2.3. Ontwikkeling van het voortgezet onderwijs in de Zaanstreek
De eerste Latijnse school in deze streek was waarschijnlijk die van Wormer. Voor zover bekend was Martinus Duncanus (Maerten Donkplugin-autotooltip__default) de eerste rector of meester (zie ook 1.2.1., 1.2.8.). Hij was 'Overste Deken van verscheydenen Dorpen' en werd in 1541 rector van de school in Wormer, die onder zijn leiding tot grote bloei kwam. In sommige jaren kwamen zijn leerlingen uit meer dan 40 gemeenten. De school werd in een latere periode onder hervormde leiding voortgezet (zie Doopsgezindenplugin-autotooltip__default 2.) en is waarschijnlijk aan het einde van de 17e eeuw opgeheven. Andere rectoren waren onder andere: Jacobus Coccens (1644), Theodorus Wilhelmus van der Meer (1648) en Johannes Oly (1654). De naam van Duncanus leeft nog lang voort in de naar hem genoemde MAVO Maerten Donck te Wormer (zie verder bij 2.3.1.).
In 1793 stichtte het departement Zaandam van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeenplugin-autotooltip__default een Frans-Latijnse school en werd P. Fortuyn uit Heusden tot hoofd benoemd. Het eerste schoolexamen vond plaats op 7 juli 1794 in het logement 'De Oude Prins' in tegenwoordigheid van vele Nutsleden. In 1800 werden voor het eerst ook kinderen van niet-Nutsleden toegelaten. In 1807 werd een nieuw gebouw 'De Vergulde Salm' in de Molenbuurt te Westzaandam betrokken. In 1814 kwam de school onder stadsbestuur en werd vervolgens in 1819 een openbare school met het predikaat 'Stedelijke Dag- en Kostschool voor Jonge Heeren' met als tegenhanger de 'Jonge Juffrouwen school'. In het reglement van 1841 werd bepaald dat 'de onderwijzer verplicht is om goed klassikaal onderwijs te geven in het Lezen, Schrijven en Rekenen, de Mathesis en Algebra, het Italiaans Boekhouden, de Nederduitsche, Fransche, Hoogduitsche en Engelsche talen, alsmede in de Vaderlandsche, Algemeene en Bijbelsche Geschiedenis, de Natuurkunde en Aardrijkskunde'. In 1851 werden de vakken 'Beginselen der chemie' en 'Werktuigkunde' aan het programma toegevoegd.
Een bekende docent in de klassieke literatuur was Dr. W. Doorenbos die in 1845 werd benoemd. Bij hem volgden 15 leerlingen, afkomstig uit diverse Zaanlandse dorpen, onderwijs. In 1851 werd hij opgevolgd door dr. J. Roos die in 1855 schoolopziener werd. Andere rectoren waren onder anderen de heren Nieuwveen, Donker en Fortanier. Toen de Wet op het Middelbaar Onderwijs van 2 mei 1863 van kracht werd, was het stadsbestuur met de minister van Binnenlandse Zaken van oordeel dat de school niet geacht kon worden een instelling van middelbaar onderwijs te zijn. Als gevolg werd in 1866 voor het laatst een subsidie van f 100, verstrekt. Op dat moment was men druk doende een hbs te stichten.
Op 7 april 1827 stelde het gemeentebestuur de raad van Zaandam voor een Tekenschool op te richten. Dit was een zeer vooruitstrevend plan, aangezien elders in het land de eerste scholen voor het ambachts- en tekenonderwijs pas omstreeks 1850 gesticht werden en dan meestal nog door particuliere verenigingen. De eerste Tekenmeester (directeur) was Herman Thepas van Zutfes. Hij kreeg een jaarlijks traktement uit de stedelijke kas van f 600, per jaar. Aan de school werd les gegeven in bouwkundig tekenen en handtekenen. In 1877 telde de school 50 mannelijke en 14 leerlinges. De docent handtekenen J. Arentz was 40 jaar aan de school verbonden.
Het departement Wormerveer van de Maatschappij voor Nijverheid en Handelplugin-autotooltip__default nam in 1845 het initiatief tot de oprichting van een vaktekenschool. Op 11 november van dat jaar kon deze school met 11 leerlingen beginnen. Uit deze school is de latere Avond-vaktekenschool aan de Marktstraat ontstaan, die tot omstreeks 1960 heeft bestaan. Van 1933 tot 1955 stond de school onder de bezielende leiding van L.G. van Heerde.
Het onderwijs aan de Burger Avond School, BAS, werd voor de totstandkoming van de Wet op het Nijverheidsonderwijs van 1919 bij de Wet op het Middelbaar Onderwijs geregeld. Hoewel men in Zaandam getracht had van de plicht tot het stichten van een bas ontheffing te verkrijgen omdat hier een Ambachtsschool gevestigd was, moest er gelijk met de hbs in 1866 een bas opgericht worden. In 1904 kreeg de bas nieuwe ruime tekenlokalen op de bovenste verdieping van de pas gebouwde mulo-school aan de Stationsstraat en nam deze de functie van de tekenschool over. In 1921 nam de Avondschool voor Nijverheidsonderwijs de taak van de bas over.
Van kweekscholen of normaallessen was nog geen sprake; wie lust voelde om schoolmeester te worden meldde zich als kwekeling bij een schoolhoofd en kwam meteen in de praktijk. De kwekeling ontving geen beloning, maar moest in sommige gevallen enig leergeld betalen. Het bleek erg moeilijk voldoende onderwijzers te bewegen in Zaandam een positie te aanvaarden. Het gemeentebestuur verzocht in 1872 aan de minister van Binnenlandse Zaken om subsidie te verlenen voor de oprichting van een normaalschoolplugin-autotooltip__default waar de opleiding van kwekeling tot hulponderwijzer en van hulponderwijzer tot hoofdonderwijzer plaats zou kunnen vinden. Op 8 mei 1879 opende inspecteur Theodorus Jorissen in de raadszaal van Zaandam de Rijksnormaalschool. Er hadden zich 56 leerlingen aangemeld.
