Dit is een oude revisie van het document!
Glijnis, Teunis
Krommenie 16 juni 1902 - Neuengamme/Lübeckerbocht 3 mei 1945
Losarbeider, gehuwd met A.C. Brasser en vader van Jan Glijnis (1938), woonachtig aan de Militaireweg 138, lid van de Internationale Roode Hulp Afdeling Krommenie (IRH). Teunis verdwijnt in 1934 drie maanden achter de tralies wegens opruiing, is pleitbezorger voor een Sovjet-Holand en in 1935 kandidaat gemeenteraadsverkiezingen voor Krommenie.
,,Je slaat achterover van het succes'' aldus Tribune-agent Krommenie, T. Glijnis in 1932 ,,dat je zult hebben, want de meeste arbeiders, die De Courant of Het Volk lezen, blijken De Tribune graag te willen hebben. Wij moeten hen allen overtuigen, dat ze tot de daad moeten overgaan, namelijk De Courant of Het Volk ook werkelijk de deur uitgooien! Daar moet kameraadschappelijk over gesproken worden, want De Tribune willen ze hebben, dat weet ik uit de ervaringen, die ik elke dag weer mee maak. Vóór alles is hierbij nodig kameraadschappelijk optreden en volhouden. Elke dag, als je De Tribune gelezen hebt, deze weggeven aan je buurman of mede-arbeider of de werkloze kameraad, als hij maar niet in de hanger blijft liggen. Als we dat verstaan, dan zal de leuze niet alleen in Krommenie, maar ook in Wormerveer en de andere plaatsen werkelijkheid zijn: „De Tribune massa-orgaan!“ T. Glijnis, Tribune-agent Krommenie.
Teunis Glijnis waarschuwt in 1935 voor de 'rooftocht van Mussolini' als gemeenteraadslid CPN voor Krommenie, in 1939 wordt hij wederom gekozen. Teunis komt voor op de uit 1939 daterende lijst links-extremistische personen.
Op de kandidatenlijst voor de voor de Provinciale Statenverkiezingen in 1939 staat T. Glijnis op een zestiende plaats. Op 6 juni 1939 maakt raadslid Glijnis zich zorgen vanwege de weigering van een plaats voor de Blauwe Tent van de Algemene Nederlandse Gebeelonthoudersbond op de kermis te Krommenie. Ook komt hij op voor de tijdige verstrekking van B-steun aan werklozen die vanwege de crisis geen werk meer hebben, te meer daar ettelijke werklozen om deze kleding en schoeisel verlegen zitten.
Als de bezetting in 1940 gaande is bevindt Teunis Glijnis in zich andermaal in het gevang. Hij werd ervan beticht, onder het bewind van de Nederlandse regering en de Nederlandse justitie, een bevriend staatslid te hebben beledigd. Het betrof hier het bevriende staatslid Adolf Hitler wiens soldaten zojuist middels een Blitzkrieg Holland waren binnengevallen. Na de vrijlating van Glijnis worden leden van de CPN en de RSAP uit de gemeenteraden en Provinciale Staten gezet. In Krommenie overkwam dat drie communisten, J. Gerritsen, T. Glijnis en S. de Roo, samen de grootste fractie.
Op 21 januari 1942 werd Teunis Glijnis door de Duitsers gearresteerd. Via kamp Amersfoort en dat van St.Michielsgestel belandde hij op 18 december 1942 in kamp Neuengamme. Toen de geallieerden naderden joegen de Duitsers een aantal gevangenen, onder wie Glijnis, nabij Hamburg aan boord van het schip Cap Arcona. Onduidelijk is, wat de bestemming van het schip was. Het lot wilde, dat het schip op zee onder vuur werd genomen door Engelse vliegtuigen, waarvan de bemanningen kennelijk dachten, dat zich vluchtende Duitsers op het schip bevonden. Zo verloor Glijnis, die betrekkelijk goed door zijn gevangenschap was heen gekomen, in het zicht van de bevrijding op 3 mei 1945 toch nog zijn leven, net als de andere gevangenen. . Zie: Tweede Wereldoorlog 4.