Zeil- en roeisport
In het waterrijke gebied de Zaanstreek behoren zeilen en roeien al eeuwenlang tot het dagelijks leven. De windkracht werd vanouds benut op schepen voor de aan- en afvoer van goederen. Kleinere zeilboten, bijvoorbeeld van het type boeier, werden in het verkeer over water gebruikt als vervoermiddel van personen naar de afgelegen weilanden en voor het halen en brengen van het personeel van de honderden molens in het veld. Roeiboten werden ook voor dit laatste gebruikt, als ook voor persoonlijk gebruik en voor de binnenvisserij. De wegenstructuur over land stelde weinig voor.
Natuurlijk leidde het intensieve waterverkeer tot het meten van elkaars vaardigheden met boten. Er werd vaak om het hardst gevaren, nu en dan in georganiseerd verband als een soort volksvermaak, waarbij simpele regels golden. Le Francq van Berkhey schreef in de 18e eeuw hierover: 'De een zal den ander door geenerlei listen belemmeren; met by voorbeeld of vuil, looslyk aan iemands Roer te binden, of wat van dien aard meer zy: hoedanige praktyken nog al eens plaats hebben'.
Veel publiek trokken het Ringzeilen en het Tjotterzeilen, vermoedelijk omdat daarbij veel geoorloofd was. Deze evenementen, gecombineerd met snelroeiwedstrijden in werkboten en Zaanse jollen, gingen lange tijd gepaard met drinkpartijen en weddenschappen. Ze werden, als de kas dat toeliet, besloten met een groot vuurwerk. Aan de Zaan, evenals in Friesland. ontstonden zo de zeil- en roeifeesten als het ware vanzelf. Elders in Nederland werden ze uit deze gebieden geïmporteerd.
Zeilsport
In 1850 werd de Zaanlandsche Zeil- en Roeivereniging opgericht met het doel dit soort zeilfestijnen tot een jaarlijkse gebeurtenis te maken. De vereniging kreeg de steun van een aantal fabrikanten die wel wat in het volksvermaak zagen. Er werd zelfs een tribune geconstrueerd, die aan de Voorzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVoorzaan
Het deel van de Zaan tussen het Eiland, de Prins Hendrikkade en de sluis te Zaandam, met andere woorden: het deel van de Zaan vóór de Dam. In het verleden maakte ook het huidige Zijkanaal G. deel uit van de Voorzaan, die toen direct in verbinding stond met het IJ en nabij het Ooster- en Wester- kon worden opgebouwd. Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden kwam voor de opening naar de Zaan.
Ondanks de kapitaalkrachtige sponsors kwam deze vereniging direct al in financiële problemen. Kort na het feest werd ze ontbonden. In 1882 werd nogmaals een poging ondernomen. En dit keer met succes. De heren Grootes, Trip, Latensteyn van Voorst, Aten, Donker en Avis stichtten de Zaanlandsche Zeilvereniging (ZZV). Z.K.H. Prins Alexander der Nederlanden aanvaardde de titel van beschermheer. Volgens de statuten was het doel 'de lust en de kennis tot het 7eilen aan te moedigen. wedstrijden te organiseren en daaraan mogelijk roeiwedstrijden te verbinden'.
Het wedstrijdterrein was vanouds de Voorzaan. Pas veel later werd de wedstrijdbaan verplaatst naar het Alkmaardermeer. De lijst van bekers uit de vooroorlogse jaren is indrukwekkend. Nog in 1926 stelde Verkade een trofee beschikbaar voor het voor die tijd fabelachtige bedrag van 1000 gulden. Uit het gehele land kwamen en komen nog steeds zeilers op de jaarlijkse wedstrijden af.
Achterzaan
In 1920 nam de ZZV een omstreden beslissing om de baan voor kleinere schepen te verleggen naar kalmer vaarwater in de Achterzaan. Deze splitsing in het wedstrijdveld gaf aanleiding tot tegenstelling die de zeilers nadien lange tijd in twee kampen verdeeld hield. Aan de ene kant waren er de bezitters van grote jachten en hun aanhang, afkomstig uit de gegoede stand. Aan de andere kant was er de groep, die zich naar buiten presenteerde als vertegenwoordigers van de kleine watersport voor de gewone man. Zij noemden zich al spoedig de onderlinge zeilers.
Hieruit ontstond in 1932 op voorstel van de heren C. Mars en K. Stelling zeilvereniging De Onderlinge, die zich vooral kenmerkte door eendrachtige zelfwerkzaamheid. Zonder steun van betekenis bouwden de leden prachtige accommodaties, zoals het jachthavencomplex aan de Poel en het recreatie-eiland in het Alkmaardermeer. Ook de Zaanlandsche Zeilvereniging stond op dit punt niet stil getuige de grote botenberging aan de Havenstraat en het daaraan in de Voorzaan uitgebouwde clubhuis Het Komboffie.
Verder heeft de ZZV een jachthaven in Westknollendam en het eiland De Nes midden in het Alkmaardermeer dat als starteiland in gebruik is. Dit eiland was een geschenk van de bekende Zaankanters Cees Bruynzeel, Simon de Wit en Pieter Schoen. De tegenstellingen tussen beide grote zeilclubs zijn inmiddels verleden tijd. Ze werken al weer tientallen jaren intensief samen ter behartiging van de watersport. Verenigd in het Alkmaardermeer-Comité, waarvan ook de Uitgeester en de Alkmaarse Zeilvereniging deel uitmaken, wordt de landelijk bekende Alkmaardermeerweek georganiseerd.
Het Comité houdt zich naast de organisatie van de wedstrijden ook bezig met de planologie en het milieu-beleid, voor zover de watersport daarbij is betrokken. Het georganiseerde zeilen aan de Zaan heeft door de jaren heen veel initiatieven ontplooid voor betere reglementering van de wedstrijdsport en er is veel ondernomen om de zeilsport te populariseren. ZV de Onderlinge heeft goed werk gedaan door het op gang brengen van de zelfbouw van betaalbare schepen. De lattenbouw volgens de Bulthuismethode heeft daartoe bijgedragen. Een mooie vloot van de BM-klasse was hier het resultaat van.
ZZV-klasse
De ZZV heeft haar sporen verdiend door het lanceren van bouwtekeningen voor snelle scheepjes, zoals de ZZV-klasse. Ricus van de Stadt heeft aan dit streven veel bijgedragen. Verder zijn er veel initiatieven om de jongere generatie op het water te krijgen. Voor dat doel werd door Jaap Kraaier in de jaren vijftig een handzaam jeugdzeilbootje ontwikkeld met gebruikmaking van Bruynzeel-hechthoutplaten (het Piraatje). Deze jeugdbootjes werden een enorm succes in binnen- en buitenland.
Een aantal leden van beide verenigingen kreeg internationale bekendheid door zeilprestaties op de binnenwateren en vanaf de jaren dertig ook op zee. Naast deze twee grote verenigingen zijn er in de Zaanstreek nog enkele kleinere, maar zeker niet minder actieve clubs. Daartoe behoort de Watersportvereniging Wormer, opgericht in 1964, met haar haven nabij de Dorpsstraat. Het bestuur organiseert een serie wedstrijden op Het Zwet, waaronder de jaarlijkse Gouden Neut Race waarvoor veel belangstelling bestaat.
Verder kent de Zaanstreek sedert 1980 de vereniging Het Kleine Rond met een beperkt aantal ligplaatsen aan de Overtoom in Westzaan. In 1971 ontstond Watersportvereniging Bruynzeel, voortgekomen uit de personeelsvereniging van de Bruynzeel-fabrieken. Haar jachthaven was gevestigd in de Balkenhaven, waar men het veld moest ruimen door de aanleg van het industrieterrein Zuiderhout. In 1990 werd met steun van de gemeente en Rijkswaterstaat een nieuw onderdak gevonden aan het Zijkanaal ter hoogte van Westzaan-Zuid. De vereniging is nu voor een ieder toegankelijk. Zij kenmerkt zich eveneens door veel zelfwerkzaamheid.
Alle Zaanse verenigingen zijn aangesloten bij het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Toerzeilers met Zaanse verenigingsvlaggetjes kom je tegenwoordig veelvuldig tegen in buitenlandse havens verspreid over geheel West-Europa.
Zaanse zeilsuccessen:
Piet Aafjes: Reserve op de Olympische Spelen van München/Kiel in 1972 (in de Finnjollenklasse). Bemanningslid in de Star van Boudewijn Binkhorst, derde op de Europese kampioenschappen in Medemblik in 1978, tweede bij de Europese veteranenkampioenschappen in Lasers bij Muiden in 1988.
Kim Amons: Nederlands kampioen in de 420 in 1983 en 1984.
Leen Amons: Nederlands kampioen (met Ed Frech) in de Vrijheidsklasse in 1957.
Ton Amons: Nederlands kampioen (met Jan Walig) in de Vrijheidsklasse in 1953, Nederlands kampioen in de Stern-klasse in 1957 (met echtgenote T. Amons-Leek), 1958 (met Jan Walig) en 1959 (met T. Amons-Leek). In 1975 ontving Amons de Verbondsbezem in de klasse 6 zeevarende schepen.
Hans Arends: Nederlands kampioen in de Soloklasse in 1985 en 1988, wereldkampioen in de Solo in 1988.\
W.B.A. Bakker: Nederlands kampioen in de Drakenklasse in 1943.
Piet A. Booy (Koog): Nederlands kampioen (met J. Swan) in de 16-kwadraats-klasse in 1949. lid (8x) van het Kaagteam (Holland/Friesland wedstrijd in de Regenboogklasse).
Cornelis Bruynzeelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBruynzeel, Cornelis
(1875- 1955)
Fabrikant, grondlegger van de Bruynzeel-fabrieken.
Reeds op 22-jarige leeftijd richtte C. Bruynzeel, telg uit een geslacht van timmerlieden, een eigen bedrijf op: de Stoomtimmerfabriek De Arend te Rotterdam. Met zijn twee zoons, Kees en Willem, maakte hij direct na de Eerste Wereldoorlog al plannen om een gespecialiseerde deurenfabriek te stichten. Nadat het Rotterdamse bedrijf in 1919 door brand was verwoest richtten vader en zoons Bruynzeel de nv Holl… (Zaandam): Eerste Nederlandse deelnemer (met de Zeearend) aan de oceaanrace tussen Bermuda en Cuxhaven in 1936. Winnaar Fastnetrace in 1937. Tot op hoge leeftijd succesvol zeezeiler.
Henk Gorter (Wormerveer): Nederlands kampioen soloklasse 1991.
Dik Groenhart (Krommenie): Nederlands kampioen Europe-klasse 1972 en 1976.
Henry Koning (Krommenie): Deelnemer Olympische Spelen Seoul/Pusan in de Flying Dutchman-klasse (met Hans Schelling. Leiden) in 1988.
Cees Prins/Dick Schuitemaker (Wormer): Nederlands kampioen in de Schakelklasse, 1967.
Rien Segaar: Derde bij wereldkampioenschappen in Livorno in 1975, tweede bij de wereldkampioenschappen in Monaco in 1976, derde op de wereldkampioenschappen in San Sebastian (Spanje) in 1979; alle in de Vauriën-klasse. Duits kampioen in de Vauriën-klasse in 1986.
Peter Spaans: Eerste Nederlander op de internationale kampioenschappen van Nederland in de Laser-klasse in 1988, derde op de Europese kampioenschappen in Oostende in 1989 in de Laser. Laser-kampioen van Spanje in 1991.
Ericus G. van de Stadt: Nederlands kampioen 12-voetsjollenklasse in 1936, Nederlands kampioen Drakenklasse in 1947, Nederlands kampioen in 1960, 1962 en 1966 in de klasse 3 zeezeilschepen.
Jan Nico van de Stadt: Nederlands kampioen (met latere echtgenote Wil de Vries) in de lZ-voetsjollen in 1951.
Tineke Stuurman: Nederlands kampioen in de Vauriënklasse in 1990 (bemanningslid).
Ruuk Swart/Jelle Schaap: Nederlands kampioen in de Vauriën-klasse in 1963.
Jan Walig: Nederlands kampioen in de Vrijheidsklasse (met Ton Amons) in 1953, Nederlands kampioen in de Stern-klasse (met Ton Amons) in 1958, Nederlands kampioen in de internationale Sunshineklasse in 1987 en 1991.
Maarten de Wit: zilveren medaille in de 8 meter klasse op de Olympische Spelen in Amsterdam/Medemblik in 1928. Groot aantal kampioenschappen in de 6-meterklasse.
Simon de Witplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWit, Simon de (Roeier)
Zaandam 24 augustus 1912 - Amsterdam 2 maart 1976
Directeur (kleinzoon van de oprichter) van Simon de Wit van 1943 tot 1964. Hij deed ook van zich spreken als jollen-. regenboog- en zeezeiler. Hij won vele malen o.m. de North Sea Race. Als roeier (voor Nereus, ZZV en Minerva) was Simon de Wit eveneens succesvol, zie: Nederlands kampioen Regenboogklasse in 1948, Nederlands kampioen in klasse 3, zeegaande jachten in 1959, Nederlands kampioen in klasse 1-2, zeegaande jachten in 1962, 1963. 1964. 1966 en 1968.
Roeisport
De Zaanlandsche Zeilvereniging hield zich vanaf 1882 eveneens bezig met het propageren van roeien als wedstrijdsport. Het roeien met het accent op watertoerisme en lichaamsbeweging behoort sinds 1896 tot het domein van de Wormerveersche roeivereniging De Zaan. WRV De Zaan werd in dat jaar opgericht door de heren Backer, Cool, Aten, Schouten en Laan. Na de Tweede Wereldoorlog werd de vereniging nieuw leven ingeblazen door mevr. J. Duyvis en de heer Klopper.
WRV De Zaan heeft een eigen onderkomen voor de boten, annex sociëteit, aan de Lagedijk op de grens van Zaandijk en Wormerveer. Het bestuur besteedt veel aandacht aan de introductie van nieuwe leden. Werd bij de ZZV al vanaf de oprichting geroeid, toch duurde het tot 1935 voordat de roeiers binnen de vereniging een eigen plaats en verantwoordelijkheid kregen. De ZZV kent vanaf die tijd een actieve roei-afdeling met een botenberging aan de Havenstraat. Daarin is in de loop der jaren een keur aan wedstrijdmateriaal verzameld, dat met eigen krachten in wedstrijdconditie wordt gehouden.
Veertig jaar lang, vanaf 1937, organiseerde de ZZV nationale roeiwedstrijden op de Voorzaan. Deze baan verdween toen ze niet langer voldeed aan de moderne wedstrijdeisen. In de oorlogsjaren verwierf de ZZV grote bekendheid door het organiseren van Stertochten, waaraan veel roeiverenigingen in het land aandacht besteedden. Het bestuur van de vereniging stak veel energie in de jeugd. ZZV organiseerde onder meer schoolroeien voor leerlingen van het voortgezet onderwijs.
In verenigingsverband wordt deelgenomen aan nationale wedstrijden waaronder met een aantal roeiploegen aan de Head of the River op de Amstel. Voor de leden organiseert de ZZV in de wintermaanden een speciaal op roei- en zeilwedstrijden toegespitste indoortraining.
