leerlingen van vier tot en met ongeveer twaalf à dertien jaar. 
  
 Hier en daar ontbrandde een strijd om het directeurschap. Emancipatorische motieven werden aangedragen in pogingen zoveel mogelijk kleuterleidsters tot nieuwe directeur te laten benoemen. Uiteindelijk werden de meeste mannelijke ex-hoofden van lagere scholen directeur van de nieuwe basisschool. Van alle directeursfuncties gingen er 26 naar ex-hoofden van openbare lagere scholen, zes naar ex-hoofdleidsters van de kleuterschool en ontstonden er vier duo-banen waarbij zowel het directeurschap als het adjunct-directeurschap gedeeld werden.  Hier en daar ontbrandde een strijd om het directeurschap. Emancipatorische motieven werden aangedragen in pogingen zoveel mogelijk kleuterleidsters tot nieuwe directeur te laten benoemen. Uiteindelijk werden de meeste mannelijke ex-hoofden van lagere scholen directeur van de nieuwe basisschool. Van alle directeursfuncties gingen er 26 naar ex-hoofden van openbare lagere scholen, zes naar ex-hoofdleidsters van de kleuterschool en ontstonden er vier duo-banen waarbij zowel het directeurschap als het adjunct-directeurschap gedeeld werden. 
  
-In Oostzaan kregen alle vijf scholen een mannelijke directeur. In één van deze scholen is de directeursbenoeming met grote (persoonlijkespanningen gepaard gegaan. Bij drie scholen hadden ex-hoofdleidsters afgezien van benoeming tot adjunct-directeur. Via activeringsprogramma's, invoeringsprogramma's, ondersteuning door de SCOZ, inzet van de gemeentelijke en rijksinspectie en bijdragen van landelijke instellingen waaronder de Stichting voor de Leerplanontwikkeling (SLO), werd en wordt ook inhoudelijk aan vernieuwing van het basisonderwijs gewerkt. +In Oostzaan kregen alle vijf scholen een mannelijke directeur. In één van deze scholen is de directeursbenoeming met grote persoonlijke spanningen gepaard gegaan. Bij drie scholen hadden ex-hoofdleidsters afgezien van benoeming tot adjunct-directeur. Via activeringsprogramma's, invoeringsprogramma's, ondersteuning door de SCOZ, inzet van de gemeentelijke en rijksinspectie en bijdragen van landelijke instellingen waaronder de Stichting voor de Leerplanontwikkeling (SLO), werd en wordt ook inhoudelijk aan vernieuwing van het basisonderwijs gewerkt. 
  
-Hoewel juist ook de landelijke overheid het belang van goed onderwijs aan de kleuters steeds benadrukte in verband met latere maatschappelijke kansen, besloot in 1987 diezelfde overheid op grond van bezuinigingsoverwegingen dat kleuters gedurende de eerste twee onderwijsjaren een dag minder naar school hoefden, c.q. in grotere klassen moesten zitten, de zogeheten 'kleutermaatregel'. Deze werd in 1990 door staatssecretaris Wallage, derde kabinet Lubbers, weer afgeschaft. +Hoewel juist ook de landelijke overheid het belang van goed onderwijs aan de kleuters steeds benadrukte in verband met latere maatschappelijke kansen, besloot in 1987 diezelfde overheid op grond van bezuinigingsoverwegingen dat kleuters gedurende de eerste twee onderwijsjaren een dag minder naar school hoefden, c.q. in grotere klassen moesten zitten, de kleutermaatregel. Deze werd in 1990 door staatssecretaris Wallage, derde kabinet Lubbers, weer afgeschaft. 
  
-Na 1977 is er stelselmatig op het onderwijs bezuinigd. In 1975 werd 24% van de rijksbegroting aan onderwijs besteed, in 1988 minder dan 14%, waarmee hetzelfde niveau bereikt was als in 1960 (bron: Jan Brands c.s., Andere wijs over onderwijs, Nijmegen 1977)+Na 1977 is er stelselmatig op het onderwijs bezuinigd. In 1975 werd 24% van de rijksbegroting aan onderwijs besteed, in 1988 minder dan 14%, waarmee hetzelfde niveau bereikt was als in 1960
 +Bron: Jan Brands c.s., Andere wijs over onderwijs, Nijmegen 1977. 
  
 Een mogelijkheid om onderwijsgelden efficiënter te besteden wordt door O & W gezocht in schaalvergroting. In Zaanstad resulteerde dat voor het middelbaar onderwijs reeds in de vorming van het Damland College, waarin vooralsnog de MEAO uitgezonderd, alle Zaanse MBO-scholen zijn opgegaan. In juni 1991 keurde de Tweede Kamer de Wet op de basisvorming van staatssecretaris Wallage goed, die eveneens schaalvergroting tot gevolg krijgt. In 1993 moet de basisvorming in de eerste fase van het voortgezet onderwijs worden ingevoerd.  Een mogelijkheid om onderwijsgelden efficiënter te besteden wordt door O & W gezocht in schaalvergroting. In Zaanstad resulteerde dat voor het middelbaar onderwijs reeds in de vorming van het Damland College, waarin vooralsnog de MEAO uitgezonderd, alle Zaanse MBO-scholen zijn opgegaan. In juni 1991 keurde de Tweede Kamer de Wet op de basisvorming van staatssecretaris Wallage goed, die eveneens schaalvergroting tot gevolg krijgt. In 1993 moet de basisvorming in de eerste fase van het voortgezet onderwijs worden ingevoerd. 
Regel 38: Regel 39:
 Veel basisscholen zullen in de toekomst geconfronteerd worden met fusieprocessen. Als winstpunt wordt ervaren dat zowel de gemeente als de besturen van bijzondere scholen een eigen beleid kunnen voeren betreffende de instandhouding van kleinere schoolorganisaties, bijvoorbeeld in dorpskernen.  Veel basisscholen zullen in de toekomst geconfronteerd worden met fusieprocessen. Als winstpunt wordt ervaren dat zowel de gemeente als de besturen van bijzondere scholen een eigen beleid kunnen voeren betreffende de instandhouding van kleinere schoolorganisaties, bijvoorbeeld in dorpskernen. 
  
-Tot slot enkele personele mutaties: onderwijswethouder Th. van Dam werd in 1988 burgemeester van Purmerend en opgevolgd door K. Hooghiemstra. D. van Dijk vertrok na 32 jaar als hoofd van de Herman Gorterschool te Zaandam. Aan deze school werkt inmiddels 60 jaar, waarvan 13 jaar als vrijwilligster, mevr. P. Teeling als onderwijzeres. Rijksinspecteur P. Ploeger verliet in 1991 na ruim 20 jaar het onderwijs. +Tot slot enkele personele mutaties: onderwijswethouder Th. van Dam werd in 1988 burgemeester van Purmerend en opgevolgd door K. Hooghiemstra. D. van Dijk vertrok na 32 jaar als hoofd van de Herman Gorterschool te Zaandam. Aan deze school werkt inmiddels 60 jaar, waarvan 13 jaar als vrijwilligster, mevrouw P. Teeling als onderwijzeres. Rijksinspecteur P. Ploeger verliet in 1991 na ruim 20 jaar het onderwijs. 
  
 Auteur: drs. M. Klop c.s.  Auteur: drs. M. Klop c.s. 
  
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/onderwijs/ontwikkelingen_rond_1990.1705200079.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2024/01/14 03:41
  • door zaanlander