Koog (aan de Zaan)
Voormalige zelfstandige gemeente ten westen van de Zaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaan
Belangrijkste waterloop in de Zaanstreek, waar het gebied zijn naam aan dankt. Naar de meest aangenomen theorie ontstaan als veenstroom, een natuurlijke afwateringsstroom voor de naastgelegen veengebieden, in de loop der eeuwen geëvolueerd tot afwateringskanaal en belangrijke scheepvaartweg voor een groot deel van Noord-Holland. Waterstaatkundig wordt als de Zaan beschouwd: de ruim 10 kilometer lange waterloop tussen de dorpen Oost- en Westknollendam in het noorden en de, ten noorden van Zaandam, ten zuiden van Zaandijk, sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van Zaanstad. Tot in de Franse tijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigFranse tijd
De Franse tijd in Nederland duurde van 1795 tot 1813 en was een periode van grote veranderingen. Nederland werd bezet door Franse troepen onder leiding van Napoleon Bonaparte, wat leidde tot economische en politieke veranderingen. De Zaanstreek werd hard getroffen door de Franse bezetting, vooral door het was Koog bestuurlijk deel van de Banneplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBanne
Zie: Ban (banne) en Bestuur en rechtspraak 1.2.4. van Westzaan; de invloed van Koog daarin was gering. Ofschoon niet geheel zeker, wordt aangenomen dat de gemeente Koog aan de Zaan per 1 augustus 1811 zelfstandig werd (zie: Bestuurplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBestuur
Bestuur en rechtspraak 2.1.8.).
Koog wordt tot in onze tijd dikwijls in één adem genoemd met de noordelijke buurgemeente Zaandijk. Deze band dateert al van het ontstaan; het dorp werd gesticht vanuit het oudere Zaandijk. Nadien waren in de 16e, 17e en 18e eeuw kortere of langere tijd school, kerk, kerkhof, armen- en weeszorgplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWees- en armenzorg
Materiële en/of financiële ondersteuning aan wezen en/of armen. De Zaanstreek, hoe welvarend ook geweest, heeft altijd een flink aantal armlastigen gekend. De ondersteuning van de minvermogenden was tot aan de 20e eeuw vooral een zaak van de kerkelijke en burgerlijke caritas geweest. Daarin verschilde de Zaanstreek niet van het omringende gebied. gemeenschappelijk. Moeilijkheden over de afrekening daarvan zorgden uiteindelijk in 1721 voor een scheiding; nadien richtten beide dorpen zich alleen op de verzorging van de eigen inwoners. Maar een band tussen de dorpen bleef bestaan. De perioden van economische bloei en verval van Koog en Zaandijk liepen gelijk, de Vermaning te Koog werd bijvoorbeeld ook door de Doopsgezindenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDoopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten)
Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit. van Zaandijk bezocht, beide dorpen liepen als het ware naadloos in elkaar over. In de 19e eeuw werd de band verstevigd: de gemeenten kregen een gezamenlijk spoorwegstation en één postkantoor. Het verenigingsleven uit beide gemeenten overlapte elkaar en kwam tenslotte samen in Hollands Vlagplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHollands Vlag
Instelling, vergelijkbaar met de gemeenschappen die elders ontstonden, die met name in de periode kort na de Tweede Wereldoorlog in Koog en Zaandijk actief was. Hollands Vlag deed onmiddellijk na de bevrijding van zich spreken door de organisatie van de bevrijdingsfeesten. In Koog en Zaandijk werd na de oorlog geen gemeenschap opgericht, aangezien de verschillende verenigingen zich reeds vóór de oorlog in de Bestuurdersbond hadden georganiseerd; deze bond organiseerde ook de lokal…, terwijl na de samenvoegingplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSamenvoeging
In de Zaanstreek zijn herhaaldelijk samenvoegingsplannen voorgesteld; een aantal daarvan werd ook daadwerkelijk uitgevoerd. Daarnaast is de samenvoeging van Krommenie en Krommeniedijk bekend in 1816. Het bekendst is de samenvoeging in de Franse tijd tot de stad Zaandam in 1811 en die tot Zaanstad in 1974. tot Zaanstad, Koog en Zaandijk in hetzelfde wijkraadsgebied kwamen.
Naam
Koog aan de Zaan werd vernoemd naar de Koog, ook: Koger Hem en Grote Koogvenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGrote Koogven
Buitendijks land in de Zaan te Koog aan de Zaan, ook 'Koger Hem' genoemd. De gemeente Koog dankt hieraan haar naam, een 'koog' is namelijk een stuk onbedijkte grond. Op de Koger Hem (het Grote Koogven) werden de fabrieken van T. Duyvis Jz gebouwd en ten dele ook die van Honig. De machinefabriek Twente van. Een koog is een onbedijkt stuk land, hier de landtong buiten de lage dijk, tegenover de Kuilplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKuil, De
Uitloper van de Zaan ter hoogte van 't Kalf, tegenover Koog aan de Zaan.
Aan de noordzijde ligt de Hemmes. De Kuil komt al op kaarten uit de 16e eeuw voor, maar was toen aanzienlijk smaller. Door afkalving heeft hij zijn huidige vorm gekregen. Eind 19e eeuw, begin 20e eeuw was De Kuil tijdelijk in gebruik als balkenhaven.. Zeer waarschijnlijk hebben de eerste bewoners van het dorp zich op of nabij dit koogland gevestigd, ook al doordat aan de noordzijde van deze hem de belangrijke Kogersluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKogersluis
Voormalige sluis in Koog aan de Zaan, die de Zaan verbond met de Polder Westzaan.
De eerste, vroeg 16e-eeuwse, houten sluis lag op de plaats van de Vermaning, in de Koger Hem. Hier ontstond het dorp Koog. Deze sluis werd meermalen vergroot en gerepareerd in 1600 en in 1710. In 1722 ging de sluis in eigendom over van de Banne van Westzaanden naar Koog. In 1729 is deze sluis vervangen door een enkele honderden meters noordelijker aangelegde, nu stenen sluis, naast De Waakzaamheid. Ein… lag. De naam Koog aan de Zaan wordt in het spraakgebruik en ook in deze encyclopedie meestal verkort tot 'Koog'. Vóór de 20e eeuw werden ook de namen 'Koog aan de Zaankant, of 'De Coogh' gebruikt. Zaankanters spreken nog altijd wel van 'De Koog'.
Wapen
Het wapen van Koog bestond uit vier vlakken, met boven twee naar elkaar gekeerde zilveren leeuwen op een rood veld en onder twee naar elkaar gekeerde rode leeuwen op een zilveren veld. Dit wapen is afgeleid van het wapen van de Banne van Westzaan. Zie voorts: Gemeentewapensplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGemeentewapens
Verreweg de meeste Zaanse gemeenten hadden in het verleden een gemeentewapen. Deze zijn (voor zover mogelijk met een verklaring van de herkomst) opgenomen bij de verschillende dorpsvermeldingen in deze encyclopedie, zie aldaar. Hier wordt volstaan met een korte opsomming, de omschrijvingen zijn van de Hoge Raad van Adel. Zie ook afbeeldingen blz. 86 en 87..
Bijnamen
Destijds gebruikelijke bijnamen voor Kogers waren: koeketers, koekvreters en zeurore, later ook: staifselkneters. Over Kogers was het volgende spotversje gemaakt:
Op de Koog, daar benne ze droog, daar ete ze rijst met krente. Maar als de melkboer komt, dan hebbe ze geen cente.
Omvang, oppervlakte
Koog werd ten noorden begrensd door de Bagijnsloot bij Zaandijk, ten oosten door de Zaan bij Zaandam-Oost, ten zuiden door de Mallegatsloot bij Zaandam-West en ten westen door de De Gouwplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGouw, De
Naam van verschillende vaarsloten in de Zaanse polders, die lopen in Noord-Zuidrichting, dus min of meer evenwijdig aan de Zaan. Er zijn twee gouwen in de Zaanstreek aanwezig. Ten westen van de Zaan loopt de Gouw tussen Zaandam en Westzaan, ten oosten van de Zaan loopt de Gouw dwars door de bebouwing van Oostzaandam, van de Zuidervaart ten westen van de wijken Poelenburg, Peldersveld, Hoornseveld, door Kogerveld, tot de Nagouw in het Kalf. bij Westzaan. Met een oppervlakte van iets minder dan 320 hectare is Koog één der kleinste deelgemeenten van Zaanstad. Doordat het gebied van de gemeente vrijwel volledig is bebouwd, is de bevolkingsdichtheid hoog.
Bevolking
Koog kent de grootste bevolkingsdichtheid van de Zaanstreek. Dat was vermoedelijk al het geval aan het begin van de 18e eeuw en mogelijk nog eerder. In 1939 woonden er in Koog bijna 2100 personen per vierkante kilometer, begin 1988 was dit meer dan verdubbeld: 4245 mensen per vierkante kilometer. Ondanks de hoge bevolkingsdichtheid is het inwonertal van Koog, in vergelijking met de andere Zaandorpen, nooit hoog geweest; ook daarbij speelt de betrekkelijk geringe oppervlakte van het dorp een belangrijke rol. Koog is een van de jongste dorpen in de Zaanstreek. In 1543 woonden er naar schatting nog slechts 30 personen, veertig jaar later 70. De volgende bekende gegevens dateren pas uit 1742; het dorp had toen inmiddels 1563 inwoners. Vanaf 1795 is er een duidelijk overzicht van het verloop van de bevolkingsgroei.
jaar | aantal | jaar | aantal |
---|---|---|---|
1795 | 1626 | 1930 | 4407 |
1809 | 1747 | 1940 | 6375 |
1815 | 1647 | 1950 | 7386 |
1840 | 2096 | 1960 | 7384 |
1869 | 2351 | 1970 | 6148 |
1899 | 3031 | 1988 | 13540 |
Opvallend is de groei van het inwonertal tussen 1795 en 1809; in het grootste deel van de Zaanstreek was er in deze periode een afname van de bevolkingsomvang; deze deed zich in Koog eerst tussen 1809 en 1815 voor. Na 1815 zette zich een bevolkingsgroei in die voortduurde tot de jaren `50 van de 20e eeuw. Tussen 1950 en 1960 - een periode van landelijke bevolkingsgroei - trad in Koog een stabilisatie op. Veel Kogers trokken weg naar plaatsen met minder industrie en meer ruimte. Tussen 1960 en 1970 was er sprake van bevolkingsterugloop. Daarna verdubbelde de bevolking in minder dan 20 jaar. Deze groei is volledig toe te schrijven aan de bouw van de wijk Westerkoog. Per 1 januari 1988 woonden 8480 mensen in Westerkoog, terwijl oud-Koog slechts 5060 inwoners had.
Kerkelijke gezindheid
Koog had relatief een groot aantal Doopsgezindeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDoopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten)
Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit. inwoners. De eerst bekende gegevens over de kerkelijke binding van de inwoners dateren uit 1742, het jaar van de personele quotisatieplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPersonele quotísatie
Vorm van inkomstenbelasting, onder deze naam toegepast in 1745 en enkele volgende jaren.
Quotisatie betekent: toerekening van ieders aandeel. Bij de belastingheffing was voordien niet of nauwelijks rekening gehouden met persoonlijk bezit en persoonlijke omstandigheden. Er werden 'repartitie-belastingen' geheven. Dat wil zeggen dat de overheid uitging van het totaalbedrag dat er aan belastingen moest binnenkomen, waarbij de verdeling over de burgers in feite van ondergeschi…. Daaruit is het volgende overzicht samen te stellen:
n.h. | dopers | r.k. | luth. | |
---|---|---|---|---|
absoluut | 767 | 661 | 101 | 34 |
percentueel | 49 | 42 | 6 | 2 |
Adriaan Loosjesplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLoosjes, Adriaan
Westzaandam 15 april 1689 - 20 maart 1767
Adriaan Adriaanszoon Loosjes, houtkoper, predikant aan de Fries Doopsgezinde gemeente te Westzaandam, vooral bekend geworden als auteur van Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Oostzaan, Oostzaandam, Westzaan, Westzaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westknollendam en Nauerna, uitgegeven Haarlem 1794; heruitgave 's-Gravenhage 1968. noemde terloops het aantal Doopsgezinde inwoners van Koog tijdens de bouw van de Vermaning in 1680, namelijk 250. In 62 jaar was hun aantal dus sterk toegenomen. In 1811 waren de verhoudingen weer ingrijpend veranderd:
n.h. | dopers | r.k. | luth. | |
---|---|---|---|---|
absoluut | 1110 | 379 | 145 | 93 |
percentueel | 64 | 22 | 8 | 6 |
Voorts waren drie personen het Joodse geloof toegedaan. De bevolkingsgroei na de Franse tijd kwam alle kerkgenootschappen in absolute zin ten goede. De percentuele veranderingen waren marginaal. De volgende cijfers zijn uit 1845.
De 20e-eeuwse ontkerkelijking zette in Koog vroeger in dan waar ook. Dit was overigens een algemeen beeld in plaatsen waar Doopsgezinden sterk waren vertegenwoordigd. Bovendien was in Koog de Hervormde kerk sterk vrijzinnig van karakter; ook daar ontstond al vroeg terugloop. Na vergelijking van volkstellingen werd Koog in de jaren '30 de meest onkerkelijke gemeente van Europa genoemd. In 1947 gaf in Koog nog slechts 46,5 procent van de bevolking een kerkelijke gezindheid op (Zaanstreek: 54,7 %), in 1960 nog maar 42,8 procent (Zaanstreek: 52 %). Het aantal Doopsgezinden was zo ver afgenomen dat er geen aparte gegevens meer over werden vergaard; zij werden ondergebracht bij overige godsdiensten. Ditzelfde gold voor de Lutheranen. Daarna is het percentage onkerkelijken verder toegenomen; dit ging ten koste van alle kerkgenootschappen. Precieze cijfers van na 1947 ontbreken.
Bevolking naar politieke gezindheid
Koog was een van de gemeenten die de Zaanstreek de naam gaven 'rood' te zijn; een verband met de snelle ontkerkelijking lijkt voor de hand te liggen. In 1891 was Paul Leguit, namens de Vrije Kiesvereniging, de eerste socialistplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSocialisme
Politieke stroming, strevend naar een maatschappijvorm waarin niet, zoals in het 19e-eeuwse kapitalisme, het bezit, maar de arbeid centraal staat en onder meer gericht op gelijke ontwikkelingskansen voor alle leden van de gemeenschap. Het socialisme is sinds de tweede helft van de 19e eeuw van zeer grote en wijd verbreide invloed, ook in Nederland. De Zaanstreek had lange tijd de naam in een Zaanse gemeenteraad. Vanaf 1913 was de SDAP, na de oorlog: PvdA, steeds de grootste partij in de raad. In de periode 1927-1931 en 1953-1973 was er een linkse raadsmeerderheid. Een andere, steeds sterk in de Koger raad vertegenwoordigde partij, was de liberale Vrijzinnig Democratische Bond (VDB)plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVrijzinnig Democratische Bond
In 1901 opgerichte landelijke politieke partij, voortzetting van de eerder (1888) ontstane Radicale Bond, waarin zich - ook in de Zaanstreek meer vooruitstrevende liberalen hadden georganiseerd. De vrijzinnig democraten waren weliswaar een liberale overtuiging toegedaan, maar konden zich niet verenigen met de invloed van de conservatieve vleugel in de toenmalige Liberale Unie. Met hun sociale opstelling stonden zij dicht bij de sociaaldemocraten, die zij echter bes…, die opging in de PvdA (1946) en de VVD (1948), maar in Koog nog in 1949 als zelfstandige partij aan de raadsverkiezingen deelnam. De PvdV is de Partij van de Vrijheid, die in 1948 opging in de VVD.
De tabel op deze pagina geeft een overzicht van de verdeling van raadszetels van 1913 tot en met 1970. Daarbij moet worden opgemerkt dat de raad voor de oorlog elf zetels telde en vanaf 1946 dertien zetels.
De tabel is links onderaan geplaatst.
Bij de verkiezingen voor de gemeenteraad van Zaanstad in 1990 behaalde de PvdA 26.1 procent van de stemmen in Koog, de VVD 16,8 %, het CDA 16,7 %, D '66 16,9 %. Groen Links 12,8 %, GPV/RPF 2,2 % en de Zaanse Onafhankelijke Groepering 8,3 %.
Burgemeesters
Koog telde tussen 1811 en 1974 vijftien burgemeesters. De eerste was:
- Evert Smitplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSmit, Evert
(Koog aan de Zaan, 1774 - Koog aan de Zaan, 14 februari 1843)
Evert Smit, koopman, olieslager, peller, stijfselfabrikant en scheepsreder. Smit ontwikkelde zich als olieslager tot een belangrijk fabrikant met ongeveer 20 molens. Hij voer als reder met verschillende schepen op vooral West-Indië. In 1797 huwde hij met Trijntje Honig (1774-1823).. Deze koopman, olieslager, scheepsreder en eigenaar van een plantage te Suriname was in 1804 lid van het gemeentebestuur geworden en vanaf 1 augustus 1811 maire. In 1817 werd deze titel veranderd in schout en in 1825 in burgemeester. Hij bleef burgemeester en secretaris tot zijn dood in 1843. Zijn opvolger werd peller - Simon Dekker Pz.plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDekker Pz., Simon
Simon Dekker Pz., peller, op 4 juni 1817 gehuwd met Maartje Honig, lid van het Bestuur der Sluizen in de Lagendijk aan de Zaan en commissielid van de Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid te Zaandijk, raadslid van de gemeente koog aan de Zaan vanaf 1819, burgemeester vanaf 1843 tot hij in 1858 bedankte hij voor het ambt. die al vanaf 1819 in de raad zat. In 1858 bedankte hij voor het ambt, waarna drie telgen uit het geslacht Duyvisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDuyvis
Ondernemersgeslacht, reeds bekend in de 16e eeuw, vooral actief in de 19e en 20e eeuw. De familie Duyvis stamt van het geslacht Duven af, dat al lang geleden in de Zaanstreek woonde en werkte. Jan Duven had omstreeks 1365 al visrechten in Jisp en Nek: zijn nageslacht woonde in Assendelft, waar Havick Jans Duven (ca. 1510-ca. 1580) een zoon had, genaamd Gerrit Havicz (1550-1614) die trouwde met Trijn Claes Duyves (geb 1635), dochter van Claes Cornelis alias Claes Duyves, schepen te Assend… hem opvolgden: - Jan Spekham Duyvis (1859-1862) en diens zonen
- Jacob Duyvisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDuyvis, Jacob
(Zaandam, 19 november 1832 - Utrecht, 24 april 1908)
Jacob Duyvis, fabrikant, koopman, gerstpeller, kamerlid en burgemeester van Koog aan de Zaan. Als lid van de Tweede Kamer voor een periode van twee jaar verhinderde hij in 1884 de terugkeer van oud-minister Kappeyne van de Coppello in de Kamer. Enkele malen voerde hij het woord bij economische onderwerpen en bij de behandeling van het initiatiefvoorstel-Reekers over de zeevisserij. Duyvis stelde zich welwillend op ten opzichte … (1862-1866) en - mr. Jan Spekham Duyvis (1866-1874). In 1874 opgevolgd door
- mr. Frederik Willem Smit koopman, oliefabrikant en zoon van de burgemeester van Zaandam die op zijn beurt in 1880 werd opgevolgd door
- Petrus B.J. Ferfplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigFerf, Petrus
(Bergum, 9 januari 1854 - 's-Gravenhage, 29 april 1916)
Petrus Boele Jacobus Ferf, was een progressieve liberaal van Friese afkomst, die na zijn notaris-opleiding van 1877 tot 1880 secretaris was van de gemeente Wormerveer. Hij werd op 25-jarige leeftijd in 1879 benoemd tot burgemeester van Westzaan en in 1880 tevens tot burgemeester van Koog aan de Zaan, waar hij op 11 augustus 1881 in het huwelijk trad met Cornelia Laan. Het burgemeesterschap duurde tot 1888. (1880-1888), de secretaris van Wormerveer, burgemeester van Westzaan en lid van Provinciale Staten. De volgende was - jonkheer Frederik T. Roeters van Lennepplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRoeters van Lennep, Frederik Theodoor
Amersfoort, 10 maart 1860 - Velp, 10 april 1933
Jonkheer Frederik Theodoor Roeters van Lennep, echtgenoot van Jonkvrouw Adriana Petronella Marianne Druyvesteyn, burgemeester van Koog aan de Zaan van 1888 tot 1898. Jonkheer Roeters van Lennep kwam na zijn benoeming als burgemeester van Koog in 1888 in een rumoerige gemeente terecht. In de gemeenteraad bestreden de conservatieven en de vrijzinnige liberalen elkaar te vuur en te zwaard. Na de raadsverkiezinge… (1888-1898). Hij nam min of meer gedwongen ontslag toen het socialistische raadslid P. Leguit en het vrijzinnige raadslid J. Dekker wethouder werden. Gedurende hun raadslidmaatschap was Roeters van Lennep meermalen hevig in conflict met hen gekomen, zo ernstig dat hij in 1894 door de commissaris van de koningin al een maand op verlof was gestuurd. - Toen Dekker en Leguit in 1897 tot wethouder waren gekozen, solliciteerde Roeters van Lennep als penningmeester bij de Haarlemmermeerpolder, in welke functie hij werd aangenomen. Hij werd opgevolgd door de voormalige
- gemeente-secretaris Oncko Egberdinus Cleveringaplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigCleveringa, Oncko
(Appingedam, 10 juni 1868 - Amsterdam, 15 juli 1931)
Oncko Egberdinus Cleveringa was burgemeester van Koog aan de Zaan van 1898 tot 1908. Hij begon zijn loopbaan in 1894 als ambtenaar bij de secretarie te Koog aan de Zaan, een jaar later gevolgd door een benoeming als gemeentesecretaris en in 1896 die tot gemeenteontvanger, welke functies door hem werden vervuld tot 1898. Op 2 november 1898 werd hij benoemd tot burgemeester van Koog aan de Zaan. Cleveringa stond bekend als mi…, die in 1908 vertrok, toen hij werd benoemd tot burgemeester van Weesp. Ook zijn opvolger - Cornelis Maarschalkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMaarschalk, Cornelis
(Amsterdam, 16 mei 1870 - Haarlem, 3 maart 1954 )
Cornelis Maarschalk, makelaar, CHU-lid, ontving zijn opleiding gedeeltelijk in Amsterdam waar hij in de handel werkzaam was. Hij vestigde zich later te Vreeland, waar hij lid werd van de gemeenteraad en wethouder. Van 5 februari 1909 tot 31 mei 1919 fungeerde hij als burgemeester van Koog aan de Zaan, later volgde een 18-jarige periode als burgemeester van Haarlem en lid van de gedeputeerde staten van Noord Holland. Cornel… bleef tien jaar in Koog en werd daarna in Haarlem benoemd. De volgende was - Willem F.G.L. Driessenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDriessen, Willem
(Den Haag 11 juli 1886 – Den Helder 19 december 1935)
Willem Frederik George Lodewijk Driessenwas van 1913 tot 1918 burgemeester van Westzaan. Na zijn ambtsperiode aldaar werd hij 1918 verantwoordelijk als regerings-commissaris voor de graan-inzameling in Noord-Holland. In 1919 vervulde werd hij burgemeester van Koog aan de Zaan. In 1921 werd de Koogse burgemeester Driessen benoemd tot plaatsvervangend kantonrechter in het kanton Zaandam. Dat heeft hij tot 1928 gedaan, daarna… (1919-1928), opgevolgd door oud-marineman - Alexander G.A. Verstegenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerstegen, Alexander Gustaaf Adolph
(Texel 1870 - Den Helder 1936)
Burgemeester van Koog (aan de Zaan) van 1929 tot 1935, wethouder voor de SDAP te Den Helder. Toen Verstegen in 1929 in Koog aan de Zaan werd benoemd had hij een uitgebreide loopbaan in de arbeidersbeweging achter de rug. Hij was onder meer mede-oprichter geweest van de Algemeene Bond voor Nederlandsche Marine Matrozen (1897) en was in 1901 tot 14 dagen hechtenis veroordeeld nadat hij misstanden in het marine-hospitaal in Den H… (1929-1935). De Koger zakenman - Willem F. Allanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAllan, Willem Frederik
Westzaan, 25 december 1881 - Zaandijk, 28 februari 1958 Willem Frederik Allan 1881-1959 Willem Frederik Allan, burgemeester van Koog aan de Zaan in de periode 1936-1944, werd in 1902 aangesteld als tweede voorwerker en later penningmeester in het bestuur van de Gymnastiek Vereniging Jahn. Het diploma Engelse Handelscorrespondentie van de Vereniging Leraren in het boekhouden werd hem in 1904 uitgereikt. Van 1907 tot 1909 was hij werkzaam bij Brandwaarborg Maatschappij Ko… kreeg vervolgens als burgemeester een zeer moeilijke tijd. De vooroorlogse regering Colijn had de wazige aanbeveling gedaan dat burgemeesters moesten aanblijven zolang de bevolking meer nut van hen had dan de bezetters. Allan bleef lang op zijn post, tot het einde van 1944. Na de bevrijding mocht hij niet terugkomen en in 1946 werd hij ontslagen. In 1949 werd dit ontslag veranderd in eervol ontslag. Op dat moment was - Leendert A. Ankumplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAnkum, Leendert Albert
Amsterdam, 25 november 1895 - Zaandam, 20 oktober 1970
Burgemeester te Koog aan de Zaan van 1946 tot eind 1960, daarna nog een aantal maanden waarnemend burgemeester van Heiloo. Leendert Albert Ankum, vader van Leopold Alfred Ankum, werd na de lagere school diamantbewerker. In de al drie jaar burgemeester van Koog. In 1960 werd hij opgevolgd door - Rindert van Zinderen Bakkerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZinderen Bakker, Rindert van
Ter Apel 5 mei 1912 - 2 juli 1993
Burgemeester van Westzaan en de laatste burgemeester van Koog aan de Zaan. Rindert van Zinderen Bakker werkte voor de oorlog in Groningen en werd in 1939 aangesteld bij het kadaster in Alkmaar. Tijdens de oorlog was het echtpaar Van Zinderen Bakker onder meer betrokken bij de illegale bladen Robu en De Vrije Alkmaarder. In januari 1944 werd hij gearresteerd en gedeporteerd naar Dachau. Zijn vrouw en kind doken onder., die eerder burgemeester van Westzaan was en tot de samenvoeging in 1974 burgemeester van Koog bleef.
