Pakhuizen
Afzonderlijke opslagruimten voor voorraden grondstoffen, gerede producten enzovoort. Als industriestreek telde de Zaanstreek steeds een aanzienlijk aantal pakhuizen. In het kohier van 1731 werden er 286 opgesomd, benevens 8 Vleethuizen, 5 kaashuizen en 17 kaatsen (schuren zonder zolder en met schuin-aflopend dak, meestal als opslagruimte benut). In 1801 werden er alleen in Oostzaandam 45 zaadpakhuizen geteld. In 1919 verscheen de derde druk van het 'Pakhuisboek van de Zaanstreek', uitgegeven door de Vereeniging van ter Amsterdamsche beurze vertegenwoordigde Brand-Assuradeuren, waarin de volgende aantallen pakhuizen werden opgesomd:
Plaats | aantal |
---|---|
Wormer | 43 |
Wormerveer | 48 |
Oost- en Westknollendam | 7 |
Krommenie | 18 |
Westzaan | 9 |
Zaandijk | 19 |
Koog | 29 |
Zaandam (westkant) | 31 |
idem (oostkant) | 83 |
en Oostzaan | 5 |
Totaal | 292 |
*Assendelft werd niet genoemd |
Te zamen waren er na de Eerste Wereldoorlog een kleine 300 pakhuizen. De genoemde aantallen betroffen steeds afzonderlijke gebouwen, silo's enzovoort, ongenoemd bleven de opslagruimten binnen de productiebedrijven zelf. Door veranderde bedrijfsinzichten (toenemende omzetsnelheid, beperking van voorraden) en verbeterde, snellere aan- en afvoer nam het aantal pakhuizen sindsdien af.
Zie: Houten pakhuizen en Economische geschiedenis geschiedenis 2.6.3.