==== Historisch gezelschap dr. G.J. Boekenoogen==== Het historisch gezelschap dr. G.J. Boekenoogen werd opgericht in 1943. Het initiatief kwam van Evert Smit, penningmeester van de vereniging tot instandhouding en uitbreiding van de Zaanlandse Oudheidkundige Verzameling (ZOV) [[honig_jacob_janszoon_jr|Jacob Honig Janszoon Jr]]. Op de beursvloer in Amsterdam besprak hij met [[aten_jan|Jan Aten]] uit Wormerveer het plan om de jaarlijkse ledenvergadering van de ZOV vergezeld te laten gaan van een lezing over een historisch onderwerp, om zo de belangstelling voor het Zaanse verleden te stimuleren. Op 19 juli 1943 hield Jan Aten een lezing over de geschiedenis van de familie Kuyper, zeildoekfabrikanten uit Krommenie. Vervolgens werd een kleine commissie benoemd en op 15 november 1943 besloot de ZOV tot de officiële oprichting van het historisch gezelschap van vrienden in de Zaanse historie. Mr. D. Vis stelde voor om het gezelschap de naam van dr. [[boekenoogen|Gerrit Jacob Boekenoogen]] te geven, ter nagedachtenis aan de auteur van De Zaanse volkstaal uit 1897. Het eerste bestuur werd gevormd door Jan Aten, voorzitter; mr. [[vis_mr_dirk|Dirk Vis]], ondervoorzitter; Jan Coenraad Honig, secretaris; J.W. de Boer, penningmeester; en Evert Smit jr. Aanvankelijk zat er nog geen vast patroon in de activiteiten die het historisch gezelschap ontplooide. In 1943-1944 organiseerde Boekenoogen zes lezingen en een bijeenkomst waarop vragen over de Zaanse geschiedenis beantwoord werden, die belangstellenden van te voren schriftelijk hadden ingediend. Dit sloot aan bij wat Jan Aten voor ogen stond met de oprichting van het historisch gezelschap: het uitwisselen van gegevens ten behoeve van eigen historisch onderzoek. In de winter van 1944-1945 waren er door de oorlogsomstandigheden geen bijeenkomsten. In het seizoen 1945-1946 was Boekenoogen zeer actief. Er waren verschillende lezingen. In bioscoop Oenen in Zaandijk vonden twee filmavonden plaats, waarop de Zaanfilm uit 1926 en de film van de bevrijdingsfeesten te Zaandam in juli 1945 werden vertoond. Op 4, 6 en 8 mei 1946 werd in De Waakzaamheid in Koog aan de Zaan een toneelstuk van G.J. Honig en C. van der Zeyden opgevoerd: De bloem van Zaandijk. Dramatische schets uit de jaren 1793 en 1794, in drie bedrijven met een naspel, Zaansch bruiloftsfeest. Tot slot was Boekenoogen betrokken bij de oprichting van de voorlopige commissie tot documentatie en bescherming van Zaanse monumenten, die later de commissie [[zaans_schoon|Zaans Schoon]] ging heten. Er werd vanaf begin 1946 over gesproken en de kosten voor de rapporten en foto’s kwamen in 1945-1946 voor rekening van Boekenoogen. Vanaf het seizoen 1947-1948 streefde het bestuur naar vijf lezingen c.q winteravondbijeenkomsten per seizoen, verspreid over de maanden oktober tot en met april. De bijeenkomsten vonden plaats in café Zaanzicht te Zaandijk. Het aantal aanwezigen liep uiteen van een kleine veertig tot soms wel negentig of honderd personen. Uitschieters vormden de filmavonden en de opvoering van De bloem van Zaandijk in 1946, die volle zalen trokken, en de lezingen in 1951 en 1952 van J.D. Vis over zijn collectie foto’s en kaarten van Zaandijk rond 1900. In 1953 begon men ook met een lezingenserie in Zaandam, maar vanwege een gebrek aan belangstelling werd deze na de zevende lezing stopgezet. De lezingen van Boekenoogen waren vrij toegankelijk voor belangstellenden. Leden van de ZOV ontvingen een uitnodiging voor de avonden. Ter bestrijding van de onkosten ging een koperen bus rond, men rekende op ‘zeven stuivers’ per aanwezige. Later veranderde dit en nam de ZOV de kosten voor haar rekening. Door de lezingen en andere activiteiten van Boekenoogen groeide het ledental van de ZOV, van 115 leden in 1942 tot 325 in 1953. Het bestuur van Boekenoogen noemde zichzelf dan ook ‘het propaganda-apparaat’ van de ZOV en hield nauwlettend bij hoeveel aanwezigen de lezingen bezochten. De ZOV zag het belang van Boekenoogen in. Groei van het ledental was wel nodig ‘om een instelling als de Zaanlandse Oudheidkundige Verzameling van [[honig_jacob_janszoon_jr|Jacob Honig Janszoon Jr]] in stand te houden. Vanaf de tweede helft van de jaren vijftig werd het lastiger om sprekers en onderwerpen te vinden voor de winteravondbijeenkomsten. De opkomst bleef goed, maar er meldden zich maar weinig sprekers uit eigen kring en vaste sprekers zoals Gerrit Jan Honig vielen weg. Er kwam een samenwerking tot stand met de archeologische werkgemeenschap voor westelijk Nederland (AWWN), die resulteerde in een aantal lezingen. Aan het eind van de jaren zestig lagen de lezingen even stil. Mogelijk hing dit samen met een conflict, dat speelde tussen de bibliothecaris-archivaris J.W. van Sante en de overige bestuursleden van de ZOV over het beleid ten aanzien van museum en bibliotheek. Toen de lezingen weer hervat werden, nam de ZOV het secretariaat over. In de jaren zeventig en tachtig vonden er twee à drie lezingen per seizoen plaats, soms zelfs maar één of, zoals in 1983, geen. * Toen aan het eind van de jaren tachtig bleek dat het bezoek aan de lezingen begon terug te lopen, was dit aanleiding om de lezingen stop te zetten. Men hoopte de activiteiten in de toekomst te kunnen hervatten, maar uit de aanwezige jaarverslagen blijkt dit niet. Wel werd meermalen geopperd om het historisch gezelschap Boekenoogen te laten herleven in de lezingen van het [[honig_breethuis|Honig Breethuis]].