Oostzaan, 15 oktober 1865 - Amsterdam, 13 november 1945
Albert Heijn sr, zoon van Jan Simonsz Heijn (1830-1912) en Antje de Ridder (1833-1899), oprichter van levensmiddelenconcern Albert Heijn, kon goed leren en mocht als enige van de kinderen naar de HBS in Zaandam. Daar hield hij het één jaar uit en ging bij zijn ouders in de winkel in de Kerkbuurt van Oostzaan werken. In 1887 trouwde hij met plaatsgenote Neeltje de Ridder (1869-1946), een nichtje van zijn moeder en dochter van dijkgraaf Gerrit de Ridder. Uit het huwelijk werden negen kinderen geboren.
Op 1 mei 1887 kocht Albert Heijn sr voor een bedrag van 4.643,23 gulden de winkel met inventaris van zijn vader Jan Simonsz Heijn en moest bovendien enkele jaren een huursom van 260 gulden betalen; zijn vrouw Neeltje stond in de winkel, hij bezocht fabrikanten om de tussenhandel over te slaan; voorts ging hij in Oostzaan met een hondenkar langs de deuren; hij opende in 1895 het eerste filiaal aan de Westerstraat in Purmerend, gevolgd door filialen in Schagen, Delft, Hoorn en Alkmaar, waar de boeren een lot kregen voor de tombola als ze voor een dubbeltje sigaren kochten.
Zijn succes als ondernemer had hij deels aan zijn joviale karakter te danken. Albert Heijn, legde zich van aanvang af toe op de verkoop van kwaliteitsartikelen tot de laagst mogelijke prijzen, doch altijd contant. Want als goed koopman begreep hij al spoedig, dat het geven van lange kredieten, zoals toen algemeen gebruikelijk was, van invloed moest zijn op de prijzen.
In de winter van 1900 verhuisde het bedrijf naar Zaandam waar hij in 1899 een Centraal Magazijn aan de Westzijde opende. In 1907 telde AH 23 filialen, vier jaar later beviel het Albert niet langer van zijn leveranciers afhankelijk te zijn, wat de kwaliteit van zijn artikelen betreft. Hij ging zelf koffie branden achter de winkel in Oostzaan. In 1917 had hij 54 filialen onder zijn beheer.
In 1920 droeg Albert Heijn sr het winkelbedrijf over aan zijn zoons Jan Heijnplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHeijn, Jan
Oostzaan, 28 oktober 1897 - Ouderkerk, 5 oktober 1964
Jan Heijn, zoon van levenmiddelenconcern-oprichter Albert Heijn sr (1865-1945) en Neeltje de Ridder (1869-1946), vader van Gerrit Jan Heijn en Albert Heijn jr (1927-2011) president van de raad van bestuur van Koninklijke Ahold te Zaandam. Jan Heijn speelde met zijn broer en Gerrit Heijn alsmede aan schoonzoon Johan Hille (1888-1948) die gehuwd was met Trijntje Heijn (1889-1968). Albert Heijn sr werd daarna president commissaris. In datzelfde jaar werd de Maatschappij tot Exploitatie der Fabrieken en Handelszaken opgericht. Anton Jurgens van Anton Jurgens' Margarinefabrieken N.V., één van de voorlopers van Unilever, kocht de helft van het gewone aandelenkapitaal, die hij overigens na onenigheid met de heer Heijn in 1927 weer verkocht.
Toen het bedrijf in 1927 veertig jaar bestond telde de onderneming 107 filialen en werd het predicaat hofleverancier verkregen.
Albert Heijn sr overleed op 13 november 1945 op 80-jarige leeftijd. Drie jaar later ging het bedrijf naar de beurs.