Inhoud

Bartelsluis

Ansichtkaart van de Bartelsluis. Jaar onbekend

Sluis en daarnaar vernoemde buurtschap in Wormer. De Bartelsluis werd gebouwd in 1638 in samenhang met de droogmaking van de Enge Wormerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEnge Wormer

Droogmakerij van een voormalig meer, ten zuiden van de gemeente Wormer. De naam, vroeger ook wel 'Kleine Wormer', ontstond tengevolge van de tegenstelling in oppervlakte met de Wijde Wormer, eveneens een droogmakerij. Meet de laatste, in 1626 drooggemalen en verkaveld, ruim 1513 hectare, de Enge Wormer heeft een oppervlakte van iets meer dan tien procent daarvan, namelijk ongeveer 158 hectare. De bodem van de Wijde Wormer ligt ook iets lager: 4.75 beneden N.A.P. tegenover de Enge Wo…
, en verbond de Westerveer- en de Enge Wormerringsloot met de Zaan. Gedurende de bouw heette de sluis de Westersluis, later ging de sluis onder de naam Zaansluis door het leven. De sluis werd vooral druk gebruikt in de eerste jaren, door de beschuitventersplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeschuitvaart

Het vervoer per zeilschip van de Wormer en Jisper beschuit in de 17e en vroege 18e eeuw. Het transport geschiedde vooral naar Amsterdam, maar had ook plaats naar de oostelijke provincies en zelfs tot Hamburg, Zweden en Denemarken toe. Ook in deze verre bestemmingen werd de beschuit voor een deel en detail verkocht, dus uitgevent. De
die het Wormer beschuitplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeschuit

Tegenwoordig vrijwel uitsluitend fabrieksmatig vervaardigd baksel van tarwemeel, gist, eipoeder, blanke stroop, suiker en zout water, waaraan door het tweemaal te bakken een zekere brosheid en lichtheid is verleend, ook wel tafelbeschuit, terwijl vroeger vooral de aanzienlijk hardere scheepsbeschuit werd gebakken.
naar Amsterdam vervoerden. De Bartelsluis ontwikkelde zich tot een belangrijk knooppunt in het weg- en waterverkeer rond Wormer en de afzetgebieden. In 1733 was de Wester- of Zaansluis in kwalijke toestand geraakt, dat er belangrijke herstellingen nodig waren. In 1734 besloot de regering van Wormer de bijna honderdjarige oude houten sluis geheel weg te nemen en een nieuwe van steen te bouwen.

Zodra het tot uitvoering van het gevallen besluit gekomen was, werd met macht van volk aan de sluis gewerkt, en zo vaak Wormer’s ingezetenen dat werk gadesloegen, of er over hoorden spreken, moest de gedachte wel bij hen opkomen, dat, hoe het oude dorp ook in de loop der tijden mocht zijn teruggegaan in bloei, het evenwel nog bij machte bleek te zijn, om zo'n bouw te ondernemen en ten einde te brengen.

De nieuwe sluis zou het volgende geslacht wel door enig teken herinneren, wat het tegenwoordige gedaan had, zoiets was immers van oudsher de gewoonte geweest! Dat Wormer’s regering niet ontrouw werd aan haar verleden, dat ook zij de nieuwe sluis met een gedenksteen versieren zou, daaraan twijfelde niemand, en het werd bewezen, door een vak in de muur, dat de metselaars er blijkbaar voor open hadden gelaten. Maar welk opschrift zou die steen dragen? Dat bleef nu de vraag; maar het antwoord werd er niet op gegeven.

Eén slechts was er die het wist; maar die ene, hoe vaak ook gevraagd, had steeds geglimlacht en de nieuwsgierigen geantwoord, dat het te zijner tijd wel duidelijk zou worden. Die ene was burgemeester Simon Appel, de man wiens jongste zoon met de vereiste plechtigheid de eerste steen voor de sluis had gelegd.

Hoe meer men aan de sluis vorderde, hoe groter de spanning werd; want er waren er die zich raadsvergaderingen herinnerden, die aan de bouw waren voorafgegaan; er waren er die daardoor en door de kennis van de Heer Appel’s karakter geleid, wenken gegeven hadden, dat, nu alles aan hem overgelaten was, die steen wel iets anders vertellen kon, dan hetgeen men verwachtte, of wat aangenaam klonk. Want Wormer's eer kon wellicht voor een vergoding van de burgemeester en zijn geslacht moeten plaatsmaken. En al mochten die redenen niet bij ieder gehoor vinden, toch waren zij wel geschikt om de gemoederen te bewegen en tot ongeduld te prikkelen.

