De Zaan en andere brede waterwegen, zoals de Nauernasche Vaart, waren vroeger niet of nauwelijks overbrugd. Om al te lange omwegen te voorkomen, brachten overzetveren, op vaste punten, personen en later ook kleine voertuigen van de ene oever naar de andere. Meestal werd gebruik gemaakt van geroeide veerschuiten, maar er kwamen in de loop der tijd ook handbediende of mechanisch voortbewogen kabelponten voor. Het gebruik van grotere overzetveren hing soms samen met de wens om in geval van brand blusmateriaal over te kunnen varen.
De veren waren over het algemeen dorpsbezit. Een uitzondering op die regel vormde het Noorderveerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoorderveer
Voormalig overzetveer over de Zaan tussen de Zandweg in Wormer en het Noordeinde in Wormerveer. In feite dankt Wormerveer zijn naam aan dit vroegere veer, dat ook bekend stond onder de naam Zaanderveer.
J. Aten veronderstelt dat het veer in de tweede helft van de 14e eeuw in de vaart is gekomen. In ieder geval mag het beschouwd worden als het oudste Zaanse overzetveer; het wordt in 1487 genoemd als een bezit van de Staten van Holland. Het was toen alleen voor voetgangers geschikt.…, tussen Wormerveer en Wormer. Dit was tot 1795 eigendom van de Staten van Holland. Maar of een veer nu lands-, bans- of dorpsbezit was, voor de gebruikers maakte dat geen verschil. Voor het overzetten werd een gering bedrag gevraagd. Alle veren werden oorspronkelijk verpacht en vormden zo een bron voor inkomsten voor de overheid. De veerman verplichtte zich naast de afdracht van de pachtsom tot het bedienen en onderhouden van het veer. Anderzijds kon hij het veergeld innen en behouden, terwijl hij vrij wonen had in het veerhuis. Bijna alle overzetveren kregen van tijd tot tijd concurrentie van 'illegale veerschuiten' die tegen lager tarief overzetten. Deze concurrentie was doorgaans geen lang leven beschoren, ze werd niet getolereerd door de overheid.
In de Zaanstreek waren tenminste overzetveren te vinden op de volgende plaatsen:
Aparte vermelding verdienen de latere veren over de Voorzaan (van de Havenstraat in westelijk Zaandam naar het Eiland en de Notenlaan en van de Prins Hendrikkade naar het Eiland) en de rijksponten over het Noordzeekanaal ter hoogte van de voormalige Hembrug en Buitenhuizen. Van deze laatste veerdiensten wordt nog steeds druk gebruik gemaakt. Alle andere genoemde veren, met uitzondering van dat tussen Oostknollendam en de Starnmeer, zijn vroeg of laat verdwenen. De meeste werden overbodig doordat er bruggen waren aangelegd. Niettemin bleven enkele ook daarna nog enige tijd in stand. Zo kon nog tot het eind van de jaren '50 gebruik worden gemaakt van het Ezelspadveer, de Knollendammer veren en het Molletjesveer. Het Noorderveer overleefde de tolheffing op de Zaanbrug nog vijftien jaar en werd pas in 1957 opgeheven. De gemeentelijke ponten van Zaandam (het Ruyterveer en de verbindingen over de Voorzaan) verdwenen aan het begin van de jaren '70.