==== Zaansche Molen, Vereniging De ==== Vereniging van molenliefhebbers, die zich ten doel stelt molens en met molens samenhangende attributen te bewaren en zo mogelijk aan het publiek ten toon te stellen, dan wel voor het publiek toegankelijk te maken. De Zaansche Molen behoort tot de grotere verenigingen in de streek (2750 leden in 1992) en is eigenaar van het [[Molenmuseum]] en elf windmolens. Aanleiding tot de oprichting van de vereniging was de zware beschadiging van oliemolen De Zoeker in Zaandijk door een windhoos op 26 februari 1925. [[mars|Frans Mars]] schreef hierop een ingezonden brief in De Zaanlander, waarin hij opriep tot het oprichten van een vereniging die zich voor de resterende Zaanse molens moest inzetten. Naar aanleiding van deze oproep werd op 17 maart daaropvolgend tijdens een vergadering in De Waakzaamheid in Koog aan de Zaan de vereniging opgericht. Initiatiefnemer [[mars|Frans Mars]] werd voorzitter, [[boorsma|Pieter Boorsma]] secretaris, Evert Smit sr. penningmeester en Ph. Beernink en M. Stad bestuursleden. Beernink nam nog in 1925 de voorzittershamer van Mars over. Als eerste richtte de vereniging zich op het inrichten van een expositie in de openbare lagere school in Koog aan de Zaan rond december 1925. Deze werd een enorm succes: 5681 personen bezochten de tentoonstelling. Het eerste verenigingsjaar werd afgesloten met bijna 300 leden. Het succes van de tentoonstelling was een belangrijke aanzet tot het inrichten van het in mei 1928 door Prins Hendrik geopende [[Molenmuseum]]. Dit museum betekende echter een aanslag op de kas van de vereniging. Middelen om bedreigde molens aan te kopen of op te knappen ontbraken vooralsnog. Desondanks zag men wel kans molenaars nu en dan kleine bedragen toe te stoppen, bedoeld voor onderhoud en reparaties. Inzamelacties via De Zaanlander en later ook De Typhoon hadden geregeld succes, maar tijdens de crisisjaren liep het ledental van de vereniging terug. Eind 1938 kreeg de vereniging de vraag voorgelegd of men over voldoende middelen beschikte om de verloederende oliemolen [[http://pink.molens.org/|Het Pink]] in Koog aan de Zaan te restaureren. De leden besloten dat dit mogelijk was en de vereniging kreeg de molen in bezit. De restauratie verliep vlot, maar de bedoelde heropening op 10 mei 1940 kon door de Duitse inval geen doorgang vinden. == Grote activiteit na oorlog == In de Noorderschuur van Het Pink schilderde Frans Mars zijn molendiorama en de Oosterschuur werd tot vergaderruimte/tentoonstellingszaal ingericht. Tijdens de oorlog lagen de verenigingsactiviteiten nagenoeg stil, maar na de bevrijding brak een periode van grote activiteit aan. De Zaansche Molen werd eigenaar van de in deplorabele staat verkerende meelmolen [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-koker/|De Koker]] in Wormer. Op oliemolen De Strijd in Zaandam werd een optie genomen. Het verbranden van deze laatstgenoemde molen aan 't Kalf in februari 1949 betekende een gevoelige klap voor de molenvrienden. De Vereniging De Zaansche Molen zag zich in 1958 voor ernstige financiële moeilijkheden geplaatst. De restauratie van de molen Het Pink te Koog en het schilderwerk aan de bovenste koker, te Wormer vergden grote uitgaven, waardoor het nadelig saldo tot ruim ƒ 12.500 was opgelopen. Het viel daarom te bezien of de molen De Duinjager te Zaandam, de laatste verfmolen in ons land, van sloop kan worden gevrijwaard. Het plan was deze molen te herbouwen aan de Zaanse Schans, het toekomstige openluchtmuseum nabij de Julianabrug te Zaandam. Het ledental van de vereniging liep in 1957 terug van 610 tot 587 personen. Later verwierf De Zaansche Molen zich echter snel nieuwe molens die nadien met succes gerestaureerd werden: * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-bleeke-dood/|De Bleeke Dood]] (1656), * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-ooievaar/|De Ooievaar]] (1622), * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-kat/|De Kat / De Duinjager]] 1646), * [[https://zaanschemolen.nl/molen/prinsenhof/|Het Prinsenhof]] (1722) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-gekroonde-poelenburg/|De Gekroonde Poelenburg]] (1866) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-huisman/|De Huisman]] (1786) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-zoeker/|De Zoeker]] (1672) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-bonte-hen/|De Bonte Hen]] (1693) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-schoolmeester/|De Schoolmeester]] (1692) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/de-jonge-dirk/|De Jonge Dirk]] (1908) * [[https://zaanschemolen.nl/molen/het-jonge-schaap/|Het Jonge Schaap]] (2007) De Huisman, De Poelenburg, De Kat en De Zoeker werden met succes verplaatst naar de Kalverringdijk bij de Zaanse Schans, waar ook de Bonte Hen staat. De interesse voor het werk van de vereniging nam vooral in de jaren zeventig van de 20e eeuw sterk toe. Had de vereniging bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog 210 leden, in de periode daarna tot circa 1965 stabiliseerde het ledental zich op circa 800. In 1975 waren inmiddels 2288 personen lid, in 1990 waren dat er circa 2750. Voor de leden geeft de vereniging het orgaan [[windbrief|De Windbrief]] uit.