Molentype, ook wel kokermolen of spinbol genoemd. De wipmolen gold als verbetering van de Standerdmolenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigStanderdmolen
Type windmolen, in Nederland het oudste type, dat mogelijk al vanaf de 12e eeuw als korenmolen in bedrijf is geweest. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de `open` en de gesloten' standerdmolen (ook: standaardmolen); gesloten standerdmolens hebben voor zover bekend niet in de Zaanstreek gestaan. met name doordat het onderlichaam de ruimte biedt er werktuigen in te plaatsen. Het bovenhuis van een wipmolen is geplaatst op een molenspil die door een (soms uit acht delen bestaande) zware eikehouten koker loopt.
De naam wipmolen ontstond doordat het molen1ijf bij harde wind heen en weer beweegt (wipt). Wipmolens zijn vermoedelijk reeds in de 13e eeuw als waterrnolens gebruikt. Daarnaast werden molens van dit type voor het malen van graan aangewend. Met name in de 19e eeuw werd een aantal kleine wipmolens gebouwd ten behoeve van de lattenzagerij. Ook de talrijke weide-watermolentjes in het veld waren over het algemeen wipmolentjes.
Met de overbrenging van de kleine wipmolen De Hadel, deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHadel, de
Zie: Haal, de naar de Zaanse Schans is een traditie in ere hersteld. Er stonden in de Zaanstreek eerder namelijk tenminste 25 wipmolens, te weten 8 in Westzaandam. 2 in Oostzaandam. 4 in Koog. 4 in Wormerveer. 1 in Wormer. 2 in Assendelft en 4 in Westzaan. Waarschijnlijk zijn er meer geweest, maar van lang geleden verdwenen molens is het type niet altijd bekend. De meeste wipmolens in de streek waren zaagmolens (15). voorts waren er 4 ingericht als olieslagerij. 1 was papiermolen, 1 maalde droge verfstoffen en 1 diende als polder-molen. Van 3 wipmolens is niet bekend welk bedrijf er in werd uitgeoefend.