Gekanaliseerde sloot op de grens van Zaandam en Oostzaan, uitkomend op Zijkanaal H., oorspronkelijk een meer. Hierna: de Barndegatdam, de Barndegatsluis en de Barndegatter Watermolens (later gemaal).
Het meer ontstond als braak in de Oostzaner Zeedijk; niet bekend is wanneer. Het lag tussen de Zaandamse Achtersluispolder en de Oostzaanse Buitendijk, en werd gedempt en deels gekanaliseerd tijdens het graven van het Noordzeekanaal en Zijkanaal H. De naam van het meer ging over op de toen ontstane sloot.
De oorsprong van de naam Barndegat is evenmin bekend. Barn kan betekenen 'verheffing' de naam heeft daar mogelijk mee te maken. Maar aannemelijker is dat het middelnederlandse woord 'barnen' (=branden) ermee in verband staat. Er kunnen grote rietbranden zijn geweest. Het is niet bekend wanneer de Barndegatdam werd aangelegd, maar deze was in ieder geval reeds in het begin van de 17e eeuw aanwezig; in deze tijd werd gesproken van de Barndegatsluis in de dam.
De Barndegatsluis was vroeg in de 17e eeuw een der belangrijke schutsluizen in de Zaanstreek; hij werd gebruikt door de Wormer beschuitventersplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeschuitvaart
Het vervoer per zeilschip van de Wormer en Jisper beschuit in de 17e en vroege 18e eeuw. Het transport geschiedde vooral naar Amsterdam, maar had ook plaats naar de oostelijke provincies en zelfs tot Hamburg, Zweden en Denemarken toe. Ook in deze verre bestemmingen werd de beschuit voor een deel en detail verkocht, dus uitgevent. De, die hun goederen via de Watering transporteerden naar Amsterdam. Met de teloorgang van de beschuitbakkerijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeschuitbakkerij
Zie: Beschuit. Op deze plaats wordt uitsluitend de beschuitnijverheid te Wormer en Jisp behandeld, die gedurende de hele 17e eeuw, maar, zij het in mindere mate daarvóór, en daarna van aanzienlijke omvang was. Bij deze samenvatting van door anderen, maar voornamelijk door en het dichtslibben van de armen van het IJ boette ook de sluis in betekenis in. Hij werd tenslotte in 1714 gesloopt, waarna de Hanenpadsluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHanenpadsluis
De Hanenpadsluis, provinciaal monument en voormalige zeesluis, gebouwd in 1714, gelegen in de Oostzanerzeedijk te Zaandam, verbindt de polder Oostzaan met zijkanaal G, de Voorzaan. Het complex bestaat uit een sluis, een vaste brug, een loopbrug en een wachthuisje. Het sluiscomplex betreft een schutsluis met enkelkerende functie tussen de polder Oostzaan en het IJ. De sluis bevindt zich in de van oorsprong middeleeuwse zeewering, die het land ten noorden van het IJ beschermde. Vroe… in gebruik kwam. Behalve de schutsluis bevonden zich twee andere sluizen in de dam: een duikersluis en het Oorgat.
Het Oorgat was het uitwateringskanaal van de enkeltraps tocht van de Bardegatter Watermolens. De eerste van deze drie molens werd gebouwd in 1636, maar bleek niet in staat in z'n eentje het overtollige water van de polder Oostzaan uit te slaan. Vijftien jaar later werden de andere twee watermolens gebouwd. De molens heetten oorspronkelijk de Noorder-, Middel- en Zuidermolen, maar werden vooral bekend onder hun latere namen de Waker, Dromerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDromer, de
Oliemolen te Assendelft, zie: De Oranjeboom, de
oliemolen molen en Slaperplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSlaper, de
Watermolen te Oostzaan. De grote achtkante bovenkruier werd gebouwd in 1651. Hij heeft gestaan aan het eind van de Watering, bij het Barndegat, en werd in oktober 1878 door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij werd gesloopt in juni 1914.
watermolen molen oostzaan. In 1905 werd een dieselgemaal achter de dam geplaatst, het vermogen hiervan werd in 1913 verhoogd van 50 naar 90 PK. De molens werden hierna binnen de drie jaar gesloopt. In 1966 werd een nieuw gemaal gebouwd met zowel een diesel- als een elektromotor.
Literatuur: