Dit is een oude revisie van het document!
Hekelaars
Ambachtslieden die de in de hennepkloppers gebeukte vezels hekelden,'over de hekel haalden', dat wil zeggen kamden, opdat ze geschikt werden om te worden gesponnen. Krommenie was het centrum van deze tak van nijverheid. Daar had men de grote rederijen en naast een viertal grote bedrijven, nog enkele van geringere omvang. Het ruwe product, het vlas, kwam het eerst bij de hekelaars. Deze werkzaamheden hadden tot doel, om de vezels van bepaalde oneffenheden te ontdoen. Daarvoor was een grote vakkennis vereist, daar men pas op volwassen leeftijd tot een volslagen hekelaar kon worden gerekend. Deze arbeid werd ook op de dorpen verricht en daarvoor had men speciaal in Graftdijk, de arbeiders wonen, die dit vak van vader op zoon beoefenden. Een zwaar en vermoeiend werk, daar het product door een rek van stalen pennen moest worden getrokken, doch men mocht tevens de vezel niet beschadigen.
Zie: Zeildoekweverij Zie ook: Economische geschiedenis geschiedenis 2.5.1.