Vrede, De
Fabriekspand in de Achtersluispolder, aan het Noordzeekanaal ter hoogte van Zijkanaal H, het Barndegat. De bouw kwam tot stand naar een ontwerp van architect S.B. van Santé, in opdracht van zakenman Van Odijck, toenmalig directeur van de rijstpellerijen van de firma C. Kamphuysplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKamphuys, Cornelis
Cornelis Th. Kamphuys werd in 1885 in de gemeenteraad van Zaandam gekozen als enige Rooms-Katholiek. Hij zou ongeveer 25 jaar deel blijven uitmaken van deze raad. Op 28 oktober 1914 bedankt wethouder Kamphuys, omwille van gezondheidsredenen, als raadslid voor de gemeente Zaandam. Op 21 december 1914 werd tot lid van de gemeenteraad gekozen J. G. Beumer (R.K.) in de vacature C. Th. Kamphuys..
Generaal Ophorst, commandant van de Stelling Amsterdam, achtte het in de eerste wereldoorlog raadzaam, dat er in zijn gebied een meelfabriek bij kwam. Met de bouw van de beeldbepalende meelfabriek werd in 1916 begonnen. De naam werd gekozen omdat het op het moment dat de fabriek af was en de Eerste Wereldoorlog net over was.
Het bedrijf had een eigen watertoren die nog altijd hoog boven het gebouw uitsteekt. Hoewel De Vrede als een zeer modern ingerichte fabriek bekend stond, bleef succes uit. De Vrede maalde zes jaren dag en nacht. Maart 1922 kregen werklieden van de firma C. Kamphuys de aanzegging dat de lonen op 1 maart met 10% en op 1 april nog eens met 10% zullen worden verlaagd. In 1924 kwamen de machines stil te staan daar het malen niet langer lonend was. Amerika overstroomde Europa gedurende de dumpings-crisis met goedkoop meel.
In 1928 en 1929 draaide de fabriek enige tijd voor de meelfabriek Holland. Onderhandelingen tussen de C. Kamphuys Fabrieken en een Engelse firma betreffende de verkoop van de meelfabriek lopen in februari 1930 na verschillende pogingen op niets uit. De directie was toen niet bereid haar onafhankelijkheid prijs te geven. Men besloot de fabriek op 5 maart 1930 in veiling te brengen. Over de mogelijkheid van onderhandse verkoop vóór die datum kon de directie nog geen mededelingen doen.
Daarna heeft zij stil gestaan tot in 1938 de AVA, het Aan- en Verkoopbureau van Akkerbouwproducten, als regeringsinstantie het pand huurde voor opslag. Deze bestemming heeft het de gehele oorlog door behouden. Na 1945 kochten de Gebroeders Gort uit Nieuw-Vennep de fabriek. Zij gebruikten de silo als opslagplaats en verhuurden de rest, eerst aan het diepvriesbedrijf De Weegschaal, later aan diepvriesbedrijf Vita. De KLM huurde ook enige tijd. Veel bedrijven passeerden de revue.
Nederland leent Frankrijk tarwe
Maart 1949 leent de Nederlandse regering Frankrijk 2.000 ton tarwe, waar toen een groot gebrek aan broodgraan heerste. Kustvaarders zullen het graan dat ligt opgeslagen in meelfabriek De Vrede naar de haven van Duinkerken vervoeren. De machinerieën van de fabriek werden verkocht, waarna het grote pand als silo voor Amerikaanse en inlandse tarwe werd ingericht.
Vrijdag 23 september 1949 brak brand uit in het Aan- en Verkoopbureau Akkerbouwproducten. Zes ton tarwe van de nieuwe oogst ging geheel in vlammen op.
Op 2 augustus 1951 werd brand ontdekt1) in een drooginrichting voor mais. De brand sloeg over naar een silo, waarin 7000 ton mais in opdracht van de regering was opgeslagen. De silo kon, dank zij het werk van de brandweren van Zaandam, Oostzaan en Koog aan de Zaan, gedeeltelijk behouden blijven.
In 1957 huurde oudpapierhandel M.A. Wessels uit Amsterdam de grote ruimten in de betonnen kolos.
Alle Zaandamse brandweerkringen werden vrijdagavond 16 augustus 1957 opgeroepen om een grote brand bij De Vrede te blussen. Om kwart voor negen zag boer Kraaij vlammen uit de 30 meter hoge vleugel van het fabriekspand slaan. De brandende etage was onderverhuurd aan oud-papierhandel Wessels NV te Amsterdam. Het vuur vond gretig voedsel in ongeveer 2000 ton oud papier. In het gehele gebouw, waarin ook een graansilo was gevestigd, bevond zich ongeveer 30.000 ton oud papier.
