Oostzaan, Ambachtsheerlijkheid

Het rechtsgebied van de Banne van Oostzanen was in de 14e eeuw beleend aan Wouter van Heemskerk als Ambachtsheerlijkheid en in het begin van de 15e eeuw aan Sijmon van Zaanden. Zij oefenden als leenheren het recht uit voor de graven van Holland. Door strubbelingen kwam de banne enkele malen weer rechtstreeks onder grafelijk gezag en later onder dat van de Staten van Holland.
De naam Ambachtsheerlijkheid bleef echter bestaan.

Door geldgebrek gedwongen verkochten de Staten in de eerste decennia van de 18e eeuw gronden aan groepen van inwoners, meestal aan de regenten van de desbetreffende bannen. Zo hebben de regenten - in feite de polderbestuurders - van de banne van Oostzaan in 1729 voor ƒ 100 000 de ambachtsheerlijkheid gekocht. Na deze aankoop berustten de eigendom, het bestuur en de rechtspraak bij deze regenten, zij het dat zij ondergeschikt bleven aan het gezag van de Staten. Pas in de Franse tijd is deze bestuurlijke structuur gewijzigd, in plaats van de ambachtsheerlijke, meer waterstaatkundige autonomie ontstond de gemeentelijke indeling die wij nu nog kennen.