IJ, het

Thans een breed water binnen de stad Amsterdam, met daarmee verbonden een aantal deels gegraven havens, aan de oostkant begrensd door een afdamming met de Oranjesluizen ter hoogte van Schellingwoude, aan de westkant overgaande in het Noordzeekanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordzeekanaal

Kanaal dat Amsterdam sinds 1876 met de Noordzee verbindt. Daartoe werd de duinenkust doorgraven bij Velsen en het vervolgens ontstane IJmuiden. Een sluizencomplex en twee zich ruim 1500 meter in zee uitstrekkende pieren werden tevens aangelegd. Het kanaal, grotendeels met de hand gegraven waar 'Holland op z'n smalst' is, vormt een ruim 26,5 km lange verbinding tussen Noordzee en IJsselmeer en is van grote betekenis, niet alleen voor Amsterdam als havenstad, maar ook voor de Zaans…
.

Het IJ stond vóór de afdamming tussen 1865 en 1872 in open verbinding met de Zuiderzee en strekte zich uit van Durgerdam tot aan de duinen. Bij Beverwijk was het nog door een strook van slechts 8 km van de Noordzee gescheiden; men sprak terecht van Holland op z'n smalst. Tot de inpoldering en de daarmee samenhangende aanleg van het Noordzeekanaal tussen 1861 en 1876 liep het IJ langs Oostzaan, Zaandam en Westzaan. Een noordwestelijke uitloper werd gevormd door het voormalige Wijkermeerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWijkermeer

Voormalig meer, de noordwestelijke uitloper van het IJ, tussen Assendelft, Beverwijk, Velsen, Santpoort en Spaarndam.

Over de ontstaansgeschiedenis van het meer is weinig bekend. Mogelijk was het meer aanvankelijk een diepe kom, die door verschillende doorbraken met het IJ in contact kwam. Vanaf ongeveer 1100 tot 1357 vormde het meer een serieuze bedreiging voor het land benoorden het IJ; het stond via het IJ in direct contact met de Zuiderzee en via het Kromme IJ met de Schermer e…
, dat in het IJ was opgenomen en langs Nauerna en Assendelft tot aan het Kromme IJplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKromme IJ

Tot in de Middeleeuwen een brede doorvaart tussen het Wijkermeer en het Langemeer, dat een uitloper van het vroegere meer de Schermer vormde. Zie: Crommenije.

De doorvaart bleef tot 1357 mogelijk. Toen werd namelijk de Nieuwedam ter hoogte van Busch en Dam in het Crommenije opgeworpen ter voorkoming van verder landverlies. Alkmaar, in die tijd als agrarisch centrum van belang, nam de aanleg van de Nieuwendam niet in dank af, omdat de vaarroute naar Amsterdam er door bemoeilijkt werd.…
doorliep.

Totdat in het jaar 1358 het Kromme IJ met de Nieuwendam werd afgesloten, stond het IJ via het Wijkermeer in open verbinding met de Schermer en de overige Noordhollandse meren. Stormvloeden vormden toen een voortdurende bedreiging voor grote delen van het Noorderkwartier.

Etymologisch is de naam IJ volgens sommigen verwant aan Aa, Ae en Ee als namen van waterlopen elders. Anderen, onder wie mr. Dirk Visplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVis, Mr. Dirk

Nederhorst den Berg 8 juli 1906 - Driebergen 2002

Auteur van een groot aantal belangrijke publicaties over de Zaanstreek op historisch gebied. Mr. Dirk Vis stamt uit een oud Zaans geslacht en bracht zijn jeugd door in Westzaan.

Na een opleiding aan de HBS in Zaandam en een rechtenstudie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam waar hij in 1931 afstudeerde, werkte hij korte tijd als advocaat en procureur, maar in 1933 ging hij als illustrator en kunstschilder werken.
, wezen er echter op dat de oude naam Tye, Thije of Tij luidde1). Volgens Soeteboomplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSoeteboom, Hendrick Jacobsz.

Oost-Zaandam, 1616 - Zaandam 1678

ook wel: Soet, Zoet, of Zoeteboom

Hendrick Jacobsz. Soeteboom, eerste Zaanse geschiedschrijver; boekverkoper en uitgever. Naar Soeteboom is meermalen onderzoek gedaan, onder anderen door
in d'Zaanlandz Arkadia 1658, was het IJ in de 12e eeuw nog een smal watertje, dat in de duinen ontsprong en even benoorden Polanen, de smalle strook land tussen IJ en Haarlemmermeer bij Halfweg, in de Zaan uitmondde. Dit stroompje zou zich sindsdien door afslag hebben uitgebreid tot een binnenzee, waarbij op grote delen van de bodem een kleilaag bezonk van 1 tot 3 meter dikte. Wat de naam het IJ betreft merkte Soeteboom nog op: na myns bedenckens komt het van `t eb en vloejen, dat wy gemeenlyck tye noemen'.

Over het ontstaan van het IJ bestaan verschillende theorieën. Werd hiervoor reeds de mededeling van Soeteboom genoemd, volgens dr. Simon Hartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHart, dr. Simon

Zaandam 24 maart 1911 - Amsterdam 27 september 1981

Zaans historicus en publicist. Hart heeft meer dan honderd publicaties op zijn naam, een groot deel daarvan betrof de economische geschiedenis van de Zaanstreek en Amsterdam. Zijn
is het Oer-IJ gevormd tijdens het Atlanticum tussen 5000 en 2000 voor Christus. Na een doorbraak van de zee bij Castricum, die ruim vóór het begin van onze jaartelling moet hebben plaatsgehad, kreeg dit Oer-IJ het karakter van een getijdengeul, dus met eb en vloed.

De kronkelende loop doet echter ook vermoeden dat het een riviermond geweest kan zijn, die met noordelijke uitlopers van de Rijn in verbinding stond. Als gevolg van een zeespiegeldaling of dichtslibbing van de monding werd het Oer-IJ daarna een besloten veenwater, een meer. Door overstromingen hiervan vormden zich nieuwe geulen en door de aanvoer van water ontstond bij Castricum omstreeks het jaar 300 een tweede doorbraak.

In deze fase van de ontwikkeling zou bijvoorbeeld ook het voormalige eiland Ruigoordplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRuigoord

Voormalig eiland in het IJ behorend tot het grondgebied van de banne van Westzanen. Het eiland lag ter hoogte van de Westzaner Overtoom, maar werd na de inpoldering van de IJ-polders (1861-1873) een deel van de huidige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het voormalige eiland is nog steeds een verhoogd deel van de Houtrakpolder en wordt nog als zodanig aangeduid.
, dat tot de Zaanstreek werd gerekend, zijn ontstaan. Sinds het ontstaan van de Zuiderzee tussen 1170 en 1395 werd het nog smalle IJ door landafslag steeds breder. Het voormalige eiland Den Hoornplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoorn, den

Voormalig eiland in het IJ, ten zuiden van het Zaandamse schiereiland de Hem. Na de inpoldering van het IJ werd het grootste deel van dit betrekkelijk grote eiland Amsterdams grondgebied. Zie voorts: Zaenderhorn. Zie ook: Archeologie 3.
werd in deze fase losgeslagen van de Hemlanden.

In de Zaanstreek werd rond 1300 aan verdere overstromingsdreiging een eind gemaakt door de aanleg van de Zaan-dam en de hoge IJ- en zeedijkenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigIJdijken

Het dijkenstelsel dat de oevers van het IJ tegen overstromingen beschermde, in de Zaanstreek officieel Noorder IJ- en Zeedijk geheten. In de straatnaamgeving ontstonden hiervoor, van oost naar west, de namen Zuiddijk, Hogendijk, Westzanerdijk, Overtoom, Nauerna en Assendelver Zeedijk. Pas na de aanleg van de hoge IJdijken en de afdamming van de Zaan werden bebouwing en bewoning van de Zaanoevers mogelijk. De voltooiing van het dijkenstelsel moet aan het eind van de 13e eeuw gedateerd w…
. Sindsdien werd bewoning van de Zaanoevers mogelijk. Alleen de buitendijkse landen overstroomden nog regelmatig, maar bij hevige stormen zijn ook de aangelegde hoge en lage dijken meermalen doorgebroken. Kronkels in de voormalige IJ-dijken en de daarbij dikwijls nog aanwezige wielen of meertjes geven de plaatsen van deze dijkdoorbraken nog aan.

Mr. Dirk Visplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVis, ondernemersgeslacht Wormerveer

* Wormerveer * Zaandijk * Heyme Vis

Vis

Ondernemersgeslacht uit Wormerveer in de 19e eeuw

Een jongere zoon van Jan Vis Heymesz (1765-1818) en Trijntje Cleyndert (1773-1834), was Albert Vis, ondernemersgeslacht Wormerveer (1801-1848), gehuwd met Neeltje Groen (1801-1852). Hij werkte aanvankelijk op het kantoor van de heren
kwam in 1990 met een verrassende stelling, die hij baseerde op een bodemkundig onderzoek van dr. ir. A.R. Güray. Deze laatste, een Turkse onderzoeker die ook de term Oer-IJ introduceerde, bracht de sporen aan het licht van een oude, brede en sterk kronkelende stroom, waarvan de bodem later met klei overdekt werd. De oorspronkelijke loop was vrij nauwkeurig aan te wijzen door de bij de boringen aangetoonde oeverwallen. Mr. Vis concludeerde op grond hiervan dat men het Oer-IJ beter de naam Oer-Zaan kon geven, omdat naar zijn oordeel de oude Zaanstroom deel uitmaakte van dit door Güray aangetoonde estuarium. Het verdwenen deel van de Zaanbedding zou hebben gelopen van de Voorzaan af langs de Hemlanden, dan oostelijk langs het voormalige eiland Den Hoorn en vervolgens in ruime kronkels westwaarts tot in het Wijkermeer. Het voormalige eiland Ruigoord zou ten noorden van deze meanderende vroegere Zaanbedding hebben gelegen.

