Beide kanten vorige revisie
Vorige revisie
Volgende revisie
|
Vorige revisie
|
assendelft [2017/06/21 11:01] zaanlander |
assendelft [2020/09/26 10:50] (huidige) jan [Bewoningsgeschiedenis] |
| |
| |
Waarschijnlijk mede ten gevolge van de Spaanse bezetting in de jaren 1572 tot 1576 (nadat Amsterdam in 1578 de zijde der Staatsen had gekozen zijn de Spaanse troepen uit Noord-Holland weggetrokken) heeft Assendelft in veel sterkere mate dan de Zaangemeenten een rooms katholieke bevolking behouden. | Waarschijnlijk mede ten gevolge van de Spaanse bezetting in de jaren 1572 tot 1576, nadat Amsterdam in 1578 de zijde der Staatsen had gekozen zijn de Spaanse troepen uit Noord-Holland weggetrokken, heeft Assendelft in veel sterkere mate dan de Zaangemeenten een Rooms Katholieke bevolking behouden. |
<WRAP col2> | <WRAP col2> |
<WRAP center round box 70%> | <WRAP center round box 70%> |
<columns 100% left 50% left 50% > | <columns 100% left 50% left 50% > |
| |
Assendelft heeft opvallend weinig burgemeesters gehad, als gevolg van doorgaans lange ambtsperioden der betrokkenen. Vermeldenswaard is dat eenmaal vader en zoon elkaar opvolgden en dat zelfs eenmaal zowel vader, zoon en kleinzoon burgemeester waren, hetgeen nogal uniek kan worden genoemd. De eerste schout-burgemeester was Willem Smit, benoemd tot maire in 1811, na een levensloop als makelaar en notaris. Uit de [[franse|Franse tijd]] dient ook Hendrik Sijpesteijn vermeld te worden, als onder meer gemeente-secretaris, die voordien schoolmeester was en die grondlegger was van het geslacht [[kaars|Kaars Sijpesteijn]]. Burgemeester Willem Smit, behorende tot een oud [[smit|Assendelfts geslacht]] nam ontslag in 1844. Zijn zoon Pieter Smit volgde hem op. Van 1858 tot 1879 was F.M.J. le Jay burgemeester, diens opvolger was weer een ingezetene van het dorp, namelijk [[boer3|Klaas Cornelisz. de Boer]], die in 1879 op 26-jarige leeftijd werd benoemd. De Boer, tevens veehouder werd later ook lid van Provinciale Staten, Tweede Kamer en uiteindelijk Eerste Kamer. Hij vervulde het burgemeestersambt bijna veertig jaar, tot 1918. Zijn zoon [[boer1|Jan Johannes de Boer]] volgde hem op en bleef tot zijn overlijden in 1936 in functie. | Assendelft heeft opvallend weinig burgemeesters gehad, als gevolg van doorgaans lange ambtsperioden der betrokkenen. Vermeldenswaard is dat eenmaal vader en zoon elkaar opvolgden en dat zelfs eenmaal zowel vader, zoon en kleinzoon burgemeester waren, hetgeen nogal uniek kan worden genoemd. De eerste schout-burgemeester was Willem Smit, benoemd tot maire in 1811, na een levensloop als makelaar en notaris. Uit de [[franse_tijd|Franse tijd]] dient ook Hendrik Sijpesteijn vermeld te worden, als onder meer gemeente-secretaris, die voordien schoolmeester was en die grondlegger was van het geslacht [[kaars|Kaars Sijpesteijn]]. Burgemeester Willem Smit, behorende tot een oud [[smit|Assendelfts geslacht]] nam ontslag in 1844. Zijn zoon Pieter Smit volgde hem op. Van 1858 tot 1879 was F.M.J. le Jay burgemeester, diens opvolger was weer een ingezetene van het dorp, namelijk [[boer3|Klaas Cornelisz. de Boer]], die in 1879 op 26-jarige leeftijd werd benoemd. De Boer, tevens veehouder werd later ook lid van Provinciale Staten, Tweede Kamer en uiteindelijk Eerste Kamer. Hij vervulde het burgemeestersambt bijna veertig jaar, tot 1918. Zijn zoon [[boer1|Jan Johannes de Boer]] volgde hem op en bleef tot zijn overlijden in 1936 in functie. |
| |
Op zijn beurt werd hij opgevolgd door zijn zoon [[boer_jan_de|Jan de Boer]]. Verscheidene gegevens voor deze encyclopedie zijn ontleend aan de twee door hem geschreven studies: 'Tusschen Kil en Twiske. Geschiedenis van den Polder Assendelft, en 'Assendelft, Mededelingen over de geschiedenis van een Hoge Heerlijkheid'. J. de Boer werd in 1971 opgevolgd door W.F. Happé, de laatste burgemeester die Assendelft als zelfstandige gemeente leidde. | Op zijn beurt werd hij opgevolgd door zijn zoon [[boer_jan_de|Jan de Boer]]. Verscheidene gegevens voor deze encyclopedie zijn ontleend aan de twee door hem geschreven studies: 'Tusschen Kil en Twiske. Geschiedenis van den Polder Assendelft, en 'Assendelft, Mededelingen over de geschiedenis van een Hoge Heerlijkheid'. J. de Boer werd in 1971 opgevolgd door W.F. Happé, de laatste burgemeester die Assendelft als zelfstandige gemeente leidde. |
| |
</WRAP> | </WRAP> |
[[lootsma|Sipke Lootsma]] trof een stuk in het [[gemeente_archief|gemeente-archief]] uit 1664, waarin de 'Besteeding van het Spinhuys'. Het spinnen wordt voor een zeker deel door kinderen uitgevoerd. De werkzaamheden in de twee [[hennepkloppers]] die in Assendelft hebben gewerkt, de eerste werd in 1583 genoemd, gaven werk aan een beperkt aantal werknemers. Deze beukmolens bewerkten de grondstof voor de weverij. Het is opvallend dat het dorp wel wevers, spinsters, etcetera telde, maar dat de ondernemers of rolreders in deze nijverheid vrijwel uitsluitend in Krommenie gevestigd waren. | [[lootsma|Sipke Lootsma]] trof een stuk in het [[gemeente_archief|gemeente-archief]] uit 1664, waarin de 'Besteeding van het Spinhuys'. Het spinnen wordt voor een zeker deel door kinderen uitgevoerd. De werkzaamheden in de twee [[hennepklopperij|hennepklopperijen]] die in Assendelft hebben gewerkt, de eerste werd in 1583 genoemd, gaven werk aan een beperkt aantal werknemers. Deze beukmolens bewerkten de grondstof voor de weverij. Het is opvallend dat het dorp wel wevers, spinsters, etcetera telde, maar dat de ondernemers of rolreders in deze nijverheid vrijwel uitsluitend in Krommenie gevestigd waren. |
| |
In de tweede helft van de vorige eeuw begon het aantal werknemers in dienst van de zeildoekfabrieken terug te lopen. De zeilvaart werd verdrongen door stoomvaart, de doekleveranties verminderden. Enige compensatie werd door de wevers gevonden in de [[sigarenmakerij]], die ook van thuiswerkers gebruik maakte. In tegenstelling tot de Zaandorpen had Assendelft slechts een bescheiden aantal molens. Ze zijn samengevat in de volgende tabel: | In de tweede helft van de vorige eeuw begon het aantal werknemers in dienst van de zeildoekfabrieken terug te lopen. De zeilvaart werd verdrongen door stoomvaart, de doekleveranties verminderden. Enige compensatie werd door de wevers gevonden in de [[sigarenmakerij]], die ook van thuiswerkers gebruik maakte. In tegenstelling tot de Zaandorpen had Assendelft slechts een bescheiden aantal molens. Ze zijn samengevat in de volgende tabel: |
| |
</WRAP> | </WRAP> |
In de [[franse|Franse tijd]] was het aantal papiermolens verdubbeld ten opzichte van de drie die hier voor het jaar 1795 zijn opgegeven. Wij vonden de aantekening dat de zes betrekkelijk kleine papiermolens elk in normale tijden en dat waren de jaren direct na 1800 niet zo'n 200.000 pond lompen per jaar verwerkten. Deze waren ten dele afkomstig uit Duitsland en Zuidelijk Nederland. In 1801 is er sprake van een lijmvleesfabriek in Assendelft, waar vetten en smeer van runderen, varkens enzovoort werden verwerkt en die blijkbaar profijtelijker fabriceerde dan elders gevestigde lijmfabrieken. | In de [[franse_tijd|Franse tijd]] was het aantal papiermolens verdubbeld ten opzichte van de drie die hier voor het jaar 1795 zijn opgegeven. Wij vonden de aantekening dat de zes betrekkelijk kleine papiermolens elk in normale tijden en dat waren de jaren direct na 1800 niet zo'n 200.000 pond lompen per jaar verwerkten. Deze waren ten dele afkomstig uit Duitsland en Zuidelijk Nederland. In 1801 is er sprake van een lijmvleesfabriek in Assendelft, waar vetten en smeer van runderen, varkens enzovoort werden verwerkt en die blijkbaar profijtelijker fabriceerde dan elders gevestigde lijmfabrieken. |
| |
Tenslotte was er in het verleden enige werkgelegenheid door de [[turfstekerij]]. [[woude|Ad van der Woude]] in Het Noorderkwartier merkte op: 'Hier in Assendelft ligt de enige vervening van enige betekenis uit Noord-Holland: de Veenpolder.' In 1804 werd hier toestemming verleend om op aanmerkelijke schaal turf te winnen. Of en in hoeverre hier Assendelvers danwel arbeidskrachten of polderjongens van buiten de plaats werk vonden, kon niet worden nagegaan. Het voorgaande biedt het beeld dat de vroegere werkgelegenheid vooral werd gevonden in de landbouw en in huisnijverheid ten dienste van de Krommenieër zeildoekweverijen. | Tenslotte was er in het verleden enige werkgelegenheid door de [[turfstekerij]]. [[woude|Ad van der Woude]] in Het Noorderkwartier merkte op: 'Hier in Assendelft ligt de enige vervening van enige betekenis uit Noord-Holland: de Veenpolder.' In 1804 werd hier toestemming verleend om op aanmerkelijke schaal turf te winnen. Of en in hoeverre hier Assendelvers danwel arbeidskrachten of polderjongens van buiten de plaats werk vonden, kon niet worden nagegaan. Het voorgaande biedt het beeld dat de vroegere werkgelegenheid vooral werd gevonden in de landbouw en in huisnijverheid ten dienste van de Krommenieër zeildoekweverijen. |
In de 20e eeuw is dit beeld min of meer geleidelijk veranderd. De zeildoekweverij kreeg het na de Eerste Wereldoorlog zeer moeilijk en verdween. Door toenemende mechanisatie is het aantal arbeidsplaatsen in de landbouw, bij toenemende productie. eerder gedaald dan gestegen. Er staat tegenover dat zich in Assendelft in de loop van de tijd. vooral na de Tweede Wereldoorlog, verschillende bedrijven vestigden die de eerdere, verdwenen, werkgelegenheid in ruime mate compenseerden. In 1929 bouwde de Lum, de Linoleumfabriek Krommenie, een grote nieuwe fabriek aan de [[nauernasche_vaart|Nauernasche Vaart]], op Assendelfts grondgebied. Deze Fabriek Zuid is de kern van de huidige vestiging [[forbo|Forbo Krommenie]], een belangrijke werkgever. De gemeente richtte een industrieterrein in als vestigingsplaats voor een toenemend aantal bedrijven. | In de 20e eeuw is dit beeld min of meer geleidelijk veranderd. De zeildoekweverij kreeg het na de Eerste Wereldoorlog zeer moeilijk en verdween. Door toenemende mechanisatie is het aantal arbeidsplaatsen in de landbouw, bij toenemende productie. eerder gedaald dan gestegen. Er staat tegenover dat zich in Assendelft in de loop van de tijd. vooral na de Tweede Wereldoorlog, verschillende bedrijven vestigden die de eerdere, verdwenen, werkgelegenheid in ruime mate compenseerden. In 1929 bouwde de Lum, de Linoleumfabriek Krommenie, een grote nieuwe fabriek aan de [[nauernasche_vaart|Nauernasche Vaart]], op Assendelfts grondgebied. Deze Fabriek Zuid is de kern van de huidige vestiging [[forbo|Forbo Krommenie]], een belangrijke werkgever. De gemeente richtte een industrieterrein in als vestigingsplaats voor een toenemend aantal bedrijven. |
| |
Meubelindustrie, grafische ondernemingen. bouwbedrijven, een leverancier van kantoorinrichting enzovoort maakten van Assendelft enigermate een industrieplaats. Maar in feite is de landbouw en alles wat daarbij komt kijken nog steeds van groot belang. Daarbij vindt men in het dorp ook moderne ontwikkelingen als de teelt onder glas bedrijven door[[bak1|Cornelis Bak]] en [[schoone|Schoone]]). De omvang van de werkgelegenheid die de deelgemeente Assendelft haar eigen inwoners biedt kan thans niet nauwkeurig worden bepaald. Er is relatief veel forensisme van inwoners die elders hun beroep uitoefenen en anderzijds wordt in Assendelftse bedrijven door niet-inwoners gewerkt. | Meubelindustrie, grafische ondernemingen. bouwbedrijven, een leverancier van kantoorinrichting enzovoort maakten van Assendelft enigermate een industrieplaats. Maar in feite is de landbouw en alles wat daarbij komt kijken nog steeds van groot belang. Daarbij vindt men in het dorp ook moderne ontwikkelingen als de teelt onder glas bedrijven door[[cornelis_bak_bv|Cornelis Bak]] en [[schoone|Schoone]]). De omvang van de werkgelegenheid die de deelgemeente Assendelft haar eigen inwoners biedt kan thans niet nauwkeurig worden bepaald. Er is relatief veel forensisme van inwoners die elders hun beroep uitoefenen en anderzijds wordt in Assendelftse bedrijven door niet-inwoners gewerkt. |
| |
De laatste opgave van het [[sociografisch|Sociografisch Bureau Zaanstreek]] betreft de verdeling van werkzame personen naar sector per l januari 1970, dus enkele jaren voor de samenvoeging. Assendelft telde toen 2982 beroepsbeoefenaren, waarvan er werkzaam waren in: | De laatste opgave van het [[sociografisch|Sociografisch Bureau Zaanstreek]] betreft de verdeling van werkzame personen naar sector per l januari 1970, dus enkele jaren voor de samenvoeging. Assendelft telde toen 2982 beroepsbeoefenaren, waarvan er werkzaam waren in: |
* [[Asmeta]] | * [[Asmeta]] |
* [[Equipage]], | * [[Equipage]], |
* [[Forbo Krommenie bv]], | * [[forbo|Forbo Krommenie bv]], |
* [[gragt|Van der Gragt]], | * [[gragt|Van der Gragt]], |
* [[pielkenrood|Pielkenrood Water Treatment]], | * [[pielkenrood|Pielkenrood Water Treatment]], |
Zie ook: [[economische|Economische geschiedenis]]. | Zie ook: [[economische|Economische geschiedenis]]. |
| |
| Paul Arnoldussen bracht in juli 1991 namens Het Parool een alledaags bezoek aan Assendelft onder het motto [[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010845740:mpeg21:a0314|Assendelft verkennen zonder fietsstuur]]. |
| |
<WRAP tabs> | <wrap tabs> |
* [[Assendelft]] | * [[Assendelft]] |
* [[Jisp]] | * [[Jisp]] |
| * [[Knollendam]] |
| * [[Koog]] |
* [[Krommenie]] | * [[Krommenie]] |
* [[Knollendam]] | * [[Krommeniedijk]] |
* [[Westzaan]] | * [[Westzaan]] |
| * [[Wormer]] |
* [[Wormerveer]] | * [[Wormerveer]] |
* [[Oostzaan]] | * [[Oostzaan]] |
* [[Zaandam]] | * [[Zaandam]] |
* [[Zaandijk]] | * [[Zaandijk]] |
</WRAP> | </wrap> |
| |
| |