Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisie Vorige revisie Volgende revisie | Vorige revisie | ||
wormer [2016/02/04 11:35] jan [Bevolking] |
wormer [2024/06/10 00:53] (huidige) zaanlander |
||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | ==== Wormer ==== | ||
+ | Voormalige zelfstandige gemeente, die steeds is beschouwd als behorende tot de Zaanstreek maar - althans bestuurlijk sinds de jaren '80 voornamelijk op Waterland georiënteerd raakte. Het dorp verweerde zich eerder, in het begin van de jaren '70, met succes tegen de [[samenvoeging|samenvoeging]] tot [[Zaanstad]]. | ||
+ | |||
+ | In 1991 is het met [[Jisp]] en [[wijde1|De Wijde Wormer]] echter samengevoegd tot de gemeente [[Wormerland]]. Wormer, waartoe ook de buurtschap [[Oostknollendam]] behoort, is waarschijnlijk een van de oudste bewoningskernen in de Zaanstreek. Het heeft thans zowel een landelijk als een industrieel karakter. Over de ouderdom van Wormer bestaat geen zekerheid. Er is wel enige strijd over geweest. Van een blaffert, een goederenlijst van de oude kerk van Utrecht, zijn enkele kopieën bewaard gebleven uit 1075, de Egmondse Codex, die zich in het British Museum in Londen bevindt en omstreeks 1170, het Liber Donationum, nog in Utrecht. Beide lijsten zijn gekopieerd van een oorspronkelijk tussen 777 en 866 geschreven stuk. In dat waarschijnlijk 9e-eeuwse manuscript kwam de naam Weromeri voor. De uitleg hiervan schiep verwarring. Sommigen verdedigden met vuur dat hiermee Wormer werd bedoeld, anderen meenden dat het om Overmere, in het Gooi, ging. De juistheid van geen dezer opvattingen kon worden bewezen. Is er dus geen bewijs dat Wormer al in de 9e eeuw bestond, met zekerheid mag worden aangenomen dat er in de 11e eeuw bewoning was. | ||
+ | |||
+ | In een goederenlijst van de abdij van Egmond uit 1063 wordt Weremere genoemd in verband met de betaling van tienden. Deze bewoning zal zich aanvankelijk nabij het Oosteinde hebben geconcentreerd: | ||
+ | |||
+ | Wormer was niet altijd zelfstandig. Tussen 1518 en 1611 hadden Jisp en Wormer een gemeenschappelijk bestuur. Jisp, dat in de 16e eeuw groter en rijker werd, deed in 1611 een met succes bekroonde poging een zelfstandige [[banne|banne]] te worden. Deze scheiding werd in 1729 nog eens verstevigd doordat Wormer toen voor f 16.000 de ambachtsrechten kocht van de Staten van Holland en West-Friesland. Jisp deed hetzelfde voor zijn eigen gebied en betaalde f 10.000. Het was wrang voor de inwoners van Wormer dat hun dorp, ondanks hun verzet, tenslotte toch deel ging uitmaken van de grotere bestuurlijke eenheid Wormerland. Het is aardig te memoreren dat de samenvoeging van Jisp. Wijdewormer en Wormer al vlak voor de Tweede Wereldoorlog is geopperd. Het uitbreken van deze oorlog verhinderde verdere uitwerking van deze plannen, vastgelegd in een rapport van de Commissie Ter Veen | ||
+ | |||
+ | === Namen en bijnamen === | ||
+ | |||
+ | De naam die in de loop der eeuwen veranderde van Wermere en Wermer, Worrmare of Wormaer tot Wormer, is nooit bevredigend verklaard. De meest acceptabele uitleg is dat er een weer, in de zin van dijk, tegen het meer de Wijde Wormer is geweest. Maar weer is ook de benaming voor een waterloop, zodat de naam ook ontstaan kan zijn door de ligging daaraan. En tenslotte is ooit wel eens beweerd dat een visser met de naam Were of Wero de naamgever van het dorp geweest kan zijn. In de 17e eeuw is wel eens de aanduiding Beschuit-Wormer gebruikt, dit ter onderscheiding van de toen drooggelegde Wijde en [[enge_wormer|Enge Wormer]]. | ||
+ | |||
+ | De inwoners van het dorp werden vroeger boonpeulen, stienegooiers en uilen genoemd. Wat de laatste naam betreft, de Wormers schelden de Jispers op hun beurt ook voor uilen uit, dit was dus wederkerig. Waaraan de bijnaam boonpeulen te danken is, is niet bekend. Meer zekerheid is er over de scheldnaam stienegooiers: | ||
