Czaar Peter, Peter I Aleksejevitsj de Grote (1672-1725) Czaar sedert 1682 en 'alrussisch keizer` vanaf 1721 uit het Huis Romanov, die in 1697 een week in de Zaanstreek verbleef en nadien de streek enige malen kort bezocht. Rond verblijf en bezoeken, waarvan het belang altijd zwaar is overschat, hebben zich de nodige legendes gevormd. Het Czaar Peterhuisje aan het Krimp, het standbeeld op de Dam en de straatnamen in de Russische Buurt herinneren aan zijn bezoek.

De werkelijke regering van Czaar Peter begon in 1694, met de dood van zijn moeder. In 1697 vertrok hij met een groot reisgezelschap incognito naar West-Europa om daar diplomatieke contacten te leggen en zich van de modernste scheepsbouwtechnieken op de hoogte te stellen. In dat licht is het niet onlogisch dat hij ook naar de Zaanstreek, scheepsbouwgebied bij uitstek, kwam. Dat bezoek heeft verscheidene schrijvers geïnspireerd.

Onduidelijk is wat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en wat aan de fantasie van deze schrijvers is ontsproten. Verhandelingen over het bezoek werden geschreven door Jacob Honig Jansz Jr in Geschiedenis der Zaanlanden en Jacob Jacobus Scheltema in Peter de Groote, keizer van Rusland in Holland en te Zaandam in 1697 en 1717. De indruk bestaat dat met name laatstgenoemde een deel van zijn verhaal heeft gefantaseerd. Zeker is dat een groot deel van zijn omvangrijke werk is gebaseerd op de overlevering, dus niet op geschreven bronnen of ooggetuige-verslagen.

Het meest betrouwbaar lijken twee schriftelijke ooggetuige-verslagen, dat van lakenkoopman en vroedschapslid te Westzaan, Jan Cornelisz Noomen en dat van Luthers predikant ds Georgius Henricus Petri, die zijn doopboek lardeerde met opmerkingen over het bezoek. Noomen heeft overigens later zijn betrouwbaarheid dubieus gemaakt, door een afbeelding te laten maken van een bezoek van de Czaar aan zijn winkel. Russische historici zijn het er over eens dat de afgebeelde persoon volstrekt niet lijkt op Peter I.

Het verhaal van Noomen bevat de volgende gegevens: Op zondagochtend 18 augustus 1697 kwam een kleine aak naar Zaandam varen. De eerste Zaandammer die deze aak zag was Gerrit Kist, die in een schuitje op de Voorzaan zat te vissen. Kist had enige tijd als smid in St. Petersburg gewerkt, en werd door de Czaar, die zich aan boord van de aak bleek te bevinden, onmiddellijk herkend. Ze kwamen overeen dat de Czaar in het huis van Kist zou logeren, welck huys is staande op Krimpenburgh, zijnde een zeer geringh huyssie, gelijk ook Krimpenburgh is één van de geringhste plaetse op Saandam. Tijdens zijn verblijf heeft de Czaar volgens Noomen verscheidene molens bezocht, timmermansgereedschap gekocht en bezoeken gebracht aan familieleden van Zaankanters die in Rusland werkten.

Ofschoon de Czaar Kist op het hart had gedrukt niet bekend te maken wie hij was, bleef zijn identiteit in het kleine Zaandam niet lang onbekend. Van heinde en verre togen mensen naar Zaandam om de Grootvorst aller Russen met eigen ogen te aanschouwen. Dit irriteerde hem dermate, dat hij reeds op zondag 25 augustus in zijn voor f 425 bij Dirck Stoffelsz gekochte boeier naar Amsterdam vertrok. Vier dagen daarna kwam hij terug, om een dag later met bagage en gevolg opnieuw te vertrekken naar de werf van de VOC te Amsterdam.

Noomen had blijkbaar medelijden met Kist. Hij vermeldt dat deze van de Czaar slechts een vergoeding voor de huishuur had gekregen, terwijl de vrouw die normaal het achterhuis van het pand aan het Krimp bewoonde zeven gulden had gekregen. Petri schreef: N.B. Den voorledene 18 augustus morgens ten 8 uuren is de Czaar of Grootvorst van Moskovien Pieter Alexewits in een Ceuls schuitje met 6 moskowitsers alhier op Sardam incognito aangekomen, en heeft acht dagen gelogeerd op Krimpenborg bij de smidsknecht van Bot Thijssen; daarna is hij naar Amsterdam gevaren alwaar sijn groote ambassade was aangekomen; hij is 7 voeten lang, hij ging gekleed in Sardammer boerenkleren en is een liefhebber van schepen.

Opmerkelijk is dat geen van beide schrijvende ooggetuigen vermeldt dat de Czaar op de werf van Lijns Teeuwisz Rogge heeft gewerkt. Scheltema was de eerste die hierover schreef. Hij baseerde zich op een mededeling van een hoogbejaarde kleinzoon van Rogge. Het is dus zeer wel mogelijk dat de Czaar nooit in de Zaanstreek heeft gewerkt. Nadien is de Czaar nog twee keer in de Zaanstreek geweest. Op 5 maart 1717 was hij de gast van Cornelis Michielsz Calf, in zijn gevolg bevonden zich die dag enige prinsen. Op 9 maart 1717 kwam hij voor het laatst naar Zaandam, met zijn vrouw Catharina bezocht hij het huisje aan het Krimp, dat nog altijd werd bewoond door Gerrit Kist.

De West-Europese reizen van Peter de Grote werden in de eerste plaats ingegeven door zijn niet te stuiten nieuwsgierigheid. Daarnaast diende hij ook het belang van zijn land. De andere grote Oostzee-mogendheid, aartsvijand Zweden, was ter zee aanmerkelijk machtiger dan Rusland. Czaar Peter dacht evenwel de Zweden te kunnen overwinnen als zijn land maar voldoende schepen, vakkennis en vaardigheid zou bezitten. Hij slaagde wonderwel in zijn opzet. Met veel geld lokte hij Hollandse en Engelse vaklieden naar Rusland. Rusland kon een moderne en sterke vloot opbouwen; vanaf 1703 werd niet meer van de Zweden verloren. In 1721 kwam er met de vrede van Nystand een einde aan de Zweeds-Russische oorlog, de bepalingen van de vredesovereenkomst waren voor de Russen zeer gunstig.

Rond de aanwezigheid van Czaar Peter in Zaandam componeerde de Italiaan Gaetano Donizetti een komische opera met als titel Il borgomastro di Saardam die in 1973 in De Speeldoos van Zaandam na veel speurwerk van dirigent Jan Schaap werd uitgevoerd.

Ger Jan Onrust

Literatuur: J.J. Zonjee, Het huisje van Czaar Peter in Zaandam, Zaandam, 1982.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/czaar.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:08
  • (Externe bewerking)