Paltrok
Molentype, alleen toegepast voor de houtzagerijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoutzagerij
Het zagen van hout in Houtzaagmolens en later in stoomhoutzagerijen. De Zaanse familiebedrijven in het houtvak hielden zich zowel met de handelskant als met de zagerij bezig; de ontwikkeling van de Zaanse houtzagerij is daardoor niet los te zien van de Zaanse. De paltrokken, waarvan er meer dan 200 in de Zaanstreek draaiden, kenmerken zich door een aan drie zijden open werkvloer, de zaaggrond, een geteerd dus donker uiterlijk en het feit dat bij het kruien de gehele molenmassa over een rolring wordt rondgedraaid; de paltrok is hierdoor een onderkruier in tegenstelling tot de bovenkruiersplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBovenkruier
Molentype. Wordt gekenmerkt door de draaibare kap. In tegenstelling tot de standerdmolen, de wipmolen en de paltrok, wordt bij de bovenkruier niet de gehele molenromp op de wind gedraaid, maar uitsluitend de kap waaraan het wiekenkruis is bevestigd. Hierdoor is een zwaarder geconstrueerde en ruimere molenromp mogelijk, eventueel met vast daarmee verbonden pakhuizen., waarvan alleen de kap wordt gedraaid.
Juist doordat de hele molen naar de wind werd gedraaid, was het voor de aanvoer van de te verzagen stammen nodig de molen zoveel mogelijk met water te omringen, opdat de kraan die natuurlijk meedraaide als de molen op de wind werd gezet steeds de stammen uit het water op de zaagslee kon hijsen. De paltrok stamt af van de in 1592 door Cornelis Corneliszoon van Uytgeestplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigUytgeest, Cornelis Cornelisz. van
De eerste houtzaagmolen Cornelis Cornelisz van Uytgeest, ook wel: Krelis Lootjes, uitvinder van het creck-werk of krukwerk, dat in houtzaagmolens of paltrokken en oliemolens werd toegepast. Van Uytgeest deed zijn vinding in 1592. G. Doorman schreef hierover in zijn verhandeling 'Octrooien voor uitvindingen in de Nederlanden in de 16e-18e eeuw' (Den Haag 1940): 'Zelfs wanneer Cornelis Cornelisz het principe van het zaagraam uit enige publicatie zou hebben gekend,… gebouwde zaagmolen Het Juffertjeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJuffertje, het
Eerst gebouwde houtzaagmolen, in 1596 naar Oostzaandam vervoerd. De uitvinding van de houtzaagmolen. door Cornelis van Uytgeest, dateert uit 1592. Volgens mededelingen van H. Soeteboom, Hendrick Jacobsz. werd de molen, die men om zijn vorm het Juffertje noemde, in de voorzomer van 1596 naar Oostzaandam vervoerd. De uitvinder van de molen had het octrooi op zijn uitvinding, dat hij van de Staten had gekregen, verkocht aan de Zaandammer. De uitvinder zag als eerste kans de draaiende beweging van de wieken om te zetten in de op- en neergaande beweging die voor zaagramen is vereist. De twee of drie zaagramen in een paltrok worden in beweging gebracht door een driebochtige krukas. De wagenschotzagers bevatten twee zaagramen, gewone balkenzaagmolens telden er drie.
De naam paltrok is naar wordt aangenomen ontstaan doordat dit molentype deed denken aan in de Duitse Pfalz gedragen jassen. Deze zwarte mannenjassen werden strak over het bovenlichaam gedragen, maar hadden op heuphoogte een opvulling, waardoor de lange panden min of meer uitstonden. Pieter Boorsmaplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoorsma, Pieter
Koog aan de Zaan, 10 oktober 1871 - 19 september 1951 Het Pink Pieter Boorsma stamde uit een arbeidersgezin, was sociaal zeer bewogen en gold politiek gezien als anarchist. Als jongeman was hij bevriend met F. Domela Nieuwenhuis. De overlevering wil dat zij tijdens een staking bij het oliebedrijf Het Hart en De Zwaan ’s nachts getweeën in een lantaarnpaal vóór het huis van de directeur van het bedrijf klommen en leuzen riepen. Zijn opvattingen vertolkte hij later in een aantal … telde in Duizend Zaanse Molens in totaal 237 Zaanse paltrokken. In 1880 stonden er nog 53 overeind, in 1898 was dat aantal teruggelopen tot 21. In 1990 waren er nog twee over, waarvan de door woonbebouwing omringde De Held Jozuaplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHeld Jozua, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in juli 1719. Hij staat in het Westzijderveld, tussen de spoorlijn en de Watering, ten noordwesten van en nabij het NS-station. De molen telt drie zaagramen, roeden van ijzer, een vlucht van 21 meter en staat sinds 1948 stil. In 1986 kwam de paltrok in particulier bezit en verkeerde hij in sterk verwaarloosde toestand. Een stichting bracht middelen voor restauratie bijeen waardoor de molen weer be… in Westerwateringplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWesterwatering
Woonwijk in Zaandam, westelijk van de spoorlijn. De wijk werd in vijf fasen aangelegd tussen 1985 en 1991. In de wijk staan 2775 woningen, 7185 inwoners per l januari 1991, het winkelcentrum Westerwatering, een bejaardentehuis met 92 aanleunwoningen, door een televisie-actie in enige dagen tot stand gekomen kinderboerderij te Zaandam nog in deplorabele toestand verkeert. De andere, De Gekroonde Poelenburgplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPoelenburg, de Gekroonde
Houtzaagmolen te Oostzaandam, paltrok.
De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit juli 1733, hij was toen eigendom van Pieter Jochemsz. Poelenburg. In december 1903 werd hij door brand verwoest, waarna in 1904 de in Koog aan de Zaan afgebroken molen aan de Kalverringdijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKalverringdijk
Zie bij: Kalverpolder. op de Zaanse Schans is in 1990 bij een restauratie weer zaagvaardig gemaakt. Het meest opmerkelijke aan de paltrokken is hun open karakter. De arbeiders in deze molens werkten in de open lucht. Op de zaaggrond zijn de zaagramen en de zaagsleden opgesteld. Niet alleen de zaagramen, maar ook de kraan en de zaagsleden worden door de wind aangedreven.
Zie ook: balkenhavenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenhaven
Haven bij houtzaagmolen of houtzagerij waar ongezaagd hout werd bewaard. Ook: de eigennaam van het deel van de Nieuwe Haven te Zaandam dat voor dit doel was ingericht. In het verleden wemelde het in de Zaanstreek van de balkenhavens; iedere houtzaagmolen (en later machinale houtzagerij) stond aan het water en bezat minstens een haven(tje). Zeer bekend was de balkenhaven ten westen van het eiland in de, balkenzagersplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenzager
Windmolens tot het zagen van planken en ribben uit boomstammen, als vroegste en lange tijd ook belangrijkste tak van nijverheid in de Zaanstreek. Zoals bekend werd de zagerij met behulp van molens (uitvinding van Cornelis Corneliszoon van Uytgeest) hier het eerst toegepast; voordien werden alle balken, stammen enzovoort met de hand verzaagd. Het totale aantal zaagmolens in de Zaanstreek heeft volgens opgave van, houtzagerijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoutzagerij
Het zagen van hout in Houtzaagmolens en later in stoomhoutzagerijen. De Zaanse familiebedrijven in het houtvak hielden zich zowel met de handelskant als met de zagerij bezig; de ontwikkeling van de Zaanse houtzagerij is daardoor niet los te zien van de Zaanse en wagenschotzagersplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWagenschotzagerij
Onderdeel van de houtzagerij, waarbij men zich toelegde op het zagen van wagenschot, een fijn soort eikehout dat werd gebruikt als wandbekleding in interieurs. Ook wagenmakers gebruikten wagenschot, maar de naam is mogelijk een verbastering van weeg' ('wand'). Wagenschotzagerij werd uitgevoerd in.