+ | |||
+ | === Wapen === | ||
+ | |||
+ | [{{ : | ||
+ | |||
+ | === Omvang en oppervlakte === | ||
+ | Wormer, deel uitmakend van Wormerland, grenst aan Zaanstad, de Wijde Wormer, Jisp, Purmerend, Akersloot en Uitgeest. De westgrens loopt vrijwel door het midden van de Zaan en de zuidgrens wordt gevormd door de ringdijk van de Wijde Wormer. Doordat deze zuidgrens eigenlijk een zuidwestelijke richting heeft, loopt het grondgebied van de gemeente naar het oosten taps toe; hierdoor is er nauwelijks sprake van een oostgrens. In het noord-oosten loopt de grens grillig door de polder Wormer, Jisp en Neck, onder meer langs de [[ganssloot|Zuiderganssloot]], | ||
+ | |||
+ | Die oppervlakte is vrijwel steeds constant gebleven, afgezien dan van de periode tussen 1518 en 1611, toen het dorp met Jisp was samengevoegd. Grenswijzigingen zijn er niet geweest, al heeft Wormerveer aan het eind van de 19e eeuw en daarna vruchteloos gepoogd de oostelijke Zaanoever, waarop Wormerveerse fabrieken waren gevestigd, te annexeren. Volgens kadastrale gegevens van 1849, geciteerd door historicus [[aj_van_der_aa|Van der Aa]]) bedroeg de oppervlakte toen 1697 hectare. Wormer bestaat uit het dorp Wormer en de buurtschap [[Oostknollendam]], | ||
+ | |||
+ | === Bevolking === | ||
+ | [{{ : | ||
+ | |||
+ | === Kerkelijke gezindheid === | ||
+ | |||
+ | In kerkelijk opzicht had Wormer altijd een uitzonderingspositie binnen de Zaanstreek door een relatief grote groep katholieken, | ||
+ | |||
+ | === Politieke gezindheid === | ||
+ | |||
+ | {{ : | ||
+ | |||
+ | De protestants-christelijke stroming was eveneens sinds 1923 constant in de Wormer raad vertegenwoordigd, | ||
+ | |||
+ | === Burgemeesters === | ||
+ | | ||
+ | |||
+ | * De Bas was al van 1791 af notaris in het dorp geweest en secretaris van de banne. Hij bleef tot 1827 burgemeester, | ||
+ | * notaris Hero Stant zijn taak overnam. Stant bleef een kwart eeuw burgemeester/ | ||
+ | * Adriaan Wildschut, moest zijn aandacht verdelen over Wormer, Jisp en Wijdewormer. Toen al! Bevredigend was dit gecombineerde burgemeesterschap blijkbaar niet, het duurde niet langer dan twee jaar, van 1852 tot 1854. Burgemeester | ||
+ | * Dirk van Egmond deed alleen de gemeente Wormer en bleef tot 1868. | ||
+ | * Daarna volgde echter een lange periode waarin Wormer, Jisp en Wijdewormer door een burgemeester bestuurd werden. Cornelis Wildschut vervulde deze functie niet minder dan 30 jaar, van 1868 tot 1898. | ||
+ | * Lourens Rempt, afkomstig uit Hoogwoud, was in 1895 tot secretaris van Wormer benoemd en volgde Wildschut drie jaar later op. Hij bleef tot 1910, om plaats te maken voor burgemeester Dirk Kooiman. Zijn zoon, | ||
+ | * Pieter Kooiman volgde hem in 1919 op voor een lange ambtsperiode. Met een korte onderbreking in de Tweede Wereldoorlog, | ||
+ | * [[slager|Albertus Slager]] van Wormerveer voor korte tijd waar, tot de benoeming van | ||
+ | * [[loggers|Amelius Loggers]] in augustus '46. Deze was aanvankelijk lid van de PvdA, maar brak met zijn partij uit onvrede over de politionele acties in het toenmalige Nederlands-Indië. Loggers bleef tot 1975 partijloos burgemeester en werd toen opgevolgd door | ||
+ | * [[janssens|Piere Janssens]]. Deze vertrok in 1982. | ||
+ | * De benoeming van [[kerling-simons|Cock Kerling-Simons]] betekende dat voor het eerst in de Zaanstreek een vrouwelijke burgemeester in functie kwam. Mevrouw Kerling bleef dat tot de samenvoeging tot Wormerland in 1991. | ||
+ | |||
+ | === Bewoningsgeschiedenis === | ||