De sluis spreekt

Toen de sluis gereed was, kwam de steen en werd door de bouwlieden ingemetseld. En op die steen stond met krachtig uitgebeitelde letters te lezen:

De Sluys spreekt, 29 Juny 1734.
Voorsigtig Burgerheer, die onvermoeyt het heyl
des onderdaans bewerkt en pleyt voor Wormers voordeel,
Dank zy uw wys beleyt, wijl door uw versiend oordeel,
Myn Drempel Ses voet leyt beneden Zomerpeyl.
Uw lof Heer APPEL duurt noch langer dan mijn jaeren,
Uw Zoonen, Jacob, Heer der Ambachtsheerlykheyt,
En uw CORNELIS, die mijn grondsteen heeft geleyt‚
Die zullen, lukt mijn hoop, Uw glorie evenaren.

Het openingsfeest van de sluis, zo verlangend tegemoet gezien, werd door het merendeel der opgekomenen of genodigden niet van harte gevierd, daartoe had die steen te veel aanstoot gegeven. Ter wille van het nuttige werk konden zij het van zelfverheerlijking getuigende lofvers niet verkroppen. Geen wonder dus, dat er te Wormer en in de omtrek meer sprake was van het vers op de steen, dan van de opening der Nieuwe Sluis en dat talrijke bezoekers daarheen werden gelokt.

Naast de sluis verrees herberg De Buis en er ontstond een buurtje met winkeltjes waar schippers inkopen konden doen. De sluiswachterswoning deed tevens dienst als kruidenierswinkel en verkooppunt van sterke drank. Niemand voer daar beter bij dan Bartel in het naburige veerhuis, die zoals de meeste broeders van zijn gilde, tevens een herberg hield, waar de reizende man of passant, zoals men destijds degene noemde, die van de veren gebruik maakte, zijn intrek nam, hetzij om zich het zweet te drogen van de wandeling of om te wachten, dat de veerman van de overzijde kwam, maar altijd onder genot van een glas bier of een soopje en de pijp.

Bartel de veerman

In die dagen had Bartel, de veerman, het bijster druk en de sluis legde hem geen windeieren. Wat meer zegt, Bartel genoot zelfs ongedachte eer, dat men de sluis naar zijn naam noemde. De vele bezoekers spraken nooit van de Nieuwe Sluis, zoals burgemeester Appel gedacht zal hebben, met de naam van de roemruchte stichter maar noemden die eenvoudig de Bartelsluis naar Bartel, die heer Appel niet waardig geacht zou hebben zijn mantel te dragen!

Als gevolg van het zelfverheerlijkende vers op de steen in de sluismuur kwamen, hoe kan het anders, ook de spotliedjes los. Zo was er een parodie van het rijm op de steen, die luidde:

ANDERS

’t Moest er tegenover staan.
Twistzieke Burgerheer, die onvermoeid 't onheyl
Des onderdaans bewerkt, verpleyt gants Wormers voordeel,
Vervloekt is ’t valsch besluyt, wyl door uw avregts oordeel
Myn drempel ses voet leyd, beneden somerpeyl.
Uw lof Heer Appel stinkt, noch langer dan mijn jaaren.
Uw Jacob vol van waan‚ door Ambagtsheerlykheyt‚
Cornelis die door Uw verkeerde gronden leyt:
Die zullen vrees ik noch uw gekheyd evenaren.

Nog andere hekeldichten richtten zich tegen burgemeester Simon Appel, die vergeefse pogingen in het werk stelde om de samenstellers en verspreiders daarvan gerechtelijk te vervolgen en daardoor nog meer de aandacht op zich vestigde. De steen des aanstoots werd echter niet weggenomen, en het Opschrift zou door ieder gelezen worden zo lang de sluis in wezen bleef.

Met de teloorgang van de Wormer beschuitbakkerij nam ook de betekenis van de sluis af, al maakte papierfabriek Van Gelder Zonen te Wormer nog druk gebruik van de sluis voor aanvoer van grondstoffen. Door de groei van vervoer over de weg verloor de sluis zijn functie. In 1968 werd de houten ophaalbrug vervangen door een vaste betonnen brug. In 1971 besloot het Waterschap de sluis buiten gebruik te stellen. In januari 1972 viel het besluit om de schutsluis te dempen en is sindsdien in gebruik als tuin. De naam leeft voort in de buurtschap.

Lees ook Een eeuwenoud verkeersknooppunt in Wormer en Bartelsuis weer in gebruik

Literatuur: