Knollendam
Voormalige dam aan de noordkant van de Zaan, die voorkwam dat vloedwater uit de Schermer vanuit het noorden de Zaan instroomde. De dorpen Oost- en West-Knollendam zijn naar deze Dam genoemd.
Het is niet precies bekend wanneer de Knollendam werd aangelegd. Zeker is dat dit in de 14e eeuw gebeurde, volgens Van Braam in het eerste decennium van die eeuw, volgens Verkade vóór 1361. Aanvankelijk werd de dam de Noorddam genoemd. De naam 'Knollendam' dateert uit de 16e eeuw. Een bevredigende verklaring voor deze naam is nooit gevonden.
De Knollendam werd aangelegd om getijdenbewegingen tegen te houden. Daarom was er nauw verband met de Hoge Dam in Zaandam. In 1374 werden er sluizen in de Knollendam gebouwd, die automatisch bij eb openden en bij vloed sloten. De omringende gebieden waren hier niet gelukkig mee, in 1544 kwam door maatregelen van Karel V een einde aan deze situatie. Feitelijk was dit het einde van de waterstaatkundige zelfstandigheid, die vanaf het begin van de 14e eeuw door met name Jisp en Wormer uitgeoefend was.
Vanaf 1544 was de Zaan onderdeel van de Schermerboezem. In 1560 werden de sluisdeuren uit de dam weggenomen en tussen 1632 en 1637 werden de resten van de dam verwijderd. Door drooglegging van Schermer en Starnmeer had hij als waterkering geen betekenis meer. Aan de loop van de straat West-Knollendam is nog herkenbaar waar de dam gelegen heeft, namelijk in het verlengde van deze straat.