Zienagoog
Expositie- en kunstuitleencentrum, ooit gevestigd aan de Westzijde 39 te Zaandam, daarvoor in de voormalige Synagoge aan de Gedempte Gracht in Zaandam.
De voorgeschiedenis van Stichting de Zienagoog nam een aanvang in Zaandijk, waar in het door Wim Krijt beheerde Weefhuis een aantal Zaanse kunstenaars, zoals Gerrit de Jong, Jan B. de Winter, Leo Poelmeijer, Pieter Groot en Han Koning (1938-2009) regelmatig exposeerde, met groeps- en thema-tentoonstellingen van hedendaagse beeldende kunst. Daarnaast werden er ook historische tentoonstellingen gehouden.
Spraakmakend was onder meer de tentoonstelling van de wereldberoemde serie etsen van Goya De verschrikkingen van de oorlog van de collectioneur G.L. Jaller. Maar ondanks al deze activiteiten bleef het Weefhuis slechts voor een afgebakende groep kunstminnaars en kunstenaars bereikbaar. Om een meer publieksgericht beleid te gaan voeren nam het bestuur van Stichting Het Weefhuis, onder leiding van dokter H. van Beek, het besluit om te verhuizen naar de Synagoge aan de Gedempte Gracht in Zaandam.
Onder leiding van architect Willem Kruiswijk vond een ingrijpende verbouwing plaats, echter zonder de oorspronkelijke stijl van het gebouw aan te tasten. De sfeervolle boogramen en de houten kruis-constructie boven in het gebouw bleven gehandhaafd. Aan de straatzijde werden een galerij en een entresol toegevoegd, waarmee de expositie-oppervlakte nagenoeg werd verdubbeld.
Opening
Op 7 december 1974 opende wethouder Th. van Dam de Zienagoog, een door kunstenaar en bestuurslid Han Koning bedachte naam. Van Dam roemde het particuliere initiatief waardoor de realisatie mogelijk was geworden. Aansluitend werd de eerste, vrij contrastrijke, expositie geopend van 63 Zaanse kunstenaars, onder wie Enric Adsera Riba, René van Wanrooij, Gerard Huisman, Klaas de Boer, Peter Louman, Anneke van der Mandele, Guido Goedheer en Martin Klaver.
Snel toonden de stijgende bezoekersaantallen aan dat de verhuizing een groot succes was. In januari 1975 werd door de Zienagoog een Kunstuitleen of artotheek, geopend, één van de eerste in Nederland, met de bedoeling de kunst te democratiseren. Via de kunstuitleen moest contact tussen de beeldende kunst en een groter publiek worden gelegd. De kunstenaar ontving 10 procent van de waarde van zijn werk als huurvergoeding en het publiek betaalde, mede door subsidies van diverse overheden, een relatief klein bedrag per huurperiode. Van dat bedrag werd bovendien nog eens 72,5 procent gespaard voor de eventuele aankoop van een eigentijds kunstwerk.
Om de drie weken werd in de expositieruimte een tentoonstelling van jonge, voornamelijk nog niet gearriveerde, kunstenaars ingericht. Een selectiecommissie beoordeelde de ingezonden werken op artistieke, technische en financiële aspecten, alvorens deze in het uitleencircuit op te nemen. Door de toeloop van kunstleners werd het aantrekken van een administratief medewerkster noodzakelijk. De uitleenformule bleek succesvol. Het deelnemersbestand groeide jaarlijks met 10 tot 25 procent. Het kunstwerkenbestand werd aantrekkelijker en gevarieerder en bood en biedt nog steeds een representatief beeld van de hedendaagse beeldende kunst.
Kunstenaars, die niet aan de criteria voldeden, verenigden zich in de tegenhanger Het oog van zien, later kortweg het oog genoemd. Eind jaren tachtig, er hadden inmiddels ruim 250 soms zeer spraakmakende tentoonstellingen plaatsgevonden, was ruim 3 procent van de Zaanse bevolking actief lid van de Kunstuitleen, een percentage dat als een van de hoogste van het land gold. Als gevolg van de dreigende beëindiging van het huurcontract besloot het bestuur het voormalige pand van de Kamer van Koophandel aan de Westzijde 81 aan te kopen. De Italiaanse villa werd met steun van het bedrijfsleven en de kunstenaars, die kunstwerken schonken, totaal gerenoveerd en tot volwaardig kunstcentrum getransformeerd.
Het gebouw werd sienna-geel geschilderd, wat tot heftige discussies met organisaties op het gebied van monumentenzorg leidde, maar het gebouw wel de kwalificatie Parel van de Westzijde opleverde. Het nieuwe gebouw werd op 29 september 1989 officieel geopend door Albert Heijn en Freek de Jonge. In het door architect R. Verbeek ingrijpend verbouwde pand werd tevens brasserie De Kamer gevestigd. Direct na de opening werd op initiatief van een aantal muziekliefhebbers de stichting De Muziekkamer opgericht, die maandelijks een concert van jong talent organiseerde in de grote bovenzaal met een capaciteit van 90 stoelen.
In 1991 waren zes werknemers bij de Zienagoog betrokken, 620 kunstenaars bij de kunstuitleen aangesloten, 5000 kunstwerken in roulatie en op foto-documentatie gezet en bedroeg het aantal kunstleners 4000.
In het jaar 2005 verhuisde de Zienagoog naar de Vincent van Goghweg 40 a/b op de plaats waar voorheen Theater De Speeldoos was gevestigd. De naam Zienagoog verdween en werd vervangen door Kunstcentrum Zaanstad BV. De organisatie telt in 2017 acht medewerkers.
In 2017 vestigde het Kunstcentrum, zich onder de naam ARTZNSTD, op het Hembrugterrein in Zaandam.
Externe link: