Dit is een oude revisie van het document!
Noorder IJ en Zeedijk
In 1851 officieel gegeven naam aan de 'omringdijk' (althans het oostelijke en zuidelijke deel daarvan) van de Zaanstreek. Deze dijk, onderdeel van de Waterlandse en Beemsterdijk, was echter al rond 1300 aangelegd. Door de aanleg van een waterkeringstelsel is toen een einde gemaakt aan de directe invloed van Zuiderzee en IJ op het aan voortdurende overstromingen onderhevige lage land.
Voor wat de Zaanstreek betreft begint dit dijkenstelsel, van oost naar west gezien, met de dijk vanaf het Zuideinde te Oostzaan langs de buitendijkse Achtersluispolder tot de hoek van het later gegraven Zijkanaal G, ter hoogte van de algemene begraafplaats van Zaandam. Daar gaat de Noorder IJ en Zeedijk als Zuiddijk in noordelijke richting naar de Dam. Vervolgens loopt hij onder de naam Hogendijk eerst naar het zuiden om naar het westen af te buigen, waarna de naam ter hoogte van de huidige Provincialeweg en spoorlijn overgaat in Westzanerdijk. Bij Westzaan gaat de naam Overtoom luiden, terwijl vanaf Zijkanaal D en langs de Nauernase Polder de naam Nauerna wordt gebruikt. Een deel van de Provincialeweg naar Beverwijk is aangelegd op de naar het noorden buigende Assendelver Zeedijk, die vroeger (vóór de inpoldering) Groenedijk heette.
Op en langs dit dijkdeel is de zogenoemde vuurlinie gebouwd. Door ondiepten en aanslibbing is de Assendelver Zeedijk van minder belang als zeewering geweest dan de overige IJdijken. De grillige vorm van de dijken, die in de loop der eeuwen steeds verhoogd en versterkt werden, is het gevolg van een groot aantal dijkdoorbraken. Men legde daarna nieuwe gedeelten van de dijk om de ontstane braken (wielen) heen. Hierdoor kreeg de Noorder IJ en Zeedijk op den duur het huidige, karakteristieke en bochtige verloop.