In de naamgeving van de Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg, Riagg, komt tot uiting dat deze vorm van hulpverlening in een beperkt gebied (regio) en bij het instituut of, indien nodig, bij mensen thuis wordt gegeven.

Opname is dus niet mogelijk. Deze hulp wordt gegeven aan mensen in psychische nood, die onvoldoende baat hebben bij de steun van familie, kennissen en andere instanties. De ambulante geestelijke gezondheidszorg ontstond in het begin van deze eeuw als reactie op en aanvulling van de hulpverlening vanuit psychiatrische inrichtingen.

Vooral na de Tweede Wereldoorlog ontstonden talloze instanties, vaak van confessionele origine, die hulp boden van uiteenlopende aard, zoals:

  • de Sociaal Psychiatrische Diensten (SPD's),
  • de Medisch Opvoedkundige Buro's (MOB's),
  • de Bureaus Voor Levens- en Gezinsvragen (LGV's),
  • de Instituten voor Multidisciplinaire Psychotherapie (IMP's),
  • Stichtingen voor Therapeutische Gezinsverpleging,
  • Crisiscentra,
  • Consultatiebureaus voor Alcohol en Drugs (CAD's),
  • Jeugd Psychiatrische Diensten (JPD's) en
  • Sociaal Geriatrische Diensten.

De spreiding van deze diensten over het land was zeer ongelijk. Het aanbod lag vooral in de grote steden, en dan met name in het westen, terwijl in sommige plattelandsgebieden geen enkele voorziening aanwezig was. Voor verwijzers en cliënten was het vaak moeilijk in deze ongelijk verdeelde wirwar van voorzieningen de weg te vinden. Men sprak over 'de lappendeken' in de geestelijke gezondheidszorg.

In 1974 verscheen de Struktuurnota Gezondheidszorg van de staatssecretaris van Volksgezondheid, die er op was gericht de samenhang in de gezondheidszorg te vergroten, de ontwikkeling te plannen en de kosten te beheersen. Hierbij werden ordeningsprincipes gehanteerd die betrekking hadden op de grootte van het afgebakende gebied (regionalisatie), waardoor de aangeboden voorzieningen voor iedereen goed bereikbaar zouden worden en in een onderverdeling in verschillende 'lijnen' van voorzieningen (echelonnering)

  • basisgezondheidszorg, politie en school als nulde lijn;
  • huisarts, maatschappelijk werk, wijkverpleging als eerste lijn;
  • de ambulante (extramurale) gespecialiseerde gezondheidszorg als tweede lijn en
  • de (psychiatrische) ziekenhuizen, verpleeghuizen als derde lijn.

In 1982 werd Nederland verdeeld in 59 RIAGG verzorgingsgebieden met elk een inwoneraantal van 150.000 tot 300.000.

  • De sociaal psychiatrische diensten,
  • de jeugd-psychiatrische diensten,
  • de sociaal geriatrische diensten,
  • de bureau's voor levens- en gezinsvragen en
  • de instituten voor multidisciplinaire psychotherapie

werden in de RIAGG's ondergebracht.

Van twee naar één

In de Zaanstreek en Waterland kwamen aanvankelijk twee afzonderlijke RIAGG's tot stand. In 1986 fuseerden deze RIAGG's als gevolg van het geringe inwonertal van de regio Waterland. Daarnaast bestond de noodzaak om in het westen van het land te bezuinigen om de meerkosten van de witte vlekken gebieden elders te kunnen opbrengen. Dit gebeurde ook voor de regio Zaanstreek. Het land is nu overdekt met 58 RIAGG's, waarbinnen een op elkaar afgestemd aanbod van geestelijke gezondheidszorg in een afgebakend gebied aan de bevolking wordt aangeboden.

