Haven
Waterstaatkundigplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWaterstaat
Onder het begrip waterstaat wordt verstaan: de toestand van een gebied ten opzichte van het zich binnen dat gebied bevindende water. De waterstaatkundige verzorging of waterhuishouding van de Zaanstreek wordt uitgeoefend door het rijk, de provincie, de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan, de laatste gemeente in geringere mate en voornamelijk op het gebied van het binnen deze gemeente vallende stelsel van rioleringen, en voor het grootste deel door waterschappen. Deze waterscha… werk met economische functie, natuurlijk ontstaan en aangepast, of gegraven. In een haven kunnen schepen afmeren om geladen of gelost te worden. Voor de Zaanstreek had vanaf de 17e eeuw het gebied rond de Voorzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVoorzaan
Het deel van de Zaan tussen het Eiland, de Prins Hendrikkade en de sluis te Zaandam, met andere woorden: het deel van de Zaan vóór de Dam. In het verleden maakte ook het huidige Zijkanaal G. deel uit van de Voorzaan, die toen direct in verbinding stond met het IJ en nabij het Ooster- en Wester- de belangrijkste havenfunctie. Voor de economische ontwikkeling van de Zaanstreek was de natuurlijke haven in dit gebied van grote betekenis, terwijl het dichtslibben ervan de economie negatief beïnvloedde.
Zie daarvoor ook: Economische geschiedenisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEconomische geschiedenis
1. Economische ontwikkeling vóór 1580 (bladzijde 189 en volgende)
2. Economische ontwikkeling van de Zaanstreek in de periode 1580-1800 (bladzijde 192 en volgende)
3. Economische ontwikkeling van de Zaanstreek na 1800 (bladzijde 205 en volgende)
Bij het begin vap elk hoofdstuk is een opgave geplaatst van de behandelde economische sectoren en eventuele andere met het onderwerp samenhangende onderwerpen. Van hoofdstuk 1 treft u de inhoudsopgave hieronder aan. Door midd… geschiedenis 2.5.1.plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEconomische ontwikkeling van de Zaanstreek in de periode 1580-1800
2.1 Economische expansie l
Ondanks de stedelijke tegenwerking geraakte de economische ontwikkeling van de Zaanstreek na 1580 in een stroomversnelling. De periode 1580-1650 was een tijdperk van explosieve en veelzijdige uitbreiding van economische bedrijvigheid. Het was een tijd waarin het lot van de Zaanse economie onverbrekelijk verbonden werd met het lot van de Amsterdamse stapelmarkt. De Zaanstreek werd meegezogen in de voor…, 2.8.1., 3.2.1., 3.9.1., en 3.9.3.
Drooglegging van het IJ
Tot de drooglegging van het IJplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigIJ, het
Thans een breed water binnen de stad Amsterdam, met daarmee verbonden een aantal deels gegraven havens, aan de oostkant begrensd door een afdamming met de Oranjesluizen ter hoogte van Schellingwoude, aan de westkant overgaande in het Noordzeekanaal.
Het IJ stond vóór de afdamming tussen 1865 en 1872 in open verbinding met de Zuiderzee en strekte zich uit van Durgerdam tot aan de duinen. Bij Beverwijk was het nog door een strook van slechts 8 km van de Noordzee gescheiden; men sprak te… en het graven van het Noordzeekanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordzeekanaal
Kanaal dat Amsterdam sinds 1876 met de Noordzee verbindt. Daartoe werd de duinenkust doorgraven bij Velsen en het vervolgens ontstane IJmuiden. Een sluizencomplex en twee zich ruim 1500 meter in zee uitstrekkende pieren werden tevens aangelegd. Het kanaal, grotendeels met de hand gegraven waar 'Holland op z'n smalst' is, vormt een ruim 26,5 km lange verbinding tussen Noordzee en IJsselmeer en is van grote betekenis, niet alleen voor Amsterdam als havenstad, maar ook voor de Zaans… aan het einde van de 19e eeuw stond de Voorzaan, via het IJ, rechtstreeks in verbinding met de Zuiderzee. Vóór circa 1300, toen De Zaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaan
Belangrijkste waterloop in de Zaanstreek, waar het gebied zijn naam aan dankt. Naar de meest aangenomen theorie ontstaan als veenstroom, een natuurlijke afwateringsstroom voor de naastgelegen veengebieden, in de loop der eeuwen geëvolueerd tot afwateringskanaal en belangrijke scheepvaartweg voor een groot deel van Noord-Holland. Waterstaatkundig wordt als de Zaan beschouwd: de ruim 10 kilometer lange waterloop tussen de dorpen Oost- en Westknollendam in het noorden en de door de Zaandam en de Knollendam werd afgesloten, stond de gehele Zaan zelfs met de zee in verbinding. Daarnaast konden de inwoners van Wormer, Jisp en Krommeniedijk via de meren en Edam op de Zuiderzee komen.
