Inhoud

Ballet

Ook toen Lodewijk XIV (de Zonnekoning, 1638-1715) te corpulent was geworden om zelf nog mee te dansen bleef hij zijn beste kunstenaars (zowel de hofcomponist als schrijvers, de hof dansen werden nog afgewisseld met zang, voordrachten pantomime) op drachten geven tot het maken van nieuwe balletten.

In 1669 richtte Lodewijk de 'Academie de la Danse' op, waarmee het hofballet van de balzaal naar de toneelzaal verhuisde en een zelfstandige kunstvorm werd.

Vrouwenrollen werden gedanst door mannen in travestie, in 1681 gaf Lodewijk echter de opdracht deze rollen door vrouwen te laten dansen. De lange vrouwenrokken maakten ingewikkelde danspassen echter vooralsnog vrijwel onmogelijk.

De dans als kunstvorm op een toneel: in de Zaanstreek voor het eerst in 1930 voor publiek uitgevoerd, na de Tweede Wereldoorlog steeds populairder geworden.

Algemeen

Het woord “ballet` is afgeleid van het Italiaanse “ballare', hetgeen “dansen” betekent. Het Europese ballet ontwikkelde zich na circa 1600 uit de Italiaanse, Spaanse en Franse hofdansen. Belangrijk waren met name de ontwikkelingen aan het Franse hof onder de regering van Lodewijk XIV. Rond het midden van de 18e eeuw raakte de balletkunst in verval, maar in 1757 werd de aanzet gegeven tot een nieuwe bloeiperiode, toen Noverre (balletmeester van de Parijse Opera) zijn “Lettres sur la Danse' publiceerde. Balletten kregen onder invloed van zijn “Lettresi steeds meer een onderwerp tot basis, werden ingedeeld in bedrijven en taferelen, en werden geschreven in nauwe samenwerking tussen dichter, musicus, danser en schilder.

Ofschoon de rokken voor danseressen in de 18e eeuw al korter waren geworden, werd pas in het begin van de 19e eeuw door de Franse kleermaker Maillot een tricot-kostuum ontworpen waar de dansers en danseressen zich volledig vrij in konden bewegen. De technische bekwaamheid van vooral de danseressen ging hierna met sprongen vooruit. Desondanks doormaakte het ballet na 1850 opnieuw een periode van verval. Eerst aan het begin van de 20e eeuw begon een nieuwe bloeitijd. Sterk beïnvloed door de Amerikaanse danseres Isadore Duncan manifesteerde zich vanaf 1909 een opleving van het Russische ballet. Het ballet ontwikkelde zich sindsdien steeds meer als een expressieve “vrije danskunst. Kurt Jooss wist de klassieke en de vrije danskunst met elkaar te verenigen, waardoor een geheel nieuwe vorm van ballet ontstond.

In het Calvinistische Nederland vond het ballet nauwelijks een voedingsbodem. Het dansen als lichaamskunst druiste in tegen het betamelijkheidsgevoel van de streng-protestanten. De balletten die ontstonden waren meer danspantomimes en zakten al snel af naar het niveau van goedkoop kluchtwerk. Daarnaast hadden de opera-gezelschappen hun balletten, maar hierin werd voornamelijk gedanst door Fransen, en deze werden nooit van belang. Tegen het einde van de 19e eeuw werd er zo goed als geen balletkunst in Nederland beoefend.

Vanaf begin 20e eeuw werden de zedelijkheidsnormen geleidelijk soepeler en kon een voorzichtig begin worden gemaakt met de opleiding van beroepsdansers. De Poolse danseres Gertrud Leistikow was de eerste danseres die in 1921 een dansopleiding begon, nagevolgd door anderen. De meeste dansstudio`s moesten evenwel door geldgebrek hun activiteiten staken. Na de Tweede Wereldoorlog begon een duurzamere bloeiperiode. Beroepsgezelschappen als onder andere Scapino (1945), het Ballet der Lage Landen (1947), het Nederlands Danstheater (1959) en het Nationale Ballet (1961) ontstonden.

Zaanstreek

In de Zaanstreek was de balletdans als kunstvorm tot 1930 onbekend. In dat jaar mocht de in Zaandam wonende Mieke de Goeje, die in 1924 als achtjarige haar dansloopbaan was begonnen bij Gertrud Leistikow, solistisch optreden in Leistikow's voorstellingen in de Stadsschouwburg te Amsterdam en in Diligentia te Den Haag. Hierna werd zij door veel Zaanse verenigingen gevraagd voor hen op te treden. Van de Russische danser en choreograaf Igor Schwezoff kreeg zij inmiddels les in de klassieke balletkunst en na deze opleiding startte zij in 1932 als eerste een amateur-dansopleiding in Zaandam.

Al spoedig ontstond veel belangstelling voor haar lessen, zodat zij met een grote groep leerlingen voor het voetlicht kon treden. Nadat zij in 1957 haar HBS-diploma had behaald vertrok zij naar Engeland om zich bij Kurt Jooss te bekwamen. Hier ontmoette zij een andere Zaankanter die ook van het balletdansen zijn beroep had gemaakt. Dat was de Zaandammer Evert Smit (pseudoniem Evert Compaen), opgeleid door Lili Green. Smit was vaste medewerker aan de Jooss-balletten.

Na enige jaren lessen bij Jooss te hebben gevolgd en aan verscheidene van zijn balletten te hebben deelgenomen keerde De Goeje naar Zaandam terug en heropende zij haar dansschool, totdat de oorlog en de zorg voor haar gezin haar tot sluiting dwongen. Wel bleef zij voor allerlei gelegenheden dansen ontwerpen en instuderen. In 1957 werd zij balletleidster en later eveneens regisseuse van de Zaandamse operette-vereniging Czaar Peter, waarmee zij een tiental jaren veel succes oogstte. Daarna werd zij in 1968 balletleidster en regisseuse van het semi-professionele gezelschap Opera Zaanstad. Deze functie vervulde zij tot 1987, toen zij door ziekte al haar werkzaamheden moest neerleggen. Daarmee kwam een einde aan een periode van 56 jaren waarin zij in het bijzonder in de Zaanstreek het balletdansen diende en populair maakte.

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde het ballet zich gunstig. De gemeente zag het belang van het balletdansen in en stimuleerde het door het verlenen van subsidies. Veel jonge mensen kregen hierdoor de kans zich in het balletdansen te bekwamen. Deze gelegenheid werd in de eerste plaats geboden door de leiding van de Muziekschool en later eveneens door de besturen van vele buurthuizen.

In het Zaantheater kunnen nu bovendien de Zaanse balletliefhebbers genieten van de voorstellingen van beroepsensembles, hetgeen zeker heeft bijgedragen tot een groeiende belangstelling voor het ballet als kunstvorm. Moderne vormen van de bewegingskunst zoals aerobic dancing en jazz-ballet kregen de laatste jaren grote populariteit en zijn kort behandeld bij: Jazzballetplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJazzballet

Dansvorm, ontstaan door vermenging van oorspronkelijk Afrikaanse dansvormen (die door de zwarte bevolking van de Verenigde Staten in stand werden gehouden) met uit Europa geïmporteerde (volks-)dansen. Eind jaren zestig kwam jazzballet in Europa op. In 1970 (en mogelijk al eerder) werden in de Zaanstreek de eerste lessen gegeven, veelal nog door in het klassieke
.

Mieke de Goeje