visserij

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
visserij [2017/10/06 11:14]
zaanlander
visserij [2025/02/27 12:49] (huidige)
zaanlander
Regel 27: Regel 27:
 In de Zaanstreek werd de haringvangst nog niet bedreven, dat geschiedde alleen uit de kustplaatsen. Daar vertrokken de schepen 's morgens vroeg en keerden zij 's avonds laat weer terug. Later zou men afstappen van deze dagvisserij. De 15e eeuw was van uitermate groot belang voor de visserij. Ten eerste kwamen de haringscholen de Noordzee op. Daarnaast ontdekte rond 1415 Willem Beukelsz van Biervliet het haringkaken. Dit maakte het mogelijk de gevangen vis op zee al te bewerken, hetgeen de houdbaarheid sterk ten goede kwam. De mogelijkheid grotere netten te maken was een andere factor. In de Zaanstreek werd de haringvangst nog niet bedreven, dat geschiedde alleen uit de kustplaatsen. Daar vertrokken de schepen 's morgens vroeg en keerden zij 's avonds laat weer terug. Later zou men afstappen van deze dagvisserij. De 15e eeuw was van uitermate groot belang voor de visserij. Ten eerste kwamen de haringscholen de Noordzee op. Daarnaast ontdekte rond 1415 Willem Beukelsz van Biervliet het haringkaken. Dit maakte het mogelijk de gevangen vis op zee al te bewerken, hetgeen de houdbaarheid sterk ten goede kwam. De mogelijkheid grotere netten te maken was een andere factor.
  
-Belangrijk was tenslotte het nieuwe schip, dat tot in de 19e eeuw gehandhaafd bleef: de [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Buis_(schip)|buis]]. Het nieuwe net dat in 1416 in Hoorn gemaakt was, was de voorloper van de vleet. Dit was een complex nettenstelsel van 45 drijfnetten groot. Elk bestond uit vier boven aan elkaar gehechte stukken, de zogenaamde verrendeels, vierde delen. Aan de bovenzijde waren zij verbonden door een lange kabel, de speerreep. Evenwijdig aan deze speerreep en met lijnen daaraan vastgemaakt bevond zich er boven de reep. Die werd op zijn beurt gedragen door drijvers of breels. Kurkenvloten droegen ook bij tot de drijfkracht van het uiterst zware net. Het net was gemaakt van hennep. +Belangrijk was tenslotte het nieuwe schip, dat tot in de 19e eeuw gehandhaafd bleef: de [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Buis_(schip)|buis]]. Het nieuwe net dat in 1416 in Hoorn gemaakt was, was de voorloper van de vleet. Dit was een complex nettenstelsel van 45 drijfnetten groot. Elk bestond uit vier boven aan elkaar gehechte stukken, de verrendeels, vierde delen. Aan de bovenzijde waren zij verbonden door een lange kabel, de speerreep. Evenwijdig aan deze speerreep en met lijnen daaraan vastgemaakt bevond zich er boven de reep. Die werd op zijn beurt gedragen door drijvers of breels. Kurkenvloten droegen ook bij tot de drijfkracht van het uiterst zware net. Het net was gemaakt van hennep. 
  
 De haringen werden gevangen door in de netten gaten te maken waar de vissen hun kop net doorheen konden steken. Als zij dan terug wilden trekken dan was dat, door hun kieuwen, onmogelijk. Omdat de vleet vaak 's nachts uitgegooid werd en 's ochtends opgehaald, konden de vissers dan de gehele dag de vis kaken, zouten en in tonnen stoppen. Het schip waarop deze arbeid voornamelijk gedaan werd was de haringbuis. Dit was een begin 15e eeuw voor het eerst gebouwd schip, waarvan niet zeker is of het voor handelsdoeleinden of voor visserij-doeleinden ontwikkeld was. In ieder geval kon het voor beide gebruikt worden. Vele schepen werden als vissersschepen gebouwd, maar buiten het seizoen als vrachtschip voor massagoederen ingezet. Dit laatste vond echter steeds minder plaats. De  schepen werden kleiner, van 70 naar 30 ton, waardoor zij alleen voor de visserij geschikt waren. Door de verkleining kwam het benodigde kapitaal voor een nieuw schip vanzelfsprekend lager te liggen.  De haringen werden gevangen door in de netten gaten te maken waar de vissen hun kop net doorheen konden steken. Als zij dan terug wilden trekken dan was dat, door hun kieuwen, onmogelijk. Omdat de vleet vaak 's nachts uitgegooid werd en 's ochtends opgehaald, konden de vissers dan de gehele dag de vis kaken, zouten en in tonnen stoppen. Het schip waarop deze arbeid voornamelijk gedaan werd was de haringbuis. Dit was een begin 15e eeuw voor het eerst gebouwd schip, waarvan niet zeker is of het voor handelsdoeleinden of voor visserij-doeleinden ontwikkeld was. In ieder geval kon het voor beide gebruikt worden. Vele schepen werden als vissersschepen gebouwd, maar buiten het seizoen als vrachtschip voor massagoederen ingezet. Dit laatste vond echter steeds minder plaats. De  schepen werden kleiner, van 70 naar 30 ton, waardoor zij alleen voor de visserij geschikt waren. Door de verkleining kwam het benodigde kapitaal voor een nieuw schip vanzelfsprekend lager te liggen. 
Regel 42: Regel 42:
    
  
-De Zaan en het omliggende polderwater, met name ook braken achter de Zeedijk, stonden als zeer visrijk bekend. Een deel van de zoetwatervisserij vond aanvankelijk plaats op de latere Zuiderzee. Deze binnenzee was altijd een meer geweest, het Flevomeer of Almeer, en pas in de 14e eeuw in contact gekomen met het zoute water. Omdat de verzilting geleidelijk plaats vond konden zoetwatervissen daar voor een deel aan wennen en werden zij nog tot in de 17e eeuw gevangen. Paling, baars, brasem en karper waren de meest geliefde vissoorten. In het oud-archief van de Hoge Heerlijkheid Assendelft komen de volgende vermeldingen van hulpmiddelen bij de visvangst voor: [[http://visserijservicenederland.nl/technieken-en-materialen/zegenvisserij/|zegens]], [[http://visserijservicenederland.nl/technieken-en-materialen/kuilvisserij/|kuilen]], heven, [[https://www.goedevissers.nl/vis_van_goede_vissers/vismethodes.html?id=56|korven]], tuiten, [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Zuilvisserij|schrobnetten]], foefels, karperbeugels, schaeckels, [[http://www.encyclo.nl/begrip/schutwant|schutnetten]], [[https://nl.wiktionary.org/wiki/werpnet|worpnetten]], [[http://www.meertens.knaw.nl/ewnd/boeken/woord/105515|leusnetten]] en takkebossen. +De Zaan en het omliggende polderwater, met name ook braken achter de Zeedijk, stonden als zeer visrijk bekend. Een deel van de zoetwatervisserij vond aanvankelijk plaats op de latere Zuiderzee. Deze binnenzee was altijd een meer geweest, het Flevomeer of Almeer, en pas in de 14e eeuw in contact gekomen met het zoute water. Omdat de verzilting geleidelijk plaats vond konden zoetwatervissen daar voor een deel aan wennen en werden zij nog tot in de 17e eeuw gevangen. Paling, baars, brasem en karper waren de meest geliefde vissoorten. In het oud-archief van de Hoge Heerlijkheid Assendelft komen de volgende vermeldingen van hulpmiddelen bij de visvangst voor: [[https://visserijservicenederland.nl/technieken-en-materialen/zegenvisserij/|zegens]], [[https://visserijservicenederland.nl/technieken-en-materialen/kuilvisserij/|kuilen]], heven, [[https://www.goedevissers.nl/vis_van_goede_vissers/vismethodes.html?id=56|korven]], tuiten, [[https://nl.wikipedia.org/wiki/Zuilvisserij|schrobnetten]], foefels, karperbeugels, schaeckels, [[https://www.encyclo.nl/begrip/schutwant|schutnetten]], [[https://nl.wiktionary.org/wiki/werpnet|worpnetten]], [[https://www.meertens.knaw.nl/ewnd/boeken/woord/105515|leusnetten]] en takkebossen. 
  
 Het vissen binnen de streek was aan bepaalde regels onderhevig. Vissen moesten een bepaalde grootte bereikt hebben, er mocht alleen op bepaalde uren gevangen worden en niet met alle soorten vistuig. Ook houders van eenden moesten zich aan een regel met betrekking tot de visserij houden. In de polder Westzaan moesten vanaf 1696 de eenden tussen 23 maart en 15 mei in hun kooien blijven. Dit om te voorkomen dat zij het paren van vissen en het schieten van kuit verstoorden. In de 17e eeuw nam met het beschikbare viswater ook het belang van de binnenvisserij af. Uitzondering daarop was de paling, die een exportartikel bleef. Paling werd in zoet, brak en zout water gevangen. Niet alleen de Noord-Hollanders en andere landgenoten vonden het een lekkernij, met name ook in Engeland was men er verzot op. Tot het begin van de 16e eeuw was Purmerend het centrum voor de export van paling. De Zaanstreek nam nadien deze positie over.  Het vissen binnen de streek was aan bepaalde regels onderhevig. Vissen moesten een bepaalde grootte bereikt hebben, er mocht alleen op bepaalde uren gevangen worden en niet met alle soorten vistuig. Ook houders van eenden moesten zich aan een regel met betrekking tot de visserij houden. In de polder Westzaan moesten vanaf 1696 de eenden tussen 23 maart en 15 mei in hun kooien blijven. Dit om te voorkomen dat zij het paren van vissen en het schieten van kuit verstoorden. In de 17e eeuw nam met het beschikbare viswater ook het belang van de binnenvisserij af. Uitzondering daarop was de paling, die een exportartikel bleef. Paling werd in zoet, brak en zout water gevangen. Niet alleen de Noord-Hollanders en andere landgenoten vonden het een lekkernij, met name ook in Engeland was men er verzot op. Tot het begin van de 16e eeuw was Purmerend het centrum voor de export van paling. De Zaanstreek nam nadien deze positie over. 
Regel 56: Regel 56:
 De Zuiderzeevisserij is tot het begin van de 20e eeuw door zo'n 30 schepen in traditie gehouden. Schippers, die op de Zuiderzee voeren brachten paling, platvis en haring voor nationale consumptie op het droge. Zij gooiden hun netten ook wel in het IJ uit. Het grootste deel van de Zaanse vissers meerde de schepen aan het Zaandammer [[Vissershop]] af. Anderen stopten bij de Oostzaner overtoom. De gevangen vis werd meestal niet in de Zaanstreek aan land gebracht, maar in Amsterdam, waar een veel grotere markt voor het product was. Omdat de vissen niet van de beste soort waren, met uitzondering van de paling, was het leven van een visser niet altijd even gemakkelijk. Als het even kon nam hij ook andere karweitjes aan. Zo zijn Zaandamse vissersschuiten meermalen ingezet voor het uit de haven slepen van nieuwe schepen.  De Zuiderzeevisserij is tot het begin van de 20e eeuw door zo'n 30 schepen in traditie gehouden. Schippers, die op de Zuiderzee voeren brachten paling, platvis en haring voor nationale consumptie op het droge. Zij gooiden hun netten ook wel in het IJ uit. Het grootste deel van de Zaanse vissers meerde de schepen aan het Zaandammer [[Vissershop]] af. Anderen stopten bij de Oostzaner overtoom. De gevangen vis werd meestal niet in de Zaanstreek aan land gebracht, maar in Amsterdam, waar een veel grotere markt voor het product was. Omdat de vissen niet van de beste soort waren, met uitzondering van de paling, was het leven van een visser niet altijd even gemakkelijk. Als het even kon nam hij ook andere karweitjes aan. Zo zijn Zaandamse vissersschuiten meermalen ingezet voor het uit de haven slepen van nieuwe schepen. 
  
-In de laatste decennia van de 19e en het eerste decennium van de 20e eeuw hadden 30 botters in Zaandam hun domicilie. De schipper was meestal ook de eigenaar. Er waren echter ook een paar reders, zoals de firma's Klein en Dil. Zij gebruikten zogenaamde zetschippers: schippers die voor een part van de vangst voeren. Vier botters stonden wel als vissersschepen geregistreerd, maar vingen nooit iets. Dat waren de kopers. Zij voeren langs de verschillende schepen op de Zuiderzee, om deze van hun lading te ontdoen. Zij kochten dus op zee en verkochten hun handel in havens. Ook kochten zij wel in de ene haven en verkochten in een andere. Zaandamse vissersbotters waren herkenbaar door de letters 'ZA' op de boeg, gevolgd door een nummer. Dit was niet altijd zo geweest: oudere schepen hadden slechts een nummer. Op maandagmorgen vroeg vertrok de vloot. Vrijdag in de loop van de dag kwamen de schepen weer thuis.+In de laatste decennia van de 19e en het eerste decennium van de 20e eeuw hadden 30 botters in Zaandam hun domicilie. De schipper was meestal ook de eigenaar. Er waren echter ook een paar reders, zoals de firma's Klein en Dil. Zij gebruikten zetschippers: schippers die voor een part van de vangst voeren. Vier botters stonden wel als vissersschepen geregistreerd, maar vingen nooit iets. Dat waren de kopers. Zij voeren langs de verschillende schepen op de Zuiderzee, om deze van hun lading te ontdoen. Zij kochten dus op zee en verkochten hun handel in havens. Ook kochten zij wel in de ene haven en verkochten in een andere. Zaandamse vissersbotters waren herkenbaar door de letters 'ZA' op de boeg, gevolgd door een nummer. Dit was niet altijd zo geweest: oudere schepen hadden slechts een nummer. Op maandagmorgen vroeg vertrok de vloot. Vrijdag in de loop van de dag kwamen de schepen weer thuis.
  
 ===  Beroepsvisserij in de twintigste eeuw === ===  Beroepsvisserij in de twintigste eeuw ===
Regel 70: Regel 70:
  
   * A.M. van der Woude, Het Noorderkwartier, Utrecht 1983;    * A.M. van der Woude, Het Noorderkwartier, Utrecht 1983; 
-  * A. van Braam, Bloei en verval van het economisch-sociale leven aan de Zaan in de 17de en 18de eeuw, Wormerveer z.j.;  +  * [[braam| Aris van Braam]], Bloei en verval van het economisch-sociale leven aan de Zaan in de 17de en 18de eeuw, Wormerveer z.j.;  
-  * A. Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Haarlem 1794;  +  * [[loosjes|Adriaan Loosjes]], Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Haarlem 1794;  
-  * J. Honig Jsz. Jr., Geschiedenis der Zaanlanden deel 1, Zaandijk 1849;  +  * [[honig_jacob_janszoon_jr|Jacob Honig Jansz. Jr]]., Geschiedenis der Zaanlanden deel 1, Zaandijk 1849;  
-  * J. de Boer, Assendelft Hoge Heerlijkheid, Wormerveer 1982; +  * [[boer_jan_de|Jan de Boer]], Assendelft Hoge Heerlijkheid, Wormerveer 1982; 
   * H. Kaptein, Het Schermereiland. Bergen 1988;    * H. Kaptein, Het Schermereiland. Bergen 1988; 
-  * MA, Verkade, De opkomst van de Zaanstreek, Utrecht 1952; +  * [[verkade2|drMargaretha Adriana Verkade]], De opkomst van de Zaanstreek, Utrecht 1952; 
   * H.A.H. Boelmans Kranenburg, Visserij in de Noordelijke Nederlanden, in: Algemene geschiedenis der Nederlanden deel 6, Haarlem 1979.       * H.A.H. Boelmans Kranenburg, Visserij in de Noordelijke Nederlanden, in: Algemene geschiedenis der Nederlanden deel 6, Haarlem 1979.    
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/visserij.1507281245.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:39
  • (Externe bewerking)