Mogelijk is de huidige Zuidergansslootplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGanssloot, Noorder-, Kromme- en Zuider-
Noorder-, Kromme- en Zuider Ganssloot, een drietal sloten bij Jisp ten noorden, de Noorder- en Kromme Ganssloot en ten zuiden, de Zuider Ganssloot van het dorp. De Zuider Ganssloot loopt in het verlengde van het Oosteinde van Wormer. Vooral de Noorder Ganssloot en de Kromme Ganssloot waren belangrijke vaarwegen in de polder Wormer, Jisp en Neck. De Noorder Ganssloot gaat ter hoogte van de grens met Neck over in de Kromme Ganssloot, die inderdaad scherp kr… de eerste Zaanse haven geweest, waar vandaan de palingschuiten en haringbuizen uitvoeren. In de late middeleeuwen ontstonden aan de Zaandamse kant in het IJ een aantal ankerplaatsen, in de beschutting van de eilanden Ruigoordplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRuigoord
Voormalig eiland in het IJ behorend tot het grondgebied van de banne van Westzanen. Het eiland lag ter hoogte van de Westzaner Overtoom, maar werd na de inpoldering van de IJ-polders (1861-1873) een deel van de huidige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het voormalige eiland is nog steeds een verhoogd deel van de Houtrakpolder en wordt nog als zodanig aangeduid., De Hoornplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoorn, den
Voormalig eiland in het IJ, ten zuiden van het Zaandamse schiereiland de Hem. Na de inpoldering van het IJ werd het grootste deel van dit betrekkelijk grote eiland Amsterdams grondgebied. Zie voorts: Zaenderhorn. Zie ook: Archeologie 3. en De Waardplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWaard, de
Voormalig eiland in het IJ nabij de 'ingang van de Zaan. Het eiland viel onder de Banne van Westzanen en was ontstaan voor 1317. De economische betekenis was gering, een waard is namelijk een laagliggend land dat dikwijls overstroomt. Het eiland, dat tussen 1861 en 1876 deel van de IJpolders werd, werd ook Jan Verbellenland genoemd.. Het water achter De Hoorn kreeg de naam Holleslootplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHollesloot
Open rede van Zaandam, vroegere geul in het IJ tussen de Hem en het eiland De Hoorn. Zie: Haven en Economische geschiedenis 2.8.1., mogelijk werd hier het hout van de zeeschepen op binnenschepen overgeladen.
Schepen met een geringere diepgang konden een veel betere beschutting vinden door de monding tussen de Sluispolder, de huidige Achtersluispolderplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAchtersluispolder
Polder, oorspronkelijk Sluispolder, gelegen buiten de Noorder IJ- en Zeedijk in Zaandam, het meest zuidelijke gebied van Zaanstad, aan drie zijden omgeven door Zijkanaal G, het Noordzeekanaal en Zijkanaal H. Vermoedelijk viel de Sluispolder rond de 13e eeuw, de tijd van de eerste omvangrijke bedijkingen, droog. De polder werd in de 16e eeuw ingedijkt. Weliswaar dateert de polder uit de Middeleeuwen maar was in die periode nooit bewoond of bebouwd. Ook industrie, in de vorm van… en de Hem, deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHem, de
Zie: Hemlanden in te varen. Vóór de Damplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDam
Straat te Zaandam die zijn naam ontleent aan de Hogedam in de Zaan, waar Zaandam naar werd vernoemd.
De Dam, die de Zaan van het buitenwater, IJ/Zuiderzee, afsloot, was in het zuiden eeuwenlang de enige landverbinding tussen de oostelijke en de westelijke Zaanstreek. Het is niet bekend wanneer de Dam precies werd opgeworpen. Zeker is dat hij er in 1314 was; vermoed wordt dat hij aan het einde van de 13e eeuw werd aangelegd. De Hogedam was van uitermate groot belang voor de ontginning en h… was daar een natuurlijke haven ontstaan: de Oude Haven, die bestond uit het Kerkerakplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKerkerak
Voormalige naam voor de Oude Haven in de Zaan in Zaandam.
Het kerkerak lag tussen de Hem en het latere Eiland. Naar verluidt herinnerde de naam aan de aldaar staande kerk van het verwoeste dorp Oud-Zaanden (1155). Een andere aanwijzing dat deze kerk hier heeft gestaan is dat vissers klaagden dat hun netten stuk gingen door de grafzerken op de bodem van dit gedeelte van de Zaan., waar de Zaan naar het westen knikt, en het Timmerrakplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigTimmerrak
Oude naam voor het deel van de Voorzaan tussen de Dam en het Kerkerak. De naam ontstond waarschijnlijk in de 17e eeuw, toen casco`s van aan de Achterzaan gebouwde schepen op de Voorzaan werden afgetimmerd; een rak is een vaarwater. Toen de scheepsbouw zich volledig naar de Voorzaan verplaatste werd het Timmerrak daarvan het middelpunt. De verzanding van het Timmerrak (ook wel Damrak genoemd) was één van de oorzaken van het verval van de Zaanse of Damrak, waar de Zaan naar de Dam knikt. De schepen meerden af in het Kerkerak, het Timmerrak deed dienst als balkenhaven. De Zaanse bedrijven vestigden zich aanvankelijk achter de Dam aan de Achterzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAchterzaan
Het gedeelte van de Zaan, benoorden de sluizen in de Dam te Zaandam, zie voorts: Binnenzaan.
