Horst, Mijndert van der

Haarlem 16 januari 1910 - Bulgarije 1971

Mijndert van der Horst, verzetsstrijder, werd op 16 januari 1910 geboren te Haarlem in een sociaal-democratisch gezin, bestaande uit vader, moeder, vijf broers en vier zusters. Miek wordt lid van de communistische partij op 22-jarige leeftijd en stelt zich kandidaat voor de Zaandamse gemeenteraad in 1935.

Omdat hij ongehuwd is, krijgt hij toestemming van de partij om naar Spanje te vertrekken en dienst te nemen in de Internationale Brigade en zet op 26 juni 1937 voet op Spaanse bodem. Hij maakt gevechten mee aan de fronten van Brunete en Jarama en komt hierna in de Hollandse compagnie terecht bij de “De Zeven Provinciën”. In deze compagnie maakt hij gevechten mee op het Aragonfront, in hoofdzaak bij Belchite en Teruel. Bij het laatste loopt hij ernstige bevriezingsverschijnselen op en komt in het hospitaal te Benicasim terecht.

Op 5 december 1938, na het ontbinden van de Internationale Brigade’s, arriveert hij als stateloos weer op Nederlandse bodem. De in Spanje meegemaakte ontberingen zorgen ervoor dat Miek twee jaar na terugkomst nog stottert, wat nooit meer helemaal is verdwenen.

Kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor Nederland gaat Miek met broers en enkele vrienden door met het verzet tegen het fascisme. Hij wordt door de leiding van de partij, gezien zijn gevechtservaring, ingezet in een Mil-group. Het doel is het arbeidstempo te verlagen en sabotage te plegen aan machines en spoor.

Hij werkt mee aan het opzetten en distribueren van pamfletten tijdens de Februaristaking in de Zaanstreek. Het bestuur van de CPN zet na Pearl Harbor aan tot de vorming van een keiharde groep die ook aan wapens en munitie weet te komen, Miek was er één van.

Miek heeft rond die tijd een vals persoonsbewijs en noemt zich Anton van Houten. In september 1941 verwacht de Partij een spoedige inval in Europa en richt sabotagegroepen op. Miek treedt hierin toe. Op 11 maart 1943 neemt hij deel aan de sabotage aan de Electro-fabriek te Amsterdam. Op 6 april van dat jaar neemt hij deel aan het elimineren van W. Ritman te Velsen en op 1 mei aan de overval op de Weteringschans. De groep weet zelfs binnen te komen, maar er slaat een hond aan waardoor ze moeten vluchten. Miek wordt door kogels geraakt. Op 11 mei 1944 is hij zo ver hersteld dat hij deel neemt aan de overval op het gemeentehuis van Wormerveer. Eind mei volgt een overval op het gemeentehuis te Heiloo. Miek treedt toe tot de Raad van Verzet. Rond februari 1945 vertrekt Miek als instructeur/saboteur naar Wieringen om daar de groepen te versterken. Ook hier volgen liquidaties.

Na de bevrijding wordt Miek bewaker in een interneringskamp te Hilversum. Later gaat hij de bouw in, maar als er gestaakt wordt staat hij vooraan. In 1948 krijgen Miek en anderen hun Nederlanderschap weer terug. Rust vindt Miek niet meer, in de periode 1946-1968 verhuist hij 17 keer en ook in de liefde gaat het hem niet goed af. Hij is homo en zijn eerste vriend overlijdt aan kanker. In 1970 vraagt hij een uitkering aan bij de stichting 40-45. Het leven lijkt hem weer wat vreugde te geven, hij komt een nieuwe liefde tegen, maar 1 jaar na zijn pensioen op vakantie in Bulgarije met zijn nieuwe vriend overlijdt hij daar aan een hartstilstand.

Bronnen: A.J. van der Horst: Twee levens - Uitgave Free Musketeers 2014