De financiering geschiedt in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De RlAGG Zaanstreek/Waterland werkt vanuit de vestigingsplaatsen Zaandam en Purmerend. Voor wat Zaandam betreft omvat de regio Zaanstad, Oostzaan, Jisp en Wormer. In beide vestigingsplaatsen beschikt men over vier hulpverlenende afdelingen; jeugdzorg, volwassenenzorg, ouderenzorg en psychotherapie. In de Zaanstreek was en is er sprake van een unieke combinatie van hulpverleningsmogelijkheden in de jeugdzorg, doordat aan de RIAGG tevens een jongerenadviesbureau is verbonden en er sprake is van een intensieve samenwerking in één organisatorisch verband met het jeugdbeschermingsbureau (zie ook: Jeugdzorgplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJeugdzorg

Geheel van instellingen die zich bezig houden met de hulpverlening aan jongeren, verdeeld in eerste-, tweede-, en derdelijnszorg.

De eerste lijn (schoolbegeleiding, schoolarts, jongerenwerk, huisarts, kruisvereniging en algemeen maatschappelijk werk) is direct toegankelijk voor de jongeren en hun ouders. Voor een tweedelijns-instelling is meestal een verwijzing door een eerstelijns-instelling noodzakelijk. Voor een derdelijns-instelling is weer de verwijzing van een tweedelijns-inste…
).

In de RIAGG zijn werkzaam:

  • maatschappelijk werkers,
  • psychologen,
  • (ortho)pedagogen,
  • speltherapeuten,
  • artsen,
  • sociaal psychiatrisch verpleegkundigen,
  • psychiaters,
  • psychotherapeuten en
  • secretariaatsmedewerkers.

Naast de ambulante hulpverlening wordt ook aan preventie gedaan om te voorkomen dat mensen in psychische nood komen te verkeren. Daarnaast worden mensen die in hun werk te maken hebben met problemen van anderen (leerkrachten, huisartsen e.d.) begeleid en geadviseerd. De RIAGG wordt geconfronteerd met

  • opvoedings-,
  • gezins-,
  • relatie-, en
  • seksuele problemen,
  • problemen als gevolg van verandering in leefsituatie zoals bij
  • sterfgeval,
  • echtscheiding en
  • werkloosheid.

Ook houdt de RIAGG zich bezig met problemen als

  • angstgevoelens,
  • fobieën,
  • gevoelens van onmacht,
  • eenzaamheid,
  • overspannenheid,
  • depressiviteit,
  • neerslachtigheid,
  • contactarmoede en
  • verwardheid.

De mogelijkheden tot het bieden van hulp bestaan uit individuele-, groeps-, of gezinsgesprekken; spel- en psychotherapie; het verstrekken van medicijnen; het begeleiden van kinderen en/of ouders en bemiddeling bij opname in een psychiatrisch ziekenhuis en bij plaatsing in een kinderhuis, pleeggezin of verpleeghuis. Daarnaast kent de RIAGG een 7×24 uursdienst, waarbij acute psychiatrische gevallen kunnen worden geholpen. Deze dienst kan alleen door huisartsen of artsen van de dienst volksgezondheid worden ingeschakeld.

De hulpvraag bij de RIAGG neemt nog steeds toe. Dit mede als gevolg van het ontstaan van nieuwe groepen die hulp vragen zoals vluchtelingen, asielzoekers, doven, slachtoffers van seksueel geweld enzovoort. Ook door de groei van het aantal ouderen neemt de hulpvraag toe. Het verwachtingspatroon van de cliënt wordt hoger; men verlangt een oplossing voor zijn of haar probleem. Net als in de somatische, lichamelijke, gezondheidszorg kan men in sommige gevallen het lijden verzachten, maar de kwaal niet wegnemen. Er zijn maatregelen getroffen om de privacy van de cliënt te waarborgen. De stichting kent verder een klachtenregeling, waarop niet tevreden cliënten een beroep kunnen doen.

De door de RIAGG verleende hulp is gratis, met uitzondering van de psychotherapie waar een bedrag van f 5 per zitting wordt gevraagd met een maximum van f 450 per jaar. Aan de instelling waren in 1991 in totaal zo'n 150 medewerkers verbonden, waarvan ongeveer 80 in de Zaanstreek.

Mw. drs. T. Kok.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/riagg.txt
  • Laatst gewijzigd: 2024/05/25 10:32
  • door zaanlander