==== Heijn, Gerrit Jan ==== {{tag>nalezen}} Zaandam, 14 februari 1931 – Doorwerth, 9 september 1987 Gerrit Jan Heijn, zoon van [[heijn_jan|Jan Heijn]] (1897-1964) en Adriana Hendrika Kruger (1900-1984), kleinzoon van [[hein_albert_sr|Albert Heijn sr]] (1865-1945), broer van topman [[heijn|Albert Heijn jr.]] (1927-2011) van [[Ahold|Koninklijke Ahold nv]]. Voorzitter van de raad van bestuur van Ahold. Gerrit Jan Heijn rondde de HBS af, volgde een handelsopleiding aan Nijenrode en doorliep de studie bedrijfskunde in Amerika aan de Berkeley-universiteit. Thuis in Zaandam deelde hij met zijn vier jaar oudere broer Albert dezelfde slaapkamer. Zijn moeder vond dat de oudere zoon goed op de jongere moest passen. Dat hij ook in de winkel zou komen nam zijn vader Jan niet als vanzelfsprekend aan. Jan Heijn gaf ooit te kennen: „Beter een goede dokter dan een slechte kruidenier." Niettemin stapte Gerrit Jan Heijn in 1954 het familiebedrijf in. Ondanks de goede gang van zaken bleef Gerrit Jan zichzelf zien als een eenvoudige kruidenierszoon uit Zaandam. En zijn personeel wist dat. Hij liet zich vaker in één van de filialen zien dan zijn broer Albert. Gerrit Jan Heijn werd in 1965 tot commissaris benoemd in de vacature die was ontstaan door het overlijden van zijn vader Jan Heijn. Als lid van de raad van bestuur van het levensmiddelenconcern Ahold, was onder meer belast met publiciteitszaken. Meestal zat hij de vergaderingen van de raad van bestuur als voorzitter voor. Gerrit Jan Heijn was ook de man die het reilen en zeilen van de 55.000 werknemers van Ahold en de gang van zaken in de [[albert_heijn_supermarts|ruim 600 winkels]] in Nederland en tweehonderd supermarkten in de Verenigde Staten in de gaten hield. Tijdens een congres in Enschede met als thema 'Reclame, evolutie en techniek', brengt Gerrit Jan Heijn op 15 november 1963 een aantal quote's ten gehore die in de [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010876553:mpeg21:a0304|Volkskrant]] werden opgetekend: * „De redactionele kwaliteit van de dagbladen in Nederland staat hoog. Maar waarom moet dan de advertentiepagina zo'n onesthetische vergaarbak zijn?" * „Het detail-bedrijf in levensmiddelen is een mooi vak. De leuze van het Amerikaanse supermarkt-instituut: Dat er méér mag zijn voor iedereen, geeft dit mooi weer." * „Als wij smakelijke afbeeldingen van spijzen en dranken in onze advertenties willen hebben, en ik wijs op de prachtige foto's of tekeningen die men daarvoor in andere landen gebruikt, dan zeggen mijn experts: Mijnheer Heijn laten wij er niet aan beginnen, want zij kunnen geen goede auto's drukken. Als ik dan antwoord: Ik wil geen auto's drukken. Als ik dan antwoord: Ik wil geen auto's maar een goede foto in de krant, dan krijg ik te horen: Mijnheer, een auto is een autotypie dat is een raster-cliché en het kan bij de Nederlandse dagbladen liggen aan de kwaliteit van het papier, aan de kwaliteit van de inkt, aan de pers of aan de stypeur, maar probeer het maar niet." * „Het is jammer te moeten constateren, dat in een land waar de dagbladpers zo voortreffelijk is en waar praktisch ieder gezin dagelijks een dagblad in zijn bus vindt, de kwaliteit van de druktechniek ver achter is bij die in landen als Denemarken en Zweden, om niet te spreken over Engeland en Amerika. * „Minder en minder etalages. Albert Heijn was de eerste om ze af te schaffen". * „Het gratis verspreide blad Allerhande heeft thans 4200 betalende abonnees". * „Toch zou er met name in de distributie-sector een nog grotere productiviteit mogelijk zijn waardoor dus concreet aan een hogere welvaart bijgedragen zou worden, indien niet zoveel belemmeringen in de vorm van zinloze wetjes en voorschriften ons in de weg stonden." * „Het assortiment baby- en kleuter-voeding is van 18 verschillende soorten in 1958 gestegen naar 54 soorten in 1963; verdrievoudigd dus. In dezelfde vijf jaar zijn twee groepen schoonmaakartikelen gestegen van 40 naar 98 en de soepen van 60 naar 102!" * „Het inkopen tot een aangename plicht voor de huisvrouw te maken, is onze taak." * „De persoonlijkheid van de man of de vrouw achter de toonbank was een van de sterkste klantenbindende elementen. Hij vergat beslist nooit dat kindje een snoepje te geven." * „Het allerminste wat de man achter de toonbank in ieder geval nog kon opbrengen was: Andersnietsvergetemefrou?" Naar oordeel van Gerrit Jan Heijn, zou er in de distributiesector een grotere productiviteit mogelijk zijn als er maar niet zoveel belemmeringen in de vorm van 'zinloze wetjes en voorschriften' in de weg stonden. Als voorbeelden noemde hij onder andere de vestigingswet, die verplicht 'diploma's te kopen' teneinde artikelen te kunnen verkopen die voor niemand een probleem zijn, en voorts de