Vormde het IJ eeuwenlang een bedreiging door het overstromingsgevaar, voor Amsterdam en de Zaanstreek was het als open vaarwater van grote economische betekenis. Amsterdam had dan ook zeer veel geld over voor het bevaarbaar houden. De op de stapelmarkt Amsterdam georiënteerde Zaanstreek profiteerde daarvan. Toen de Voorzaan door de vorming van bodemslib van de 17e eeuw af te ondiep werd voor de toenmalige grote zeilvaart, vormde de Holle- of Hornsloot in het IJ een losplaats voor goederen zoals Scandinavische balken met bestemming Zaandam. Hier werd de voor de Zaanstreek bestemde vracht overgeladen op kleinere schepen. Deze situatie bleef tot ver in de 19e eeuw gehandhaafd.

De aanleg van de Oranjesluizen, begonnen in 1865, maakte een eind aan de open verbinding met de Zuiderzee, die steeds van uitermate groot belang voor zowel Amsterdam als de Zaanstreek is geweest. De hoofdstad heeft zich aanvankelijk heftig tegen de plannen voor deze afsluiting verzet alsook tegen de inpoldering van het IJ. Pas in 1861 schaarde ook Amsterdam zich achter deze plannen, in de overtuiging dat het aan te leggen Noordzeekanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordzeekanaal

Kanaal dat Amsterdam sinds 1876 met de Noordzee verbindt. Daartoe werd de duinenkust doorgraven bij Velsen en het vervolgens ontstane IJmuiden. Een sluizencomplex en twee zich ruim 1500 meter in zee uitstrekkende pieren werden tevens aangelegd. Het kanaal, grotendeels met de hand gegraven waar 'Holland op z'n smalst' is, vormt een ruim 26,5 km lange verbinding tussen Noordzee en IJsselmeer en is van grote betekenis, niet alleen voor Amsterdam als havenstad, maar ook voor de Zaans…
als kortere en diepere verbinding met de wereldzeeën te verkiezen was boven de oude vaarroute via de Zuiderzee.

In de Zaanstreek had men al eerder gunstig gereageerd op de voornemens tot inpoldering van het IJ en doorgraving van Holland op z'n smalst. Niet alleen zou de Zaan op die manier beter bevaarbaar worden, dat was namelijk in de plannen voorzien, maar ook ontstond hierdoor eindelijk het uitzicht op een directe spoorverbinding naar het zuiden. Het IJ was immers steeds te breed gebleken voor de overspanning door een spoorbrug. Gesteund door de gemeenten en de Kamer van Koophandelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKamer van Koophandel en fabrieken voor de Zaanstreek

Prins Bernhardbrug Door de wet ingesteld orgaan ter behartiging van de economische belangen van industrie, ambacht en dienstverlening. Aanvankelijke benaming Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zaanland: op verzoek van de Kamer op l juli 1988 tot huidige naam gewijzigd.
bedong het Hoogheemraadschap der Uitwaterende Sluizen het graven van de zijkanalenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZijkanalen

Zijkanalen van het Noordzeekanaal, die de Zaanstreek op verschillende plaatsen met dat water verbinden. De meeste zijkanalen kwamen eerst gereed na volhardende actie vanuit de Zaanstreek.

Voor de Zaanstreek van belang zijn:

* Zijkanaal D is een waterweg in de gemeente Zaanstad. Het kanaal vormt de verbinding tussen de Nauernasche Vaart in
D en G, respectievelijk naar de Nauernasche Vaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNauernasche Vaart

Kanaal met een lengte van 8,5 kilometer tussen de Tochtsloot bij Westknollendam en Zijkanaal D van het Noordzeekanaal bij Nauerna.

Het kanaal is in 1633 aangelegd. Daarbij is de loop van het doodlopende water 't Twiske gebruikt. Het werd aangelegd om voldoende afwateringsmogelijkheden voor de Schermerboezem te verkrijgen, toen de Schermer werd ingepolderd. Men koos de gemakkelijkste oplossing door gebruik te maken van het al aanwezige Twiske en van de eveneens aanwezige Naue…
en de Zaan vanaf het Noordzeekanaal. De Zaanstreek kreeg door de uiteindelijke inpoldering van het IJ in feite zowel een betere spoorverbinding als een betere vaarweg naar het zuiden.

Zie ook: IJpoldersplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigIJpolders

De zeven polders, met een gezamenlijke oppervlakte van 5800 hectare, die ontstonden tengevolge van de drooglegging van het IJ. Tengevolge van het graven van het Noordzeekanaal zijn deze polders zowel ten noorden als ten zuiden van deze vaarweg gelegen. Tot de Zaanstreek behoren:
.

Literatuur: