Dit is een oude revisie van het document!
Volkspark
Park in Zaandam-West, tussen de Provincialeweg en de Vaart, westelijk van de naar het park vernoemde Parkstraat. In 1889 was houthandelaar Cornelis Corver van Wessem (1826-1897) 40 jaar getrouwd met Neeltje van de Stadt. Om dat te vieren, en uit liefde voor zijn geboorteplaats, schonk hij de gemeente Zaandam het Volkspark.
Het park werd aangelegd op 'het Starven' of 'Starreven', een weiland, één hectare groot, gelegen aan het Noorder Kerkpad. De kosten van onderhoud worden door hem gedragen, waarvoor later een kapitaal op het grootboek zal worden ingeschreven. Het werd in de Engelse landschapsstijl aangelegd naar ontwerp van de heren Hendrik Bernardus Stephan uit Koog aan de Zaan en J.H. Eilmann uit Zaandam.
De mildheid van de heer Corver van Wessem, die aan de gemeente Zaandam het Volkspark schonk, werd aanvankelijk slecht beloond. Reeds de woensdag, de eerste dag dat het park was opengesteld, hield de jeugd er allerschandelijkst huis. Niet alleen koos zij de plek om te stoeien en te ravotten, maar er werd gerend over grasperken en door bloembedden, het plantsoen werd niet ontzien, de tafels en banken werden bezoedeld, men wilde de urinoirs met keisteentjes dichtstoppen, trachtte het monument te beschadigen en de drinkfontein onbruikbaar te maken. De Commissie van Beheer nam meteen maatregelen om dergelijke wanordelijkheden in het vervolg te voorkomen.
Zaandammer Johannes Westenberg ontwierp een door de 'Commissie voor het Blijvend Aandenken' bekroonde drinkfontein als antwoord op een uitgeschreven prijsvraag, en bewerkt door steenhouwer Charles Joseph Boucher, te Koog aan de Zaan. Aan de noordoostkant is een met rasterwerk afgesloten vijver, waarin verschillende vissoorten bijeengebracht zijn en waarover drie verschillende bruggen zijn gelegd. Op een van deze bruggen heeft men een fraai uitzicht op een rotsgroep met waterplanten en springfonteinen. In de nabijheid van de vijver vindt men de drinkfontein, die door de ingezetenen ter ere van de gever van het park is opgericht, in de vorm van een witte zandstenen kolom met opschrift, en waarboven een metalen vaas met bloemplant prijkt.
De Commissie van Beheer van het park bepaalde dat het park uitsluitend toegankelijk zou zijn tussen half zeven 's morgens en tien uur 's avonds. De zomermaanden van 1891 werden, op initiatief van de pachter van het paviljoen op het terrein, aangewend om concerten te geven. In het park verrees een paviljoen dat gelegenheid gaf om activiteiten te ontwikkelen.
Het paviljoen vertoont de wapenschilden van Zaandam en van de Heer Corver van Wessem. Het gebouw is geheel van hout in keur van soorten, tevens als herinnering aan de industrie, waarin de Heer Corver van Wessem en zijn familie steeds een ereplaats hebben ingenomen. De zaal zelf bevat aan de wand de namen van een aantal beroemde Zaandammers van vroeger en later tijd, als: de geschiedschrijvers Hendrick Soeteboom, Adriaan Loosjes en Jb. Honig Jsz. Jr., de uitvinder van de houtzaagmolens Cornelis Cornelisz. van Uitgeest, de scheepsbouwmeester Hendrik Kardinaal, naast Czaar Peter de Groote, de fabrikanten Nicolaas Calff en Adriaan Rogge, de kunstschilder Anton Mauve alsmede Jacob Rek, die in 1813 wegens verzet tegen de Franse overheid gefusilleerd werd.
In het jaar 1938 vatte het bestuur van de Zaanse Vereniging voor Vreemdelingen (ZVVV) het plan op een molencomplex te laten verrijzen op de plek van het paviljoen, dat de laatste jaren slechts als repetitieruimte werd gebruikt voor muziekverenigingen. Langs de Provincialeweg moest een verkeershuis worden gerealiseerd. De jaren leegstaande, vervallen en aan vernielingen onderhevige oliemolen Het Pink in Koog aan de Zaan, cadeau gedaan aan de ZVVV namens de laatste eigenaar Abraham Honig, zou daartoe worden afgebroken. De molen zou worden opgebouwd in het Volkspark.
De vereniging had 21.000 gulden gereserveerd om het plan te realiseren. Het geld zou aan lonen voor werklozen op gaan die er naar schatting 400 werkweken mee in touw waren. Men hoopte op steun vanuit de provincie. Begin 1939 was men nog bijzonder enthousiast over het plan. September 1939 zag de vereniging echter af van het plan vanwege grote moeilijkheden. Het Pink werd door de ZVVV overgedragen aan vereniging De Zaanse Molen.
De ZVVV richtte zich eind 1939 op een andere vervallen Zaandamse molen. De eveneens in verval geraakte, uit 1680 stammende bovenkruier Het Jonge Schaap, een houtzaagmolen in het Westzijderveld ter hoogte van de Provincialeweg en de Stationsstraat. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. Materialen voor de restauratie bleken niet voorhanden waarop ook verplaatsing van Het Jonge Schaap niet meer aan de orde was.
Op 13 januari 1941 besloot de Zaandamse gemeenteraad tot sloop van het paviljoen. De Amsterdamse firma gebr. Koek, aannemers van sloop- en grondwerk, kreeg de voorkeur tegen een betaling van 4275 gulden. De vrijgekomen grond werd ingericht als speelgelegenheid voor kinderen.
Gedurende de vijf oorlogsjaren werd door velen de zaag noodgedwongen in de bomen gezet en werd het hout in open haarden en kachels opgestookt. Eén van de bekendste was de Magnolia of in de volksmond genoemde 'tulpenboom', in 1940 verplaatst vanuit de tuin van de aan de Westzijde gelegen Kamer van Koophandel naar het Volkspark. Hoewel de zestig jaar oude boom met veel zorg in speciale aarde werd aangebracht overleefde de sieraad de koude hongerwinter niet.
Een lezer van De Waarheid schreef op 30 juni 1945:
Nu er aan ons oude park
Niets meer is dat ons nog bindt
En geen enkel jeugdig paartje
Meer een knus stil plaatsje vindt
En geen oude stoere bomen
Luisteren meer naar 't zoet geheim
Omdat al die trouwe wachters
In het vuur verdwenen zijn
Kom ik rot U met het voorstel
Niemand mag er tegen zijn:
't Volkspark om te toveren
Voor het kind tot speelterrein
Door de kou en nood gedreven
Werd ons park leeggehaald
„Volkspark“ — Speeltuinpark
En de schuld is weer betaald.
De in 1926 vervangen muziektent raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog in onbruik en werd in 1946 gesloopt.
De brug over de vijver verdween in 1975 en het park is aanmerkelijk kleiner geworden. Er waren zelfs plannen het park te sluiten. Acties wisten dit tegen te houden met een beroep op de schenkingsacte uit 1889 waarin staat te lezen: “Aan dit park mag nimmer eene andere bestemming gegeven worden.”
Vanaf 2000 is het park gerenoveerd en zijn enkele objecten weer teruggeplaatst, de toegangspoort, het hekwerk en de brug. Ook de nieuwe beplanting is zoveel mogelijk in overeenstemming met het originele beplantingsschema. Er zijn verscheidene beelden en sculpturen in het park geplaatst.