+ | Over de oudste bewoning van Wormer is weinig bekend. Er zijn geen archeologische vondsten van gedaan. Eerder is al gezegd dat de oorsprong van het dorp iets oostelijker heeft gelegen, op een plaats waar het land tijdens stormen afkalfde en tenslotte verdween. Verondersteld wordt dat de eerste bewoners zich vóór het jaar 1000 oostelijk van de huidige kerk vestigden. De aanvankelijke nederzetting lag in de driehoek Enge Wormer-[[wijde1|Wijde Wormer]]-[[poel|Poel]]. Geen wonder dat men van de binnenvisserij leefde. De vertrouwdheid daarmee zal ertoe hebben geleid dat inwoners van Wormer zich ook met de [[haringvisserij|haringvisserij]] op Zuiderzee en Noordzee gingen bezighouden. | ||
+ | |||
+ | Door bevolkingsuitbreiding ontstond lintbebouwing, | ||
+ | |||
+ | Wormer was al in de 13e eeuw van enige betekenis: in tijd van nood moest het dorp de graaf van Holland bijstaan met 16 riemtalen, ofwel 32 roeiers. In ruil voor deze bijstand kreeg het dorp in 1280 van Floris V vrijdom van bede en tol. Dit was van belang voor de ontwikkeling van de handel, want in geheel Holland behoefden hierdoor geen tolgelden te worden betaald. Toch was er in de 14e en 15e eeuw blijkbaar een teruglopende welvaart; het aantal riemtalen werd in 1399 met de helft verminderd en in 1422 tot vier teruggebracht. In 1494 werd het dorp als armelijk omschreven. Bij de Informacie van 1514 bleek dat 57% van de grond eigendom van niet-dorpelingen was. De grondprijs was, met 25 Rijnlandse guldens per morgen, verhoudingsgewijs laag, omgerekend nog geen halve cent per vierkante meter. Zo'n berekening is overigens zinloos, er mag niet naar het huidige prijspeil worden gekeken. Als er al sprake was van enige welvaart, dan kwam deze niet aan de Banne Wormer ten goede. Deze werd armlastig, eigenaar van zeer veel [[spadesteken|spadegestoken]] land. De banne had in 1721 een schuld van meer dan f 65.000 aan de Staten van Holland. | ||
+ | |||
+ | Het land verwilderde, | ||
+ | |||
+ | Pas aan het begin van de 20e eeuw veranderde het traditionele bebouwingspatroon. In 1913 is de Eendrachtstraat aangelegd, later gevolgd door de Mariastraat. Vóór de Tweede Wereldoorlog ontstond er enige komvorming aan de Zuidkant van de Dorpsstraat. Er kwam ook steeds meer bebouwing langs de op aandrang van Wormerveer aangelegde Nieuweweg, ontstaan na de bouw van de [[Zaanbrug]] in 1889. Pas na de Tweede Wereldoorlog bouwde Wormer ten noorden van de Dorpsstraat. De wijk Plaszoom verrees in de jaren 1967-' | ||
+ | |||
+ | === Middelen van bestaan === | ||
+ | Dat Wormer aanvankelijk een vissersdorp was, waarvan de bevolking later ter haringvangst ging, is wel zeker. In 1494 werd opgetekend dat Wormer en Jisp door toedoen van Jonker Frans van Brederode hun vloot kwijt zijn geraakt. Waarom deze de Noordhollandse schepen in de haven van Rotterdam in brand liet steken, is onduidelijk. Zonder twijfel ging het om haringbuizen, | ||
+ | |||
+ | Vrij veel inwoners hielden zich bezig met spinnen. Er was veehouderij en op kleine schaal, op de bagger aan de slootkanten, | ||
+ | |||
+ | Dat Wormer in de 17e eeuw zo'n voorname plaats in het Noorderkwartier ging innemen, was het gevolg van de snel opgekomen [[beschuitbakkerij|beschuitbakkerij]]. Vermoedelijk was deze bedrijvigheid al in het eerste kwart van de 16e eeuw ontstaan. Vooral [[Lootsma|Sipke Lootsma]] heeft door archiefonderzoek gegevens over de Wormer beschuitnijverheid kunnen vinden. Hij plaatste het hoogtepunt ervan in het begin van de 17e eeuw, toen Wormer grote hoeveelheden scheepsbeschuit met eigen ventschepen aan Hollandse en buitenlandse havens leverde. Voor koopvaardij en [[walvisvaart|walvisvaart]] was de harde en nauwelijks aan bederf onderhevige Wormer beschuit op de lange reizen onontbeerlijk. De snel groeiende zeevaart had een grote toename van het aantal bakkerijen tot gevolg. Er is wel gesproken van 135 tot 150 Wormer bakkerijen in die tijd. In 1617 werd gemeld dat tenminste 60 Wormer bakkers hun goederen elke maandag naar de Amsterdamse markt brachten. Omstreeks 1650 zette zich een neergang in. In 1697 waren er hooguit nog 32 bakkers in het dorp, in 1714 nog 22, zeven jaar later 14 en in 1759 nog slechts drie. Het behoeft geen betoog dat de met deze nijverheid samenhangende [[ventjagerij|ventjagerij]] eveneens afnam. | ||
