Sigarenmakerij

Nijverheid, in de Zaanstreek tussen 1880 en 1940 bedreven. De sigarenmakerij in de Zaanstreek was voornamelijk in Krommenie geconcentreerd. In dat dorp woonden veel ongeschoolde arbeidskrachten, en het handmatig maken van een sigaar vereiste wel enige vakkundigheid maar deze was snel op te doen. Daarnaast waren er ook sigarenmakers in Zaandam. Daar werkten de eersten in de huisindustrie.

Op zeer kleine schaal maakten de thuiswerkers sigaren voor bijvoorbeeld Jan Warnar Köhneplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKöhne

Exploitanten van 'Het Wapen van Londen' in Zaandam, van 1791 tot in 1946. De winkel was met name ook bekend door het interieur, dat uit het einde van de 18e eeuw stamde. Bij de opheffing van de winkel werd dit geschonken aan het Openluchtmuseum te Arnhem (1946).

De tabakszaak van Köhne werd in 1791 aan de Zuiddijk in Zaandam gevestigd door Jan Warnar Köhne, die in zijn geboorteplaats Hannover (Dld) al zijn bezittingen had verkocht en lopend naar Zaandam was gekomen. Na een paar jaar ver…
(Het Wapen van Londen) te Zaandam. Het sigarenmakerijtje van Piet Ploeger groeide hierdoor uit tot een fabriek met 42 werknemers, deze werd later overgenomen door de Firma W H Smit. In 1876 waren er in Zaandam nog slechts drie sigarenmakerijen gevestigd, zeven jaar later waren dat er al twaalf met zeventig personeelsleden. Dertig werknemers waren tussen de 12 en de 16 jaar oud. Door een sterke stijging van de tabaksprijs nam het aantal bedrijven daarna weer af; in 1896 waren er nog zes bedrijfjes over. Deze kregen er in 1899 een belangrijke concurrent bij.

De Amsterdamse sigarenfabrikant Jitte Geerts zocht mogelijkheden tot expansie en vond deze in Zaandam, waar de lonen lager waren. Op het Kattegatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKattegat, het

Tegenwoordige straat in Zaandam-oost, dwarsstraat van de Zuiddijk richting de Zaan. Zowel in Zaandam als in Loosdrecht heeft men ooit een water die naam gegeven omdat iemand met de bijnaam Kat of de Kat het gegraven had of er langs woonde. Dergelijke soort naamspelingen worden over het algemeen alleen gevormd met de blik schuin gericht naar de aardrijkskundige namen of naamtypen die aan iedereen bekend zijn. In dat geval vormt de
liet hij een hoog pand neerzetten, waarin ongeveer dertig werknemers gingen produceren, onder wie tien bosjesmakers, twee tabaksmengers en een of twee sorteerders. Deze laatsten keurden de gemaakte sigaren op kleur en verpakten ze in kistjes. Het belangrijkste werk werd gedaan door de sigarenmakers. Dezen moesten de tabaksbladeren eerst 'strippen', van de nerf ontdoen. Veelal werd dit werk door oudere sigarenmakers gedaan. Daarna gingen de bladeren tussen linnen doeken onder een pers door. De bosjesmakers rolden het binnengoed (of: inleg) in het omb1ad. De sigarenmaker moest daarna op een zinken plaat het geperste dekblad in de juiste vorm snijden en dit blad om het bosje rollen en vastplakken.

Aanvankelijk werd met stukloon gewerkt. In 1900 kregen sigarenmakers voor het maken van 100 sigaren 15 cent. Later kwamen de werknemers in loondienst. Geerts verkocht zijn fabriek in 1907 aan de Amsterdamse schrijver Justus van Maurik. Deze moderniseerde het bedrijf. Hij verhuisde naar Londen, waar hij de hoofdzetel vestigde. Hij produceerde voornamelijk voor de export. In 1926 waren er 84 werknemers in het bedrijf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stagneerde de productie tenslotte volledig. Vanaf 1941 viel het bedrijf onder Duits beheer, gezien de hoofdzetel te Londen. Na de bevrijding kwam de fabriek niet meer op gang. In 1961 werd tenslotte ook het kantoor gesloten.

