Dit is een oude revisie van het document!
Gilse, prof dr. Jan van
(Zaandam 1810-Amsterdam 1859)
Aanvankelijk, van 1834 tot 1837, doopsgezind predikant in Koog, daarna hoogleraar in de theologie te Amsterdam. In de enkele jaren dat hij bij de Vermaning voor Koog en Zaandijk betrokken was, maakte hij zich zo geliefd dat hem (overigens tevergeefs) door een gemeentelid een grote som werd geboden, op voorwaarde dat hij het docentschap in Amsterdam niet zou aannemen. Toen hij als hoogleraar werd beroepen was hij nog maar 26 jaar oud.
Enkele jaren na zijn dood werden de door hem nagelaten verspreide 'Geschriften' uitgegeven, verzameld en van toelichtend commentaar voorzien door zijn vakgenoot professor Veth. In deel 5 van deze geschriften beschreef Van Gilse zijn jeugd in de Zaanstreek (hij was de zoon van een Zaandamse houtkoper en -zager met de paltrok De Zalm - eerdere naam: De Vos - op de Bloemgracht). Het commentaar van Veth wekte in Zaanse kringen verontwaardiging. Deze noemde de Zaanstreek namelijk 'een afgelegen deel van Noord-Holland en arm aan natuurschoon`. Dat was nog tot daar aan toe, maar in de couranten verschenen protesten over Veth's vermelding dat de Zaankanters 'geen spoor van prijsstelling op wetenschap. letteren en kunst' zouden bezitten.