Boekenoogen, Gerrit Jacob
Wormerveer, 18 april 1868 - Leiden, 26 augustus 1930
Taalkundige, vooral bekend geworden door zijn academische proefschrift 'De Zaanse Volkstaal', waarop hij in 1896 in Leiden cum laude promoveerde. De hoofdinhoud van dit in 1897 uitgegeven lijvige werk wordt gevormd door het Idioticon, waarvan is getuigd dat het buiten kijf het meest volledige en best bewerkte woordenboek van enige Nederlandse streektaal is. Prof. dr. Jacob Wijbrand Müller (1858-1945) noemde de uitgave een meesterproef: weldoordacht, stelselmatig van opzet, degelijk, zorgvuldig en nauwkeurig van bewerking, terwijl Dirk Vis het boek karakteriseerde als een onvergankelijk document van het Zaanse leven in zijn boek De Zaanstreek. Van De Zaansche Volkstaal verscheen in 2004 de derde geheel herziene druk, aangevuld en bewerkt door Klaas Woudt.
Download hier als pdf het woordenboek de Zaanse Vokstaal.
Gerrit Jacob Boekenoogen was de zoon van Lukas Fredrik Boekenoogen, olieslager met de molens De Mooriaan, De Zon en De Eenhoorn, die gehuwd was met Agatha Maria van Gelder, uit de bekende Zaanse papiermakersfamilie. Uit trouw aan zijn doopsgezinde opvoeding vervulde hij verschillende kerkelijke functies.
De Zaanse Volkstaal, in 1971 bewerkt en uitgebreid heruitgegeven, bevat naast verschillende fonetisch weergegeven dialectproeven, onderscheiden naar de verschillende Zaangemeenten, ook hoofdstukken over familienamen en de namen van dorpen, buurten, wateren, landerijen enzovoort. Het was niet Boekenoogen's enige publicatie. Hij schreef bijdragen voor De Navorscher en De Gids en verrichtte verschillende historische en genealogische onderzoekingen, onder meer betreffende het geslacht Duyvis.
Minder bekend is dat hij een zeer grote verzameling volks- en kinderliedjes aanlegde, rijmpjes die tot dan toe alleen mondeling werden overgeleverd. Daaronder bevinden zich vele door hem reeds als kind genoteerde Zaanse speelliedjes; hij publiceerde hierover Onze Rijmen in 1893. Kort na zijn promotie werd Boekenoogen benoemd tot redacteur van het Woordenboek der Nederlandse Taal, waaraan hij 34 jaar achtereen, tot aan zijn dood toe, is blijven werken.
Hij was bestuurslid en twee maal voorzitter van de Maatschappij voor Nederlandse Letterkunde en erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie.