Zaandam, 14 april 1932 - Zaandam, 20 december 2012
Cornelis (Kees) Koolman, nick-name KeKo, kunst– en natuurliefhebber, vogelaar, verzamelaar, strandjutter, gehuwd met Elsje Dea Kuijper, pleegvader, vader van drie kinderen en eerste tuinman van de Heemtuin, bezocht de Vissershop-school en volgde het 7e en 8e leerjaar op de Kattegatschool. Hij vervolgde zijn opleiding intern bij één van de kwekers op de Middelbare Tuinbouwschool in Aalsmeer. Als dienstplichtige met reuma en scheve gewrichten werd hij niettemin goedgekeurd. Vanwege een enkel-ontsteking bracht hij een groot deel van de 18 maanden dienstplicht door in Oog en Al.
Na een kort werkverband bij bloemisterij Schipper werd hij aangesteld als ambtenaar bij de gemeente waarvoor hij de Heemtuin aanplantte. Het idee voor de Heemtuin kwam van adjunct-directeur Kloos van Gemeentewerken Zaandam. Hij leerde het vak bij collega’s in het heempark van Amstelveen. Kees Koolman was de eerste tuinman van de heemtuin en bleef daar van 1955 tot 1963 aan verbonden. Vanwege gebrek aan doorgroeimogelijkheden en een mager loon verkoos hij in dienst te treden bij zijn vader, onderhoudsman van het grafwerk bij de begraafplaats aan de Zuiddijk. Later was hij als hovenier eigen baas van een klein bedrijf dat werkzaamheden aan tuinen en plantsoenen verrichtte. Vanwege zijn reuma belandde hij in 1986 in de WAO.
Via schilder Jan de Boer raakte Kees in contact met kunstschilders en beeldhouwers. Tussen de bedrijven door verzamelde hij niet alleen etsen en schilderijen maar ook melkdoppen, postzegels, sigarenbandjes, boeken, posters, droogbloemen, ansichtkaarten, noem iets op en Kees verzamelde het. Kees streefde als verzamelaar naar volledigheid. Zag hij een ets van Frans Room, dan moest en zou hij alle etsen van Frans Room bezitten. Kocht hij een boek over de Zaanstreek, dan moest hij alle boeken over de Zaanstreek hebben.
Opmerkelijk was de verminderde belangstelling na aanschaf. Waren eenmaal alle staten van een ets door Peter Langenberg verworven, dan verdwenen ze in een la en werd de aandacht op iets anders gericht. Bij Kees was het alles of niets. Hij was een vechter. Hij moest wel, want zijn chronische ziekte leverde hem altijd pijn op. Bovendien trokken zijn gewrichten krom zodat hij moeilijk bewoog. Des te indringender was zijn blik als zijn oog op iets van zijn gading viel. Was hij eenmaal bevangen door de verzamelkoorts, dan was er ook geen houden meer aan. Talloze keren moet hij handenvol kunstenaars hebben achtervolgd tot in de diepste krochten van hun ateliers, wijzend naar kunstwerken, vragend, smekend, bedelend om een ets, een tekening of een schilderij. En hij wist van geen wijken: alleen met een kunstwerk ging hij de deur weer uit.
In 2011 ontving de 79-jarige Zaandammer Kees Koolman de Zaanstedelijke Vrijwilligersprijs uit handen van burgemeester Faber.
Bij Kees Koolman werd op latere leeftijd prostaatkanker geconstateerd, gevolgd door darmkanker met uitzaaiingen naar maag en lever. Hij overleed in 2012. Zowel het Molenmuseum als het Weefhuis organiseerden tentoonstellingen ter herinnering aan Kees Koolman.
Bron: De Zuidkanter