Armenraad Zaandam

Armenraden dateren uit de periode 1913-1935. Na 1945 noemden de Armenraden zich Sociale Raden. Armenraden konden worden ingesteld en bestonden uit vertegenwoordigers van gemeentelijke, kerkelijke en particuliere instellingen van weldadigheid. De burgerlijke instellingen van weldadigheid waren verplicht deel te nemen, de overige instellingen mochten daar zelf over beslissen. In 1923 bestonden er 31 Armenraden, in 1934 waren dat er 29. Bij de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet per 1 januari 1965 werden de Sociale Raden opgeheven.

De burgemeester van Zaandam installeerde op 11 maart 1913 krachtens de Armenwet van 1912 ten Raadhuize de Armenraad. 21 instellingen van weldadigheid waren toegetreden en vaardigden een bestuurslid af. G. van Holk, notaris en oud-wethouder werd aangesteld als voorzitter. Ter vergadering verschenen, werden hij en de gehele Armenraad geïnstalleerd. Als secretaris werd benoemd de heer W. Spuijman, secretaris-boekhouder van het Burgerlijk Armbestuur.

Naast de beide genoemde heren telt de Armenraad de volgende bestuursleden;

De leden van de raad traden om de vier jaar af en waren terstond herkiesbaar. Als gevolg van de bezuinigingswet van 1935 werden met ingang van 1 mei 1936 negen armenraden opgeheven in: Breda, Dordrecht, Enschede, Gouda, ’s-Hertogenbosch, Den Helder, Meppel, Zaandam en Leeuwarden.

Art. 56 van de Armenwet geeft een taakomschrijving, de voornaamste taken waren:

Bronnen: Huygens KNAW Algemeen Handelsblad 12-03-1913