In het midden van de 17e eeuw waren daar zo'n 25 scheepswerven gevestigd. De voltooide schepen kwamen in de Voorzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVoorzaan
Het deel van de Zaan tussen het Eiland, de Prins Hendrikkade en de sluis te Zaandam, met andere woorden: het deel van de Zaan vóór de Dam. In het verleden maakte ook het huidige Zijkanaal G. deel uit van de Voorzaan, die toen direct in verbinding stond met het IJ en nabij het Ooster- en Wester- door over de Overtoomplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOvertoom
Een verlaagd en van glooiingen voorzien dijkgedeelte waarover schepen werden gehaald cq gewonden. In de Zaanstreek zijn verschillende overtomen geweest, waarvan die te Zaandam verreweg het belangrijkst was. Oost- en Westzaandam hadden hun welvaart in de 17e eeuw mede te danken aan omvangrijke over de Dam te worden gehaald. Toen de schepen groter werden en het water vlak achter de Dam steeds ondieper, verplaatste de Zaanse scheepsbouw zich naar de Voorzaan, waar in het Hemland, onmiddellijk ten zuiden van de Hogendijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHogendijk
Dijk in Zaandam, lopend van de Dam tot de Provincialeweg (N203).
Tot 1957 liep de Hogendijk tot het Dampad door. De Zaanse Dijken worden onderscheiden in hoge dijken en lage dijken. De hoge dijken werden aangelegd als zeedijken, de lage dijken langs het binnenwater van onder meer de Zaan. De Hogendijk is een deel van de vroegere, de Nieuwe Havenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNieuwe Haven
(1). Voormalige haven te Zaandam (west), tussen de Oude Haven (ten westen van het huidige Eiland) en het Westzijderveld. Resten van deze vlak na 1630 geopende haven zijn terug te vinden in de Russische Buurt. De naam is ontstaan ter onderscheiding van de oude plaats waar balken gewaterd en opgeslagen werden. Dit was de voornaamste functie van de Nieuwe Haven. De naam is in de 19e eeuw in onbruik geraakt. werd gegraven in 1650 en 1651. Voorts werden in het Ooster-Kattegatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKattegat, het
Tegenwoordige straat in Zaandam-oost, dwarsstraat van de Zuiddijk richting de Zaan. Zowel in Zaandam als in Loosdrecht heeft men ooit een water die naam gegeven omdat iemand met de bijnaam Kat of de Kat het gegraven had of er langs woonde. Dergelijke soort naamspelingen worden over het algemeen alleen gevormd met de blik schuin gericht naar de aardrijkskundige namen of naamtypen die aan iedereen bekend zijn. In dat geval vormt de insteekhavens gegraven.
Scheepskamelen
De tweede helft van de 18e eeuw was voor de Zaanstreek een periode van economische achteruitgang. Deze hing allereerst samen met de algemene inzinking van de economie van de Republiek, maar werd voorts in de hand gewerkt door de steeds moeilijkere bereikbaarheid van de streek. Een eerste hindernis was de plaat Pampus voor de monding van het IJ, waar de maximale doorvaartdiepte aan het einde van de 18e eeuw drie meter bedroeg. Hier waren scheepskamelen geplaatst om de grotere schepen over de plaat te lichten.
Ernstiger voor de Zaanstreek was het dichtslibben van de monding van de Voorzaan, hetgeen al in de 17e eeuw actueel was geworden. Reeds in 1682 werd geklaagd dat een schip met een diepgang van twaalf voet en acht duim de gehele winter niet kon worden afgeleverd, omdat de Voorzaan te weinig water bevatte.
Tot het begin van de 20e eeuw bleven deze problemen spelen, ondanks herhaalde pogingen de Voorzaan uit te diepen. Zie: Baggerwerkenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaggerwerken
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog was de Zaan ter hoogte van Zaandijk zo ondiep dat de modderbanken op een enkele plek zelfs boven water uitstaken. Over het jaar 1910 werd gemeld
'Op een warme zomerdag kon het gebeuren dat de mensen zich de ogen uitkeken toen daar midden in de Zaan op de modderbank twee jongens zich behaaglijk hadden geïnstalleerd en daar, als gold het de gewoonste zaak van de wereld, thee dronken. Eén van de pijlers van de Zaanse economie was de houthandel. Door de noodzaak balken te wateren voor zij konden worden gezaagd was een groot deel van de Zaanse havencapaciteit in gebruik als balkenhavenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenhaven
Haven bij houtzaagmolen of houtzagerij waar ongezaagd hout werd bewaard. Ook: de eigennaam van het deel van de Nieuwe Haven te Zaandam dat voor dit doel was ingericht. In het verleden wemelde het in de Zaanstreek van de balkenhavens; iedere houtzaagmolen (en later machinale houtzagerij) stond aan het water en bezat minstens een haven(tje). Zeer bekend was de balkenhaven ten westen van het eiland in de. Aanvankelijk was dit nog mogelijk in het Voorzaangebied, maar toen de hoeveelheid aangevoerd hout groeide werden hiervoor ook De Kuilplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKuil, De
Uitloper van de Zaan ter hoogte van 't Kalf, tegenover Koog aan de Zaan.
Aan de noordzijde ligt de Hemmes. De Kuil komt al op kaarten uit de 16e eeuw voor, maar was toen aanzienlijk smaller. Door afkalving heeft hij zijn huidige vorm gekregen. Eind 19e eeuw, begin 20e eeuw was De Kuil tijdelijk in gebruik als balkenhaven., De Poelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPoel, de (Wormer)
Water ten noorden van Wormer, direct aan de Zaan en overlopend in het Zwet. Het meertje ontstond in de vroege Middeleeuwen en kreeg door afkalving haar huidige grootte. In de 17e en 18e eeuw was de Poel een belangrijke handelsweg, vooral voor in Jisp geproduceerde goederen; geschut werd bij de en het Zaandijker Wijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWijd, het (Zaandijker)
Verbreding van de Zaan tussen Zaandijk aan de westkant en de Kalverpolder en de Enge Wormer aan de oostkant van de Zaan. benut, alsmede sloten in het Oostzijderplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzijderveld
Historische aanduiding van al het land tussen Oostzaandam, de Oostzijde, 't Kalf, de Wijde Wormer, het dorp Oostzaan en het IJ. De Zaandamse wijken Plan Kalf, Kogerveld, Hoornseveld, Peldersveld en Poelenburg, maar ook de oudere wijken ten oosten van de Zaan liggen in het Oostzijderveld. Het veld is in de 14e eeuw ontstaan door ontginning van het eerdere hoogveenpakket, dat vervolgens erodeerde en inklonk. De toen gegraven sloten zijn grotendeels nog in het landschap terug te vin…- en Westzijderveldplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzijderveld
Historische naam voor het onbebouwde deel van de polder Westzaan, tussen de bebouwing van, in het westen Westzaan en in het oosten Zaandam, Koog, Zaandijk en Wormerveer. Door de aanleg van de woonwijken Houtveld, Houtwerf, Westerwatering, Westerkoog en Rooswijk, en het bedrijvengebied.
De balkenhaventjes bij de houtzaagmolens hadden slechts een geringe capaciteit. De aanleg van het Noordhollands Kanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordhollands Kanaal
Buiten de Zaanstreek gelegen, in 1824 voltooid, kanaal dat Amsterdam via Purmerend met Den Helder verbindt en een lengte van 78.5 kilometer heeft. Bij de aanleg, bedoeld om de hoofdstad een vaarweg naar de Noordzee te geven toen de toegang tot het IJ steeds meer was verzand, is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande waterwegen., opengesteld in 1824, gaf de Zaanse economie aanvankelijk geen nieuwe impulsen. Indien de Zaan in het traject van het kanaal was opgenomen, zouden ook de Achter- en de Voorzaan en de havens zijn uitgediept. Gekozen werd evenwel voor een loop van het kanaal door Purmerend.
Kogerpolderkanaal
De Zaanstreek profiteerde vooral door de aanleg van het Kogerpolderkanaal op initiatief van een aantal zakenlieden uit Wormerveer dat de Noorder-Zaan met het Noordhollands Kanaal verbond. Dit werd het Kogerpolderkanaal met losplaatsen op het kanaal bij West Graftdijk. Door dit kanaal kwam het dorp de Woude op een eiland te liggen. Hierdoor kwamen een periode lang goederen vooral via het noorden de Zaanstreek binnen.
In 1858 werden in de Kogerpolder 124 schepen met een gezamenlijke inhoud van 17.636 ton gelost. Na de aanleg van en de aansluiting op het Noordzeekanaal werd de haven van Zaandam weer het belangrijkst voor de Zaanstreek. Het duurde na het graven van het Noordzeekanaal van 1865 tot 1876 overigens nog geruime tijd vóór de Zaanstreek hiervan profiteerde. Weliswaar was de afstand tot zee tot een kwart teruggebracht, nog 21 kilometer, maar de Zaandammer haven was daarmee nog niet toegankelijk.