Bewoningsgeschiedenis
De eerste bewoners van Koog zullen zich volgens dr. Margaretha Verkadeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerkade, dr. Margaretha Adriana
Zaandam, 16 augustus 1908 - Koog aan de Zaan, 1986
Historica, schrijfster van enkele belangrijke publicaties over de Zaanstreek.
Margaretha Verkade begon op latere leeftijd met een studie sociale geografie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam. De Tweede Wereldoorlog dwong haar deze studie geheel zelfstandig te voltooien. Zij promoveerde in 1952 aan de Rijksuniversiteit van Groningen bij de hoogleraar B. Slicher van Bath op het proefschrift 'De opkomst van… eerst tegen het eind van de 16e eeuw in de omgeving van de Koger Hem en -sluis hebben gevestigd. De eerste vermelding dateert uit 1543, toen 'op die Kogh' vijf haardstedenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaardsteden
Vroegere volkstellingen (van de 15e tot 17e eeuw) werden niet in het minst gehouden om de draagkracht der bevolking vast te stellen in verband met de belastingheffingen. Door de gewoonte het aantal stookplaatsen te belasten, werden daarbij de haardsteden geteld en niet het aantal bewoners. waren, circa 30 inwoners; een volgende vermelding stamt uit 1561 en luidt 'een kamp an Dirick Gerritsz huys upte Koech'. Toen woonden er enkele tientallen personen in de omgeving van de sluis. Nadien breidde het aantal inwoners zich gestadig uit; zie het overzicht, hiervóór bij 'Bevolking'.
Vermeld is al dat Koog, evenals Zaandijk en Wormerveer, aan het einde van de 18e eeuw een doorgaande bevolkingsgroei kende; de rest van de Zaanstreek had in die periode een forse bevolkingsterugval. Eerst in de tweede helft van de Franse bezetting daalde ook de omvang van de bevolking van Koog, zij het gering. Ad van der Woudeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWoude, Ad van der
Utrecht, 11 juli 1932 - Ede, 14 juni 2008
Prof. dr. Adrianus Maria (Ad) van der Woude, Auteur van het proefschrift Het Noorderkwartier. Een regionaal historisch onderzoek in de demografische en economische geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin van de 19e eeuw verklaart de voortgaande bevolkingsgroei van de drie dorpen door te wijzen op de arbeidsintensieve papiernijverheid die in deze dorpen omvangrijk was en relatief laat tot bloei kwam.
Tot omstreeks de laatste eeuwwisseling bleef Koog een typisch Zaans dorp, met de lage dijk langs de Zaan, een binnendijkse wegsloot en haaks op de dijk doodlopende paden het land in. Door de demping van de wegsloot, de afbraak van historische panden ten behoeve van de industrie, de aanleg van nieuwe wijken zoals Koog-Bloemwijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKoog Bloemwijk
Jouk Fris Buurt in zuidelijk Koog, gebouwd in de tweede helft van de jaren '20 tot eind jaren '30. Mede door de omvang van de Wijk nam de bevolking van Koog belangrijk toe (1930: 4400. 1940: bijna 6400). Door de NS is, tegelijk met de elektrificatie van de spoorlijn Amsterdam-Alkmaar in 1931, een klein station tegenover Bloemwijk geopend. In december 2016 (met ingang van de dienstregeling van 2017) is de naam hiervan veranderd in Koog aan de Zaan. en de bouw van het Coentunnelviaduct werd in de 20e eeuw het uiterlijk van het dorp sterk veranderd. Van belang hierbij was ook dat in de jaren '70 de sprong over de spoorlijn werd gemaakt, ten gevolge waarvan de wijk Westerkoogplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWesterkoog
Woonwijk te Koog, eind jaren `70 aangelegd ten westen van de spoorlijn, naar de uitvoerende bouwmaatschappij dikwijls ten onrechte Havezathe genoemd. De aanleg van de wijk op die plaats was deels een gevolg van de inspanningen van de laatste burgemeester van Koog, R. van kon worden gebouwd. In deze nieuwbouwwijk wonen meer mensen dan in oud-Koog.