De school kende drie afdelingen. Leerlingen die de lagere school hadden doorlopen werden na geslaagd toelatingsexamen geplaatst in de laagste, voorbereidende afdeling. Na twee jaar konden ze examen doen voor de middelste afdeling. Hier werden naast de gewone vakken (lezen, schrijven, rekenen) Frans, Algemene Geschiedenis, Onderwijs en Opvoeding en voor meisjes Nuttige Handwerken gegeven. In de derde afdeling, waarvoor de kwekeling de leeftijd van 16 jaar bereikt moest hebben, werden naast genoemde vakken Algebra en Meetkunde onderwezen.
Van 1879 tot 1883 was de school gehuisvest in de Stadswerf. Na 1883 aan het Rustenburg. In 1923 werd de school een Dagnormaalschool en in 1924 een Rijkskweekschool. Als gevolg van de gevoerde bezuinigingen werd de school in 1936 opgeheven. In 1910 werd de Hogere Handelsschool met tweejarige cursus opgericht. De driejarige hbs vormde de onderbouw van deze opleiding. Bij de start waren er 13 leerlingen. In 1912 volgde de Middelbare Handelsschool met een vierjarige cursus te Zaandam. Directeuren waren achtereenvolgens Joh. Bouman (1913), A. Zuidervliet (1931).
Tijdens de oorlogsjaren werd Zuidervliet, een NSB-er, wethouder van Onderwijs en hij benoemde als waarnemend directeur P.W.J. van Malssen en later P.W. Tuin. Deze laatste werd door burgemeester Vittersplugin-autotooltip__default eind 1944 ontslagen wegens onwettige afwezigheid en vluchtte op Dolle Dinsdag naar elders. De eerste naoorlogse directeur werd J.L. van der Noordaa. Tussen 1948 en '49 was de school gehuisvest in de Finse noodschool aan de Rosmolenstraat. In 1961 werd J. Dekker de laatste directeur van de school als zelfstandig instituut. In 1963 werd de school opgeheven en als afdeling Handelsschool bij het Zaanlands Lyceum ondergebracht.
Gelijktijdig werd het nieuwe gebouw aan de Vincent van Goghweg in gebruik genomen. De directeur schreef in zijn laatste jaarverslag dat de beslissing leerlingen en docenten onprettig heeft getroffen. Voor leerlingen is dit een grote verandering. De intimiteit die in de oude school heerste, zal verdwijnen en het is te verwachten dat een deel van de leerlingen het in de toekomst moeilijker zal hebben.'
In de jaren 70 hebben de gemeenten Zaandam en Purmerend en vertegenwoordigers van het protestant-christelijke en het roomskatholieke onderwijs geprobeerd een eigen zelfstandige meao te stichten. In januari 1978 werd na langdurige onderhandelingen tussen deze partijen een stichting in het leven geroepen met als doel het verzorgen van Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs voor de gehele Zaanstreek en Waterland. De meao werd een samenwerkingsschool. De bestuursverdeling was als volgt: Gemeente Zaanstad 2 leden (openbaar onderwijs); Gemeente Purmerend 2 leden (idem); PC-onderwijs 2 leden; RK-onderwijs 2 leden. Het bestuur bestond uit de volgende personen: Th. van Dam, Y. Tamminga, P. Beuse, dhr Dorresteijn, R. Fijn, mevr. de Regt-de Zeeuw, pastoor Hogema en dhr. Effting.
De school startte op 1 augustus 1978 met vier eerste klassen met 98 leerlingen in een gebouw aan de Wandelweg te Wormerveer (later werd hier Soelam gevestigd, zie 2.3.3.). Als eerste directeur werd J.W. Broeckhuijsen benoemd. In 1979 ontstond een dependance in Assendelft in het voormalige lhno-gebouw De Kaayk aan de Saenredamstraat. Hier werden vijf nieuwe eerste klassen gevestigd. Het leerlingenaantal steeg naar 200. In augustus 1980 kreeg de school een dependance in de nieuwe mavo-school De Werf te Zaandam met vijf nieuwe eerste klassen. Het leerlingenaantal bedroeg toen 325. Op 20 augustus 1981 kwam de gehele meao in het voormalige gebouw van Wessanen aan de Zaanweg 51 te Wormerveer. De school telde toen 350 leerlingen.
In augustus 1983 was een nieuwe dependance noodzakelijk; deze werd gevestigd in de Noorderstraat te Wormerveer. Daar werden de derde klassen gehuisvest. De school had op dat moment 550 leerlingen. In augustus 1985 werd een dislocatie gevestigd te Purmerend. Deze telt in 1990 ruim 300 leerlingen terwijl de school in het geheel 925 leerlingen telt. In 1988 verkreeg men toestemming om tot nieuwbouw over te gaan. Op 19 februari 1990 werd de eerste paal voor de Meao in de Cypressestraat in het Houtveld te Zaandam geslagen. Ook de vestiging te Purmerend dient hier een plaats te krijgen. Het gebouw zal 1300 leerlingen moeten huisvesten en zal in 1991 worden opgeleverd. De school zal waarschijnlijk Economisch College gaan heten. Na een felle strijd waarbij wethouder Hooghiemstra het schoolbestuur verliet, wist de Meao buiten de mbo-fusie te blijven. In maart 1989 verliet directeur Broeckhuijsen, die alle genoemde uitbreidingen had uitgevoerd, de school en volgde H.J. de Vries hem op.