De brandweer stond voor grote moeilijkheden. De gemeente Zaandam, bezig de Achtersluispolder in te richten als industrieterrein voor scheepswerven, had de toegangsweg afgesloten. Brandweerauto's maakten een vier kilometer lange omweg door de duistere polder om de brand te bereiken. Om half 10 kon pas water gegeven worden. De spuitgasten haalden halsbrekende toeren uit om de vlammen op de bovenste verdieping te bereiken. Vanwege rookontwikkeling was het onmogelijk zonder zuurstofmasker te werken. Het brandende pand spuwde vuur, het schouwspel trok duizenden kijkers naar de Vredeweg.
Consternatie ontstond toen enige dakkapellen explodeerden en de felle zuidwestenwind opnieuw vat op de vlammen kreeg. Vonken dwarrelden over het Noordzeekanaal, waar het wemelde van de bootjes. De politie stelde een onderzoek in; het was voor de derde maal dat in korte tijd brand uitbrak in dit gedeelte van het fabrieksgebouw. De schade beliep in de tienduizenden guldens.
Naast het brandende pand bevonden zich de grote graan-silo's, waar honderden tonnen regeringsgraan lagen opgeslagen. De brandweer nam maatregelen deze gebouwen te beveiligen. Het nablussingswerk vorderde nog geruime tijd. 's Morgens half vier was men de brand in zoverre meester, dat met nablussen kon worden begonnen. Dit zou de hele dag in beslag nemen. De schade aan het gebouw was aanzienlijk, die aan de voorraden kon nog niet worden opgenomen.
In Ons Huis te Zaandam werd op 24 oktober 1957 fabrieksgebouw De Vrede geveild. Het totale complex werd in onderdelen opgeboden tot f 597.200. Hoogste bieder voor het fabrieksgebouw was met ƒ 180.000 J.C. Faasen, Rotterdam, firmant van een aannemersbedrijf. Hoogste bieder voor de kamer was met ƒ 360.000 W. Bergeren, architect te Voorburg. De bedrijfswoningen kwamen niet hoger dan gemiddeld ƒ 5000. Voor de terreinen was weinig animo. Een week later kwamen de combinaties in opslag.
31 oktober 1957 mocht Rotterdammer J.C. Faasen zich na een veilingaankoop van ƒ 688.800 de nieuwe eigenaar van het complex noemen. Faasen weigerde na afloop te zeggen of hij voor zichzelf dan wel voor een andere opdrachtgever had gekocht.
Voor ƒ 975.000 kocht de gemeente Amsterdam in januari 1958 het fabriekscomplex. Dit voorstel werd tegen iedere verwachting door de Amsterdamse raad goedgekeurd. Twee maanden daarvoor immers haalde hetzelfde complex op een veiling in Zaandam slechts een prijs van ƒ 700.800. Als reden gaf B. en W. op niet te willen kopen op deze veiling. Het vermoeden bestond dat op een Amsterdams bod werd gewacht gedurende de veiling. Het regende in de dagen voor de veiling telefoontjes op het raadhuis. Enkele jaren eerder was de vraagsom nog anderhalf miljoen, daarna 2,2 miljoen.
Het fabriekscomplex zou volgens de Amsterdamse plannen te zijner tijd verdwijnen. De hoofdstad had met Zaandam een overeenkomst gesloten waarbij het zuidelijk deel van de Achtersluispolder publiekrechtelijk aan Amsterdam zou komen. Een deel van deze polder zou worden vergraven voor de verruiming van de toegang tot het kanaal om de noord en voor de aanmaakhaven voor slepen naar de Rijn. Deze plannen zijn nooit uitgevoerd.
De Zaandamse brandweer moest 12 december 1968 in actie komen voor een hardnekkige brand die woedde in het graansilo- en elevatorbedrijf van Gebroeders Gort. Door verstopping in een graandroger was brand ontstaan, hetgeen met een geweldige rookontwikkeling gepaard ging. Om de vuurhaard te bereiken moest eerst 16 ton graan uit de graandroger verwijderd worden. De brandweer had bij de blussingswerkzaamheden veel moeite om te voorkomen dat de pompen en slangen zouden bevriezen.
Halverwege de jaren '80 van de 20e eeuw is het complex aangekocht door het graanoverslagbedrijf De Vrede, dat een deel van de panden al sinds 1943 in gebruik had.
Drie jaar voorbereiding ging eraan vooraf, maar de plannen namen op 1 juni 1996 definitieve vormen aan. K. Gort van De Vrede BV, op-, overslag- en veembedrijf, nam een containeroverslag onder de naam Container Terminal Vrede voor de binnenvaart in gebruik in het industriegebied Achtersluispolder. Daarvoor werd onder meer een kade met een grote monorail aangelegd, verrees er een enorme kraan en werd een stuk grond van 9000 m2 verhard. De totale investering bedroeg vijf miljoen gulden. De Vrede was initiatiefnemer en betrok een aantal participanten bij z'n initiatief. Dat waren Houtcentrum BV uit Zaandam, Zaanstad Terminals BV uit Zaandam en Beets transport uit Wijde Wormer.
De provincie Noord-Holland droeg begin 2018 bijna 300.000 euro bij aan behoud van de Zaandamse stoommeelfabriek De Vrede.
Externe links