Ambachtsheerlijkheid
Historisch belangrijk begrip, waaraan drie betekenissen moeten worden toegekend:
- het aan een ambachtsheer toegekende overheidsgezag met alle daaraan verbonden rechten;
- het gebied waarover dit gezag zich uitstrekte;
- de later in dit gebied ontstane corporatie als rechtspersoon. Zie ook: Bestuur en rechtspraak 1.1.4plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBestuur en rechtspraak tot ca. 1600
* Inleiding * Tot 1600 * Van 1600 tot 1813 * Na 1813
1.1. Algemeen
1.1.1. Het gewest Kennemerland
De Zaanstreek maakt nu deel uit van de provincie Noord-Holland. Deze naam is pas in de 19e eeuw aan dit gewest gegeven. In de middeleeuwen werd met de naam Noord-Holland het gebied ten zuiden van de tegenwoordige grens met de provincie Zuid-Holland bedoeld. Het gebied dat nu Noord-Holland wordt genoemd bestond, globaal, uit de gew…. en 2.2.2plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_big2. Bestuur en rechtspraak van ca. 1600 tot en met 1813
2.1. Ambten, in de banne van Westzaan
Tot hiertoe zijn de veranderingen in bestuur en rechtspraak chronologisch benaderd. Dit was mogelijk omdat de banne tot het eind der 16e eeuw slechts één dorp van betekenis bevatte: Westzaan. De na deze periode talrijke ruzies tussen de opkomende gehuchten en het moederdorp Westzaan maken het wenselijk om, na globaal genomen, het jaar 1600 de verschillende ambten afzonderlijk te behandelen...
Zoals elders in de provincies Holland en Zeeland hangt ook in de Zaanstreek de vroege bestuurlijke ontwikkeling samen met de verdeling in ambachtsheerlijkheden. Eenvoudig gezegd is door de Graven van Holland, aangezien zij een groot gebied beheersten, een aantal bestuurlijke verantwoordelijkheden gedelegeerd aan ambachtsheren, elk in hun eigen gebied. Deze ambachtsheren oefenden dus het gezag uit; in de eerste plaats de rechtspraak in de civiele en boetestraffelijke zaken, maar ook de wetgeving en het bestuur binnen de aan hen toevertrouwde Ambachtsheerlijkheden, alsmede de heffing en inning van belastingen. Zo ontstonden binnen het geheel van het Graafschap afzonderlijke rechtsgebieden, in de Zaanstreek die van Westzaan en Krommenie, Assendelft, Oostzaan, en Wormer en Jisp (later verenigd in het heemraadschap Wormer, Jisp en Neck). Zie ook: [[Bannen]]plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBanne
Zie: Ban (banne) en Bestuur en rechtspraak 1.2.4..
Deze indeling bleef gehandhaafd na de graventijd, tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. In de 18e eeuw ontstond de situatie dat de Staten van Holland, mede door geldgebrek, de afzonderlijke Ambachtsheerlijkheden aan de regenten verkochten. Zo is, als voorbeeld` de Ambachtsheerlijkheid Westzaan en Krommenie in 1729 gescheiden en in twee gedeelten verkocht. Voor die van Westzaan werd f 300.000 betaald', opmerkelijk is dat daarbij met de wensen van Westzaandam, dat Westzaan inmiddels had overvleugeld, door de Staten van Holland geen rekening werd gehouden. Na deze verkoop berustte het (aan het gezag der Staten ondergeschikte) bestuur van de regio derhalve bij corporaties van eigenaars, in de Zaanse situatie bij de Polderbesturen.
Zo waren de volgende ambachtsheerlijkheden ontstaan, tussen haakjes worden de aan de Staten van Holland betaalde bedragen vermeld:
- Westzaan (dus met inbegrip van Westzaandam,
- Koog, Zaandijk en Wormerveer; f 300.000),
- Krommenie (f 25.000),
- Oostzaan (met Oostzaandam; f 100.000),
- Wormer (f 16.000) en
- Jisp (f 8000)
In de Napoleontische tijd werd de bestuurlijke structuur gewijzigd: in plaats van de ambachtsheerlijke autonomie ontstond de gemeentelijke indeling zoals wij die - zij het na verschillende samenvoegingen - thans nog kennen.