Middelen van bestaan
De hiervóór al weergegeven indruk dat Koog ook aan het einde van de 18e eeuw nog een periode van relatieve bloei doormaakte is voornamelijk gebaseerd op de bevolkingscijfers. Ofschoon stijging van de bevolking niet per definitie wijst op economische groei, lijkt dat verband hier te bestaan. Arbeiders trokken in de pre-industriële periode naar de plaatsen waar werk was. De eerste bewoners van Koog hielden zich vermoedelijk bezig met binnenvisserij, binnenvaart en de verzorging van reizigers in herbergen. De binnenvaart bleef tot ver in de 19e eeuw aan Kogers werk verschaffen. In het Aardrijkskundig Woordenboek vermeldde Van der Aa dat er oudtijds vele schippers op de Koog woonden. Zij dreven voor eigen risico handel op bijvoorbeeld Brabant, Vlaanderen, Overijssel en Friesland. In 1811 stonden er 22 personen als schipper geregistreerd; in 1845 waren er nog slechts enkelen die als schipper de kost verdienden.
Koog was één van de dorpen met een zeer omvangrijke molenindustrie. De eerste molens werden er reeds vroeg in de 17e eeuw gebouwd; omstreeks 1630 waren er al zes molens in Koog in bedrijf. Speciale vermelding verdient de Pelikaan, Deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPelikaan, De
Oliemolen in Krommenie.
De windbrief werd gegeven in juni 1632. De molen stond aan de Heiligeweg, ten westen van de Indijk. Hij werd vermoedelijk tussen 1664 en 1680 gesloopt.
oliemolen molen, Pellecaan, of Oude Pelmolen, de eerste pelmolen in de Zaanstreek en mogelijk in Nederland. De windbrief werd gegeven in 1639; de punt van de Koger Hem waar de molen stond werd ook wel Pelikaanshoek genoemd. In totaal kwamen er elf pelmolens in Koog. In 1731 werden er zeven pelmolens in Koog geregistreerd, in 1795 en 1845 nog zes. De meeste bleven tot rond de laatste eeuwwisseling produceren.
Uit de tabel kan een aantal conclusies worden getrokken. De houtzagerij beleefde het hoogtepunt al vroeg in de 18e eeuw, daarna was er teruggang. Olieslagerij, pellerij en verfmalerij wisten zich van het begin van de 18e eeuw tot halverwege de 19e eeuw sterk te handhaven. De papiermakerij liep vanaf het einde van de 18e eeuw snel terug. Het belang van de papiermakerij mag echter niet onderschat worden. In een papiermolen werkten menigmaal 50 personen. Dat betekent dat in 1795 de papiermakerij Koog 250 arbeidsplaatsen kan hebben geboden. Een andere bedrijfstak die voor Koog vanaf het begin van de 18e eeuw en mogelijk eerder belang had, was de stijfselmakerij. Koog had in 1731 vier stijfselmakerijen, waarvan er in 1845 nog twee over waren. Van het jaar 1811 zijn zeer exacte gegevens bekend over de samenstelling van de beroepsbevolking van mannen boven de 21 jaar, samengevat in de volgende tabel: TABEL INVOEGEN
Het aantal werknemers in de papiernijverheid kan verwarren. Eerder werd gezegd dat op een papiermolen soms vijftig personen werkten. Dat waren evenwel voor een belangrijk deel vrouwen en jongeren, de goedkope arbeidskrachten. Van der Aa somde in 1845 de in Koog gevestigde bedrijven op. Hij noemde naast de 25 molens en twee stijfselmakerijen de volgende bedrijven op: 1 scheepstimmerwerf, 1 loodwitmakerij, 1 oliekokerij, 1 chocolademalerij en 1 machinale rijstpellerij.
Uit het voorafgaande blijkt duidelijk dat Koog steeds in hoge mate geïndustrialiseerd was. Dat bleef ook in de 20e eeuw het geval. Het dagelijks leven in het dorp werd lange tijd gedomineerd door de grote fabrieken van Honigplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHonig
Vooraanstaand bedrijf in de stijfsel (zetmeel) en levensmiddelenfabricage. Fabrieken te Koog aan de Zaan, Nijmegen. Engeland en Zuid-Afrika. Ontstaan in 1867, in 1965 opgegaan in het Koninklijke Scholten Honig-concern (KSH) en bij de ondergang van dit concern in 1978 opgesplitst in en Duyvis. Honig werd later opgesplitst in Honig Merkartikelenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHonig Merkartikelen bv (HMA)
Fabrikant van en handel in levensmiddelen, oorspronkelijk onderdeel van Koninklijke Scholten Honig na de opsplitsing van dit concern eerst dochter van de nv Centrale Suiker Maatschappij te Amsterdam (CSM), daarna dochter van de H.J. Heinz Company: hoofdkantoor in Zeist, productiebedrijven te Utrecht. en Zetmeelbedrijven De Bijenkorf (ZBB)plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHonig
Vooraanstaand bedrijf in de stijfsel (zetmeel) en levensmiddelenfabricage. Fabrieken te Koog aan de Zaan, Nijmegen. Engeland en Zuid-Afrika. Ontstaan in 1867, in 1965 opgegaan in het Koninklijke Scholten Honig-concern (KSH) en bij de ondergang van dit concern in 1978 opgesplitst in, terwijl Duyvis-Recterplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDuyvis-Recter
Oliefabriek te Koog. De historie van Duyvis gaat terug tot 1806, in welk jaar Teewis Duyvis van een ongehuwde oom de oliemolen De Halve Maan verkreeg. Hij werd zo de eerste Duyvis die olie sloeg. In 1850 vestigde zijn kleinzoon zich onder de naam T. Duyvis Jz. Het bedrijf bestond in dat jaar uit zes oliemolens met een capaciteit van 2400 ton lijn- en koolzaad per jaar en een pelmolen. In 1880 werd nabij de Pellekaanshoek te Koog door E.G. Duyvis Tz. de stoomoliefabriek 'De Zaan' g… een nieuwe fabriek bouwde te Zaandam-Oost en Koog kon verlaten.
Voorts waren en zijn er in Koog vrij veel kleinere bedrijven gevestigd, zoals Koekfabriek Van Delftplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDelft bv, Van
Voormalige koekfabriek aan de Hoogstraat te Koog, thans bakkerijen te Harderwijk. Koekfabriek Van Delft nv werd begin 1900 opgericht door bakker Jan van Delft, toen nog gevestigd aan de Westzijde 124 te Zaandam, waar bakkerij Bood was gevestigd. In één der raamposten kan men nog altijd lezen: 'J. van Delft, confisseur'. In april 1914 zag hij kans het failliete koekfabriekje De Vlijt in Koog op de grens van Koog en Zaandijk, op te kopen, deels met eigen geld, deels met geld van enk…, Machinefabriek P.M. Duyvisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDuyvis, bv Machinefabriek P M
Machinefabriek te Koog. Het bedrijf werd opgericht als P. M. Duyvis & Co in november 1885 door ir. Pieter Mattheus Duyvis te Koog en Dirk Willem Stork (mede directeur van Stork & Co te Hengelo) als stille vennoot. Pieter was de zoon van Teewis Duyvis, eigenaar van zes oliemolens en een pelmolen. Zijn vader was tevens de oprichter van de firma T. Duyvis Jz Stoomoliefabriek, die uiteindelijk zou uitgroeien tot de bekende nootjesfabriek., Evenblij Vatenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEvenblij Vaten bv
Voormalige vatenhandel, ontstaan uit een in de 19e eeuw opgerichte kuiperij aan het Zuideinde te Koog. Het bedrijf dat kantoor hield in een fraai Zaans koopmanshuis ontwikkelde zich tot producent van grote aantallen houten vaten voor de Zaanse industrie. Geleverd werd bijvoorbeeld aan Duyvis en alle andere oliefabrieken. Aanvankelijk werd het benodigde hout in Koog gezaagd en bewerkt. Later ging men op maat gezaagde duigen, bodems, deksels en banden importeren uit Cyprus, Scho… en de Zaanlandse Zakkenhandelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanlandse Zakkenhandel
De nv Zaanlandse Zakkenhandel K. de Boer Jz. werd opgericht op l maart 1928, toen Klaas de Boer Jz. (1883-1972) uittrad als medewerker van de Fa. de Boer & Cote Koog. Het bedrijf werd gevestigd in de voormalige celluloidfabriek Hollandia van A.N. Honig aan het Hellingpad in Koog aan de Zaan. Dit pand werd echter in 1930 weer verlaten na de aankoop van een groter pand, het pakhuis Europa aan de Jan Bestevaerstraat.. Andere Koogse bedrijven zijn Garage Gesinkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGesink & Zn., W
Autobedrijf te Koog. Het bedrijf werd opgericht in juni 1923 door W. Gesink en C. Terwey en hield zich aan- vankelijk uitsluitend bezig met de reparatie van auto`s. Later begon het bedrijf ook met busdiensten (1923- 1952), een reisbureau (1930- 1950) en tenslotte ook de verkoop van auto's (vanaf 1946). De juridische vorm werd in 1975 omgezet in bv. Gesink is thans (1987) dealer voor de Zaanstreek van het Franse automerk Peugeot. Bij het bedrijf waren in 1991: 13 personen in dien…, De Waakzaamheidplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWaakzaamheid, Comité van
Zie: Tweede Wereldoorlog Wereldoorlog 2. en Zaanlandia Leesmappenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanlandia Leesmappen bv
Verhuurbedrijf van leesportefeuilles aan particulieren en instellingen. Het bedrijf is opgericht in 1951 door J.J. Broerse in Zaandam. Deze stopte in 1961 met zijn activiteiten en verkocht zijn zaak aan de toenmalige directeur P.M. Hooijschuur, die de firma in 1981 omzette in Zaanlandia Leesmappen bv..
Literatuur:
- Ad van der Woude, Het Noorderkwartier, Utrecht 1983;
- Gerrit Jacob Boekenoogen, De Zaanse Volkstaal, Zaandijk 1971;
- Margaretha Verkade, Den derden dagh, Alkmaar 1982;
- Dirk Vis, De Zaanstreek, Leiden 1948;
- Adriaan Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Haarlem 1794;
- Henri Nicolaas ter Veen, Problemen der samenvoeging van Zaangemeenten, Haarlem 1941;
- Gerrit Jan Honig, De Zaanse burgemeesters sedert 1814, in: De Zaende 1951;
- Abraham Jacob van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden deel 6, Gorinchem 1845;
- Zaanstad in cijfers 1987, Zaanstad 1988;
- Gerrit Jan Honig, Zaanlandsche gemeentewapens, Zaandijk 1887;
- Zaanstreek in cijfers 1974, Zaandijk 1975;
- Pieter Boorsma, Duizend Zaanse Molens, Wormerveer 1950.