Zaanse roeisuccessen
Ir. P.M. Duyvis: behoorde beginjaren twintig met de ploeg van Laga (Delft) tot de top van Nederland. Won enkele malen de Varsity, de belangrijkste wedstrijd voor studentenploegen in Nederland. Deelnemer aan de Europese kampioenschappen in Barcelona (1923) voor Nederland in de 8 met stuurman.
Dr. G. Hallie: stuurman van de Varsityteams van Nereus (Amsterdam) in de jaren dertig. Met deze ploegen won hij in de jaren 1931, 1932, 1933, 1934 en 1937. Stuurman in de 8 van Nederland, die op de Olympische Spelen van Berlijn (1936) de vierde plaats haalde.
C. E. van der Ploeg: In 1939 Nederlands kampioen met Nereus in de 8 mét, in 1940 Nederlands kampioen met Nereus in de 4 zonder stuurman, in 1941 Nederlands kampioen met Nereus in de 4 en in de 8 met.
Simon de Witplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWit, Simon de (Roeier)
Zaandam 24 augustus 1912 - Amsterdam 2 maart 1976
Directeur (kleinzoon van de oprichter) van Simon de Wit van 1943 tot 1964. Hij deed ook van zich spreken als jollen-. regenboog- en zeezeiler. Hij won vele malen o.m. de North Sea Race. Als roeier (voor Nereus, ZZV en Minerva) was Simon de Wit eveneens succesvol, zie:: In 1937 zilver met Nereus in de 4 met op de Europese kampioenschappen in Amsterdam, in 1939 Nederlands kampioen met Nereus in de 8 met, in 1941 Nederlands kampioen met Nereus in de 4 en in de 8 met. Na de Tweede Wereldoorlog verscheidene malen Chef d'equipe van de Nederlandse delegatie op de Olympische Spelen.
Anno 1991 beoefenden ruim 1600 leden binnen de genoemde verenigingen hun tak van watersport. De laatste jaren was een flinke toename te zien van het aantal leden dat koos voor motorbootrecreatie. Veel streekgenoten beoefenen de watersport ongeorganiseerd. Hun scheepjes liggen afgemeerd in particuliere jachthavens in Zaandam-Oost, Wormer, Westknollendam en Nauerna. Ook hebben ze her en der verspreid een ligplaats gevonden langs sloten en vaarten in de streek.
Het Plankzeilenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPlankzeilen
Officiële naam voor de sport, die in het spraakgebruik vaak als (wind-)surfen wordt aangeduid. Deze watersport wordt beoefend op een surfplank van kunststof, met daarop een zeil.
De waterrijke Zaanstreek is zeer geschikt om te surfen. Daarnaast trekken Zaanse plankzeilers naar het Uitgeestermeer, IJsselmeer of naar de Noordzee. Plankzeilen is een jonge sport, de eerste surfplanken verschenen pas rond 1970 in de Zaanstreek. met surfboards is na een grote populariteit weer snel teruggelopen. Desondanks zijn nog tientallen windsurfers te vinden op het Uitgeestermeer en Het Zwet. De kanovloot vindt een thuishaven in de loodsen van de kanoverenigingen (zie: Kanosportplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKanosport
Het zich op water voortbewegen door middel van een kano. Spaans: canoa is algemene benaming voor een licht, smal en doorgaans geheel open vaartuig, oorspronkelijk gemaakt van een open houten geraamte en overtrokken met dierenhuid of zeildoek. Of geheel uit een boomstam uitgehold, later vooral uit kunststof gefabriceerd, waarbij in tegenstelling tot bij het roeien de kanoër zich op een vast steunvlak bevindt, met het gezicht in de vaarrichting kijkt en de peddel los in de hand houdt.).
G.J.D Franken