Als gevolg van toenemende internationale spanningen waardoor de kans op een eventueel gewapend conflict kan ontstaan roepen de burgemeesters van de Zaanstreek haar bewoners op 1 oktober 1938 op voor een verduisteringsproef.
De burgemeesters van Jisp, Koog aan de Zaan, Krommenie, Wormer, Wormerveer, Zaandam en Zaandijk stellen op 1 oktober 1938 de volgende gedragsregels vast, die gelden voor de op aanschrijving van de minister van Binnenlandse Zaken op dinsdagavond 4 oktober van half negen tot half tien te houden oefening in de luchtbescherming:
De ambtenaren van rijks- en gemeentepolitie naar wier iemand een feit pleegt waardoor het welslagen der oefening in gevaar wordt gebracht zijn bevoegd na aanmaning op kosten van de overtreder de nodige maatregelen te doen treffen. Zij zijn in dat geval bevoegd waar nodig te allen tijde een woning tegen de wil van de bewoner te betreden.
De verduisteringsvoorschriften luiden als volgt:
Geen deuren naar buiten mogen geopend worden, wanneer in de gang nog licht brandt of wanneer op andere wijze, door die deur te openen, licht naar buiten zou kunnen vallen.
Wanneer al deze maatregelen, overeenkomstig de bepalingen der heden door de burgemeesters uitgegeven bekendmaking genomen zijn, is het nodig dat men zich naar buiten begeeft, teneinde vast te stellen dat geen enkel licht meer uit het huis straalt. Is dit toch nog het geval, dan moeten door middel van zwarte doeken, de lichtpunten zelf in de huizen afgeschermd worden, waarbij gezorgd dient te worden, dat geen gevaar voor brand ontstaat.
Aangezien de bevolking in tijden van oorlog wellicht maanden lang in op deze wijze afgeschermde huizen zal moeten leven, is het nodig dat zij ook thans bij deze oefening in huis gewoon met bezigheden voortgaat en niet gedurende de tijd der oefening eenvoudig in het donker blijft zitten door alle lampen te doven. Dit laatste geldt evenzeer voor winkeliers, die dus voor hun winkelramen de nodige afscherming moeten aanbrengen.
Ook, en vooral de fabrieken hebben zorg te dragen dat niet alleen geen lichtreclames branden, doch dat uit geen enkel venster en uit geen enkele opening enig licht straalt.
Verder kan nog worden medegedeeld, dat de Reddingsbrigade medewerking verleent. Leden van jeugdorganisaties van alle richtingen zullen vanavond voor verspreiding van bovenstaande proclamatie zorgdragen.
Bron: Zaans volksblad
Vijf dagen later was de oefening aan de orde:
De eerste grote luchtbeschermingsoefening, die in de Zaanstreek is gehouden, heeft aan de verwachtingen beantwoord. Over het algemeen heeft het publiek in ruime mate zijn medewerking gegeven aan de verduisteringsproeven. Het was er mee zoals het zijn moest: van Zaandam tot en met Krommenie was de Zaanstreek in bijna volledige duisternis gehuld. In de zeven gemeenten, zijn de parolen van de luchtbeschermingsdienst goed opgevolgd.
Natuurlijk viel er nog wel het een en ander aan te merken, doch niemand zal gedacht hebben, dat de eerste de beste oefening, die op korte termijn in elkaar werd gezet meteen alles up to date voor elkaar zijn. Voor wat Zaandam betreft, waren de plaatselijke autoriteiten tevreden over het bereikte resultaat. Tegen half negen begonnen hier de fabriekssirenes en -fluiten te loeien ten teken, dat de verduistering weldra volledig zou moeten zijn.
Als bij donderslag werd op straat en op het water alle verlichting gedoofd en in minder dan geen tijd was Zaandam in een ongekende duisternis gehuld. De duisternis zou totaal zijn geweest als niet de maan had geschenen. De maan laat zich nu helemaal niet afschermen en is ook niet af te schrikken met een geldboete van tweeduizend gulden of twee jaar gevangenisstraf.