In 1850 werden er nog 133 schepen ingeklaard, in 1862 was dat aantal gestegen tot 271 schepen, maar in 1880 deden nog maar twaalf zeeschepen de Zaandammer haven aan. Na een periode van moeilijkheden tussen gemeente, provincie, rijk en de Kanaalmaatschappij, werd in 1879 Zijkanaal G. gegraven, dat over een lengte van 1100 meter met een breedte van twintig meter een vaargeul van vijf meter diep onder NAP kreeg, het Noordzeekanaal had een diepte van 7,5 meter.
Een werkelijke oplossing was dit niet, getuige ook de twaalf schepen die in 1880 de Zaandammer haven binnenliepen, die kwam pas in de periode 1882-'85: de vaargeul in Zijkanaal G. werd tot 7,5 meter uitgegraven; het Kerkerak kreeg diezelfde diepte over een lengte van 1160 meter en een breedte van dertig meter; door het Kattegat werd een nieuwe Voorzaan gegraven, waardoor het Eilandplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEiland, het
Benaming voor het twaalf hectare grote eiland in de Zaan dat in 1884 ontstond door doorgraving van het Kattegat, ook wel het Eiland van William Pont, het Pont-eiland en Eiland in de Voorzaan genoemd. Het Eiland ontstond in het kader van de aansluiting van de Zaan op het ontstond, met een lengte van 1950 meter, een breedte van veertig meter en een diepte van drie meter; het Timmerrak werd ingericht als balkenhaven met een oppervlakte van 50.000 vierkante meter en een diepte van twee meter.
Hoge verwachtingen
Het aantal zeeschepen dat de Zaandammer haven binnenliep steeg daarna snel; in 1888 kwamen er reeds 202 schepen binnen. Het aantal geloste balken steeg van 88.000 in 1884 naar 320.000 in 1888. De balkenzagerij nam toen sterk toe. Behalve Zijkanaal G. werden ook Zijkanaal E. bij de Westzaner Overtoom, Zijkanaal D. naar de Nauernasche Vaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNauernasche Polder
Polder tussen Nauerna, Zijkanaal D, het Noordzeekanaal en Veerpont Buitenhuizen. De polder is drooggemaakt tijdens de aanleg van het Noordzeekanaal (1873-1876) en heeft lange tijd een agrarische functie gehad. In 1984 kreeg hij een andere bestemming, namelijk voor de stort van grove en Zijkanaal H. naar het Barndegatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBarndegat
Gekanaliseerde sloot op de grens van Zaandam en Oostzaan, uitkomend op Zijkanaal H., oorspronkelijk een meer. Hierna: de Barndegatdam, de Barndegatsluis en de Barndegatter Watermolens (later gemaal).
Het meer ontstond als braak in de Oostzaner Zeedijk; niet bekend is wanneer. Het lag tussen de Zaandamse Achtersluispolder en de Oostzaanse Buitendijk, en werd gedempt en deels gekanaliseerd tijdens het graven van het Noordzeekanaal en Zijkanaal H. De naam van het meer ging over op de … gegraven. Met name van het Zijkanaal bij de Westzaner Overtoom had men hoge verwachtingen, maar deze haven heeft nooit de beoogde functie gekregen. In de zeescheepvaart werden de schepen in korte tijd steeds groter en dit noopte tot geregelde aanpassing van het Voorzaangebied. In 1887 werd besloten tot een verdieping van het Zijkanaal en het Kerkerak tot 8.5 meter, een verbreding van de haven tot 55 meter en een vergroting van de Houthavenkade die gereed kwam in 1888.
In 1898 werden het Zijkanaal en de haven tot negen meter uitgediept. Ook de capaciteit van het Noordzeekanaal werd geregeld vergroot. Was in 1876 bij de openstelling de diepte nog 7,5 meter over een breedte van 27 meter, in 1898 was dit inmiddels 9,5 meter over een breedte van 36 meter. Ook nadien werd dit kanaal herhaaldelijk aangepast; in 1938 was de vaargeul 13 meter diep en 75 meter breed geworden.
De herzieningen van de Oude Haven, zoals het Kerkerak sedertdien werd genoemd, bleken uiteindelijk toch niet te voldoen. Meermalen werd geklaagd over het in de weg liggen van balkenvlotten, waardoor de schepen moeilijk konden manoeuvreren. De hoeveelheid aangevoerd hout was aanzienlijk groter geworden toen in 1890 's lands grootste houtleverancier William Pont van Edam naar Zaandam werd verplaatst.
Op kosten van de gemeente werden de houtvlotten naar de Poel, de Kuil, het Wijd en zelfs de omgeving van Knollendam gebracht. In 1903 liet de bootwerkersvereniging Eensgezindheidplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEensgezindheid
Bootwerkersvereniging te Zaandam, de eerste sterke vakvereniging in de Zaanstreek, met dientengevolge een belangrijke rol in de Zaanse arbeidersbeweging (Zie: Socialisme en Vakverenigingen).
