==== Allan, Willem Frederik ==== Westzaan, 25 december 1881 - Zaandijk, 28 februari 1958 [{{:wf_allan.png?200 |//Willem Frederik Allan 1881-1959//}}] Willem Frederik Allan, burgemeester van Koog aan de Zaan in de periode 1936-1944, werd in 1902 aangesteld als tweede voorwerker en later penningmeester in het bestuur van de Gymnastiek Vereniging Jahn. Het diploma Engelse Handelscorrespondentie van de Vereniging Leraren in het boekhouden werd hem in 1904 uitgereikt. Van 1907 tot 1909 was hij werkzaam bij Brandwaarborg Maatschappij Koning & Boeke als agent voor Westzaan. In 1909 huwde met Johanna Cornelia Bronke (1883-1959). In 1923 kwam hij voor de [[Vrijzinnig|Vrijzinnig Democratische Bond]] in de gemeenteraad. In 1931 werd hij wethouder, vier jaar later burgemeester. Zijn directeurschap bij [[zaans|Zaans Veem]] gaf hij toen op. Allan was voorts lange tijd kerkvoogd van de Nederlands Hervormde kerk te Koog, alsmede bestuurslid van de Stichting Het Noordhollandse Landschap en voorzitter van Oranjevereniging d'Oranjeboom. Op 26 maart 1938 overhandigde Allan de voorzittershamer van de Commissie van Toezicht op het onderricht en de ontwikkeling voor jeugdige en andere werklozen in de Noordelijke Zaangemeenten, aan burgemeester [[albert|Albert Slager]] van Wormerveer over die daarop tot voorzitter werd benoemd. Op 1 december 1938 riep Allan op de vluchtelingen, afkomstig uit het fascistische Duitsland, in het kader van de naastenliefde te steunen. ,,Het grote beginsel, waarnaar wij allen trachten te leven is de naastenliefde. Hier en daar in de wereld is dit beginsel in gedrang gekomen. Wij willen nu met ons allen trachten iets voor de slachtoffers te doen. Wij weten dat wij maar een heel klein gedeelte van het leed zullen kunnen verzachten, ondanks ons aller bereidheid daartoe. Ook de bevolking onzer gemeente heeft hier een taak. Wij hebben mede de grote traditie van ons kleine volk hoog te houden. Nederland heeft de gehele historie door begrepen wat het te doen had voor diegenen, die het onmogelijk was geworden verder te leven in hun vroegere vaderland. Deze traditie voelen wij ook als een plicht van heden en daardoor hebben wij hier een gemeenschappelijke taak, hoe verscheiden ook onze denkrichting moge zijn. Het is daarom dat wij de collecte, welke met instemming en medewerking van regering op 3 december 1938 ook in onze beide gemeenten wordt gehouden, met klem bij u aanbevelen. Ieder vervulle zijn menselijke plicht naar vermogen." Bron: [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010944424:mpeg21:a0110|Zaans Volksblad]] In 1940 werd Allan benoemd tot lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland, een functie waar D.A. Flentrop voor bedankte. Allan was in 1942 25 jaar als commissaris aan de Nutsspaarbank verbonden. In de oorlogsjaren 1940 tot en met 1944 doorstond de Koger zakenman en burgemeester een zeer moeilijke tijd. De vooroorlogse regering Colijn had de wazige aanbeveling gedaan dat burgemeesters moesten aanblijven zolang de bevolking meer nut van hen had dan de bezetters. Hierdoor moest hij echter wel het plaatselijk directeurschap van de Winterhulp accepteren. Hij bleef lang op zijn post, tot het einde van 1944 nadat van de burgemeesters werd verlangd, dat zij inwoners zouden aanwijzen, die moesten helpen Duitse verdedigingswerken bij de kust te maken. De burgervaders [[slager|Albert Slager]] van Wormerveer, Allan van Koog en [[gelderen|Anthonie van Gelderen]] van Zaandijk vroegen commissaris Backer van de provincie NH in Haarlem van die opdracht ontheven te worden. Na de bevrijding mocht Alan niet terugkomen en in 1946 werd hij ontslagen. In 1949 werd dit ontslag veranderd in eervol ontslag. {{tag>burgemeester koog raadslid wethouder tweede_wereldoorlog}}