Even over half negen vertrok van het stadhuis de touringcar, waarin o.a. burgemeester In 't Veld, wethouder Prins, commissaris Rosscher, hoofd van luchtbeschermingsdienst, verschillende hoofden van gemeentelijke takken van dienst, de leiding van de luchtbeschermingsdienst te Alkmaar en anderen hadden plaatsgenomen. Met afgeschermde lampen, die slechts via een spleet wat licht door lieten, werd met deze touringcar een tocht door de stad gemaakt om na te gaan in hoeverre de bevolking de gedragsregels had opgevolgd.
Slechts hier en daar kwam door lovergordijnen een flauw lichtschijnsel naar buiten, doch in verreweg de meeste woningen was het, althans aan de straatzijde, pikdonker. Hierbij kreeg men meermalen de indruk, dat de bewoners het licht overal maar hadden uitgedaan, hetgeen niet in overeenstemming was met de bedoeling van deze oefening. Immers, er was afgesproken, dat het leven normaal zijn gang zou gaan en dat men dus niet in het donker moest blijven zitten.
De autobus met autoriteiten en enige verslaggevers reed van het stadhuis langs de Prins Hendrikkade, het Skagerrak, de Zuiddijk, de Lohmanstraat en de Oostzijde. Helemáál verduisterd was de stad nog niet. Er was sprake van enige verlichting op een vaartuig achter een gebouw aan de Zuiddijk en op de Prins Hendrikkade waren burgers bezig om een weigerachtige gaslantaren te doven.
De politie die deze avond voltallig in touw was had de medewerking van ongeveer vijftig leden Burgerwacht die, kenbaar aan een witte armband als hulppolitie dienst deden. Aangezien de in de hoeken van straten te plaatsen richtlampen nog niet in orde waren had men in het belang van de verkeersveiligheid de rondingen van trottoirbanden bij bochten en straathoeken des middags wit gekalkt, hetgeen een goede maatregel bleek te zijn. Bovendien waren de politieagenten en hun assistenten voorzien van afgeschermde zaklantarens, waarop het verkeer zich kon oriënteren.
Er was evenwel weinig verkeer langs de weg. Slechts hier en daar groepten op hoeken van straten wat mensen samen doch fietsers en automobilisten zag men bijna niet. De meesten hadden het voorschrift om tijdens de van de oefening niet zonder noodzaak op straat te zijn, voorbeeldig opgevolgd.
Op verschillende plaatsen werd de autobus, waarin het officiële gezelschap langs de hoofdstraten reed door een politieman aangehouden, overeenkomstig de insignes. Als de commissaris van politie zich dan even aan het portierraam vertoonde kon onmiddellijk verder worden gereden. Opvallend was het, dat op verscheidene plaatsen de gaslantaarns van de straatverlichting brandde. Dit waren de eerste schoonheidsfoutjes, die bij deze tocht opvielen.
Via de Oostzijde en over de Noorderbrug kwam de autobus vervolgens op het rondgebied van Koog aan de Zaan. Aan overkant wachtte de eerste verrassing. De vrijwilligers van de Koger luchtbeschermingsdienst hielden de bus aan omdat zij van oordeel waren dat de koplampen van de bus niet voldoende waren afgedekt.
,,In Zaandam is het toch goedgekeurd“ merkte de commissaris van politie op tegen de Koger luchtbeschermingsman zonder deze evenwel te melden dat hij sprak met het hoofd van de luchtbeschermingsdienst. ,,Dat kan wel zijn”, luidde het antwoord ,,maar wij willen die koplampen toch even overplakken.“ Meteen kwam het nodige materiaal voor de dag en werden de koplampen nog wat meer verduisterd. De reis kon worden voortgezet. De maan was inmiddels schuil gegaan achter dreigende wolken.
Juist op de hoek van de Provincialeweg en de Leliestraat kwam er een fikse bui los. Het verduisteringspapier op de koplampem had er veel van te lijden en opnieuw moest er ingevolge de toedracht van een luchtbeschermingsman worden geplakt. Dit alles gebeurde zonder dat de man die zijn plicht deed, wist dat hij te maken had met de leiding van de luchtbeschermingsdienst uit een aangrenzende gemeente zodat goed duidelijk werd in hoeverre de vrijwilligers ernst maakten met de vervulling van hun taak. Het kan niet anders worden gezegd dat dit ook in Koog aan de Zaan goed in orde was en de burgerij bleek daar eveneens volledige medewerking te verlenen.