Krommenie kreeg een grote naam door de sigarenmakerij. Naast Fa. J. Middelkamp/Becker was het vooral het bedrijf van Baars en Zoonplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaars en Zoon, J

Sigarenmakerij/sigarenfabriek te Krommenie, opgericht in 1867, geliquideerd in 1935 maar elders voortgezet. Van een eenmansbedrijf in een houten huis aan de Padlaan, groeide het bedrijf in vijftig jaar uit tot werkgever van 450 arbeiders. In het jaar 1917 werden 580.000 sigaren per week gemaakt door 220 sigarenmakers, 83 bosjesmakers en 149 sigarensorteerders, plakkers, strippers en vochters. Tussen 1903 en 1913 ontstonden nevenvestigingen in Cuijk, Roosendaal, Heerlen, Wagenin…
dat de toon aangaf. De 'Victor Hugo' was het bekendste product. De Firma J. Baars en Zoon werd opgericht in 1867 te Krommenie. Van een eenmansbedrijf in een houten huis aan de Padlaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPadlaan

Verbinding tussen het oude centrum van Krommenie en de Vaartbrug, in 1850 aangelegd bij de bouw van de eerste veerbrug over de Nauernasche Vaart. Voordien was er ongeveer op dezelfde plaats een veer naar Wormerveer, dat men vanuit Krommenie via het Wormerveerder pad (een schelpenpad, dat eerder - voor verbreding - 't Padje heette) bereikte. Een zijpad van de hoofdstraat heette vroeger een laan; het weiland langs het Wormerveerder pad werd ook Padlaan genoemd (de naam Padt-laan als landa…
, groeide het bedrijf in vijftig jaar uit tot werkgever van 450 arbeiders. In dat jaar, 1917, werden 580.000 sigaren per week gemaakt door 220 sigarenmakers, 83 bosjesmakers en 149 sigarensorteerders, plakkers, strippers en vochters. Het bedrijf had toen filialen in Cuijk (1903), Wageningen (1908) en Venray (1913). Bij het 60-jarig bestaan was Krommenie nog wel de hoofdvestiging, maar daar werden zeker niet meer de meeste sigaren gemaakt. 'Krommenie' werkte voor de binnenlandse markt, terwijl de andere vestigingen voor de export werkten. In 1938 werd de productie beëindigd.

Simon Middelkamp was in 1865 een eigen bedrijfje begonnen aan de Zuiderhoofdstraatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZuiderhoofdstraat

Deel van de dorpsstraat in Krommenie, tussen Vlietsend en Noorderhoofdstraat. De Zuiderhoofdstraat is de kern van Krommenie en één van de oudste straten van het dorp.

Hoewel geen directe bewijzen voorhanden zijn mag worden aangenomen dat aan deze straat, toen nog als pad, al in de late Middeleeuwen bebouwing is ontstaan. Aan de straat staan enkele karakteristieke Zaanse huizen.
. De zaken liepen zo voorspoedig dat zijn schoonzoon H.H.F. Becker in de bedrijfsleiding werd opgenomen; toen waren er al 20 werknemers. Met name de eerste decennia van de 20e eeuw verliepen voor het bedrijf zeer voorspoedig, de merken 'Primus' en 'Frederik de Grote' waren zeer gewild. De invoering van de tabaksaccijns in 1920 betekende voor het bedrijf een grote klap. Uiteindelijk volgde in 1938 de liquidatie.

Zie ook: Economische geschiedenis 3.6.8plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEconomische ontwikkeling van de Zaanstreek na 1800

3.1. Economische stagnatie

3.1.1. Stagnatie, armoede

Zie ook:

De Franse tijd betekende een absoluut dieptepunt in de economische ontwikkeling van de Zaanstreek. Het zou daarna nog een halve eeuw duren eer van een substantieel economisch herstel sprake was. Van de eertijds zo bloeiende en rijk geschakeerde stuwende nijverheid was omstreeks 1815 nog een beperkt aantal oudere bedrijfstakken over de
.

(met dank aan S. Smit, Zaandam).