Eensgezindheid werd opgericht in 1896 uit onvrede met het peil van de lonen in de Zaandamse haven. De vereniging werd, ofschoon hier aanvankelijk enige twist over was, opengesteld voor alle havenarbeiders (lossers, stouwers en vlotters). Van het begin af werkte Eensgezindheid mee aan de vorm… weten dat de middelen voor het lossen van, in volgorde van belang, hout, rijst, zaden en steenkool in de havens van Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht veel beter waren dan in Zaandam. Door een tekort aan kranen lagen de schepen in de Zaandamse haven langer aan de kade.
Een voordeel van de Zaandammer haven was daarentegen dat er weinig breuk voorkwam. Gezegd werd wel: de andere havens werken voor de reders, de Zaandamse voor de afnemers. Was de Zaandammer haven, ofschoon vol, door al deze werkzaamheden goed bereikbaar geworden, het was voor schepen nog steeds moeilijk, of zelfs onmogelijk, op de Achterzaan te komen. De Grote Sluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGrote Sluis
Schutsluis in de Dam te Zaandam, westelijk van de Wilhelminasluis, ook wel Hondsbossche sluis genoemd. De aanduiding Grote Sluis geeft meermalen aanleiding tot verwarring, doordat men de Wilhelminasluis, die inderdaad groter is, dikwijls ten onrechte zo noemt. De eerste sluis in de Dam die de naam Grote Sluis kreeg werd reeds in 1544 gebouwd. Dat gebeurde op initiatief van het Hoogheemraadschap de Hondsbossche en Duinen tot Petten, dat verzekerd wilde zijn van geregelde aanvoer van … in de Dam had een lengte van 28 meter, een breedte van 5.10 meter en een diepte van 2,60 meter. Dit beperkte de vervoersmogelijkheden aanzienlijk. Alle goederen die met grote schepen werden aangevoerd, moesten in de haven op kleinere schepen worden overgeslagen om naar de fabrieken te worden gebracht. Dit bracht tijdverlies, extra transportkosten en extra belasting van de haven met zich mee.
Opening Wilhelminasluis
De Kamer van Koophandelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKamer van Koophandel en fabrieken voor de Zaanstreek
Prins Bernhardbrug Door de wet ingesteld orgaan ter behartiging van de economische belangen van industrie, ambacht en dienstverlening. Aanvankelijke benaming Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zaanland: op verzoek van de Kamer op l juli 1988 tot huidige naam gewijzigd. had reeds in 1853 op deze moeilijkheid gewezen. Pas in 1875 werd voor het eerst een commissie benoemd, die naar een oplossing moest zoeken. Het commissie-voorstel om de Grote Sluis te vergroten werd evenwel afgewezen. Nieuwe commissies en nieuwe plannen volgden, maar geen hiervan kreeg goedkeuring.
De oplossing kwam pas in 1897, toen het Hoogheemraadschap bereid bleek de twee kleine sluisjes in de Dam, ten oosten van de Grote Sluis, op te geven. Het nadien ingediende plan, waarvan de begrote kosten 450.000 gulden bedroegen, werd goedgekeurd en in 1903 werd de Wilhelminasluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWilhelminasluis
Op 24 oktober 1903 geopende, belangrijkste doorsluizing van de Dam te Zaandam.
Vóór de aanleg, die in 1901 een aanvang nam, omvatte het Zaandamse sluizencomplex de Duikersluis met een breedte van 6,29 m, diepte 2,20 m onder Amsterdams Peil, de Kleine Sluis met een lengte van 18 m, breedte 3.24 m en diepte 2,01 m en de officieel geopend. Het aantal schepen dat de Oude Haven binnenliep bleef schommelen rond de 200, 1891: 178; 1900: 191; 1910: 215.
Maar deze schepen werden wel steeds groter. Het ruimtegebrek in de Oude Haven werd hierdoor steeds nijpender. Reeds in 1904 werd door de Havencommissie in een rapport aanbevolen een nieuwe zeehaven aan te leggen in de Zaandammer polder. Als voordelen werden genoemd: dat de Zaandammer polder reeds 2,5 meter beneden NAP lag, de situering ten westen van de Hembrug, de ruime uitbreidingsmogelijkheden en de mogelijkheid een spoorlijn naar de haven door te trekken, hetgeen overigens nooit is gebeurd.
Na felle discussies werd de aanleg van de Nieuwe Zeehavenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNieuwe Haven
(1). Voormalige haven te Zaandam (west), tussen de Oude Haven (ten westen van het huidige Eiland) en het Westzijderveld. Resten van deze vlak na 1630 geopende haven zijn terug te vinden in de Russische Buurt. De naam is ontstaan ter onderscheiding van de oude plaats waar balken gewaterd en opgeslagen werden. Dit was de voornaamste functie van de Nieuwe Haven. De naam is in de 19e eeuw in onbruik geraakt. tenslotte in 1910 aanbesteed. Met name de steeds verdergaande groei van de aanvoer van ongezaagd hout in de Zaanstreek had de voorstanders van de Nieuwe Zeehaven hun zin doen krijgen.
- In 1892 werden 3.220.819 stuks ongezaagd hout aangevoerd;
- in 1898: 5.162.765 stuks;
- in 1904: 13.007.226 stuks;
- in 1905: 17.501.472;
- in 1910: 13.981.682.
Op 13 juli 1911 werd de Nieuwe Zeehaven, met de bijbehorende Balkenhavenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenhaven
Haven bij houtzaagmolen of houtzagerij waar ongezaagd hout werd bewaard. Ook: de eigennaam van het deel van de Nieuwe Haven te Zaandam dat voor dit doel was ingericht. In het verleden wemelde het in de Zaanstreek van de balkenhavens; iedere houtzaagmolen (en later machinale houtzagerij) stond aan het water en bezat minstens een haven(tje). Zeer bekend was de balkenhaven ten westen van het eiland in de feestelijk geopend. Het gemeentebestuur van Zaandam gaf bij de gelegenheid een prachtige vogelvlucht-poster van de Zaanstreek uit. Men was trots, want de hele aanleg van de Nieuwe Haven had op kosten van de gemeente plaatsgevonden.
WO I
De Eerste Wereldoorlog zorgde er evenwel voor dat de Nieuwe Zeehaven nooit de verwachte betekenis kreeg. Het aantal aangevoerde standaards hout liep tussen 1913 en 1918 terug van 74.456 naar 7.064. De haven deed het vanwege de Europese oorlogshandelingen bitter slecht. In 1914 kwamen 75 stoomschepen binnen inhoudende 163.690 bruto registerton. In 1913 waren deze cijfers 179 schepen inhoudende 386.221 bruto registerton. Van de in 1914 ingekomen schepen, waren er 45 geladen met gezaagd hout, 17 met balken, 1 met balken en sparren, 1 met kolders en juffers, en 10 met rijst.
Na de oorlog herstelde de aanvoer van gezaagd hout zich evenwel volledig; in 1925 werd het vooroorlogse niveau overtroffen. De aanvoer van balken was door de oorlog evenwel definitief ten einde gekomen. De exporterende landen waren tijdens de oorlog noodgedwongen zelf gaan zagen en bleven dat ook na 1918 doen. De Balkenhaven werd daardoor slechts enkele jaren gebruikt. Ook de vestiging van Bruynzeelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBruynzeel-bedrijven.
Complex van houtverwerkende bedrijven dat producten vervaardigt voor de bouwerij. Voortgekomen uit Rotterdams bedrijf. Eerste vestiging in Zaandam in 1921 aan de Nieuwe Zeehaven. Uitgegroeid tot concern onder Holdingmaatschappij Bruynzeel bv met fabrieken op verschillende plaatsen in Nederland en voorts in Indonesië, Suriname, Zuid-Afrika, Brazilië, Duitsland en Frankrijk. aan de Nieuwe Zeehaven, die hier zeer dikke tropische stammen opsloeg ten behoeve van de fineerfabriek, kon het verlies van de balkenaanvoer niet compenseren; de Nieuwe Zeehaven bleef een nooit ingeloste belofte. In 1988 werd de Balkenhaven deels gedempt om ruimte te creëeren voor industrieterrein Zuiderhout met de bedrijven Pont-Meijer en Gras BV Houthandel v/h F & Gplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGras BV Houthandel v/h F & G
Houthandel in Zaandam. De houthandel (en oorspronkelijk ook houtzagerij) werd opgericht in 1868 door Floris Gras Gzn., die de houtzaagmolen De Rode Leeuw en later ook De Notenboom, De aankocht.
Tot die tijd was Floris Gras molenmaker en deelgenoot van de compagnieschap Wed. G. Gras & Zonen, die vanaf 1235 (vier generaties) de molenmakerij had beoefend. De molenmakerij, die De, die het eiland verlieten in verband met de aanleg van de Dr. J.M. den Uylbrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigUylbrug, dr. J.M. den
Brug over de Voorzaan te Zaandam, voor verkeer opengesteld in december 1990. In 1984 nam de gemeenteraad van Zaanstad het principebesluit tot de bouw van de Voorzaanbrug. Voordelen van deze brug waren onder meer een veel snellere aansluiting van Zaandam-West (inclusief de nieuwe bedrijventerreinen ten westen van de spoorlijn) op de Coentunnelweg en een verkeersontlasting van het Zaandamse Centrum..
Ook na de aanleg van de Nieuwe Zeehaven werd het gebied rond de Voorzaan nog enige malen verbeterd. In 1925 werden Zijkanaal G en de Oude Haven opnieuw tot 9 meter uitgediept en de Voorzaan tot 4,25 meter. In 1936 werden de houten steigers vervangen door de nu nog aanwezige 450 meter lange betonnen loswal. Voor de binnenscheepvaart was de sloop van de Jaap Haversluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaversluis, Jaap
De Hogendijker- of Jaap Haversluis, een voormalige schutsluis te West-Zaandam tussen de Haven en het Westzijderveld aan het eind van de Vaart, werd, lang 66 voet en breed 15 voet, in 1651 gebouwd als extra sluis, naast de iets oostelijker gelegen Hornersluis. De toegang van het IJ tot de polder Westzaan en omgekeerd werd vooral gebruikt door houtbedrijven in het veld; er werden vooral balken en gezaagd hout geschut. De houten sluis is meermalen vervangen, aangezien het hout van… en de bouw van de Gerrit Haremakersluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaremakersluis, Gerrit
De Gerrit Haremakersluis, voormalige schutsluis tussen de Balkenhaven en het Westzijderveld te Zaandam. De eerste paal van de sluis werd op 18 december 1937 geslagen. De sluis werd op 25 juli 1939 geopend ter vervanging van de bouwvallige De Hogendijker- of Jaap Haversluis. Zij werd reeds in 1976 gedempt, lag nog een aantal jaren als merkwaardig object naast de spoorlijn en werd bij de aanleg van de Hemspoortunnel tenslotte in 1988 gesloopt. De sluis werd genoemd naar de … beide bereikbaar via de Nieuwe Haven van 1651 van belang (1939). De Haremakersluis werd in 1976 gedempt. Eind jaren '60 werd ook in het gebied ten oosten van Zijkanaal G havenruimte geschapen; in de Achtersluispolder werden de Isaac Baart-haven, Isaacplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaart-haven, Isaac
In 1970 gegraven haven in de Achtersluispolder van ongeveer een kilometer lengte en negentig meter breedte, die dit industriegebied toegankelijk maakt voor kleine zeeschepen. Met name schepen die hout verscheepten en de lading tot 1970 vooral handmatig losten aan de oude houthaven ter hoogte van Het Eiland in de Voorzaan, maakten gebruik van de haven. en de Dirk Metselaarhavenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMetselaarhaven, Dirk
Dirk Metselaarhaven in de Zaandamse Achtersluispolder gegraven haven van ongeveer 500 meter lengte en 120 meter breedte, die dit industriegebied aan de zuidzijde toegankelijk maakt voor kleine zeeschepen. De haven is vernoemd naar Dirk Metselaar, raadslid vanaf 1935 van de gemeente Zaandam en wethouder vanaf 1956 tot 1974. gegraven.
In de naoorlogse periode hadden de havens vooral belang voor de aanvoer van goederen. Voor de uitvoer van goederen uit de Zaanstreek was vooral het wegvervoer belangrijk. De uitvoer uit de haven bedroeg in 1987 slechts 5.978 ton. De meeste schepen die de Zaanse havens binnenliepen voeren onder de Nederlandse vlag, daarnaast kwamen er vrij veel Zweedse en Westduitse schepen, terwijl het aandeel van Russische schepen toenam.
Ook schepen uit Groot-Brittannië, Finland en Frankrijk waren regelmatige bezoekers. Hout was steeds het belangrijkste via de havens ingevoerde product. Van de in 1950 totaal ingevoerde hoeveelheid van 283.057 ton goederen, was 274.710 ton hout, rijst 7518 ton, overige goederen 829 ton. In 1973 werd 369.608 ton goederen ingevoerd, waarvan 293.966 ton hout. In het jaar 1987 werd in totaal 465.990 ton ingevoerd, waarvan 247.465 ton hout, 173.825 ton landbouwproducten en 44.700 ton overige producten. Het exacte aantal schepen dat de havens binnenvaart is niet bekend; sommige schepen doen de haven alleen voor overnachting aan.
De toekomst van de havens in de Zaanstreek is ten dele onduidelijk. Zeker is in ieder geval dat door de bouw van de Dr. J.M. den Uylbrug de Oude Haven voor grote zeeschepen niet meer bereikbaar zal zijn. De Balkenhaven bij de Nieuwe Zeehaven is inmiddels gedempt voor de vestiging van Pont-Meijer en Gras op industrieterrein Zuiderhout. De Nieuwe Zeehaven zal gebruikt worden voor de aanvoer van hout voor deze bedrijven. In juni 1989 brachten de Kamers van Koophandel en Fabrieken van Zaanstad, van Amsterdam en van Haarlem een rapport uit waarin vooral een uitbreiding van de overslag van stukgoed werd voorzien.