Scheffer, Maarten

Westzaan, 26 oktober 1912 – Amsterdam, 18 december 1979

Maarten Scheffer, NSB-er, Nazi-politieman te Zwolle en bekend als één van de beulen van kamp Erica in Ommen. Scheffer woonde tot 1942 in de Koogse Boschjesstraat 10 woonde en vertrok daarna met zijn echtgenote naar Amsterdam.

Donderdag 24 mei 1945 werd Maarten Scheffer uit Koog aan de Zaan, die de ‘eretitel’ van Beul van Ommen droeg, door de Politieke Opsporingsdienst P.O.D. te Haarlem gearresteerd, Toen hij een dag later in het huis van Zuidervliet werd voorgeleid, ontstond er een grote volksoploop, die op het wegbrengen van de beruchte misdadiger wachtte. Was hij niet door een sterk gewapende escorte naar de Stationsstraat gebracht, het publiek zou zich waarschijnlijk niet hebben kunnen inhouden. Toen men zijn tronie in de deur van Zuidervliets huis zag verschijnen, ging er een ontzettend geschreeuw uit de menigte op. Aardsmisdadiger nummer zoveel gaat zijn gerechte straf tegemoet, meldt De Typhoon op 25 mei 1945.

De voldoening deze beul nu zelf als gevangene te zien was algemeen. De openbare voorstelling, die met hem gegeven werd, had echter beter achterwege kunnen blijven. Het oneindig laten buigen, het trappen en slaan ten aanschouwe van honderden, waaronder veel kinderen vernedert niet het individu, dat toch al te laag was gezonken voor enige vernedering, maar juist hen die daarin ‘genieten’. Onze strijd moet niet alleen gericht zijn tegen de personen, maar vooral ook tegen de geest en de mentaliteit van het Nazi-fascisme. Harde, onverbiddelijke en snelle bestraffing, dat is het wat wij moeten eisen en dan niet alleen voor hen die openbaar als misdadiger zijn opgetreden, maar ook voor hen die hun spel achter de schermen meespeelden en zich nu camoufleren door het hardst om dergelijke wraaknemingen te schreeuwen aldus De Waarheid van 26 mei 1945.

Het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam veroordeelde de 35-jarige Scheffer op 17 april 1946 tot de doodstraf. Scheffer, lid van het Kontroll Kommando, had zich schuldig gemaakt aan talloze mishandelingen. Strafverzwarend was dat hij zich als gevangene vrijwillig als bewaker had gemeld. De procureur sprak van 'weerzinwekkende handelingen'. Scheffer sloeg gevangenen met de kolf van zijn geweer, gooide een kruiwagen op liggende gevangenen, sloeg gevangenen tot bloedens toe met een zweep. Sadistisch en honds, noemden mede-gevangenen hem. De eis luidde 15 jaar gevangenisstraf. De doodstraf tegen Scheffer is later door de Bijzondere Raad van Cassatie teruggedraaid tot vijftien jaar cel.

Maarten Scheffer, zoon van Cornelis Martinus Scheffer en Leentje Vloon, trouwde op 3 mei 1934 met Christina Aleida Hommerson in Krommenie, zij besloten te scheiden op 29 september 1938. Hij hertrouwde op 29-jarige leeftijd met Marretje Pannekoek op 11 februari 1942 in Amsterdam, een huwelijk dat op 13 februari 1947 op een scheiding uitliep. Op 12 juli 1951 trad hij met de 31-jarige Maria Barbara Breemen (1919-1990)in het huwelijk.