Langs de Provincialeweg en de spoorwegovergang, waar vrijwilligers van de Zaandamse luchtbescherming dienst deden, werd de Schildersbuurt bereikt. In de Frans Halsstraat liet de verduistering van het gemeentelijk ziekenhuis absoluut niets te wensen over.
Verder ging de tocht, nu langs de Westzijde. Bij het Blauwepad stak een vrijwilliger zijn hand omhoog, de bus moest weer stoppen. De opdracht luidde, dat de wagen aan de kant van de weg moest worden neergezet omdat de lampen, waarvoor het papier gedeeltelijk was weggeregend, te veel licht uitstraalden.
Nu moest de commissaris van politie zich wel bekend maken. Maar in dit geval werd hij door den vrijwilliger-met-de-witte-band niet geloofd. ,,Als u dan inderdaad de commissaris van politie bent, misschien wilt u zich dan even legitimeren?” En daar hielp geen lieve moeder aan, commissaris Roscher moest uit de bus stappen en werd pas geloofd toen hij voor het licht van de koplamp zijn politiepenning had getoond.
De volgende halte was bij de fabrieksgebouwen van de firma Simon de Wit. Daar verliet vrijwel het gehele gezelschap de bus om de 32 meter hoge silo van Simon de Wit te beklimmen. Op deze hoge plek hadden de deelnemers aan deze luchtbeschermingsexcursie uitzicht over de verduisterde Zaanstreek en de lichten van de hoofdstad, van de weg Amsterdam—Haarlem enzovoort. Hier kon geconstateerd worden, dat de luchtbeschermingsparolen in de Zaanstreek prachtig waren opgevolgd.
Staande op de silo van Simon de Wit kon men er zich nog eens nader van overtuigen, dat vijandelijke vliegtuigen zich eventueel maar al te goed, zelfs bij volledige verduistering, zouden kunnen oriënteren op het water in onze omgeving. Hoe donker het ook is, bij avond kan men uit de lucht altijd heel goed het water van de Zaan en het Noordzeekanaal zien blinken. Het zal wel buitengewoon moeilijk zijn om dit bezwaar, waardoor de Zaanstreek zich niet kan onttrekken aan het waarnemingsvermogen van een vijand, te ondervangen.
Alleen was het jammer, dat de Spoorwegen hieraan geen medewerking hadden gegeven. In het station Zaandam brandde de verlichting in volle glorie. De inspectie had het niet nodig geoordeeld om aan de verduisteringsproeven mee te doen.
Bij de Artillerie-lnrichtingen aan de Hembrug had men er anders over gedacht. Daar was tijdens de duur van de oefening in de Zaanstreek het gehele bedrijf verduisterd en had men van deze gelegenheid gebruik gemaakt om een oefening voor het personeel te organiseren. Dit moest namelijk in de kortst mogelijke tijd vluchten in de verschillende schuilkelders op het terrein van het staatsbedrijf.
Even voor half tien luidden de kerkklokken het einde in van de oefening. Plotseling baadde de stad zich op vele plaatsen weer in een zee van licht en scheen het wel, alsof de verduistering, die een uur had geduurd, iets zeer onwezenlijks was geweest. In het politiebureau aan de Vinkenstraat, dat heel goed verduisterd was door gebruik te maken van triplex platen, heeft de burgemeester aan het politiecorps, de brandweer en de overige vrijwilligers op deze avond een woord van dank en hulde gebracht voor hun medewerking, waaraan het ook te danken was, dat deze verduisteringsproeven zonder wanklank zijn verlopen.
Tenslotte volgde in de burgemeesterskamer op het stadhuis nog een geanimeerde nabespreking over het verloop van de oefening, die ook op de Alkmaarse gasten een uitstekende indruk had gemaakt.
Bron: Zaans Volksblad