middag- en vakantiesluiting, die grote investeringen onbenut doet zijn. ==Kaas moet beter== Tijdens 26 april 1965 in de Harmonie te Leeuwarden gehouden bijeenkomst van de Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken hield Gerrit Jan Heijn een toespraak, waarin kaas centraal stond: „De vrouwelijke klant maakt bij ons de dienst uit, er dient in de zelfbedieningszaken en supermarts een regelmatige aanvoer te zijn van gesorteerde producten van een constante kwaliteit, en zonder grote prijsschommelingen. Wij doen reeds 78 jaar in kaas, maar het wordt steeds moeilijker om in dit product te handelen, omdat de kwaliteit vaak zoek is." Hij had hierbij in het bijzonder de structuur van de kaas op het oog. „De concentratie in de zuivelwereld leidt tot vervlakking van de kwaliteit," stelde hij. „De klanten eisen variatie in soorten. De omzet van Franse kaassoorten neemt in Nederland op indrukwekkende wijze toe," aldus Heijn in het [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010869592:mpeg21:a0330|Nieuwsblad van het Noorden]]. ==Kritiek op winkelzegels== Bij de opening van de vaktentoonstelling op 23 mei 1965 voor winkeliers over zelfbediening in de Jaarbeurs, maakte Gerrit Jan Heijn de opmerking, dat vele detaillisten inbreuk maken op het stelsel van vastgestelde winkelprijzen door met zegels twee procent korting te geven bij Nederlandse merkartikelen. ==Centenkwestie== „Voor ons zit er nog altijd een dubbeltje tussen 49 en 51 cent', zegt de heer G. J. Heijn, lid van de raad van bestuur van Albert Heijn tegen de [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010618474:mpeg21:a0296|Leeuwarder Courant]] van 20 juni 1970. Hij had het berichtje over de voorgenomen afschaffing van de cent wel gelezen, maar zich nog niet in de consequenties verdiept. Als spontane reactie wilde hij wel zeggen, dat men in zijn bedrijf in een 83 jaar oude traditie gek is geweest op die kleine prijsnuances. Op het concurrentievlak is dat centje wel degelijk van belang. Het verdwijnen ervan zou een interessante prijsstelling bemoeilijken. „Als privépersoon hoeft het voor mij dus niet zo erg", aldus Heijn, die ook wel oog heeft voor de onmiskenbare voordelen. Het zou het werken van de caissières en dus de doorstroming aan de kassa's aanzienlijk bevorderen als de cent werd afgeschaft. Bij de Migros-supermarkten in Zwitserland zijn de kassa's al aangepast aan het gebruik van afgeronde prijzen. Ook in ons land zijn er volgens G. J. Heijn al bedrijven, die streven naar een prijsstelling in afgeronde bedragen. Al filosoferende zag hij de mogelijkheid, de cent op de prjjskaartjes te handhaven, maar het totaal af te ronden op nul of vijf cent. Dat gebeurt per slot van rekening ook aan de benzinepompen, waar de literprijs in tienden van de cent worden berekend. Lees in de NRC van 8 september 1973: [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000032844:mpeg21:a0213|Kruidenier per definitie a-politiek]] waar Gerrit Jan Heijn op 15 september 1973 stelling neemt tegen de kritiek vanuit het Angola-comité. Een week later gevolgd door een artikel over de Angola-kwestie in de Volkskrant met als titel [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010849636:mpeg21:a0374|Kruidenier meet zich met actiegroep]]. ==100 jaar== ,,Een goede kruidenier betaalt nooit teveel. Dat was de lijfspreuk van opa Heijn toen hij in 1887 zijn eerste winkel opende in de Oostzaan. Honderd jaar later is Albert Heijn uitgegroeid tot een instituut. Het hóórt bij dat kneuterige Nederland, net als de koningin, de Margriet en Mies Bouwman." Zo laat Gerrit-Jan Heijn, de jongere broer van Albert, op 28 januari 1987 weten aan verslaggever Marcel Metze van NRC. Lees hier verder: [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000030433:mpeg21:a0172|We zijn geen wilde avonturiers!]] ==Roep om ruimte== Gerrit Jan Heijn verklaarde tijdens een jubileumbijeenkomst van het honderdjarige winkelbedrijf in de Margriethal van de Utrechtse jaarbeurs uit waarom Albert Heijn ruimte wil. ,,Verse producten als groente en zuivel zijn belangrijk geworden in de omzet van de supermarkten. Verse artikelen worden dagelijks aangevoerd, maar dat stelt wel extra eisen aan de bereikbaarheid van het filiaal voor vrachtauto's." Heijn verder: „Meer service aan de klant betekent voor AH onder andere meer kassa's om filevorming tegen te gaan. Ook daarvoor is meer ruimte nodig". Lees meer over de jubileumbijeenkomst in [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010827055:mpeg21:a0566|Trouw van 9 mei 1987]]. Gerrit Jan Heijn werd vier maanden later, op 9 september 1987 [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Moord_op_Gerrit_Jan_Heijn|ontvoerd en vermoord]]. {{tag>ahold supermart AH commissaris woordvoerder}}