Inhoud

Forbo Krommenie bv

Fabrikant van linoleum en vinyl, handel in linoleum, vinyl, tapijt, onderhouds-, plak- en egaliseermiddelen, afwerkingsproducten zoals plinten, profielen en lasdraden; statutaire zetel in Krommenie, feitelijk gevestigd te Assendelft.

Het bedrijf werd opgericht in oktober 1898 te Krommenie door Pieter Hendrik Kaars Sijpesteijn. De familie Kaars Sijpesteijnplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKaars Sijpesteijn

Ondernemersgeslacht in de 18e, 19e en 20e eeuw.

De belangen van de familie Sijpesteijn in de zeildoekfabricage werden geërfd van de familie Kaars. Jan Sijbrantsz. Kaars (1735-1812), zeildoekreder uit Krommenie, was gehuwd met Etje Pieters Kuyper (1736-1781), eveneens stammend uit een rolredersfamilie. Hun dochter Bregje Kaars (1775-1803) trouwde Hendrik Sijpesteijn (1773-1835), zoon van Willem Sijpesteijn (1739-1818) en de zeer vermogende Trijntje Streek. Deze Willem was afko…
was al generaties lang actief in de zeildoekweverij. De vader van Piet Hein, Willem Kaars Sijpesteijn, had in 1845 de lijnoliemolen De Vredeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVrede, de

Houtzaagmolen te Oostzaandam, bovenkruier. De Balkenzager werd gebouwd in 1839. Hij werd in mei 1848 door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw, op enige afstand en ten noorden van de Hanenpadsloot en werd in juli 1899 opnieuw door brand verwoest.
te Westknollendam aangekocht. Lijnolie werd onder andere gebruikt voor het impregneren van vlas- of zeildoek, hout, voor verlichtingsdoeleinden en als mengstof voor verf.

In de tweede helft van de 19e eeuw liep zowel de vraag naar lijnolie als naar zeildoek terug. In plaats van lijnolie werd steeds vaker petroleum als brandstof voor lampen gebruikt en de opkomst van de stoomschepen deed de afzet van zeildoek dalen.

In Schotland was inmiddels door Frederic Walton het linoleum uitgevonden. Walton had ontdekt dat bij oxydatie van lijnolie een dik en taai vlies ontstaat. In 1863 slaagde hij er in door het gebruik van dit product, met harsen, kurkmeel, jute en kleurstof een nieuwe soort vloerbedekking te ontwikkelen. Hij noemde zijn uitvinding linoleum, Linum = lijnzaad, Oleum = olie. In 1864 bouwde Walton de eerste linoleumfabriek in Staines.

Toen Piet Hein Kaars Sijpesteijn, die zijn vader in zaken was opgevolgd, van deze vinding hoorde, was hij op zoek naar afzetmogelijkheden voor zijn bijna geheel onverkoopbare lijnolie en zeildoek. Het nieuwe Engelse product zou de redding van zijn bedrijf kunnen zijn. Hij zocht contact met Walton en in oktober 1898 werd een contract tussen beiden getekend. De familie Sijpesteijn kocht voor f 400 het patent voor de vervaardiging van linoleum in Nederland. In november van datzelfde jaar werd het in Engeland getekende ontwerp voor een fabriek, naar Krommenie gezonden.

Het jaar daarop begon de nv Nederlandsche Linoleumfabriek aan de Padlaan te Krommenie met de productie. Bij het bedrijf werkten toen 23 personen, waaronder zeven Schotten, die waren overgekomen om de helpende hand te bieden bij de opbouw van het bedrijf en die in later jaren voor het merendeel naar huis terugkeerden. De omzet dat eerste jaar bedroeg f 64.665. In deze tijd werden de eerste rollen bruin effen Walton met en zonder opgedrukt patroon geproduceerd.

In 1903 brandde de fabriek geheel af, waarna herbouw volgde. In 1916 was deze nieuwe fabriek te klein geworden en moest worden uitgebreid. Aangezien aan de Padlaan geen groeimogelijkheid bestond, werd een nieuwe fabriek gebouwd aan de Vaart. De fabricage nam daarna zo'n grote vlucht, dat in 1923 ook in Assendelft een vloerbedekkingsfabriek in gebruik genomen werd, de fabriek Zuid aan de Industrieweg.

In Wormerveer werd in 1926 een nieuw onderdeel van de Nederlandse Linoleum Fabrieken, de chemische divisie Eurocol gestart waar werd begonnen met de productie van kit, plak-, egaliseer- en onderhoudsmiddelen.

De lang levende wens van Sijpesteijn om een aantal Europese linoleumfabrikanten te verenigen kreeg in 1929 gestalte toen de Continentale Linoleum Union (CLU) te Zurich werd opgericht.

Uit 1930 dateert de komst van marmoleum als vloerbedekking. Een nieuwe impuls voor de linoleumproductie was de vondst van kleursterke pigmenten. Deze konden linoleumstof elke gewenste kleur geven, ook lichte kleuren door gebruik van titaanwit.

Tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef de omzet van de Nederlandsche Linoleum Fabrieken gestaag groeien. De oorlog maakte hier een einde aan; de omzet daalde zelfs naar een absoluut dieptepunt. Na de oorlog kwam het bedrijf tot nieuwe bloei en werden nieuwe producten ontwikkeld. In 1950 werd begonnen met de productie van de Colorite cumaronharstegel.

Forbo Groep

In 1952 startte het bedrijf als een der eersten in Europa met de fabricage van vinyl of colovinyl, en in 1960 bracht het bedrijf de luxe vinyltegel Coloflor op de markt. Een geheel nieuwe productgroep werd in 1964 gevormd, toen het bedrijf begon met het maken van vinyl in banen. Op het complex Zuid te Assendelft werd in 1968 gestart met de fabricage van Novilon, een verende vinyl-vloerbedekking, waarbij gebruik werd gemaakt van een vier-kleurendrukmachine. In 1968 zou uit de CLU een veel hechter concern-verband voortkomen, de Forbo-groep.

Forbo Krommenie

De omzetting van de CLU in het concern Forbo leidde ertoe dat de naam van de Nederlandse Linoleumfabriek in 1970 werd veranderd in Forbo Krommenie. Ook hierna werden nieuwe producten op de markt gebracht.

September 1975 ontslaat Forbo-Krommenie BV zullen ruim 100 personeelsleden. De betrokken vakorganisaties worden het eens over een afvloeiingsregeling en stemmen er mee in. De ontslagen vallen voornamelijk bij magazijn- en administratief personeel.

Forbo en de Franse maatschappij Sommer-Allibert zetten in 1977 in de panden van de voormalige Davo-haardenfabrieken in Coevorden een nieuwe fabriek onder de naam Forsom op voor de fabricage van vier meter brede Novilonvinyl vloerbedekking Hierdoor kwam op het complex Zuid in Assendelft ruimte beschikbaar om de productie van Novilon uit te breiden. De fabriek, die eind 1978 in bedrijf kwam, vergt een investering van 30 miljoen.

De Novilon productgroep werd uitgebreid door de komst van Novilon Nova, Viva, Soft, de Luxe en Astro. Voorts kwamen Sure Step, Linoflex, Bulletin Board wandbekleding en Desk Top (afwerking meubels) in productie.

De Zwitserse Forbo AG uit Zürich neemt op 1 maart 1982 de tapijtfabriek Paderborn van Burlington Teppichwerke GMBH over. De overname heeft tot doel de tapijtdivisie van de Forbo-groep verder uit te breiden. De tapijtfabriek van Burlington, gespecialiseerd in de vervaardiging en verkoop van velours-tapijt, telt 150 personeelsleden en heeft een jaaromzet van rond DM 30 miljoen. Het bedrijf zal als Forbo Teppichwerke GMBH. Paderborn onder dezelfde leiding worden voortgezet. De Forbo-groep behoort op dat moment tot de belangrijkste Europese fabrikanten van vloer- en wandbekleding. In totaal heeft de groep circa 3000 mensen in dienst. De omzet over de gehele wereld bedraagt ruim ƒ 700 miljoen.

De Forbo-groep, met het hoofdkantoor nog altijd te Zürich, heeft productiemaatschappijen in: Zweden, Zwitserland, Frankrijk, West-Duitsland, Engeland en Nederland. In Nederland zijn er in 1982 naast Forbo Krommenie de volgende vestigingen: Forsom-Coevorden, Klewabo-Zeist, Eurocol-Wormerveer, Forbo Tapijt-Soest en Bonaparte en Tapijtveredelingindustrie-Goirle.

Een belangrijke uitbreiding kreeg Forbo Krommenie in 1986, vier jaar na de ingebruikneming van het nieuwe kantoorgebouw, toen de linoleumfabriek werd uitgebreid met vijf nieuwe droogkamers, een koelvloer en een dwarskalander.

Bij Forbo Krommenie bv waren in 1991 905 personen in dienst. De omzet bedroeg in 1990 396 miljoen gulden. Zeventig procent van de producten wordt geëxporteerd naar Europa, Midden-Oosten, Verre Oosten, Canada, Verenigde Staten, IJsland, Australië en Nieuw Zeeland.\

Asbest

Forbo komt in 1989 landelijk onder vuur te liggen vanwege het asbesthoudend zeil Novilon Nova van Forbo Krommenie en Colovinyl, dat tussen 1970 en 1980 is gelegd. Dit zeil mag niet door particulieren en woninginrichters worden verwijderd. Konsumenten Kontakt onderzoekt bij monde van milieumedewerker B. Herberigs, of mensen die Novilon vloerbedekking van Forbo in huis hebben liggen het bedrijf juridisch aansprakelijk kunnen stellen. Drie ministers besluiten te gaan studeren op het veilig verwijderen van Novilon.\ De Haarlemse rechtbank bepaalde februari 1992 dat fabrikant Forbo in Krommenie daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld. Een echtpaar uit Dordrecht kwam voor forse kosten te staan toen de Novilon-vloerbedekking aan vervanging toe was. Het gezin volgde de door het ministerie van WVC aangeraden weg: een gespecialiseerd sloopbedrijf verwijderde het vinyl. Kosten ruim 9000 gulden.

D66-kamerlid Tommel wil kort na de uitspraak overleg met minister Alders (Milieu) en staatssecretaris Simons (Volksgezondheid) over de kosten van het opruimen van vloerbedekking, waarin asbest voorkomt. Tommel stelt dat de Staat dan maar het grootste deel van die ƒ 150 de vierkante meter opruimkosten moet vergoeden omdat de Staat Forbo nooit heeft verboden dit linoleum op de markt te brengen terwijl toen asbest al wel verdacht was.

Europese Designprijs

De Europese Designprijs op initiatief van de Europese Commissie belandde in 1992 in Krommenie. De prijs is erop gericht bedrijven te stimuleren verschillende ontwerpdisciplines te integreren op een marktgerichte wijze in de produktontwikkeling en die streven naar innovatie door ontwerpen. De prijs werd tijdens de wereldtentoonstelling EXPO' 92 in het Spaanse Sevilla uitgereikt.

Als de productiviteit van het bedrijf in 1993 achterblijft bij de investeringen die werden gedaan zullen de komende jaren ongeveer 135 van de 900 banen verdwijnen. De vakbonden noemden een aangekondigde reorganisatie onvermijdelijk.

Het Zweedse Tarkett AB, distributeur van vinyl vloerbedekkingen en Forbo vliegen elkaar halverwege 1994 in de haren als Tarkett in een brochure aangeeft dat linoleum vochtproblemen veroorzaakt en bijdraagt aan het 'sick building system'. Via een kort geding dat was aangespannen door Forbo-Krommenie stelde de rechter Forbo in het gelijk. Per overtreding zou Tarkett 1000 gulden moeten betalen.

In 1994 werd Siegling in het Gelderse Spankeren, gespecialiseerd in proces- en transportbandsystemen overgenomen door Forbo. Het bedrijf gaat door het leven als Forbo Siegling Nederland BV.

Een praktijkschool met als doel een puntgave linoleumvloer te leggen is sinds 1994 in Portugal te vinden. De Portugese leermeesters zijn in Nederland opgeleid en brengen in Oporto hun kennis over op branchegenoten. Personen uit de branche leren in vijf dagen een perfecte vloer te leggen.

De lijmendivisie krijgt dankzij de aankoop van Swift Adhesives BV te Naaldwijk in 2003 een leidende positie op wereldmarkt en gaat voort onder de naam Forbo Adhesives Nederland BV. In 2007 worden de locale verkoop- en opslag activiteiten voortgezet vanuit Genderen.

De beltingdivisie breidt tussen 2002 en 2003 uit in de UK. Linoleum en vinyl fuseren en vormen Forbo Flooring. Er bestaan nu drie strategische business units: Flooring, Adhesives en Belting.

Tussen 2004 en 2006 vindt een strategische focus plaats op drie strategische business units. Herstructurering en maatregelen die de winstgevendheid verhogen. Een Chinese lijmenproducent, gespecialiseerd in hot-melt en lijmen op waterbasis, wordt overgenomen.

In 2007 wordt een nieuwe merk- en groei strategie toegepast; drie strategische business units - flooring, adhesives en belting - worden vervangen door Flooring Systems, Bonding Systems en Movement Systems, opererend onder het Forbo merk met een geïntegreerde strategie.

Bonar Floors, een grote Europese vloerbedekkingproducent, wordt in 2008 ingelijfd. Hiermee versterkt Forbo Flooring Systems haar marktleiderspositie als aanbieder van complete vloeroplossingen in de projectenmarkt.

Forbo neemt, eveneens in 2008 de lichtgewicht PVC transportbanden divisie over van Fenner Dunlop (Charlotte) Inc. North America om de divisie Movement Systems verder te versterken.

In 2013 volgt integratie van Forbo Bonding Systems in Forbo Flooring Systems.

Vanaf het jaar 1990 geeft Forbo twee keer per jaar het Magazine Archidea uit. Aanvankelijk werden er 35.000 exemplaren wereldwijd verzonden. Later werden de digitale mogelijkheden benut en zijn Archidea-Magazines online in te zien.

Sponsoring

Regelmatig legde Forbo zich toe op sponsoring. Zo werd op trainingscomplex Voorland van Ajax in 1988 een kunstgrasveld beschikbaar gesteld. IJshockeyclub Heerenveen ging in de negentiger jaren als Forbo Flyers door het leven maar zag sponsor Forbo afhaken vanwege een financiële wanorde. Schaatsers Falko Zandstra, Ritsma Ritsma en Arjan Schreuder zagen hun jaarinkomen stijgen door zich middels een individueel sponsorcontract aan Forbo te verbinden. In de tachtiger jaren werd, enkele dagen voor de start van de Tour de France, de Grote Prijs Forbo verreden, een ééndagskoers voor wielerprofs.

Literatuur. o.a. K. Woudt: De geschiedenis van een Krommenieër familie-onderneming, Krommenie, 1988.