+ | |||
+ | Bloei en verval van de bakkerij weerspiegelden zich ook in het aantal meelmolens. In 1630 waren er acht, in 1688 nog vijf en na 1746 resteerde er slechts één korenmolen. Er zijn in het dorp ook andere bestaansbronnen geweest, zij het dat deze van minder belang bleven. Allereerst was daar nog steeds de veehouderij. De boter- en kaasmakerij en de daarmee samenhangende handel gaven de eeuwen door werk. Dat de oude Zaanse spreuk 'gien koeie, gien moeie', | ||
+ | |||
+ | Scheepvaart en visserij, die in de 16e eeuw zo belangrijk waren, namen in de 17e eeuw af. In 1680 werden nog maar vier gezinshoofden als visser genoemd: tien procent van de beroepsbevolking (54 gezinshoofden) werkte in de scheepvaart. De vissers waren waarschijnlijk binnenvissers. Wat de scheepvaart betreft, er waren 20 binnenschippers, | ||
+ | ===Molens=== | ||
+ | In Wormer hebben in totaal 59 molens gestaan. Het grootste aantal betrof de olieslagerij. In 1630 waren er tien oliemolens, in 1731 en 1795 stonden er 23. Van de acht meel- of korenmolens uit 1680 waren er in 1731 nog maar drie over. In dat jaar werden al wel drie verfmolens en drie hennepkloppers geteld en verder waren er een zaagmolen en een papiermolen. Deze laatste twee waren ook in 1797 nog in bedrijf, evenals de hennepkloppers. Het aantal verfmolens was toegenomen tot vier, maar er resteerde nog slechts één meelmolen. Van een molen was niet bekend welk bedrijf er werd uitgeoefend. De ' | ||
+ | |||
+ | De malaise werkte lang door, het wekt dan ook geen verwondering dat de gemeente in 1848 als arm te boek stond. De eigenaars van de bedrijven waren naar elders vertrokken, in het dorp woonden vrijwel alleen arbeiders. In dat jaar waren er een scheepswerf, | ||
+ | |||
+ | Er kwamen zelfs plannen voor een forse insteekhaven, | ||
+ | |||
+ | == Literatuur: == | ||
+ | |||
+ | * A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, | ||
+ | * G.J. Boekenoogen, | ||
+ | * P. Boorsma, Duizend Zaanse molens, Wormerveer 1950; | ||
+ | * S. Hart, Geschrift en getal, Dordrecht 1976; | ||
+ | * G.J. Honig, De Zaanse burgemeesters sedert 1814, in: De Zaende 1951; | ||
+ | * J. Honig Jsz. Jr., Geschiedenis der Zaanlanden, deel 1, Zaandijk 1849; | ||
+ | * C. Mol. Uit de geschiedenis van Wormer, Amsterdam 1966; | ||
+ | * id., Handel en nijverheid te Wormer in de 17e eeuw, in: De Zaende 1951: | ||
+ | * Id., De economische toestand van Wormer in de 19e eeuw, in: De Zaende 1949; | ||
+ | * G.J. Onrust, Wormers welvaren, Zaandam 1988; | ||
+ | * H.N. ter Veen e.a., Problemen der samenvoeging van Zaangemeenten. Haarlem 1941; | ||
+ | * D. Vis. De Zaanstreek, Leiden 1948; | ||
+ | * W. Wezel, De Eendrachtstraat 1913-1983, Wormer 1985; | ||
+ | * 'De Typhoon', | ||
+ | * id., Gemeente Wormerland brengt inwoners geen verbetering, | ||
+ | * Waterland in de kijker, Purmerend 1989. | ||
+ | |||
+ | |||
+ | <wrap tabs> | ||
+ | * [[Assendelft]] | ||
+ | * [[Jisp]] | ||
+ | * [[Knollendam]] | ||
+ | * [[Koog]] | ||
+ | * [[Krommenie]] | ||
+ | * [[Krommeniedijk]] | ||
+ | * [[Westzaan]] | ||
+ | * [[wormer]] | ||
+ | * [[Wormerveer]] | ||
+ | * [[Oostzaan]] | ||
+ | * [[Zaandam]] | ||
+ | * [[Zaandijk]] | ||
+ | </ | ||
+ | |||
+ | {{tag> | ||
+ | |||